Bijbelstudie IV

De Bijbel een wonder

Is het Oude Testament een wonder, het Nieuwe Testament is het zeker niet minder.

De eerste 50 jaar, nadat de Heer Jezus was geboren, was er waarschijnlijk nog geen letter van het Nieuwe Testament geschreven. Maar dan, door de werkzaamheid van Gods Geest, zonder voorafgaand overleg met elkander, schreven de schrijvers van het Nieuwe Testament.

Ze kwamen niet overeen, dat Mattheüs zou schrijven over Christus als Koning en Markus over Hem als de Dienstknecht. Dat Lukas Hem zou beschrijven als de Mens Christus Jezus, de Zoon des mensen, en dat Johannes ons Zijn heerlijkheid, als de eeuwige Zoon van God, zou laten zien.

 

Niets van dit alles. Zij schreven toen zij werden gedrongen om bepaalde dingen in het licht te stellen en werden dan geïnspireerd door Gods Geest.

 

Lukas "onderzocht" de dingen "nauwkeurig." Hij, de geschiedschrijver, zette zich neer om te schrijven, maar, o ondoorgrondelijk wonder, op dát ogenblik kwam de Heilige Geest als een macht, als een kleed, over hem en maakte hem geschikt om Gods woorden neer te schrijven.

De schrijvers schreven alleen op, wat de Heilige Geest wilde, en lieten weg wat de Heilige Geest niet wilde.

 

De Heilige Geest had met elk Evangelie een ander doel, hoewel de Persoon, waarover geschreven werd, dezelfde was.

En zoals het bij Zacharia was in 2 Kron. 24 : 20 toen "de Geest Gods Zacharia "aantoog"" en die tot het volk kon zeggen: "Zo zegt God," zo toog de Heilige Geest ook de schrijvers van het Nieuwe Testament aan.

Het is dus niet slechts leiding des Heiligen Geestes, maar het is een geheel weergeven van hetgeen God wilde, dat geschreven zou worden.

De Bijbel is niet geschreven in Athene, de zetel van menselijke wijsheid, noch op de academie van Alexandrië in Egypte.

 

Het waren geen geleerden, Misschien spraken sommigen zelfs hun taal niet zonder fouten. Van Petrus wordt gezegd dat "zijn spraak hem openbaar maakte". Hij sprak zoals een Galileeër sprak. Zo ook Johannes; samen "ongeleerde en ongeletterde mensen." (Hand. 4 : 13), maar als ze schrijven wat Gods Geest hen inblies, dan is het een kostbare schat van ongeëvenaarde letterkundige waarde en de standaard van de talen der meest geletterde naties van de wereld.

Dit is het Boek van wereldvermaardheid, zoals er geen tweede is.

Het meest bekende en meest gelezen boek der wereld.

Het reist naar alle landen, beschaafd of onbeschaafd. Het wordt gevonden in koninklijke paleizen en in de nederigste hutten. Het is de Vriend van hooggeplaatsten en van bedelaars. Het wordt gelezen bij het licht van een kandelaar, bij de Noordpool, en in de schitterende glans van de tropische zon.

Het wordt gelezen in de steden en op het platteland, temidden van volksmenigten en in de eenzaamheid, en waar zijn boodschap wordt ontvangen en aangenomen, bevrijdt het de geest van slavernij en vult het hart met vreugde.

Het is het boek voor alle standen en voor elke leeftijd. Het voldoet aan de geestelijke behoeften van het kind en van de grijsaard, van jongeling en jongedochter, van man en vrouw, van geleerde en ongeletterde. Het is de onvervalste melk voor de kinderen, de gids voor de jeugd, de kracht voor man en vrouw en de vertroosting voor ouden van dagen.

Het meest aangevallen en verachte Boek van de wereld.

Maar er is ook geen boek dat zo de vijandschap van Satan heeft ondervonden als dit Boek, omdat het eindoordeel van Satan daarin wordt aangekondigd. Daarom is er zoveel vijandschap bij hen, die door Satan geleid worden, tegen dit Boek.

Het is verbrand, aangetast, becritiseerd en uiteengerafeld, maar het staat daar onwrikbaar en onverwoestbaar in al zijn grootheid.

 

Voltaire, de bekende Franse letterkundige (gest. 1778) was in Frankrijk leider der "Verlichting" en een bittere vijand van God. Hij spotte met al wat heilig is en vooral met de Bijbel.

Hij scheen zó zeker te zijn van de totale uitroeiing van de Bijbel, dat hij aan de Fransen verzekerde, dat er een eeuw na zijn dood nergens meer een Bijbel zou gevonden worden, behalve een enkel exemplaar, als een oudheidkundige zeldzaamheid.

 

Maar 150 jaar na zijn dood werd de Bijbel ten getale van vele millioenen delen of gedeelten, in honderden talen over de gehele wereld verspreid en even voor de oorlog had dit wonderboek een oplaag als nooit tevoren.

 

"Want, vraagt toch naar de vorige dagen, die vóór u geweest zijn, van die dag af, dat God de mens op de aarde geschapen heeft, van het ene einde des hemels tot aan het andere einde des hemels, of zulk een groot ding geschied of gehoord zij, als dit." (Deut. 4 : 32.)

 

Dit woord van Mozes in betrekking tot het volk van Israël, zouden we ook kunnen toepassen op de verspreiding van de Bijbel.

 

Zijn diepte is oneindig, zijn hoogte onmetelijk. Millioenen lezers en honderden schrijvers hebben eeuw na eeuw gegraven in deze onuitputtelijke mijn en zijn schatten zijn nog nooit uitgeput.

In welke gezindheid moeten wij de Bijbel lezen?

Als ge komt tot dit Boek, kom dan met eerbied. Bezie het met eerbied. Lees het met de bede in het hart om de hulp van de Heilige Geest.

Doe uw schoenen van de voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilig land.

Wij moeten dit Boek niet lezen, zoals we een ander boek lezen. Om de Schrift goed te leren kennen, moet men haar liefhebben en zich in liefde met haar bezighouden. Om dit met nut te doen, moet men de tijd er voor nemen en haar overdenken.

Zonder inspanning geen gevolg.

Maar de gevolgen van het rustig overdenken van Gods Woord zijn geluk en wijsheid.

Het voornaamste doel van de Bijbel is te getuigen van de Heer Jezus. Dan wordt Hij ons steeds kostbaarder.

Niemand die de Bijbel leest, kan onbeinvloed blijven.

Het is een groot verlies voor hen die het Woord tot zwijgen veroordelen, door het niet tot zich te laten spreken.

Of, die het Boek wegsluiten in hun koffer of hun boekenkast en het zó in gevangenschap zetten.

Wee hem, die dit Boek altijd nog gesloten houdt en het nooit opent om het biddend te lezen en zijn hart gesloten houdt.

Maar laat ons nooit het Woord onderzoeken om met onze kennis te pronken. De trots kan bij meerdere kennis van Gods Woord bovenkomen.

Christus in ootmoed lief te hebben is oneindig meer waard dan veel te weten. (Efeze 3 : 19.)

Het gevolg van waarachtige kennis van het Woord is liefde tot de Heer.

 

Wanneer ik bid, spreek ik tot God. Als ik de Bijbel lees, spreekt God tot mij.

Het is veel gewichtiger dat God tot mij spreekt, dan dat ik tot God spreek, maar gaat het samen, dan is er een rijke zegen aan verbonden.

Wij zijn zelf geen bronnen, maar het Woord van God is een altijd borrelende Bron.

De dichter van Psalm 119 bezingt de heerlijkheid van het Woord. Hij gebruikt daarvoor het gehele Hebreeuwse alfabet en voor elke letter een achttal verzen. Eén vers voor elke letter is blijkbaar niet voldoende om de voortreffelijkheid van het Woord te bezingen.

Door het alfabet worden de gedachten tot uitdrukking gebracht. Het is de grondslag van de taal.

De langste Psalm toont ons het Woord van God in het leven van de gelovige.

Neemt het Woord van God de grootste plaats in ons leven in? Gebruiken wij ook onze taal om de heerlijkheid van Zijn Woord te bezingen?

Bieden wij de gouden vruchten van Gods Woord op zilveren gebeelde schalen aan? (Spr. 25 : 11.)

 

De Heer bevestige de Zijnen in de kennis van Zijn Woord en make hen daardoor bekwaam om ook anderen te dienen en te onderwijzen.

Lees het om wijsheid te verkrijgen.

Geloof het om zekerheid te ontvangen.

Beoefen het om een Gode toegewijd leven te leiden.

De schrijver van "The Divine Inspiration" heeft het zo kernachtig gezegd:

"Ken het met uw verstand,
Bewaar het in uw hart,
Toon het in uw leven,
Zaai het in de wereld."