Overzicht van de geschiedenis van Abraham

II

Beproevingen:

God beproeft het geloof met een doel (1 Petr. 1 : 7 en Jak. 1 : 3).

 

1e beproeving: De Kanaänieten waren in het land (Gen. 12 : 6; 13 : 7), Abraham doorstond deze toets, want:

a. hij omhelsde de belofte (Hebr. 11 : 13 en Hand. 7 :5);

b. hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, waarvan God de bouwmeester en kunstenaar is (Hebr. 11 : 10);

c. hij vertoefde in het land als vreemdeling en bijwoner, gekenmerkt door een
altaar, dat spreekt van aanbidding en priesterschap (Gen. 12 : 8; 13 : 4, 18; 22 : 13). Isaäk volgde hierin zijn vader na (Gen. 26 : 25). Er is voor het eerst sprake van een altaar in Gen. 8 : 20;
tent, die spreekt van vreemdelingschap (Hebr. 11 : 9) (zie ook 1 Petr. 2 : 11).

 

2e beproeving: De hongersnood in Kanaän (Gen. 12 : 10-20). Abraham trachtte deze beproeving te ontgaan, door naar Egypte te vluchten. Zie voor een soortgelijke beproeving: Gen. 26 : 1 (Isaäk); Gen. 42 :5 (Jakob en zijn zonen); Ruth 1 : 1 (Elimelech) en Matth. 4 : 2 (de Heer Jezus).

 

3e beproeving: De twist tussen de herders van Abraham en Lot (Gen. 13). Abraham, aan wie het land beloofd was, vertrouwde op God en gaf de eerste keus aan zijn jongere neef. De Heer beschaamde Abrahams vertrouwen niet. Alle meelopers, die niet dezelfde roeping hebben, zijn slechts hinderpalen.

 

4e beproeving: Het behouden van de buit, na de veldtocht tegen Kedorlaomer (Gen. 14 :21-24).
Abraham doorstond deze beproeving in de kracht van het geloof in Hem, die hij juist had leren kennen als de Allerhoogste (Gen. 14 : 20). Geen mens kon zeggen: Ik heb Abraham rijk gemaakt.

 

5e beproeving: Het uitblijven van het beloofde zaad (Gen. 15 : 3-6). De eerste keer wilde Abraham zijn vertrouwen stellen op Eliézer. Het woord des Heren bracht hem echter tot andere gedachten (Gen. 15 : 6).
Later nam hij toch zijn toevlucht tot menselijke hulpmiddelen (Gen. 16). Dit gebrek aan geduld ten opzichte van Gods beloften heeft Abraham veel verdriet bezorgd.

 

6e beproeving: Zijn verblijf in Gerar (Gen. 20). De leugen van Abraham tegen Abimelech met betrekking tot Sara, had ernstige gevolgen kunnen hebben. Hier faalde Abraham in schijnbaar kleine dingen. God heeft hem echter beschermd.

 

7e beproeving: Het bevel om Isaäk te offeren (Gen. 22). Hierop zal in een volgend artikel uitvoerig worden ingegaan.

 

J.G.F. en H.M.