Het grootste deel van de wonderen die in de evangeliën worden vermeld, zijn wonderen van genezing en hebben tot doel ons Góds macht te doen zien om zielen te genezen die ziek zijn door de zonde.
In dit opzicht zijn ze voor ons vol lering.
De verschillende ziekten en zwakheden typeren de gevolgen van de zonde. Zij kwamen menigmaal door allerlei oorzaken, en werden op verschillende wijzen genezen. Het kan nuttig zijn de gevallen bij elkaar te groeperen, opdat we een volledig beeld hebben van het werk van de grote Geneesheer.
Door Zijn eigen woorden weten we, dat het goed is op de typische betekenis van Zijn genezingen te letten. Hij toonde dat het gezegde: "Sta op en wandel", slechts een teken was daarvan, dat Hij ook kon zeggen: "Uw zonden zijn u vergeven". Toen Hij zeide: "Die gezond zijn hebben geen geneesheer nodig, maar die ziek zijn", zinspeelde Hij ook op Zijn omgang met tollenaars en zondaars, en dacht Hij niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, aan lichamelijk zieken.
Het helpen van vele ongelukkigen ging gepaard met verschillende handelingen die zij zelf moesten doen. Wij lezen dat zij op Hem moesten zien, tot Hem moesten komen, naar Hem moesten horen, de gave moesten aannemen. Deze dingen hebben betrekking op het gebruik van voeten, ogen, oren en handen.
De wonderen, waardoor de leden van het lichaam genezen werden, wijzen op geestelijke beletsels betreffende het komen, horen, zien en spreken. In de wonderen, die de Heer deed, hebben wij een beeld van de macht, die Hij had, om de verwoesting, veroorzaakt door de zonde, te herstellen.
De dood stelt ons voor de toestand van allen die dood zijn in zonden en misdaden; melaatsheid - de bezoedeling door de zonde, bederf en walgelijkheid; verlamdheid - de verzwakking; blindheid - onwetendheid; van de duivel bezeten - vijandschap.
Het geval van de vrouw met de geest van krankheid geeft ons een beeld hoe de zonde verkromt, zodat de ogen naar de aarde gericht zijn inplaats van naar de hemel.
Het geval van de vrouw die de zoom van Zijn kleed aanraakte, toont de zonde in haar toename. Zij was erger geworden inplaats van beter, hoewel zij al het hare ten koste had gelegd.
Geen twee gevallen zijn gelijk. Sommigen hebben veel geleden, sommigen minder; sommigen waren een last voor anderen, sommigen een gevaar. Soms was er een zieke die er niet aan dacht genezen te kunnen worden, terwijl ook wel ouders, zusters, patroons of vrienden dringend om hulp riepen.
Soms was er géén verzoek om genezing, maar lezen we alleen dat het de ontferming van de Heer was waardoor de zieke geholpen werd.
Er zijn mannen, vrouwen en kinderen opgewekt of genezen, zelfs heidenen waren niet uitgesloten van deze zegen. Sommige personen waren rijker dan anderen, maar meestal waren het armen. De grootste dankbaarheid werd betoond door een Samaritaan, het grootste geloof door een Romeins hoofdman en een vrouw uit Syro-Fenicië.
De noden waren zeer verschillend, al naar gelang de verschillende delen van het lichaam waren aangedaan. Alle gevallen waren voor Hem, die de mens geschapen heeft, even eenvoudig. Verscheidene keren beval de Heer, voordat Hij het wonder deed, dat de mensen zelf iets moesten doen. Als zij deze eenvoudige handelingen niet zouden gedaan hebben, had Hij het grotere niet gedaan.
Twee van deze bevelen waren zeer gemakkelijk te volbrengen. Bartimeüs werd door de Heer geroepen tot Hem te komen. Slechts één stap! Hoe vurig maakte hij hiervan gebruik, want we lezen dat Hij zijn kleed afwierp.
Tot de man met de verdorde hand zegt de Heer: "Sta op in het midden". De farizeeën waren hier om de Heiland te bespieden. De synagoge was gevuld met vijanden van Jezus, die eens wilden zien of Hij op de sabbat genezen zou. Wij weten niet in hoeverre de man zelf verwachtte of hoopte genezen te worden, misschien kwam hij aarzelend of twijfelend in het midden; maar hoe ook, hij was zeker even verlangend om beter te worden als Bartimeüs. Het maakte niets uit voor de grote Geneesheer.
Het volgend bevel dat deze man kreeg was niet zo gemakkelijk. Hij moest doen, wat tot nog toe voor hem onmogelijk was: "Strek uwe hand uit". Toen hij gehoorzaamde kwam de genezing.
Evenzo werd een onmogelijk op te volgen bevel gegeven aan de verlamde, die door het dak vóór de voeten van de Heer werd geplaatst, en aan de man te Bethesda: "Sta op, neem uw beddeken op, en wandel". Dit was juist wat deze arme bedlegerigen niet konden doen, maar met het bevel kwam de kracht.
Behalve deze twee eenvoudige en schijnbaar onmogelijke bevelen zijn er twee andere gegeven die geheel nutteloos schenen.
In Lukas 17 : 14 werd aan de melaatsen gezegd dat zij zich aan de priesters moesten vertonen. Nog door de melaatsheid besmet konden zij niet tot hen gaan. De priesters konden ze slechts terugsturen naar de plaats der afzondering. Een gereinigde melaatse moest voor de priester verschijnen met twee vogels. Toen zij heengingen werden zij gereinigd.
De andere schijnbaar nutteloze opdracht vinden we in Johannes 9. Aan de blindgeborene werd gezegd, nadat de Heer zijn ogen met slijk besmeerd had: "Ga heen, was u in het badwater Siloam!" Het schijnt vruchteloos voor een man, die blind geboren is, zo iets te doen, maar nadat hij gehoorzaamde was hij genezen.
Al deze bevelen werden gegeven aan mensen die genezing behoefden. De zegen ontvangen zij op de weg der gehoorzaamheid.
Eerst wordt aan de zondaar gezegd wat hij doen moet, dan doet de Heer wat hem onmogelijk was. Het mag iets schijnen wat geen zin heeft of wat onmogelijk is, of eenvoudig; maar, hoe dan ook, de zegen komt als wij doen wat Gods Woord zegt.
B.L.