31. ASSYRIËRS IN DE STRIJD
Gevecht van Assyriërs in een moerassig gebied.
Tiglath-Pileser IV verovert Gezer.
Assyrische oorlogsstandaard.
Assyrische boogschutters.
Assyrische slingeraar
Zwaarbewapende Assyriër.
Gevecht van Assyriërs in een moerassig gebied.
De Assyriërs bezaten geen
marine. Als Salmanassar IJI in een inscriptie spreekt | van een zeeslag
waarbij "de zee rood gekleurd was door bloed", was dit barre
overdrijving, want de bewuste slag was op een klein meer. Evenmin kan
men spreken van een zeeslag als Sanherib oorlog voert in de moerassige
gebieden van Zuid-Babylonië, waarbij de Assyriërs de vijanden
vervolgden in boten, uit wilgentakken vervaardigd. Aan de oevers ziet
men Assyrische ruiters tussen het geboomte.
Tiglath-Pileser IV verovert Gezer.
De geduchte Assyrische vorst Tiglath-Pileser IV (745-727), maakte vele
veroveringen in het "Westland" (2 Kon. 15: 29 vv.) en in het jaar 734
toen Tiglath-Pileser naar de wens van Achaz (2 Kon. 16: 9) Juda's
vijanden bestreed. In dat jaar werd ook Gezer veroverd, gelijk dit
reliëf te zien geeft. Op de dubbele maur (a) de vestingtorens (b).
Vòòr de muur is een Assyrische belegeringsmachine
(stormbok) (c); daaraan zijn twee stormbalken (d) met een metalen punt
bevestigd, die de stenen uit de muur (e) losbreken. Een soldaat springt
van de stormbok op de stadsmuur. Daarnaast staat een grote rondas (f)
die vastgehouden wordt door een soldaat met een dolk (g) gewapend;
onder beschutting van de rondas trekt een andere soldaat naast hem
voort, gewapend met pijl en boog (h). De soldaat die uit de
belegeringsmachine op de muur stapt, draagt het ronde Assyrische schild
(i) en de speer (j)
Assyrische oorlogsstandaard.
Op een rijk versierde schacht is de
zonneschijf; beneden zijn twee lopende stieren, van elkander gaande.
Boven de stieren is een driehoek gevormd door stralenbundels en
daarboven staat een godheid Assur (a); hij schiet een pijl af; zijn
hoofd met helm (b) komt boven de schijf uit en vormt zo de spits van de
standaard.
Assyrische boogschutters.
De hoofdmacht van het Assyrische leger werd gevormd door de infanterie
en daarvan vormden de boogschutters het belangrijkste deel. Er waren
bogen van hout, maar ook van hoorn. De pijlen bestonden uit een houten
schacht met een bronzen of ijzeren spits; dit einde was driehoekig van
vorm, soms nog voorzien van weerhaken. De soldaten werden zeer geoefend
in het boogschieten; op de wagen, te paard, staande, knielende in
allerlei houdingen. Op mars droegen zij de boog in de linkerhand; de
pijlkoker in de rechter; aan de zijde een kort zwaard. Zij dragen een
lederkap op het hoofd.
Assyrische slingeraar
(rechts). De slingeraars vormden in het Assyrische leger een bijzondere troep, die bij het offensief en defensief meewerkten.
Zwaarbewapende Assyriër.
Deze draagt een helm van leer met metaalbeslag (a). Hij is een
"wagenkamper", een strijder in de strijdwagen; hij draagt het pantser
(b) tot aan de knie; de hals is bedekt met een halsbescherming (c);
zijn wapens zijn speer (d) en zwaard (e). Het zwaard was al bij
Israël recht (1 Sam. 31: 4vv.), tweesnijdend (Richt. 3: 16; Spr.5:
4) en kort (Richt.3: 21 vv.); het werd eveneens gedragen in een lederen
schede (1 Sam.17: 51; 2 Sam. 20: 8) aan een gordel over de uitrusting
(1 Sam.17: 39)