Vuur uit de hemel
1 koningen 18
 


 
Nog altijd was Achab koning van Israël. Hij bad
niet tot God, maar tot een afgod die Baäl heette.
Hij vroeg Baäl om het te laten regenen, maar het
bleef droog. De planten konden niet groeien.
De mensen riepen: ‘We hebben honger!’
 


 
De profeet Elia bracht een boodschap van
God aan koning Achab. Elia zei: ‘Er komt
geen regen omdat u een beeld aanbidt in
plaats van de ware God!’
Deze woorden maakten koning Achab heel
erg boos.
 


 
Elia wilde de mensen laten zien dat er
maar één ware God bestond. Daarom
daagde hij de koning van het volk uit.
Samen gingen zij de berg Karmel op.
 


 
Elia zei tegen de mensen die de afgod Baäl
vereerden: ‘Maak maar een altaar voor jullie
god, dan maak ik een altaar voor mijn God.’ 


 
Daarna plaatsten zij een offer op de twee
altaren. De priesters van Baäl riepen naar
hun god om vuur. Ze dansten rond het
altaar, maar er gebeurden niets. Elia plaagde
de priesters en zei: ‘Misschien is Baäl wel
op vakantie!’
 


 
Elia groef een greppel rondom zijn altaar.
Hij goot zoveel water over zijn altaar heen,
dat de hele greppel gevuld was. Elia bad tot
God. Plotseling kwam er vuur uit de
hemel. Het vuur verbrandde het offer en
zelfs het stenen altaar! Het water uit de
greppel was ook helemaal weg!
 


 
Toen de mensen zagen wat er gebeurd
was, bogen zij zich neer om de ware
God van Israël te aanbidden.
Pas daarna kwam er weer regen.