Simson
Rechters 13,14
 
 

 De Israëlieten zaten weer in de problemen.
Maar nu was er een heel sterke
man. Zijn naam was Simson. God had
hem uitgekozen om de Israëlieten te
redden van hun vijanden, de Filistijnen. 

>
 
Simson wist dat hij altijd heel erg
sterk zou zijn, zolang hij maar niet
zijn lange haar afknipte.
 


 
Simson was verliefd op Delila. De Filistijnen
hadden tegen Delila gezegd dat zij haar geld
zouden geven als zij erachter kon komen
wat Simson zo sterk maakte.
Eerst loog Simson tegen haar.
 


 
‘Als je me met touwen vastbind’, zei Simson,
‘verlies ik mijn kracht’. Toen Simson die
nacht lag te slapen, bond Delila hem vast.
Toen riep zij: ‘De Filistijnen komen er aan!’
Simson sprong overeind en brak de touwen
los. Delila kuste hem en vroeg: ‘Wil je mij je
geheimpje niet vertellen?’
 


 
Nu vertelde Simson het geheim van zijn
kracht: ‘De kracht zit in mijn lange haar’.
Toen Simson sliep, knipte Delila zijn lange
haren af. Nu was Simsons kracht verdwenen!
De Filistijnen grepen hem vast en gooiden
hen in de gevangenis. 


 
Een tijdje later gaven de Filistijnen een groot
feest. Ze brachten Simson naar binnen en
lachten hem uit. Simson bad tot God om
hem nog één keer heel sterk te maken.
Dat deed God. Simson duwden met al zijn
kracht tegen twee pilaren.
De tempel waar het feest was, stortte in.
Zo versloeg Simson de Filistijnen!