40. ALTAREN EN TEMPELS
Altaar met hoornen
Tempels uit Beth San:
Rotssteen, die als altaar kon dienen.
Rotssteen, die als altaar kon dienen.
Het is de rotssteen bij Zora, waarop Manoah offerde, Richt. 13: 19.
Altaar met hoornen
gevonden in Megiddo. Aan het
Brandofferaltaar in Israël waren vier hoornen gemaakt, niet tot
versiering, maar om daaraan bloed van het zondoffer te strijken (Exod.
29: 12; Lev. 4: 7,25,30,34; 8: 15; 9: 9; 16: 18). Deze hoornen zijn
alzo een symbool van verzoening, en zo heet Christus de hoorn der
zaligheid (Luc. 1: 69). Wie onopzettelijk een doodslag had begaan,
mocht de hoornen van het altaar grijpen (1 Kon. 1: 50; 2: 28).
Ontwijding van de hoornen van het altaar betekende de ontwijding van
het altaar (Amos 3: 14; Jer. 17: 1).
Tempels uit Beth San:
tempel van Astarte (boven) tempel van
Dagon (onder). Bij de opgravingen van Beth San heeft men in de laag uit
de tijd van Ramses IJ (1292-1225) een tweetal tempels gevonden, die van
oost naar west gericht zijn. Een der tempels schijnt blijkens een
Egyptisch inschrift de stichting geweest te zijn van een "opzichter van
soldaten, commandant der boogschutters van de Heer der Twee Landen (=
de Farao), koninklijk schrijver en grootopzichter Ramses-oesr-chepes;".
De tempel kan toegewijd zijn geweest aan Resjef, die niets anders was
dan een andere vorm van Mekal, de oude stadsgod. De andere tempel
daarentegen was gebouwd voor een vrouwelijke godheid, Antit, "de
koningin des hemels, de meesteres van alle goden". Daar volgens het
getuigenis van 1 Kron. 10: 10 de Filistijnen het hoofd van Saul
hechtten aan de tempel van Dagon en volgens 1 Sam. 31: 10 zijn wapenen
legden in de tempel van Astarte, bestond er dus in die tlid nog een
cultus voor een mannelijke en een vrouwelijke god. De tempels van
Beth-San, in de Bijbel genoemd, zijn dan deze twee tempels.