De ark van
Noach
Genesis 6-9
Nadat Adam en Eva niet meer in de tuin
woonden, werden er veel mensen op aarde
geboren. De mensen deden allemaal slechte
dingen. Niemand dacht meer aan God.
Behalve Noach. Noach hield van God.
God was verdrietig omdat iedereen, behalve
Noach, Hem vergeten was. Hij vertelde Noach
dat Hij helemaal opnieuw wilde beginnen. 'jij
moet een boot maken, een ark,' zei God. 'Ik
vertel je hoe je dat moet doen. 'Noach en zijn
familie gingen meteen aan het werk.
Toen de ark klaar was, zei God: 'Ga met je
familie en me twee van elke diersoort in
de ark.' De dieren kropen, liepen of vlogen
twee aan twee de nieuw boot binnen.
Toen iedereen binnen was, begon het te
regenen. En de regen ging maar door! De
ark schommelde heen en weer, op en neer
over het stijgende water.
Eindelijk hield de regen op.
De hele aarde stond onder water!
In de boot was iedereen veilig.
Noach en zijn familie waren heel blij.
Op een dag liet Noach een duif wegvliegen om
naar land te zoeken. De duif vloog rond, maar
kon geen land vinden. Een week later liet
Noach de duif nog een keer wegvliegen. Nu
kwam de duif terug met een olijftakje. Noach
riep blij: 'De duif heeft land gevonden!"
De ark bleef vastzitten op
een grote berg.
God zei tegen Noach dat
hij naar buiten
moest gaan. Noach en
zijn familie dankten
God. God maakte
een kleurige regenboog
in de lucht. Die regenboog betekende dat
God nooit meer de hele aarde onder water zou laten lopen.