De studie van natuurwetenschappen leert
ons iets van de
verborgenheden van de stof en de energie. Geluid, licht, warmte,
zwaartekracht
vallen onder deze tak van wetenschap, want zij zijn alle verschillende
vormen
van energie. De wetten die hen regeren, zijn alle door de grote
Wetgever
geordend.
Hij, en Hij alleen begrijpt en kent ze geheel, en wij kunnen er van
verzekerd
zijn dat Hij nauwkeuriger is betreffende het handhaven van deze wetten,
dan de
mannen der wetenschap die beweren, dat er geen wonderen gebeuren.
Wij kunnen ons niet voorstellen de enorme macht, die een natuur- of scheikundige zou hebben, die alle kennis had van de krachten der natuur en van de eigenschappen van elke stof. Hij zou ongehoorde wonderen kunnen verrichten als hij van deze krachten gebruik kon maken.
Maar de God van de Bijbel, - de God der natuur, - de God der wonderen, weet al deze dingen, en als wij daarbij in aanmerking nemen Zijn onbeperkte wijsheid, erkennen we Hem als Degene die elke kracht onvoorwaardelijk aan Hem doet gehoorzaam zijn.
Er is een belangrijke kracht, waar de
natuurwetenschap buiten
staat. Zij is niet te vinden onder de wetten van de natuurkundigen, en
toch is
zij de grootste kracht, die alle andere beheerst. Men heeft haar zelfs
geen naam
gegeven. Het is de kracht van het Goddelijk "staande houden".
"Hij houdt alle dingen staande door Zijn machtwoord" (Psalm 119 vs 90
en 91).
Wie kan de belangrijkheid bepalen van deze kracht, te midden van de natuurwetten? De instandhouding der dingen door een uitdrukkelijk bevel! Niet maar een instandhouden van energie, wat door de wetenschap erkend wordt - de bestendiging van de kracht -, maar een voortdurende persoonlijke controle; "alle dingen bestaan te zamen door Hem" (Kol. 1:17). "Naar uwe ordinantiën blijven zij nog heden staan, want zij alle zijn uwe knechten" (Ps. 119:91).
In een signaalhuis kunnen we zien hoe
van hieruit alles op
een groot spoorwegknooppunt wordt geregeld en bestuurd. We kunnen niet
Gods
signalen zien, of begrijpen hoe het woord van Zijn kracht wordt
overgebracht aan
de krachten der natuur. Wij kunnen niet zien hoe Hij de hefboom in
werking
stelt.
Wij weten alleen dat Zijn wetten Hem gehoorzamen met een nauwkeurigheid
en
stiptheid, die in ieder menselijk stelsel onbekend zijn.
Er is nog nooit 'n fout gemaakt in dit opzicht. Als deze controle - de
kracht
van het staande houden - werd opgeheven, zouden niet alleen vele
botsingen het
gevolg zijn, maar het zou de ondergang betekenen van het heelal. Het is
veel
gemakkelijker voor de God van het heelal een zgn. wonder te volbrengen,
dan voor
een seinwachter om een grote locomotief met een trein op een zijspoor
te laten
rijden.
Rationalisten, die wonderen loochenen, zijn gelijk mensen die niets van een spoorwegsysteem afweten, en denken dat de treinen altijd op hetzelfde spoor moeten blijven en niet van hun normale banen kunnen worden afgevoerd. Zo iets te beweren betekent eenvoudig, dat men niets afweet van het werk in het seinhuisje. De natuurwetten zijn de ordinantiën van God, en op verschillende bijbelplaatsen wordt er naar verwezen:
Jeremia 31 : 35 en 36 |
de ordeningen van de maan en sterren, |
Jeremia 33 : 25 |
de ordeningen van de hemel en de aarde, |
Job 38 : 33 |
de ordeningen des hemels, |
Psalm 148 : 3-6 |
Hij heeft de zon, maan, sterren, hemelen, en wateren een orde gegeven. |
Onder al de
natuurkrachten is die der zwaartekracht de meest
omvangrijke in haar uitwerking. Zij openbaart zich op verschillende
wijzen, en
haar uitwerking beperkt zich niet tot de aarde, maar in verschillend
karakter,
tot de uiterste grenzen van het heelal.
Door haar invloed bewegen zich de voorwerpen en blijven op
één plaats: zij
staan of vallen, en de atmosfeer zelf wordt door haar
beïnvloed. De wetten der
zwaartekracht werden door Galileï vermoed; ontdekt en
afgemeten door Newton en
anderen, maar geen natuurkundige was in staat meer te doen dan de
kracht te
berekenen. Hij kan ze niet tot ontwrichting brengen, noch in
werkelijkheid
volledig verklaren waarom verschillende stoffen meer gewicht hebben dan
andere,
of, meer beïnvloed worden door de zwaartekracht.
Deze kracht, met al haar ingewikkeldheid en ver-rijkende resultaten,
zoals alle
natuurkrachten, is alleen het werk van de Schepper.
Hoeveel ligt er opgesloten in de simpele mededeling; zomer en winter,
die hebt
Gij geformeerd (Ps. 74 : 17).
Zij sluit alle grote krachten in, die de banen der planeten bepalen.
Kepler ontdekte sommige van de wondervolle wetten, die de loop der
aarde
beheersen.
Wij bewonderen het intellect van de man, die een onderdeel van de
geheimen van
het uitspansel kon ontknopen; maar wat zeggen we van de grootheid van
Hem die de
wetten maakte, die aan de zon en elk der planeten de kracht gaf
elkander aan te
trekken en door middel van de zwaartekracht ieder in de aangewezen weg
houdt.
Als wij trachten de bedoeling te verstaan van de wetten van Kepler,
beginnen we
te beseffen hoeveel de uitspraak van de Psalmist en de belofte aan
Noach
werkelijk betekenen.
Voortaan zullen, zolang de aarde bestaat, zaaiing en oogst, koude en
hitte,
zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden.
In Jesaja 40 : 12 lezen we, dat Hij "de bergen woog met een waag en de
heuvelen met een weegschaal," maar Hij gaf hun ook
hun gewicht.
Salomo zegt in een van zijn boeken (niet in de Bijbel): "Gij hebt alles
geordend naar maat, getal en gewicht."
De
veranderingen in de atmosfeer zijn in grote mate van
invloed op deze zwaartekracht. De natuurwetenschap zegt ons: het
verschil tussen
het gewicht van de lucht en de neveldeeltjes, waarvan de wolken gevormd
zijn,
die hun opwaartse beweging veroorzaakt, hebben regen ten gevolge als ze
vloeibaar zijn, door de zwaartekracht der aarde. Als we lezen wat Job
zegt in
hoofdstuk 28 : 24-27 en 37 : 16, berust dit op absoluut
wetenschappelijke
nauwkeurigheid.
Er worden twee treffende wonderen verteld in de bijbel, waarin deze
kracht op
wonderbare wijze buiten werking wordt gesteld door een grotere kracht,
en zij
zijn zeer veelbetekenend om ons te helpen iets te ontdekken van de
wegen,
waarlangs God wonderen doet.
Het eerste is: 2 Kon. 6, waar het ijzer van de geleende bijl, dat op de
bodem
van de Jordaan was gevallen, naar boven kwam door een hout dat in het
water werd
geworpen. Het soortelijk gewicht van ijzer is veel groter dan van
water, daarom
zonk de bijl. Maar ijzer is ook zwaarder dan hout, zodat een nieuwe
kracht moest
worden ingevoerd, waardoor het hout een sterkere aantrekkingskracht
kreeg. Het
werd zo sterk als een magneet en de wet der zwaartekracht was
overwonnen.
Hetzelfde zien we op het meer van Galilea, als de Heer op het water
wandelt en
Petrus tot Hem komt.
In beide gevallen werd de wet van de zwaartekracht te niet gedaan door
een
grotere kracht. Wij kunnen hieruit veel leren, want dit is de weg waar
langs God
handelt, zowel in de geestelijke als in de natuurlijke wereld.
De wet der zwaartekracht wordt niet buiten werking gesteld als de
magneet het
ijzer aantrekt; alleen de grotere kracht van het magnetisme overtreft
haar. Geen
natuuronderzoeker twijfelt aan de werking van de magneet. Hij zegt niet
dat het
onmogelijk is dat ijzer door de lucht zweeft, maar dat het op de aarde
moet
vallen. Hij neemt rustig de magnetische invloed aan. Maar bij deze
wonderen
wordt een Goddelijke kracht ingeschakeld, waarvan de wetenschap niets
weet. De
wet der zwaartekracht kan overwonnen worden door de arm van een klein
kind. De
bal, die volgens natuurwetten op de grond moet vallen, springt op naar
het
plafond, als zij haar zwakke krachten aanwendt.
Kan menselijke onmacht meer bereiken dan Goddelijke almacht? Als God de
kracht
van Zijn arm aanwendt, kan Hij gemakkelijk Zijn eigen wetten opheffen.
B.L.