Voor ongeveer 3400 jaar, 1500 jaar vóór de geboorte van Christus, voleindigde Mozes het eerste deel van de Heilige Schriften, die door Gods voorziening tot ons kwamen als één geheel: de Bijbel.
We lezen in Deut. 31 : 24-26:
"En het geschiedde, als Mozes voleindigd had de woorden
dezer wet te schrijven in een boek ... zo gebood
Mozes aan de Levieten
... zeggende: Neemt dit wetboek en legt het aan de zijde van de ark des
verbonds."
Door de laatste profeet van het Oude
Testament, Maleachi,
heeft God gezegd:
"Gedenkt der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem
bevolen heb op Horeb aan gans Israël." (Mal. 4 : 4.)
En op de laatste bladzijde van de Bijbel, die 1600 jaar na
Mozes werd geschreven, staat:
"Ik betuig aan een ieder die de woorden der profetie
dezes boeks hoort: Zo iemand aan deze dingen toevoegt, God zal hem
toevoegen de
plagen die in dit boek geschreven staan; en zo iemand van de woorden
des boeks
dezer profetie afdoet, God zal zijn deel afdoen van de boom des
levens.'' (Openb.
22 : 19.)
Dus van de boeken der wet tot de Openbaring eist God
gehoorzaamheid aan Zijn Woord, en waakt Hij er over.
De waarde van het Oude Testament wordt
ons in de volgende
woorden getoond:
"Want al wat tevoren geschreven is, is tot onze
lering geschreven, opdat wij door de volharding en door de vertroosting
der
Schriften (van het Oude Testament) hoop zouden hebben." (Rom. 15 : 4.)
Heilige Schriften, die over de behoudenis spreken:
"Omdat gij van kindsbeen af de Heilige Schriften kent
(Oude Testament) die u wijs kunnen maken tot behoudenis, door het
geloof dat in
Christus Jezus is." (2 Tim. 3 : 15.)
De Joden waren over 't algemeen genomen geen schrijvers.
Behalve de Bijbel is er weinig litteratuur van de Joden
gevonden. De grote Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus (geb. 37 of
38 n.
Chr.) is, voor zover bekend, de enige schrijver, die buiten de Bijbel
om, veel
geschreven heeft. En toch hebben we aan dat volk, als instrument in
Gods hand,
de Bijbel te danken.
Behalve Lukas, die vermoedelijk een Griek was, hebben
Israëlieten de Bijbel geschreven en door Gods voorziening, wat
het Oude
Testament betreft, deze zo trouw voor ons bewaard.
God heeft het Woord voor ons bewaard en doen bewaren door
verscheiden personen, die Hij daartoe gebruikte, soms zelfs door hen,
die
vijandig gezind waren.
De oude Egyptenaren schreven op de
vezels van de
papyrusplant, die 2 à 3 M. hoog werd, en in de moerassen in
Afrika en op
Sicilië groeide. Het harde weefsel der halmen werd in repen
gesneden en
kruiselings over elkaar geperst en in de oudheid als papier gebruikt.
Dit was een tamelijk goed en deugdelijk papier.
Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat dit woord
papyrus de oorsprong is van ons woord "papier".
Het is echter zeer waarschijnlijk dat het materiaal, waarvan
de Joden het meest gebruikt maakten om de heilige Schriften op te
schrijven,
perkament was, of gedroogde zeer dunne huiden.
Die huiden werden zeer zorgvuldig geprepareerd en aan
elkander genaaid. Zo konden zij grote vlakken vormen. waarop uitvoerige
beschrijvingen konden plaatsvinden.
Deze perkamenten werden dan op stokken gerold, zodat ze op-
en afgerold konden worden.
Op deze wijze vormden ze een rol des boeks.
In de Schrift wordt ook gesproken over "de rol des boeks."
Paulus vraagt aan Timotheüs om de "perkamenten"
mee te brengen. (2 Tim. 4 : 13.)
Vele van deze rollen zijn bewaard gebleven van oude tijden
af. In de dienst in de synagogen gebruikt men nog dezelfde modellen als
wetsrollen.
De uiterlijke vorm is bewaard gebleven.
De vijf boeken van Mozes,
Genesis-Deuteronomium, werden,
zoals reeds opgemerkt is, voor meer dan 3400 jaar geschreven. Vele van
de andere
boeken van het Oude Testament zijn meer dan 1000 jaar
vóór de komst van
Christus geschreven; die der oude profeten omstreeks 800 jaar v. Chr.
Geen enkel volk kan zich beroemen zulke oude geschriften te
hebben als het Israëlietische volk.
Maleachi, de laatste profeet van het Oude Testament, schreef
ongeveer 400 jaar vóór Christus' geboorte.
Toen Mozes stierf in 1452 vóór Christus, waren er slechts vijf kleine delen van dit wondere Boek. Toen David op zijn troon zat, waren er enkele meer. Koningen, priesters en profeten voegden er iets aan toe, totdat het gehele Oude Testament was geschreven. In 2 werelddelen, Azië en Europa, en in 3 talen, Hebreeuws, Aramees (of Chaldeeuws) en Grieks werd de Bijbel geschreven.
De taal is behalve in Daniël
2:4 - 7:28, en in Esra 4:8 -
6:18 en 7:12-26 en in Jeremia 10:11 steeds Hebreeuws, dat spoedig na de
Babylonische ballingschap ophield een "levende" taal te zijn.
De boven aangehaalde gedeelten zijn in het Aramees
geschreven, dat een vermenging is van het Chaldeeuws en het Hebreeuws.
Het Aramees was, in de dagen van de Heer Jezus op aarde, de
spreektaal van de Joden in het dagelijks leven. Het gewone volk kon het
Hebreeuws niet meer verstaan. In de synagogen gaf men na de voorlezing
in de
Hebreeuwse taal van een gedeelte der Schrift, de Aramese vertaling.
Het Hebreeuws bleef in gebruik bij de geleerden.
De samenstelling van de Bijbel strekte zich uit over een
tijdsverloop van zestien eeuwen - van Mozes, ongeveer 1500 jaar v. Chr.
tot
Johannes, ongeveer 100 jaar n. Chr.
De verschillende delen van de Bijbel
werden geschreven op
verschillende tijden en in verschillende landen en onder de meest
wisselende
omstandigheden.
De meeste schrijvers leefden eeuwen van elkander gescheiden.
Gedeelten werden geschreven in tenten, in woestijnen, in steden, in
paleizen en
gevangenissen. In tijden van groot gevaar en in tijden van uitbundige
vreugde.
Onder zijn schrijvers vinden we:
richters, koningen,
dichters, priesters en profeten, een landvoogd, een eerste minister,
veehoeders,
schriftgeleerden, een tollenaar, een geneesheer en vissers.
En toch, hoewel de omstandigheden en de schrijvers zo zeer
verschilden, is de Bijbel één Boek. En hoewel het
uit 66 delen bestaat en
ongeveer 40 schrijvers hun deel aan toevoegden, is er een onmiskenbare
organische eenheid te zien.
En hoewel het een uitgebreide verscheidenheid van onderwerpen
bevat, die antwoord kunnen geven op een hele rij van menselijke vragen,
vinden
we toch, dat het één boek is: "Het Boek" (niet de
boeken) -
De Bijbel - maar dat Boek heeft slechts Eén Auteur: De
Heilige Geest.