Het is zeer
duidelijk, door wat ons in de Bijbel wordt
medegedeeld over het rijk der natuur, dat de macht van God heerschappij
heeft
over aarde, wind, vuur en water.
Wij kunnen, wat deze heerschappij betreft, veel leren:
1e. door de gewone gebeurtenissen van het dagelijks leven;
2e. door de wonderbare gebeurtenissen die ons worden medegedeeld. "Al
wat
de Here behaagt doet Hij, in de hemelen en op de aarde, in de
zeeën en alle
afgronden" (Psalm 135 : 6).
Job spreekt van Zijn macht over de bergen, de aarde, de zon, de
sterren, de
hemelen, de wolken, de zee enz. (Job 9 : 5-10 en 26 : 7-14), zie ook
Amos 9 : 5
en 6.
Hij schiep het vaste land en schreef aan de rivieren hun loop voor; Hij
stippelde de grens uit van de kust en begrensde de bedding van de
oceanen (Spr.
8 : 29). Hij bestuurt de krachten der natuur zó, dat de zee
slechts inbreuk kan
maken, als Hij dit toestaat, want wij lezen dat Hij de zee met deuren
heeft
toegesloten, en voor haar, met Zijn besluit de
aarde doorbrak, grendel en
deuren zette en zeide: tot hiertoe zult gij komen en niet verder (Job
38 :
8-11). In Psalm 104 : 16-9 lezen wij op welke wijze God de grondslagen
van de
aarde legde en de zee van het land scheidde.
Hij heeft ook de kostbare metalen en edelgesteenten ver onder de
oppervlakte der
aarde verborgen, volgens Zijn plan. In Job 28 wordt een vrij
nauwkeurige
beschrijving gegeven van wat de verschillende mijnen opleveren. "Zijn
oog
ziet al het kostelijke".
De mens moge deze dingen toeschrijven aan natuurwerkingen, wij weten,
dat de God
van de natuur ze alle gemaakt heeft en ze alle hun plaats heeft gegeven.
Geen aardbeving geschiedt zonder Gods toelating; maar als Hij het gebiedt zal de aarde zich openen op de juiste plaats, die Hij aangeeft, en niet elders (Psalm 104 : 32). De aardbevingen die de Sinaï of Horeb deden trillen, waren een getuigenis van Zijn tegenwoordigheid. Hij had ze zó onder controle dat midden in het schudden der bergen Zijn dienstknechten, Mozes en Elia, absoluut veilig waren in een kloof der steenrots.
Als Dathan en Abiram met Korach in opstand komen tegen het goddelijk gezag en weigerden de Heer te gehoorzamen, kwam plotseling het oordeel over hen. De aarde opende zich voor hun voeten en verslond hen met hunne huizen en alles wat zij hadden. Maar niemand anders in het leger werd door deze ramp getroffen. Mozes had gezegd: "indien de Here wat nieuws zal scheppen". Ook dit wonder was een vertoning van Gods scheppingskracht.
De aardbeving te Filippi had nauwkeurig de uitwerking die nodig was. De gevangenis werd niet met de grond gelijk gemaakt, niemand scheen gewond te zijn, maar de fundamenten van de kerker schudden, alle deuren werden geopend en alle banden werden los. Dit waren ketenen die in de muren bevestigd werden! Hoe menigmaal hebben we deze geschiedenis gelezen, ernaar geluisterd of er zelfs over gesproken. Hebben we het grote wonder dat hier plaatsvond, opgemerkt?
Bij Petrus werkte God anders. Alles geschiedde in stilte en de bewakers sliepen door; zij werden later door Herodes terechtgesteld. Maar in Filippi had God een ander doel en wel om de stokbewaarder te redden. Eerst werden door Gods macht de gevangenisdeuren geopend, dan opende Hij de deur van het hart van de stokbewaarder. Eerst werd deze man gewekt uit zijn slaap door de aardbeving; dan doet God zijn geweten ontwaken opdat hij zijn verloren toestand zal zien en de behoefte zal gevoelen om gered te worden.
Hoewel
velen denken dat in onze dagen natuurwetten werken
zonder Gods tussenkomst, toch is Zijn macht dezelfde als in die tijd en
kan geen
aardbeving plaatsvinden zonder Zijn toestemming.
"Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde hare plaats, al
werden de bergen verzet in het hart der zeeën" (Psalm 46 : 3).
Deze Psalm werd gezongen door de kinderen van Korach! Zij zullen
stellig gedacht
hebben aan het vreselijke oordeel dat hun vader getroffen heeft.
De
wonderlijkste aardbeving die voorspeld is zal onmiddellijk
volgen op Zijn wederkomst (Zach. 14 : 4).
Mannen der wetenschap kunnen een aardbeving in kaart brengen, nadat zij
heeft
plaatsgevonden; God doet dit van tevoren, en hier wordt ons voorzegd de
verandering van de uiterlijke gedaante van het land, die zal volgen op
deze
omwenteling.
Onze kleine
planeet is omgeven door een dampkring die zich
honderden kilometers uitstrekt boven haar oppervlakte. Daarbuiten is
een
onbegrensde ruimte, geheel doordrongen (naar men meent) van aether.
Warmte en
licht verschillen alleen in graad: beide zijn trillingen van de aether.
Door
zeer kleine golven worden warmte, licht en andere krachten van de zon
tot ons
overgebracht. De dampkring is geheel verschillend van de aether. Bij de
aardoppervlakte zijn de luchtdeeltjes compacter. Als wij in de hogere
luchtlagen
komen, bemerken wij, dat de lucht "dunner" is, en we weten dat dit nog
erger wordt, als men in een ballon zeer hoog in de lucht stijgt.
Onze thermometers meten de warmte, de barometers meten de luchtdruk, en
door
nauwkeurige waarneming van warmte, wind, enz. kunnen meteorologen ons
heel wat
voorspellen van veranderingen in de atmosfeer, hetgeen wij noemen: "het
weer".
Menige schone beschrijving is in de Psalmen en het boek Job gegeven van
de
atmosferische toestanden, die de verschillende jaargetijden
onderscheiden,
waaruit wij opmerken, dat al deze dingen onder Gods onmiddellijk
toezicht staan.
Hij geeft aan de jaargetijden hun beurt.
Een nauwkeurige beschrijving van deze dingen vinden we in Psalm 147 :
15-18. Het
weer wordt door de God van de Bijbel bestuurd, door Zijn wetten, en Hij
staat
onder en boven deze wetten.
De weerkundigen mogen heel wat ontdekt hebben aangaande deze
dingen - zij
mogen voorspellen hoe de wind zal zijn, hoe hevig de storm; maar zij
kunnen
niets besturen. Dat kan God alleen, vandaag is in dit opzicht alles
precies als
eeuwen geleden (Psalm 148 : 8: Job 36 : 26-33).
"Hij weegt de wind" (Job 28 : 25). Dit is een wetenschappelijke
uitdrukking, want de winden zijn afhankelijk van het gewicht van de
dampkring.
Dit woord zegt ons, dat God zijn gewicht en kracht regelt.
Als Hij de
wateren wilde doen stilstaan, deed Hij een wind
over de aarde doorgaan. Als Hij Egypteland met een zwerm sprinkhanen
wilde
straffen, bracht Hij een oostenwind in dat land, de gehele dag en de
ganse
nacht; en 's morgens kwamen de sprinkhanen. En met een sterke
westenwind wierp
Hij ze in de Schelfzee.
Als de Israëlieten aan de kust van de zee gelegerd waren,
behoefde God slechts
Zijn wind te gebieden en de zee werd droog, de wateren werden gekliefd.
Hij
heeft met Zijn wind geblazen, en de vijand werd verdelgd. Deze winden
bewerkten
de redding van de Israëlieten en het verderf
van de vijanden.
Vele winden hebben over de Rode Zee geblazen; maar in dit ene geval
maakten zij
een pad, precies op de bestemde plaats en voor een vastgestelde tijd.
Wij lezen
veel over winden die God beschikte: bij Jona, David, Elia, enz.
Weervoorspellingen zijn meer en meer nauwkeurig, naarmate men de wetten, die de dampkring regelen, beter leert kennen en begrijpen. God, de God van de Bijbel, regelt de wind om te waaien, zoals Hij dit wil. De wind en de zee waren Hem gehoorzaam, zij zijn dit nog. Talloze gebedsverhoringen hebben invloed gehad op storm en regen en wind; want God kan zijn weerkundig gebied zó regelen, dat het wordt aangepast aan de gebeden van Zijn kinderen.
Wij hebben
hiervan een treffend voorbeeld bij Elia.
De regen wordt opgehouden en gezonden in overeenstemming met zijn
voorbede. Dit
behoeft ons niet te verwonderen, als wij rekening houden met de
natuurkrachten,
en de voorwaarden voor gebed. De kracht, die de regen zond en de kracht
die Elia
ontving tot zijn gebed kwamen uit dezelfde bron, uit God. Als God Zijn
almacht
in beweging zet op het gebed van een mens, is Hij het ook, die dat
gebed
inspireert en er de kracht aan geeft. Gebed kan groter krachten in
werking doen
treden dan de natuurwetenschap ooit heeft ontdekt.
Gebed brengt de hand in beweging van Hem, die de wereld z'n beweging brengt.
B.L.