Wonderen en tekenen in de Bijbel

 

XVI

 

Waarom werkte God door wonderen?

 

In vele gevallen, zowel in het oude, als in het Nieuwe Testament, wordt duidelijk aangetoond, waarom God wonderen deed. Hij wilde ons onderrichten, wat langs geen andere weg beter en duidelijker kon geschieden.
God heeft daardoor dingen geopenbaard, die niet op andere wijze duidelijk gemaakt konden worden.
Soms wilde Hij Zijn almacht bewijzen, Zijn alwetendheid, Zijn alomtegenwoordigheid; in andere gevallen wilde Hij doen zien, dat Hijzelf werkzaam was. De daad zelf was steeds minder belangrijk dan de grote werker.

 

De drie woorden die in het Nieuwe Testament voor wonderen worden gebruikt doen iets vermoeden van het hoofddoel, waarvoor zij gedaan werden. Zij worden genoemd "tekenen", "wonderen" en "krachten" of "machtige daden", behalve dat er ook nog wordt gesproken van "Zijn werken".
Als het woord teken gebruikt wordt, ligt de nadruk op het onderwerp,de bedoeling, waarvoor het wonder geschiedde, n.l. om ons iets te leren. Dit woord wordt steeds gebruikt in het Evangelie van Johannes.
Wordt er van wonderen gesproken, dan is de uitwerking de hoofdgedachte, terwijl, als we het derde lezen, hetgeen wijst op kracht, onze aandacht wordt gericht op de oorzaak, waardoor het wonder teweeggebracht werd.

In 3 bijbelplaatsen worden deze woorden gebruikt, zij het in verschillende volgorde.
In Hand. 2 : 22 zegt Petrus van Jezus van Nazareth: "Een man, door God aan u bevestigd door krachten en wonderen en tekenen". Als Paulus aan de Korinthiërs schrijft, herinnert hij hen er aan, dat hij door God Zelf onder hen was bevestigd door tekenen, wonderen en krachten. (2. Kor. 12 : 12). In 2 Thess 2 : 9 zegt hij ons dat de antichrist wonderen zal doen, maar het zullen leugenachtige "geloofsbrieven" zijn: "Wiens komst is naar de werking des Satans, in allerlei krachten en tekenen en wonderen der leugen (letterlijk: bedriegelijke wonderen)".

 

In het Oude-Testament worden de machtige daden van God beschreven door een hele reeks van woorden. Bijvoorbeeld in Deut. 4 : 34 zegt Mozes, hoe God Zich een volk genomen heeft uit het midden van een ander volk, door beproevingen, door tekenen en door wonderen, en door strijd en door een sterke hand en door een uitgestrekte arm, en met grote verschrikkingen. Hier komen tot uitdrukking de begrippen: kracht, beproeving en verschrikking. Deze begrippen veronderstellen twee redenen, waarom God deze grote bewijzen van Zijn macht openbaarde, n.l. om de Israëlieten te beproeven, en, opdat zij mochten leren Hem te vrezen. In Exodus 16 : 4 kunnen we dit lezen in verband met het manna, dat God geven zou, en in Deut. 8 : 2 wordt het gezegd, nadat God het volk 40 jaar in de woestijn geleid heeft.

 

In het Nieuwe-Testament worden wonderen nooit genoemd "grote verschrikking" of iets dergelijks. Zij waren bijna zonder uitzondering (de dood van Ananias en Saffira) wonderen van genade, zodat zij het verschil kenmerkten tussen de twee bedelingen, wet en genade. De laatste woorden van Deuteronomium spreken een zeer duidelijke taal.
Soms was het Gods oogmerk, Zijn volk te bevrijden, en was hun toestand zodanig, dat een bijzonder ingrijpen van Goddelijke macht ten hunnen behoeve voldoende was; een andere maal toonde Hij een nieuwe openbaring van Zijn macht, als een waarschuwing voor zondaars en een oordeel over de zonde.
Sommige van zijn wonderdaden leidden tot grote gevolgen; andere waren alleen maar tekenen van Zijn macht, bijv. bij Mozes en Aäron, aan wie tekenen werden gegeven om hun geloof te versterken en voort te gaan op Gods bevel.
De dauw op het vlies - toen de gehele omtrek droog was, de dauw op de aarde, terwijl het vlies droog bleef - deze handelingen op zich zelf geschiedden niet om iets tot stand te brengen.

Door verschillende evenementen, groot en klein, leerde God Jona, dat Hij recht had Zijn eigen weg te gaan, en recht, om medelijden te betonen aan wie Hij wilde. Er is niets buitengewoons in een storm, of in een knagende worm; maar daar Jona's omstandigheden vlug achter elkaar veranderden door deze schijnbaar gewone dingen, leerde God hem iets van Zijn macht.
God kon de bedoelde les aan Jona leren door eenvoudige gebeurtenissen, zoals ze iedere dag plaats vinden. Hij behoefde niet iets nieuws te werken, maar de grote dingen, die in het leven van Jona plaats vonden, geschiedden door dezelfde God.

 

Wij zien ook dat vele wonderen een typisch en profetisch karakter hebben. Zij geschiedden niet alleen als vertoningen van macht voor hen, die er getuigen van waren, maar waren ook bedoeld als onderwijzing van ons, die ze kunnen lezen. Dit verklaart een van de redenen, waarom God zovele wonderen deed.

In 1 Kor. 10 zegt Paulus: "deze dingen geschiedden ons tot voorbeelden", en "tot waarschuwing van ons, op wie de einden der eeuwen gekomen zijn". De eerste vier die noemt, waren alle wonderbaar van aard, en wij leren er uit, dat de leiding door de wolk, het gaan door de Rode Zee, de gave van het manna en van water uit de steenrots, niet alleen wonderlijke voorzieningen waren voor de behoeften van Gods volk in de oude dag, maar dat ze hun ook gegeven werden om ons geestelijk voedsel te geven.

Laten we het manna als voorbeeld nemen.

 

Het getuigenis van de Heer Zelf staat ons toe met zekerheid vast te stellen, dat de gave van het manna een type was van Zijn eigen komen uit de hemel. "Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is". Aanhangers van het rationalisme hebben getracht het wonder weg te redeneren, en ons te doen geloven dat het manna een gewoon plantaardig product was; maar wie heeft ooit gehoord vóór- of nádien, dat zulk een grote schare van mensen 40 jaar in 't leven werd gehouden op een dergelijke wijze en in een woestijn. Niemand kan verklaren, hoe het manna "uit de hemel nederdaalde"; en niemand kan verklaren, hoe de Heer der heerlijkheid "uit de hemel nederdaalde".

 

De wonderlijke spijziging gedurende de woestijnreis was een passend type van het grote mysterie der vleeswording. Wij weten van beiden iets, maar de woorden van Psalm 78 : 23 kunnen wij wel toepassen voor beiden. "God opende de deuren des hemels" en het regende op hen manna; "God opende de deuren des hemels" en Hij gaf Zijn Zoon.

 

De profeet Maleachi zegt ons, dat Israël nooit geloofd heeft in Gods liefde. Zijn profetie begint met deze klacht: "Ik heb u lief gehad zegt de Here. En dan zegt gij; waarin hebt Gij ons uwe liefde betoond?" (N.V.)

In de Evangeliën lezen we, dat Hij op aarde kwam als een bewijs van Gods liefde. De wonderen, die ons in de Evangeliën worden verteld, waren maar niet slechts vertoning van macht - zij waren openbaring van genade. Zij getuigden van goedheid, vriendelijkheid en medelijden. Zij maakten telkens de mensen gelukkig.

 

De mens had en heeft nog zulke slechte gedachten van God, maar de wonderen doen ons zien, dat Hij de hulpbehoevenden wil helpen, de bedroefden wil troosten, de vreesachtigen wil geruststellen. Slechts één wonder was een oordeel, en dat trof een boom, als waarschuwing voor een volk dat geen vrucht gaf en voor het oordeel dat over hen komen zou. (Mark. 11 : 13, 14; 20, 21.)

In één geval had de macht, die van Hem uitging, tot gevolg, dat Zijn vijanden achterwaarts gingen en ter aarde vielen; maar nooit is iemand benadeeld of geschaad door Zijn wonderen. De apostel Petrus zegt: "Die het land doorgegaan is, goeddoende", om ons te leren, dat het hart van God, vol liefde, altijd verlangt, goed te doen aan arme zondaars.
Bij het eerste wonder komt dit zo schoon tot uiting.
Uit liefde ging Jezus naar een bruiloft en Hij heeft de vreugde doen toenemen, want wijn is in de Bijbel een symbool van vreugde.
Toen de wijn ontbrak, gaf de Heer der heerlijkheid iets beters dan zij eerst hadden. "Dit begin der tekenen deed Jezus te Kana in Galilea, en openbaarde Zijn heerlijkheid".
De glorie van liefde is - vreugde brengen; en het is de glorie van God, het gewone water van ons dagelijks leven te veranderen in kostbaar druivensap. "Hierin is mijn Vader verheerlijkt - dat mijne blijdschap in u zij, en uwe blijdschap volkomen worde". (Joh. 15 : 11.)
Het is zeer belangrijk, dat de verandering van water in wijn het eerste wonder moest zijn. Andere wonderen hebben betrekking op verschillende levensbehoeften; maar God heeft er welbehagen in Zijn kinderen een overvloed van heerlijkheden te schenken.

B.L.