In Jozua 6
lezen wij het wonderlijke verhaal van het omvallen
van de muren van Jericho. Voor en na deze gebeurtenis zijn er muren
gevallen;
maar hier gebeurde een groot wonder. We kunnen niet zeggen hoe het
plaats vond,
want er was niets waardoor het kon worden verklaard, dan alleen dat het
geschiedde op Gods Woord.
God zei dat het gebeuren zou, en het geschiedde. Het is mogelijk dat
Hij een
aardbeving gebruikte, maar er wordt niets van gezegd.
Na de stille omwandeling gedurende 6 dagen, en de zevende dag met het 7
maal
omtrekken van de stad, waarbij het volk juichte en de priesters op de
ramshoornen geblazen hebben, stortte de muur van de stad ineen.
Alléén de
muur, en bovendien bleef een klein stukje staan, volgens de belofte aan
Rachab
gegeven. Haar huis bleef intact.
Door de zwaartekracht komen dingen te vallen of blijven zij staan. Dit
vallen en
blijven staan geschiedde niet door de bedrevenheid van Jozua, of wie
ook. God
had hun alles voor de 6 dagen en voor de zevende dag voorgeschreven. De
val kon
niet toegeschreven worden aan een samenloop van omstandigheden, want
hij was
voorspeld; het was geen ongeluk, want hij stond onder controle en was
geregeld.
Er zijn
verschillende andere wonderen, die ons Gods macht
doen zien over allerlei dode voorwerpen.
Als Hij Petrus uit de gevangenis wil bevrijden, vallen zijn ketenen af
en gaat
de ijzeren poort vanzelf open.
Op een blik van Hem doet Hij de wielen van de wagens der Egyptenaren
wegglijden.
Het water van de Rode Zee en de Jordaan komt op een hoop te staan, in
plaats van
weg te vloeien, zoals water meestal doet, enz.
Geen van deze wonderen kan verklaard worden. God heeft de krachten die
Hij
gebruikt geheim gehouden; wij zijn geheel bevredigd door ze te geloven,
zonder
dat we ze begrijpen.
Ruimte of
afstand zijn geen verhindering voor God. Hij kan in
een ogenblik dingen of mensen verplaatsen, zoals Hij wil.
De Geest van God kan Elia wegnemen en brengen waarheen Hij wilde; zoals
ook
Filippus werd weggenomen, nadat hij zijn boodschap gebracht had.
Er zijn onverklaarde mysteries - aanduidingen van kracht, die de mensen
zelden
worden bekend gemaakt. Henoch werd weggenomen, Elia voer ten hemel. Wij
weten
niet welke kracht hiertoe werd aan gewend. Wij weten alleen dat God het
deed, en
dat zij voorbeelden zijn van wat God doen zal met al de Zijnen (1
Thess. 4 : 16
en 17). Wat een groot wonder zal dit zijn. Moge het spoedig plaats
vinden.
Natuurkundigen hebben ontdekt dat licht, warmte en geluid veroorzaakt
en
verplaatst worden door haarfijne golf-bewegingen. Zij kunnen de lengte
en de
snelheid van deze golven meten, zij kunnen ons iets vertellen van de
wonderlijke
wetten, waardoor zij geregeerd worden, maar per slot van rekening weten
zij er
zeer weinig van hoe deze golven in de ether oorspronkelijk in beweging
gebracht
worden. Zij mogen onderscheiden licht dat van nevelachtige, gasachtige
of
gesmolten stoffen komt; maar dit stelt hen niet in staat te verklaren
de
werkelijke oorsprong van het licht.
Wij moeten ons wenden tot Gods openbaring voor de juiste verklaring.
Hij verbrak
de stilte van het heelal met Zijn gebiedend woord: "Er zij licht" - en
er was licht. De mens kan geen volledig antwoord geven op Gods vraag
aan Job:
"Waar is de weg naar de woning van het licht?"
Ons vertrouwd zijn met de telkens terugkerende wonderen die ons
omgeven,
beletten ons in grote mate in te zien hoe wonderlijk zij zijn. Als we
met iets
vertrouwd zijn, heeft dit meestal een soort minachting ten gevolge, of
uiteindelijk zelfs onverschilligheid. Als wij deze dingen meer ernstig
zouden
bestuderen, zou ons besef van de macht van God toenemen, en zouden we
er meer op
voorbereid zijn de ongewone gebeurtenissen te geloven, die wij wonderlijk
noemen.
Een wonder is een betrekkelijke emotie en staat in dubbele zin
evenredig aan het
begrip wetenschap.
Door onwetendheid verbaast men zich over sommige dingen, die eenvoudig
zijn voor
de wetenschap; maar, de wetenschap verwondert zich ook over dingen, die
voor de
onkundige eenvoudig zijn.
Een voorwerp dat we zonder bewondering hebben gadegeslagen, wordt zeer
schoon
als we het zien door het microscoop.
Een klein kind verwondert zich niet over de zonsopgang, maar voor de
sterrekundige is het een gebeurtenis die zijn belangstelling opwekt, en
zijn
hoogste intellectuele denken in actie brengt.
Als er meer eerbiedige bewondering was voor de gewone gebeurtenissen,
zou men
minder sceptisch staan tegenover de buitengewone.
Heel wat
wondervolle wetten werden vastgesteld, toen God
zeide tot Noach: "Mijn boog stel ik in de wolken, opdat die tot een
teken
zij van het verbond tussen Mij en de aarde," want veel
wetenschappelijke
beginselen zijn in de regenboog betrokken.
Het licht, dat op Gods bevel ontstond, de wolk die Hij over de aarde
brengt, de
regendruppel, die Hij de bolronde vorm heeft gegeven. De zon moet
schijnen, de
wolk moet breken, de lichttrillingen moeten op de druppels vallen en
zij moeten
alle hun werk doen, n.l. de lichtstralen breken.
De druppels moeten de lichtgolven onderscheppen en de golven van
verschillende
lengten scheiden, zó, dat het witte licht uiteenvalt in de
mooie kleuren. Dan
moeten de lichtgolven hun loop vervolgen, totdat sommige van hen door
de lens
passeren en het netvlies van het menselijk oog treffen, dat door middel
van de
oogzenuw het beeld van de regenboog overbrengt naar de hersenen.
Al deze eigenschappen van het licht en andere oorzaken moeten zich
verenigen om
het mogelijk te maken de boog in de wolken te zien, en alles wijst op
het werk
dat door God zelf wordt bestuurd.
In het boek Ecclesiasticus wordt van de regenboog en van zijn Schepper
gezegd:
"beschouw de regenboog en loof zijn Schepper, want heerlijk is hij in zijn pracht; hij omvademt het hemelgewelf met zijn luister, het is Gods eigen hand, die hem spant."
In
Ezechiël 1 : 28 wordt de aanblik van de regenboog
vergeleken met het voorkomen der verschijning van de heerlijkheid des
Heren.
Openbaring 4 : 3 zegt ons dat rondom de troon van God een regenboog is,
en
Openbaring 10 : 1 spreekt van de regenboog op het hoofd van de sterke
Engel.
B.L.