HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Over Thuis - Gezin - Kinderen - Huwelijk
De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God:
Bijbelstudie 621 - Thuis - Gezin - Kinderen - Huwelijk
Indringende pamfletten: BIJBELS HUWELIJK GEZIN ALGEMEEN)
Door te trouwen ontstaat, of je wilt of niet, het gezin. Het huwelijk
tussen man en vrouw is van Godswege is geboden en het gezin centraal
staat in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn
kinderen. Ieder mens, man en vrouw, is geschapen naar het beeld van
God. Iedereen is een geliefde van onze hemelse Vader, en als zodanig
heeft iedereen een goddelijke aard en bestemming.
Het eerste dat God aan Adam en Eva gaf, had betrekking op hun vermogen
om als man en vrouw kinderen te krijgen. Plechtig moeten we toegeven
dat Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de
aarde te vervullen van kracht blijft. Bewondering voor de manier waarop
het sterfelijke leven tot stand komt, door God voorgeschreven. Erken de
heiligheid van het leven en het belang ervan in Gods eeuwige plan.
Man en vrouw hebben de plechtige taak om van elkaar en van hun kinderen
te houden, en voor elkaar en hun kinderen te zorgen. 'Kinderen zijn een
erfdeel des Heren' (Psalm 127:3). Ouders hebben de heilige plicht om
hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden, te voorzien in
hun stoffelijke en geestelijke behoeften, ze te leren dat ze elkaar
moeten liefhebben en helpen, de geboden van God moeten naleven en
gezagsgetrouwe burgers behoren te zijn, waar ze zich ook mogen
bevinden. De echtgenoten - de moeders en vaders - zullen door God
verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van deze
verplichtingen.
Het gezin is door God ingesteld. Het huwelijk van man en vrouw is van
essentieel belang in zijn eeuwige plan. Kinderen hebben er recht op om
binnen het huwelijk geboren te worden, en te worden opgevoed door een
vader en een moeder die de huwelijksbelofte met volledige trouw
beleven. De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de
leringen van de Jezus Christus eraan ten grondslag liggen. Een geslaagd
huwelijk en een hecht gezin worden gegrondvest op en in stand gehouden
met de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect,
liefde, mededogen, werk en gezonde ontspanning. Volgens het goddelijke
plan behoort de vader zijn gezin met liefde en in rechtschapenheid te
dienen. Hij heeft tot taak te voorzien in de behoeften en de
bescherming van zijn gezin. De taak van de moeder is op de eerste
plaats de zorg voor de kinderen. Vader en moeder hebben de plicht om
elkaar als gelijkwaardige partners met deze heilige taken te helpen.
Invaliditeit, overlijden of andere omstandigheden kunnen individuele
aanpassingen noodzakelijk maken. Andere familieleden behoren zonodig
steun te verlenen.
Een waarschuwing is hier op z’n plaats tegen degenen die het
verbond van huwelijkstrouw schenden, hun partner of kinderen
misbruiken, of hun taken in het gezin niet nakomen, dat zij op een dag
aan God rekenschap moeten afleggen. Verder een waarschuwening dat het
verval van het gezin de rampen voor personen, gemeenschappen en volken
tot gevolg zal hebben die de profeten van vroeger en nu voorzegd hebben.
Daarom een beroep op burgers en overheidsdienaren met
verantwoordelijkheidsbesef overal ter wereld om maatregelen te
bevorderen die erop gericht zijn het gezin als fundamentele eenheid van
de maatschappij te handhaven en te versterken. Het gezin is en blijft
de hoeksteen van de maatschappij.
Het gezin is een groot oefenterrein voor het leven. Omdat dat zo is
moeten ouders vormen. Wij hebben behoefte aan gezinnen die hun huizen
openen en andere gezinnen, vooral éénoudergezinnen, bij
hun leven betrekken (Filippenzen 2:15; Hebreeën 13:2). Gemeenten
dienen gezinsvriendelijker te worden en gezinnen terzijde te staan- Het
gezin heeft niet afgedaan. Het heeft de toekomst. De kans een
gezinsleven tot stand te brengen waaruit sterke en gezonde
persoonlijkheden voortkomen, is groter dan ooit. De beslissende vraag
is of wij die kans benutten.
EXTRA INFORMATE OVER LIEFDE en HUWELIJK
Het Huwelijk in de Bijbel
Tot aan de negentiende eeuw was er nooit sprake van gelijke rechten van
mannen en vrouwen. Ook het huwelijk was een gezagsrelatie van de man
over de vrouw. Bij de Joden hoorde de vrouw in de praktijk min of meer
bij het eigendom van de man; zo lijkt het erop dat ze in (Ex. 20:17)
bij dienstknecht, slavin, os en ezel als bezitting wordt gerekend. Maar
nergens wordt ze op één lijn gesteld met de slavin. Dat
de vrouw een nederige plaats had, was hoofdzakelijk een gevolg van de
gewoonte om meer vrouwen te hebben, de polygamie. Bij de Joden gebeurde
dit met name vanuit een verlangen naar een groot aantal kinderen.
Natuurlijk konden alleen de rijken zich meer dan een vrouw permitteren.
Bigamie, een huwelijk met twee vrouwen, was niet zeldzaam (Deut. 21:15;
1 Sam. 1:2). Volgens Richt. 8:30; 2 Sam. 5:13; 1 Kon. 11:3 hadden
richters en koningen, vaak om politieke redenen, verscheidene vrouwen.
De wet verbood dit gebruik niet, maar zij beperkte het (Deut. 17:17).
Daarnaast kende de wet een onderscheid tussen vrouwen en bijvrouwen
(Richt. 19:1; 2 Sam. 3:7). De man koos in de regel een bijvrouw uit de
slavinnen of krijgsgevangenen, wanneer zijn eigen vrouw onvruchtbaar
was; het gebeurde soms met haar toestemming en op haar verzoek: zij kon
dan de kinderen van de bijvrouw als de hare aannemen (Gen. 16:1vv;
30:1vv). Een meisje dat door haar vader uit armoede verkocht was, kon
eisen dat zij de bijvrouw werd van haar heer of diens zoon (Ex.
21:7vv). Een krijgsgevangen vrouw die door iemand als bijvrouw begeerd
werd, had volgens de wet aanspraak op een zachte behandeling (Deut.
21:10 vv). Zo’n vrouw moest worden vrijgelaten, als haar meester
zich van haar wilde ontdoen.
De overleveringen van Israël en die van veel andere volken
veronderstellen dat monogamie (het huwelijk met één
vrouw) de oorspronkelijke en door God gewilde toestand was. De
Israëliet erkende dat ook de vrouw was geschapen naar het beeld
van God. Zij was aan de man ondergeschikt, maar als zijn hulp en
levenspartner (Gen. 3:16; 18:12; 2:18). Hetzelfde woord hulp wordt ook
voor de HEERE God gebruikt en duidt dus niet op minderwaardigheid
(bijv. Ps. 121).
Het huwelijk was een heilig, door God gesloten verbond (Spr. 2:17).
Deze opvatting was een protest tegen alle polygamie en leidde tot een
ideale opvatting over het huwelijk. In Deut. 5:21 wordt de vrouw dan
ook niet tot het eigendom of bezit van de man gerekend. De eerste man
die twee vrouwen huwde, was een nakomeling van Kaïn, Lamech (Gen.
4:19). Monogamie (het huwelijk met één vrouw) was regel
(Ps. 128; Spr. 12:4; 19:14; 31:10vv). De profeten stellen zelfs de
verhouding tussen de HEERE en Israël voor met het beeld van een
huwelijk (uitgezonderd Ezech. 23).
Toen de latere Joden zich letterlijk en krampachtig aan de wet gingen
houden, ging de diepere opvatting over het huwelijk verloren. De
polygamie nam weer toe. Ook al bleef het huwelijk met één
vrouw regel, Josefus stelt dat het in zijn tijd gebruik was om meer dan
één vrouw te hebben. De meest verheven opvatting over het
huwelijk danken wij aan de Zaligmaker en zijn apostelen.
Verboden Huwelijken. De wet bevat strenge bepalingen ten aanzien van
huwelijken met bepaalde personen. Bij andere volken, zoals
Kanaänieten, Egyptenaren (Lev. 18:3,24) en Grieken, waren
huwelijken tussen bloedverwanten niet zeldzaam. Maar ook Abraham was
gehuwd met zijn halfzuster Sara (Gen. 20:12), Jakob met de zusters Lea
en Rachel, en Mozes was geboren uit het huwelijk van Amram met zijn
tante Jochebed (vgl. Ex. 6:19); (Num.26:59)met Lev. 18:12). Maar later
waren huwelijken tussen bepaalde personen in Israël streng
verboden. De wet bevat hierover bepalingen die scherper zijn dan bij
enig ander volk (Lev. 18:20).
De doodstraf door steniging stond op het huwelijk en op sexueel contact
met de moeder of stiefmoeder, met de dochter of kleindochter, met de
verstoten of weduwe geworden schoondochter, met de vrouw en haar
dochter of kleindochter. In het laatste geval werden de drie lijken
verbrand. Het huwelijk of sexueel contact met een zuster, stiefzuster
of tante werd bestraft met uitroeiing, dat met de weduwe of de
verstoten vrouw van een oom of broer van vaderszijde met
onvruchtbaarheid. Ook het huwelijk met twee zusters was verboden, maar
niet dat tussen een oom en een nicht of dat met de weduwe van de neef
of oom van moederszijde of met de zuster van de overleden vrouw. Een
huwelijk van kinderen van broers en zusters was geoorloofd (Gen. 29:19).
Ook verbood de wet huwelijken met Kanaänieten, om de verleiding
tot afgoderij tegen te gaan (Ex. 34:16 ; Deut.7). Maar dit verbod werd
vaak overtreden (Richt. 3:6; 2 Sam. 11:3; 1 Kon. 11:1vv; 16:31).
Overigens was het Israëlitische mannen wel toegestaan om met
buitenlandse vrouwen te huwen; de koningen deden dit om staatkundige
redenen. Israëlietische vrouwen mochten zowel trouwen in het
buitenland als met in Palestina wonende vreemdelingen (vgl. b.v. Ruth
1:4; 2 Sam. 3:3; 1 Kon. 14:21); 1 Kon. 7:14; 1 Kron. 2:34v). Onder
invloed van Ezra en Nehemia werden huwelijken met buitenlandse vrouwen
verboden (Ezra 9:2vv; 10:3); Neh. 13:23vv).
Tegen huwelijken van weduwen en weduwnaars bestond geen bezwaar. Alleen
de hogepriester mocht niet trouwen met een weduwe (Lev. 21:14).
Ezechiël wil dit verbod uitstrekken tot alle priesters en een
uitzondering maken voor de weduwen van priesters (Ez. 44:22); volgens
deze bepaling was een huwelijk met een vrouw die al aan een andere man
toebehoord had, minder eervol.
In dit opzicht waren Grieken en Romeinen veel stenger. Weduwen die niet
hertrouwden waren zeer geacht. Vrouwen die wel hertrouwd waren, waren
uitgesloten van bepaalde godsdienstige gebruiken. Dit had invloed op de
eerste christelijke gemeente. Niet alleen was de polygamie verboden,
maar ook een tweede huwelijk sloot iemand van het opzienersambt uit (1
Tim. 3:2); (Tit. 1:6). En alleen weduwen die maar eenmaal gehuwd
geweest waren, konden tot een kerkelijke werkzaamheid, bijv. diakones,
worden gekozen. Maar deze regels zijn niet alleen een doorwerking van
de Romeinse opvattingen. Veel meer zijn ze de toepassing van de
christelijke idee dat een kuis, ongehuwd leven en een kuis leven als
weduwe kenmerken zijn van hemelsgezindheid (vgl. Matt. 19:12); Luc.
2:36v; 1 Kor. 7:8)..
Slechts in één geval was de Israëliet tot het
aangaan van een huwelijk verplicht: wanneer twee broers (zoons van
dezelfde ouders) bj elkaar woonden en er één stierf
zonder kinderen na te laten. In dat geval moest de overgebleven broer
de weduwe trouwen. Het eerstgeboren kind uit dit huwelijk moest worden
ingeschreven op naam van de overleden broer, opdat die naam niet
verloren zou gaan in Israël (Deut. 25:5-10); (Ruth 4:7vv). We
vinden dit gebruik al in Gen. 38:8vv , maar ook bij de Moabieten (Ruth
1) en andere volken. Het heet leviraats- of zwagershuwelijk, en is niet
alleen de voortplanting van naam en nakomelingschap, maar vooral het
behoud van het familie-erfgoed, dat de zwager als het zijne moest
verzorgen.
Wanneer deze zwager zich aan het huwelijk wilde onttrekken, mocht de
weduwe de oudsten van de stad als getuigen nemen; bleef hij in zijn
weigering volharden en werd deze ongegrond verklaard, dan moest de
schoonzuster hem in aanwezigheid van de oudsten de schoen uittrekken.
Met de schoen op iets staan is namelijk symbool van het in bezit nemen,
het uittrekken van de schoen van het afstand doen (Ruth 4:7); (Ps.
60:10). Ook moest de schoonzuster spugen, in het gezicht van de zwager
of voor hem op de grond: een teken van openbare verachting (Num.
12:14). Met deze symbolische daad zette zij haar zwager "in zijn hemd"
en verklaarde hem ongeschikt voor de plaats die hij innam tegenover
haar en zijn gestorven broer. Omgekeerd mocht de weduwe zich niet zelf
aan een andere man verbinden, zolang de mogelijkheid bestond dat de
zwager zijn verplichting zou vervullen (Ruth 3:9-12). Omdat de
hogepriester niet met een weduwe mocht trouwen (zie boven), was de
bepaling van het leviraatshuwelijk niet op hem van toepassing.
Bij de Joden en andere volken (Assyriërs, Babyloniërs,
Grieken, Arabieren) betaalde men aan de ouders of broers van de bruid
een soort koopprijs. Deze prijs werd in overleg bepaald (Gen. 34:12) en
was afhankelijk van de stand en rang van de verloofden (1 Sam.
18:22vv); (Ex. 22:16v): in deze teksten is geen sprake van een geschenk
aan de bruid, maar van betaling van de koopprijs aan de vader). Het
normale bedrag was waarschijnlijk 50 zilveren sikkels (Deut. 22:28v).
Ook kon de koopprijs meer het karakter hebben van een geschenk aan de
nabestaanden van de bruid, dat de band tussen de families moest
bevestigen (Gen. 24:53). Dit sluit aan bij het feit dat ook andere
overeenkomsten door uitwisseling van geschenken bekrachtigd werden. In
plaats van geld kon men ook iets anders geven (Gen. 29:15-30); (Joz.
15:16vv; 1 Sam. 18:25). Maar soms werd het meisje ook zonder enige
vergoeding ten huwelijk gegeven.
Een verloving was het werk van de ouders, vooral van de vader. Zij
kozen een bruid voor hun zoon en vroegen haar ten huwelijk (Gen. 24;
34:4vv) (Ge 34); (Richt. 14:2). Behalve de toestemming van de ouders
was ook die van de broers vereist, met name die van de eerstgeborene,
omdat zij hun zusters moesten beschermen tegen polygamie (vgl. Gen.
24:50; 34:13). Over een toestemming van de bruid lezen wij niets; vaak
hadden bruidegom en bruid elkaar voor de verloving en het huwelijk niet
eens gezien. Bij de verloving ontvingen de bruid en haar familie
cadeaus (Gen. 24:53; 34:12); rijke ouders gaven haar bij haar huwelijk
een slavin (Gen. 29:24,29) of een stuk land (Joz. 15:18v; vgl. 1 Kon.
9:16). Over een schriftelijk huwelijkscontract lezen wij pas in Tob.
7:16.
De trouwring was al bij de aartsvaders een symbool van de verloving
(Gen. 38:18). De relatie tussen bruid en bruidegom bepaalde de duur van
de verlovingstijd (Gen. 24:55); (Richt. 14:8). Tien of twaalf maanden
werd de reinheid van de bruid op de proef gesteld. Het latere Joodse
recht stond meisjes een jaar en weduwen 30 dagen verloving toe.
Opvallend is dat een verloofde in alles als een gehuwde beschouwd werd
(vgl. Matt. 1:18-25).
Het verbreken van een verloving werd ook als echtbreuk bestraft.
Wanneer een verloofde vrouw verleid werd, dan werden zij en de
verleider gestenigd; werd het meisje verkracht, dan was zij onschuldig
en werd alleen de verleider gestenigd (Deut. 22:22vv).
Vóór de wet kwam, werd zo iemand ook wel verbrand (Gen.
38:24). Het verleiden van een slavin die voor een man bestemd was, maar
nog niet was vrijgelaten, viel nog onder de termen van schending van
eigendom: het werd bestraft met een boete en moest verzoend worden met
een schuldoffer (Lev. 19:20vv).
Voor het huwelijk mocht de bruid de bruidegom niet anders dan gesluierd
naderen (Gen. 24:65). De sluier was een teken van gehuwden en
verloofden, en werd niet gedragen door weduwen, omdat zij zich tijdens
hun rouwtijd niet in het openbaar mochten vertonen (Gen. 38:14,19).
Over de leeftijd waarop men mocht trouwen bepaalt de wet niets.
Izaäk en Esau huwden op hun 40e jaar (Gen. 25:20; 26:34), Nahor op
zijn 29e (Gen. 11:24). Maar in het algemeen hadden huwelijken
waarschijnlijk veel vroeger plaats. In later tijd was de gemiddelde
leeftijd voor de man 18 jaar en mocht hij niet huwen voor zijn 13e, het
meisje niet voor haar 12e.
Zonder intacte gezinnen een toekomstloze samenleving
Wie met de Bijbel vertrouwd zijn weten het al langer: het gezin is
vanuit christelijk oogpunt een thema van de hoogste orde. Het gezin is
geenszins een 'verouderd model'. Daarbij zijn gezinnen in economisch
opzicht meer in de verdrukking gekomen dan ooit. Wilhelm Faix, docent
aan de theologische hogeschool te Adelshofen (Eppingen bij Heilbronn),
zet uiteen waarom vooral kerken en gemeenten zich voor het gezin
behoren in te zetten. Wanneer de Bijbel het over het gezin heeft, heeft
hij niet alleen vader, moeder en kind op het oog, zoals wij het van het
moderne kleine gezin gewend zijn. Hij bedoelt daarmee alle leden van
een familie: ouders, kinderen, grootouders, ongehuwden. Hieronder vijf
redenen waarom voor de Bijbel het gezin zo belangrijk is.
De Bijbel over kinderen
Het gebod "Gij zult heilig zijn, want Ik ben heilig" (Lev. 19:2; 20:26;
21:8) bepaalde de verhouding van de Israëliet tot God en tot de
mensen. Van het heidense gebruik om zwakke of gebrekkige kinderen te
vondeling te leggen of te doden, vinden wij dan ook in het Oude
Testament geen spoor. Ook het zwakste kind kon een dienaar van God
worden en zo aan zijn bestemming beantwoorden. Kinderen, en vooral veel
kinderen, waren een kostbare gave van God (Ps. 127:3-5; 128:3);
onvruchtbaarheid was de zwaarste ramp voor een vrouw. Om het
voortbestaan van een familie te verzekeren, werd het leviraats- of
zwagershuwelijk ingesteld (zie artikel Huwelijk). Van adoptie vinden
wij daarentegen in het Oude Testament geen spoor, ook niet in Gen.
48:22 waar Jakob aan zijn kleinzoons Efraïm en Manasse alleen de
erfrechten toekent van zijn zoon Jozef. De Israëliet verlangde
voor opname in de familie een andere grondslag dan de formele
juridische handeling van de adoptie. Aan veel kinderen was voor de
Israëliet alles gelegen. In de plaats van de gedachte aan straf of
beloning na de dood stond het vooruitzicht dat de daden van de ouders
vergolden zouden worden aan de kinderen (Ex. 20:5vv). Jeremia (31:29)
en Ezechiël (18 en 33) handhaafden deze gedachte tegenover een
opvatting die het besef van persoonlijke verantwoordelijkheid verzwakte.
Het hele Oude Testament is een pedagogische instelling; het ambt van
profeet is een bij uitstek pedagogisch beroep. Dit leidt ertoe dat de
afzonderlijke pedagogische voorschriften bekend verondersteld worden en
slechts terloops genoemd. Zo lezen wij (Ez. 16:4) dat de pasgeborene
werd gewassen, met zout gewreven en in windsels gewonden.
In de regel zoogde de moeder zelf het kind twee jaar of zelfs langer;
van voedsters of minnen is slechts bij uitzondering sprake (Gen. 24:59;
35:8). Jongens werden op de achtste dag besneden (Gen. 17:12). Met de
besnijdenis wordt in Luc. 1:59; 2:21 de naamgeving verbonden. De naam
werd vaak ontleend aan een bijzondere situatie voor of bij de geboorte,
aan bijzondere lichaamskenmerken, of aan wensen waarvan men de
vervulling verwachtte (Gen. 25:25; 29:32; 35:18). Vaak was een naam ook
de vrome uitdrukking van dank aan God (Gen. 30:6; 41:51; 1 Sam. 1:20)
of een aanbeveling van het kind in de bescherming van God (vgl. het
artikel Naam). Was de jonggeborene een zoon dan moest de moeder op de
40e, een dochter dan moest zij op de 80e dag (Lev. 12:2vv) in de tempel
een reinigingsoffer brengen. Een eerstgeboren zoon, die eigenlijk aan
God toebehoorde, moest in de tempel aan Hem worden aangeboden en
losgekocht (Num. 18:15). Het spenen (einde van het zogen) werd als een
familiefeest gevierd (Gen. 21:8) en in sommige omstandigheden ook met
een offer (1 Sam. 1:24).
De zorg voor de eerste opvoeding van meisjes en jongens (Spr. 6:20;
31:1) lag bij de moeder. Haar liefde wordt geprezen in Jes. 49:15. Het
kind werd onderwezen in de wet door de vader (Ex. 12:24vv; 13:8);
(Deut. 4:9; 6:7, 20vv). Voorname gezinnen hadden soms een eigen
pedagoog (Statenvert. voedsterheer), en aan het hof waren soms profeten
de opvoeders (Num. 11:12; 2 Kon. 10:1,5; 2 Sam. 12:25). Ook moest de
jeugd liederen leren, waarin gedenkwaardige gebeurtenissen uit het
verleden bezongen werden (2 Sam. 1:17-18).
De grondbeginselen van de opvoeding vinden wij het volledigst in het
boek Spreuken. De hoofdgedachte was: de vreze des HEEREN is het
beginsel van alle wijsheid (Spr. 1:7; 9:10); (Ps. 111:10). Omdat de
ouders de vertegenwoordigers zijn van het goddelijk gezag, volgt het
vijfde gebod ("eer vader en moeder") direct op de geboden die
betrekking hebben op God (Ex. 20:12). Zo blijkt dat men zich ook aan de
ouderlijke tucht moest onderwerpen (Spr. 1:8-9; 13:1; 15:5).
Dat het volk met de Schriften bekend was en dat de jeugd daarin
onderwezen werd, bewijzen de voorbeelden van de herder Amos, de profeet
Micha, de man van het platteland e. a. (Jes. 8:1).
Na de ballingschap werd de Schrift nog sterker het richtsnoer van
Israëls godsdienstig en maatschappelijk leven. Er ontstond een
klasse van geleerden, die de Schriften verzamelden, bewaarden en
verklaarden. Hoe meer deze geleerden zich buiten en boven het volk
plaatsten, des te minder invloed hadden zij op het onderwijs aan de
jeugd. Misschien namen de leiders van de synagogen deze taak op zich.
Volgens de rabbijnen bestond er vóór Christus’
geboorte geen geregeld onderwijs, en wanneer de synagoge ontstond is
nog altijd onzeker.
Jezus Christus was een goddelijke Opvoeder, vriendelijk jegens groot en
klein (Matt. 18:5; 19:14); (Marc. 10:14). Maar concrete voorschriften
over opvoeding en onderwijs geeft het Nieuwe Testament amper. Het
voornaamste vinden wij Ef. 6:1-4 en (Kol. 3:20-21.
Kinderen hebben ouders nodig (Deuteronomium 1:31; 2 Corinthe 12:14b, 15).
God heeft de mens als maatschappelijk wezen geschapen. Een kind moet
niet slechts leren lopen en spreken, maar het moet ook worden
bijgebracht hoe het zich tegenover de buitenwereld heeft te gedragen,
waartoe ook het nodige waarnemings- en invoelingsvermogen dient te
worden ontwikkeld. De kinderen kijken het leven van hun ouders af. Hun
voorbeeld drukt een stempel op heel hun leven.
Kinderen hebben een thuis nodig (Efeze 3:14,15; 1 Samuël 1,2; 1 Timotheüs 3:4).
God heeft het gezin als kiemcel van het maatschappelijk leven
geschapen. God wil vaders en moeders die een blij, vrij en gezellig
milieu schegpen waarin kinderen zich prettig voelen en tevreden
opgroeien. In het gezin vinden kinderen bescherming en geborgenheid,
ontvangen zij liefde en leren zij grenzen kennen. Het gezin is
onvervangbaar.
Kinderen hebben opvoeding nodig (Deuteronomium 8:5; Efeze 6: 1-4; Kolossenzen 3:20,21).
De tijd van anti-autoritaire opvoeding is voorbij. Vaders en moeders
moeten weer Ieren autoriteit, gezagsdragers, te zijn. Een kind heeft
ouders nodig, zoekt en wil ouders die gezag uitstralen. Veel ouders
verwarren gezag met macht, strengheid of straf (tucht). Maar alleen
daar waar gezag positief wordt uitgeoefend, leert het kind
gehoorzaamheid, orde en het accepteren van grenzen.
Kinderen hebben nodig waarden te
leren kennen (Exodus 13:14; Deuteronomium 5:16; Psalm 78:5-8; Jesaja
38:19; 1 Tessalonicenzen 2:11,12).
Het gezin is de plaats bij uitstek waar waarden kunnen worden
bijgebracht. Wel moeten ouders weten dat waarden niet in eerste
instantie door woorden, maar door het leven worden bijgebracht. Daarom
spreekt de Bijbel van de levenswandel (vgl. Efeze 4:17 e.v.;
Kolossenzen 2:6 e.a.) als een noodzakelijke voorwaarde om waarden als
de tien geboden (God eren, de naaste liefhebben, niet stelen, niet
liegen, trouw zijn, niet kwaadspreken enz.) in de harten der kinderen
te verankeren. Dat geldt ook voor geloofswaarden als: liefde voor Gods
Woord, gebed, leven uit geloof, God dienen, getuige van Christus zijn
e.a. (Jozua 24:15).
Kinderen verhogen de kwaliteit van het leven (Psalm 147:13; Spreuken 17:6; Ruth 4:13-17).
Tegen de bewering dat kinderen de kwaliteit van het leven verminderen
dienen christenen met beslistheid stelling te nemen. De boodschap van
de Bijbel luidt: kinderen zijn een geschenk en zegen van God. Waar
echter de zegen van God is, daar is verhoging van de levenskwaliteit.
Weliswaar is er geen leven zonder offers, inzet en beperking.
Manieren om de gezinsband te versterken
Tijd nemen voor uw kinderen is het grootste cadeau dat u hen kunt
geven. Een kind heeft ouders harder nodig dan dingen die met geld te
koop zijn.
Er zijn als het nodig is en er voorzorgen dat je er voor je kinderen bent.
Kinderen maken van alles mee; als ze vrolijk of verdrietig zijn, moeten
ze zich kunnen uiten. Toon belangstelling en help hen de ervaring te
verwerken. Zorg dat u er bent of ze nu 6 of 16 zijn.
Wees een vriend
Neem de tijd om een echte vriend te zijn voor je kinderen. Luister naar
hen. Luister echt! Praat met ze, lach met ze en maak grapjes. Speel met
ze, huil met ze en prijs ze oprecht. Neem geregeld tijd om met
één kind apart iets te doen.
Lees je kinderen voor, ook als ze zelf al kunnen lezen
Begin je peuter al vroeg voor te lezen. Stop niet met voorlezen als ze
eenmaal zelf het lezen machtig zijn. Het voorlezen maakt in het kind
een liefde voor goede boeken wakker.
Bid met je kinderen
Neem de tijd om samen met je kinderen te bidden. Je kind ontwikkelt zo
een gevoel van dankbaarheid voor de Schepper en de onzichtbare bron van
hulp en troost. Leer je kinderen ook zelf te bidden.
Houd wekelijks gezinsavond
Laat de hele familie
één avond in de week reserveren om allemaal thuis te
zijn. Doe samen met het hele gezin iets leuks, praat met elkaar en
onderwijs blijvende waarden en normen.
Probeer zo veel mogelijk met elkaar aan tafel te eten
Dit vergt enige organisatie als je kinderen opgroeien en hun leven
drukker wordt. Maar het is prettig om tijdens het eten ervaringen van
de dag uit te wisselen, plannen te maken en belangstelling voor elkaar
te tonen.
Bestudeer gezamenlijk God’s Woord
Het is belangrijk om jezelf zowel persoonlijk als met je kinderen, dagelijks te verdiepen in de Bijbel.
Doe dingen samen als dat kan
De meeste van ons zullen zich uit hun eigen jeugd de momenten dat we
als gezin ergens heen gingen of dingen samen deden beter herinneren dan
de kleren die we droegen of het speelgoed dat we hadden. Door dingen
samen te doen geeft je elkaar het gevoel belangrijk te zijn. Je kunt
van alles samen doen. Ga knutselen, koken, vissen of sporten.
Onderwijs je kinderen door een goed voorbeeld te zijn
Je bent de beste leraar van je kind. Leer hen door je woord en
voorbeeld dat eerlijk zijn de moeite waard is. Leer hen respect te
hebben voor mensen en dingen. Leer hen de voldoening van werken en het
belang van een goede opleiding. Bespreek openlijk de gevaren van drugs
en de voordelen van een zedelijk verantwoord leven.
Laat je kinderen weten dat je écht van ze houdt
Een kind opvoeden betekent in de eerste plaats het kind als kind
aanvaarden en het liefde geven Uw tieners hebben liefde en aandacht net
zo hard nodig als peuters en kleuters. Zij zijn niet gebaat bij
overdreven toegeeflijkheid. Neem de tijd voor je kind; wees geduldig en
consequent. Zo geeft je hen op elke leeftijd het houvast wat zij nodig
hebben
Een sterk gezin (lees ook eens: Actief zijn
Wat is het kenmerk van sterke gezinnen en waarin schuilt hun kracht?
Ieder gezin kent zijn eigen moeilijkheden. Gezinsleden werken echter
met elkaar samen om oplossingen te vinden en verspillen geen energie
aan kritiek en ruzie. Men bidt voor elkaar, praat met elkaar en
bemoedigt elkaar.
Geen enkel bedrijf kan succes boeken zonder planning of visie op de
toekomst. Het gezin verdient een zelfde soort aandacht. Daarom is het
goed dat de gezinsleden regelmatig bij elkaar komen in een soort
familieraad. Iedereen kan aangeven waarover hij/zij wil praten (van
afwasbeurt tot zakgeld, verhuizing of vakantie). Zo kun je als gezin
plannen maken en beslissingen nemen die iedereen aangaan. Tegelijk
leren kinderen hoe besluiten kunnen worden genomen en wat hun eigen
verantwoordelijkheid daarin is.
Een hechte familieband draagt ertoe bij dat de gezinsleden weerbaar
worden tegen allerlei negatieve invloeden. Dat vraagt veel tijd. De
leden van een kerk wordt daarom regelmatig aangeraden veel tijd en
aandacht aan hun gezin te besteden. Zo ontwikkelen relaties in het
gezin zich tot hechte vriendschappen. Kerkleden krijgen het advies om
minstens één avond in de week voor gezinsactiviteiten
vrij te houden. Dit noemen we de gezinsavond.
Samen geloven
Het gezin is de belangrijkste organisatie op aarde en in de eeuwigheid.
God heeft het gezin ingesteld om zijn kinderen gelukkig te maken, om ze
in de gelegenheid te stellen om in een liefdevolle omgeving juiste
waarden en normen te leren en hen voor te bereiden op het eeuwige leven.
De Heer heeft ouders een uitermate belangrijke taak gegeven die zij,
zoals Hij weet, uitstekend kunnen volbrengen. Zij moeten hun kinderen
met liefde en geduld begeleiden en noch van hen, noch van zichzelf
volmaaktheid verwachten. Eveneens moeten zij hun kinderen leren te
bidden en oprecht voor de Here te wandelen.
Schriftstudie
Het is een goede gewoonte van gezinnen om iedere dag samen het Woord van God te bestuderen, de Bijbel.
Het werkt het beste als dit iedere dag op een gezette tijd wordt gedaan en ieder gezinslid dat kan lezen aan de beurt komt.
Persoonlijk en gezinsgebed
Onze Hemelse Vader heeft ons lief en wil graag dat wij door middel van
het gebed met Hem spreken om Hem te bedanken voor onze zegeningen en te
vragen om zijn hulp en leiding. Hij zal ons helpen wanneer wij Hem erom
vragen. Bij ons bidden kunnen de volgende vier richtlijnen behulpzaam
zijn:
· Wij beginnen ons gebed door onze Vader in de hemel aan te spreken: "Hemelse Vader,…"
· Wij danken Hem voor alles wat Hij ons geeft:"Wij danken u…"
· Wij vragen Hem om wat wij nodig hebben: "Wij bidden u…."
· Wij sluiten ons gebed in de naam van de Heiland:"In de naam van Jezus Christus, amen".
Leden van de kerk bidden zowel persoonlijk als met hun gezin meerdere
malen per dag tot God. Ouders leren hun kinderen ook om God voor hun
voedsel te danken en Hem te vragen het te zegenen voordat zij aan de
maaltijd beginnen. Alle gezinsleden, met inbegrip van de jonge
kinderen, kunnen een beurt krijgen om God te vragen het eten te
zegenen. Zo leren wij onze Hemelse Vader te bedanken voor onze
zegeningen. Het gebed kan geknield, zittend of staand opgezonden worden
met bijvoorbeeld gebogen hoofd en gesloten ogen.
Gezinsactiviteiten
De leden van een kerk wordt aangeraden minstens één avond
in de week te reserveren voor hun gezin. Deze zgn. gezinsavond kent
veel verschillende vormen. Iedere activiteit die de gezinsleden
verenigt, de onderlinge liefde versterkt, hen dichter bij Hun Hemelse
Vader brengt en hen stimuleert om rechtvaardig te leven kan een
gezinsavond zijn. Op een avond dat iedereen thuis is, heb je de
gelegenheid om bepaalde waarden te onderwijzen; het is de moeite waard
om uw kinderen blijvende waarden bij te brengen zoals:
rechtschapenheid, eerlijkheid, seksuele normen, tolerantie en respect.
Ook is het leuk om samen te zingen, te genieten van de natuur,
spelletjes te doen of met elkaar iemand anders te verwennen.
Veel ouders voelen zich tekort schieten als ze geconfronteerd worden
met problemen in hun huwelijk of gezin. Veel mensen maken zich zorgen
over alle verleidingen die dagelijks op hun kinderen afkomen en vragen
zich af of ze hun kind al niet 'kwijt' zijn. Soms denken we dat er een
snelmenu is om gedrag te veranderen. Een blijvende verandering is
echter het gevolg van het naleven van juiste principes.
We kunnen betere ouders worden door een studie te maken van de wijze
waarop God omgaat met zijn kinderen. Wat kunt je uit het onderstaande
overzicht halen dat je helpt om een betere ouder en/of echtgenoot te
zijn?
Een bruikbaar overzicht als handreiking
ZO WEL
Onvoorwaardelijke liefde:
Liefdadigheid, de zorg voor andermans welzijn onafhankelijk van hun gedrag
ZO NIET
Lichamelijke dwang:
Vijandigheid en het onterechte gebruik van lichamelijke kracht
Acceptatie:
Wel: Anderen zien als een kind van God dat moet leren, net zoals wij zelf, oordelend met medeleven.
Niet: Verwijten:
Andermans fouten veroordelen zonder begrip voor de ander.
Integriteit
Wel: Eerlijk zijn, een persoonlijk besluit om rechtschapen te zijn
Niet: Beschuldigen:
Een schuldgevoel geven, mensen herinneren aan hun fouten om te straffen of jezelf te rechtvaardigen.
Overreding:
Wel: Onderwijzen met gevoel voor de ander, vriendelijk wijzend op de voor en nadelen van een situatie.
Niet: Intimidatie:
Overheersen, waardoor anderen bang zijn voor je macht.
Vriendelijkheid:
Wel: Anderen zachtzinnig niet bot behandelen
Niet: Bedreigen:
Uiting geven aan een intentie om iemand fysiek of emotioneel te beschadigen.
Vertrouwen:
Wel: Anderen met liefde toestaan hun keuzevrijheid te gebruiken en goed of kwaad te kiezen en dan de gevolgen accepteren.
Niet: Trots:
Het prediken van morele waarheden om zichzelf te rechtvaardigen en anderen te veroordelen (het bekende vinfertje heffen)
Verantwoordelijkheid:
Wel: Het aanvaarden van de gevolgen van je eigen daden in elke situatie (inclusief het nalaten van verkeerd gedrag)
Niet: Egocentrisme:
Weigeren om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen handelen.
Zachtmoedigheid:
Wel: Bereidheid om eigen tekortkomingen onder ogen te zien en er wat aan te doen
Niet: Arrogantie:
Niet bereid zijn om je eigen tekortkomingen te erkennen of te worden gecorrigeerd, pessimistisch.
Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.
Het gezin is een groot oefenterrein voor het leven. Omdat dat zo is
moeten ouders vormen. Wij hebben behoefte aan gezinnen die hun huizen
openen en andere gezinnen, vooral éénoudergezinnen, bij
hun leven betrekken (Filippenzen 2:15; Hebreeën 13:2). Kerkelijke
Gemeenten dienen gezinsvriendelijk te zijn en gezinnen terzijde te
staan. Het gezin heeft niet afgedaan. Het heeft de toekomst. De kans
een gezinsleven tot stand te brengen waaruit sterke en gezonde
persoonlijkheden voortkomen, is groter dan ooit. De beslissende vraag
is of wij die kans benutten.
Lees ook eens :Trouwen? Denk ook aan de buren!
Lees ook eens : Gezinsstructuur in het Oude Testament
Probleemgezin van Jakob (Genesis 37:31-35)
Dat deze ruwe klanten, de broers dus, veel respect voor hun vader hadden, kunnen we niet zeggen
Maar ze erkennen
Jakob toch nog als familiehoofd, temeer omdat ze weten hoezeer Jakob op
Jozef gesteld was. Dan beginnen ze aan een bedrog dat twintig jaar werd
volgehouden.
De broers proberen de verdwijning van de verkochte Jozef te verdoezelen
door aan Jakob de met het bloed van een geslachte bok besmeurde lijfrok
te sturen, zodat de vader meent dat zijn zoon door een wild dier
verscheurd werd. Al die tijd konden ze het verhaal van Jozefs dood nog
terughouden. Nu niet meer.
Het is een verhaal over het huis Jakobs; zijn gezin. Dit wil ik
doortrekken naar het huis Gods; ons gezin. Wat is dit voor een huis?
Mat 21 vers 13 zegt: “Er staat geschreven: Mijn huis zal een
bedehuis heten, maar gij maakt het tot een rovershol.”
De lijfrok die de broers van Jozef afgerukt hebben zal nu dienen om hun boosaardige opzet te verbergen
Hier zien we dat waar
één zonde wordt begaan, een situatie wordt
gecreëerd, waaruit het noodzakelijk lijkt om een volgende zonde te
doen, en dit om de vorige zonde te bedekken, te verbergen. . Vanaf
nu leeft men in en met de leugen. De leugen ging een eigen leven
leiden. De ene leugen roept de andere leugen te hulp. Je zit gevangen
in je eigen leugen. Een leugenaar moet een goed geheugen hebben.
De broers waren dus schuldig aan een misdaad tegen Jozef.
Het was niet eens in hun opgekomen om hun vader pijn te doen. Maar
ze waren niet in staat om hun misdaad tegenover hun vader te belijden,
ook al zagen ze hoe hij eronder leed. Ze wilden zichzelf
beschermen. Ze konden het niet vertellen en gingen dus door met
hun misdaad.
Wij willen God ook niet pijn doen of teleurstellen, maar die broeder of zuster…
Er was geen normale omgang meer met elkaar
Er was geen
gemeenschap meer met hun vader. Ze leefden niet meer met elkaar,
maar naast elkaar. Ieder leefde voor zichzelf. Als onze goederen niet
beschikbaar zijn voor de gemeenschap zijn het gestolen goederen. Ps
55:13-15 Want het is geen vijand, die mij smaadt; dat zou ik dragen;
het is niet mijn hater, die zich over mij verheft; voor hem zou ik mij
verbergen. Maar gij zijt het, een mens – mijns gelijke, mijn
vriend en vertrouwde; wij, die samen vertrouwelijke omgang genoten, die
in het feestgewoel gingen naar Gods huis. Samenwerking gemeentes…
Men was achterdochtig
Wantrouw uw
achterdocht: het bedriegt u vaker dan dat men u zou bedriegen.
Achterdochtige mensen beoordelen anderen naar wat ze zelf zijn; ze
vrezen zichzelf in die ander. Stel je voor dat iemand de waarheid zou
zeggen of zich zou verspreken tegen Ruben, vs. 29,30 tegen Benjamin of
tegen Jakob, de vader.
Stel je voor dat wat je zegt, tegen je gebruikt wordt. Zeg het dan niet! Wie een kuil graaft …
Er was scheiding gekomen in het gezin
Zonde brengt immers
scheiding. Men sterft van elkaar af. Het gemeenschapsleven, de
gemeenschap, was door zonde, door leugen, door de misdaad
geïnfecteerd. Hoe zit het nu met ons leven? Wat kunnen we
winnen als we met een leugen leven? De broers hebben met hun daad niets
gewonnen.
Wat is de winst, gemaakt uit kwade praktijken, is het niet onheil, dat door de daad maar niet wil wijken?
Daar waar het hun om te doen was, de bevrediging van hun gevoelens,
kregen ze niet. En hun vader, Jakob, is een treurende geworden, hij wil
zich niet laten troosten. Door te treuren wil hij met zijn zoon
verbonden blijven.
Er was bedrog, achterdocht en scheiding. Dit werd twintig jaar volgehouden. Hoelang houden wij het vol?
Speciale liefde tussen vader en zoon
Jakob herkent dus de
lijfrok van Jozef en komt tot de conclusie dat Jozef door een wild dier
is verslonden. Daarmee komt er een gedwongen en gewrongen situatie
in het gezin van Jakob. Jakob is ontroostbaar.
Zijn verdriet, zijn smart is nog groter omdat hij zijn geliefde zoon niet kan begraven.
Ook Jakob scheurt zijn klederen, het is een normale uiting van smart.
Tevens omgordt hij zich met een rouwgewaad en treurde lange tijd. Het
klagen van de vader is het hoogtepunt in deze vertelling.
Vruchteloos proberen de kinderen Jakob te troosten.
Hij wil zich niet laten troosten, hij is niet te troosten, evenals bij
de dood van Rachel. Het komt helemaal niet eens bij de broers op om
alles aan hun vader op te biechten, om op die manier het lijden te
verminderen. Jakob denkt er zelfs aan om in zijn rouwgewaad in het
dodenrijk af te dalen, dan zou Jozef bij het weerzien kunnen merken
hoezeer Jakob hem heeft liefgehad en beweend.
Dezelfde liefde, de liefde van een
vader voor zijn zoon, zien we ook in 2 Sam 12:15-23. Maar er is wel
verschil in het omgaan met tegenslag
'De Here sloeg het kind, dat de vrouw van Uria aan David gebaard had,
met een ziekte. Toen zocht David God ter wille van de jongen, hij
vastte en telkens, als hij naar binnen gegaan was, bracht hij de nacht
door, liggend op de grond.
En de oudsten van zijn huis kwamen bij hem om hem van de grond te doen opstaan, maar hij wilde niet; ook at hij niet met hen.
Op de zevende dag nu stierf het kind. En de dienaren van David durfden
hem niet mee te delen, dat het kind dood was. Want zei zeiden: Zie,
toen het kind nog in leven was, hebben wij tot hem gesproken en hij
heeft naar ons niet geluisterd; hoe zouden wij dan tot hem kunnen
zeggen: het kind is dood? Hij zou iets kwaads kunnen doen.
Toen David zag, dat
zijn dienaren onder elkaar fluisterden, begreep hij, dat het kind dood
was. En David vroeg zijn dienaren: Is het kind dood? Zei zeiden: Het is
dood. Toen stond David op van de grond, wies zich, zalfde zich en
verwisselde zijn klederen; hij ging het huis des Heren binnen en boog
zich neder. Daarna ging hij naar zijn huis terug, en op zijn verzoek
zetten zij hem brood voor en hij at.
Toen zeiden zijn dienaren tot hem: Waarom hebt gij dit gedaan? Terwijl
het kind nog leefde, hebt gij terwille daarvan gevast en geweend, maar
nu het kind gestorven is, zijt gij opgestaan en hebt brood gegeten. En
hij zei: Zolang het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend, omdat ik
dacht: misschien is de Here mij genadig, zodat het kind in leven
blijft. Maar nu is het dood - waarom zou ik dan vasten? Kan ik het nog
doen terugkeren? Ik zal wel tot hem gaan, maar hij keert tot mij
niet terug.'
Dit is het lijden van David voor zijn zoon
Het verschil met
Jakob is dat Davids zoon moest sterven voor de zonde van zijn vader.
Dus door Davids schuld. Jakob daarentegen heeft zo op het eerste
gezicht geen schuld aan de schijnbare dood van zijn zoon.
Misschien zit hij wel met een schuldgevoel omdat hij hem heeft
uitgezonden naar zijn broers, maar de zaak ligt toch geheel anders dan
bij David. Ook bij David zien we dat hij zich niet wil laten troosten,
hij wilde immers niet dat de oudsten van zijn huis hem van de grond
optilden.
Tegelijkertijd zien we ook in dit verhaal dat er geen sprake meer is
van gemeenschap. David lijdt er alleen onder, is de enige die vast
en smeekt.
Het verschil tussen Jakob en David is dat David bij de dood van zijn
zoon doorgaat met leven, hij stopt met treuren en heeft weer deel aan
de gemeenschap, hij gaat door. Jakob daarentegen heeft bij de
schijnbare dood van Jozef geen zin meer in het leven. Hij wil zich niet
laten troosten, wil geen gemeenschap meer. Hij sluit zich als het ware
op in zijn verdriet. Hij wil zelfs rouwdragend tot zijn zoon in het
dodenrijk afdalen.
Hier wordt Jakob, de bedrieger zelf bedrogen
De broers gaan wel
heel listig te werk. En misschien hebben de broers er wel een reden
voor. We kunnen hier denken aan het kwade gerucht dat Jozef aan hun
vader bracht, en dat Jakob Jozef meer liefhad dan al zijn zonen, het
pronkgewaad, de dromen van Jozef. In genesis 37:4 staat dat ze niet
meer vriendelijk met hem konden spreken.
Daar komt nog bij de ervaring dat ze minderwaardig waren; niet echt meetelden.
Dit wordt ook door Jakob uitgesproken. Genesis 42 vers 38 “Mijn zoon (d.i. Benjamin)
gaat niet met u mee. Want zijn broeder is dood en hij is alleen
overgebleven.” Waren het dan kinderen die niet gewenst waren?
Zijn wij wel gewenst? Bij God wel, ja. Maar onder elkaar? Hoe zit het
dan met onze naaste lief te hebben? Als de broers zoveel van hun vader
zouden houden, dan zouden ze niet zo huichelen, hem niet zoveel
verdriet aan doen. Dan zouden ze Jozef ook wel kunnen verdragen. Wie
houden ze allemaal voor de gek? Jakob, Ruben, Benjamin en zichzelf! Wie
houden wij voor de gek.
Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij
een leugenaar. Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben. 1
Joh 4:20,21
Wie niet liefheeft, blijft in de dood. Een ieder die zijn broeder haat,
is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven
blijvend in zich heeft. 1 Joh 3:14c, 15
Zijn wij wel christenen? Zijn wij wel een kind van God?
In tegenstelling tot vers 20 waar staat: “laten wij dan zeggen:
een wild dier heeft hem verslonden, laten de broers Jakob zelf zeggen
dat een wild dier hem heeft verslonden en dat Jozef stellig
is verscheurd. Over geniepigheid gesproken!
Vruchteloos proberen de kinderen Jakob te troosten. Wat een
huichelaars, ze wilden immers zelf Jozef elimineren. Wat gaat er
eigenlijk in ons om als we het lied zingen: Ik heb je lief met de
liefde van de Heer?
Als ik opzie naar uw heiligheid,
mij verbaas over uw lieflijkheid,
dan vervagen de dingen rondom mij,
door uw helder licht.
Als ik vreugde vind heel dicht bij uw hart,
als uw liefde mijn wil heeft omvat,
dan vervagen de dingen rondom mij,
Door uw helder licht.
En indien een blinde een blinde leidt, zullen ze beide in een put
vallen. Mat 15:14 Nu denken we natuurlijk dat we niet blind zijn. Laten
we hopen dat dat inderdaad zo is. Jezus zegt in Johannes 9 vers 39 t/m
41 … lezen!
God daalde neer tot de mens in de persoon van zijn Zoon
Maar de mens zei: “komt, laten wij Hem doden.” Over blindheid gesproken! Niemand is zo blind als wie niet wil zien.
Maar waar belijdenis van blindheid is, kan God helpen en licht schenken, maar waar men meent te zien, heeft men Hem niet nodig.
Misschien kunnen we dit ter harte nemen in deze tijd waarin zovelen
zichzelf bedriegen. Wie zijn blindheid niet heeft leren inzien en
belijden, blijft in de zonde. Hij, die weet dat hij blind is, kan nog
ziende gemaakt worden, maar wat is er te hopen voor iemand die meent
dat hij ziet, terwijl hij helemaal blind is? Wat heeft het voor zin met
blinden te praten over de veelkleurige wijsheid van God?
Als de dwaze maagden uit het evangelie
niet wijs worden, lopen ze een grote kans, niet langer maagd te
blijven. Als de lamp uitgaat, verliezen ze hun onschuld!
In zonde geboren, vol van achterdocht en venijn,
afleggen die handel, de uwe wil ik zijn.
Levend met een leugen, met kommer en verdriet,
het geeft zoveel pijn in het hart, ik wil het niet.
De zonde brengt scheiding en een afsterven
hierdoor zal ik Gods koninkrijk niet kunnen beërven.
O Vader, ziende was ik blind,
na het belijden van mijn ongerechtigheden, uw kind.
De gemeenschap met mijn naaste, mijn vriend en met de kerk,
dat is mijn verlangen, dat maakt mij sterk.
Overgegeven in Gods macht en aan zijn hand,
wil ik strijdend voorwaarts gaan, de overwinning aan mijn kant
Man en vrouw in Bijbels perspectief
Lees ook eens : SEKSUALITEIT EEN GAVE VAN GOD 1
Lees ook eens : SEKSUALITEIT EEN GAVE VAN GOD 2
Lezen: 1 Korinthe 11: 1-16 en Galaten 3: 19-29
In het gedeelte dat we kunnen lezen staat een belangrijke tekst voor
het begrijpen van de verhouding tussen man en vrouw. Dit is het eerste
bijbelgedeelte dat we hebben gelezen en daarvan vers 3: ‘Doch ik
wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en
de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus’.
Christus is het Hoofd. Dat wil zeggen dat Hij Degene is die regeert,
bestuurt en gezag uitoefent. Hij is het Hoofd van de man, staat er in
vers drie. Dat wil niet zeggen dat Christus niet het hoofd van de vrouw
is, maar dat de man geen ander hoofd heeft dan Christus. Zoals Christus
het Hoofd is van de schepping, zo is de man het hoofd van de vrouw.
Concreet betekent dit dat de man, als hoofd van de vrouw, een
vertegenwoordigende taak heeft. Het betekent de eerste plaats innemen
en eindverantwoordelijkheid dragen. Zo werd Adam na de zondeval als
eerste aangesproken en daarna Eva. Het komt erop neer dat de
scheppingsorde, zoals we die in het Oude Testament zagen, ook in het
Nieuwe Testament als voorbeeld wordt gebruikt.
In hoofdstuk drie van de Galatenbrief plaatst Paulus de verhouding van
man en vrouw in een ander licht. Hij schrijft in vers 27 en 28 dat in
Christus Jood noch Griek, dienstbare noch vrije en man noch vrouw is.
Dit ‘in Christus zijn’ betekent dat mannen en vrouwen op
dezelfde manier delen in de genade van de Heere Jezus Christus. Man en
vrouw zijn beiden door het geloof gedoopt in Christus. Dit is ook de
doop met de Heilige Geest. Man en vrouw hebben op gelijke wijze deel
aan de vruchten van de Geest: liefde, blijdschap, vrede,
lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en
matigheid. In dit opzicht is het voor zowel man als vrouw om de door
God gewezen plaats in te nemen. Vanuit dit ‘in Christus
zijn’ gaan man en vrouw weer het beeld vertonen zoals dit in het
begin was, in liefde tot God en tot elkaar; in het bijzonder in het
huwelijk.
Man en vrouw in Bijbels perspectief
Als eerste wil ik terug gaan in de tijd. Uit oude geschriften blijkt
wel dat de verhouding tussen man en vrouw binnen het christelijk gezin
duidelijk anders wordt ervaren. Er is weliswaar sprake van verschil in
positie, maar niet van minderwaardigheid.
Rond de middeleeuwen begint de kerk geleidelijk de verhoudingen tussen
man en vrouw te beïnvloeden. In de 19e eeuw vindt verdere
bezinning plaats, ook binnen de kerken. Op het terrein van de
liefdadigheid spelen vrouwen een belangrijke rol. Op diverse terreinen
in het maatschappelijk leven neemt de vrouw, naast de man, haar plaats
in.
Op universiteiten komen we tot ver in de twintigste eeuw nauwelijks
vrouwen tegen. Men twijfelt lang aan haar intellectuele vermogens.
Langzaam gaat men echter toch aan het idee wennen dat vrouwen ook
werkzaam kunnen zijn op gebieden waar eerst alleen mannen geschikt voor
werden geacht.
De grote doorbraak vindt plaats in de tijd van de Eerste Wereldoorlog.
Miljoenen mannen zijn in de grote West-Europese landen onder de
wapenen. Thuis draait de oorlogsindustrie op volle toeren. De
arbeidsplaatsen worden massaal bezet door vrouwen. Nauwelijks twintig
jaar later wordt de Westerse wereld getroffen door de Tweede
Wereldoorlog die deze ontwikkelingen versterkt.
Vandaag aan de dag groeit de maatschappij toe naar een evenredige verdeling van de maatschappelijke functies.
Schepping
In het eerste hoofdstuk van Genesis wordt de schepping beschreven. In
vers 27 lezen we dat de Heere God de mens schiep: ‘Man en vrouw
schiep Hij hen’. Eigenlijk staat er ‘manlijk en
vrouwelijk’. Let daar eens op. Het verschil tussen jongen en
meisje, tussen man en vrouw, is wezenlijk te herleiden tot de wil van
de Schepper. De Heere heeft de mens niet éénvormig maar
tweevormig geschapen. Dus je mag gewoon manlijk zijn en gewoon
vrouwelijk. In aanleg, lichaamsbouw, gevoelsleven, uiterlijk,
haardracht en kleding. Ja, het is zelfs zo dat je niet alleen gewoon
anders mag zijn, maar naar Gods schepping behoor je ook anders te zijn.
In Genesis 2 lezen we het voornemen van God: ‘Het is niet goed,
dat de mens alleen zij.’ Vervolgens zien we de behoefte van Adam:
hij had de dieren onder zicht, die hij allen een naam gegeven had. Hij
had de Heere God boven zich, maar hij had niemand tegenover zich.
Daarna volgt Gods wonderlijke schepping van een vrouw voor Adam.
‘Toen deed de Heere God een diepe slaap op Adam vallen en hij
sliep en Hij nam een van zijn ribben en sloot derzelve plaats toe met
vlees. En de Heere God bouwde de rib tot een vrouw en Hij bracht haar
tot Adam’. Let een op de volgorde: Er wordt eerste gesproken over
Gods raad, vervolgens over Adams behoefte en daarna over Gods daad.
De vrouw komt dus voort uit de plaats waar je het hart van de man voelt
kloppen. Waar zijn arm beschermend voor gehouden wordt. Ze komt niet
uit iets van de voeten van de man, om door hem vertrapt te worden, om
over haar heen te lopen. Ook niet uit iets van zijn hoofd, om over hem
te heersen. Zie je hoe veelzeggend de plaats is waaruit de vrouw
voortgekomen is. Ook voor ons nu. De vrouw is na de man geschapen. Zij
is uit de man genomen. Zij is tegenover de man gegeven. De vrouw is
heel anders dan de man. Toch passen man en vrouw bij elkaar evenals een
linkerhand bij de rechterhand hoort, omdat ze op een unieke manier
samenwerken. Man en vrouw krijgen samen de opdracht om te bouwen en te
bewaren. Ze mogen samen gericht zijn op de Schepper en de schepping. Ze
moeten samen de Heere vrezen en eren. Weet je wat er met een linkerhand
en een rechterhand ook goed kan? Gevouwen worden. Zo behoren ook man en
vrouw samen te bidden.
Wat vraagt de Heere van de man na je huwelijksdag?
Op je huwelijksdag geef je als man je ja-woord op de vraag of je bekent
dat je als een getrouw en godvrezend man met je vrouw zult leven. Het
is daarom heel belangrijk dat je als man weet vanuit de Heilige Schrift
wat de Heere van je vraagt binnen het huwelijk. Hoe behoort de man zich
te gedragen ten opzichte van de vrouw, hoe de vrouw ten opzichte van de
man? Het is duidelijk dat het gaat over de bijbelse verhouding tussen
man en vrouw.
“Eerstelijk zult gij, man, weten dat God u gezet heeft tot
een hoofd der vrouw”. Wat houdt het eigenlijk in om hoofd van de
vrouw te zijn? Er worden veel grappen over gemaakt. Maar weten we ook
wat de schriftuurlijke inhoud van deze woorden is? Om met de deur in
huis te vallen: hoofd-zijn van de vrouw heeft niets te maken met
tiranniek gedrag of met baas spelen. Als man draag je een grote
verantwoordelijkheid. Er behoort namelijk leiding van je uit te gaan.
Leiding, die zal blijken in drie dingen: onderwijzen, troosten en
beschermen. Dat je hoofd bent van de vrouw zal dus daarin blijken dat
je haar onderwijs kunt en zult geven in alle dingen die het tijdelijke
én het eeuwige leven aangaan. Dat je haar zult troosten in
verdriet en zorg. Dat je haar zult beschermen te midden van allerlei
bedreigingen; dus dat je vóór haar zult staan en gaan.
Zó bedoelt de Heere het.
Een vraag: Zou onderwijzen mogelijk zijn, als je samen nooit over
geestelijke zaken spreekt en daarin niet één bent? Zou
werkelijk troosten mogelijk zijn, wanneer je eigen leven niet staat in
het teken van het zoeken naar en het leven vanuit de énige
troost in leven en sterven? Zou beschermen denkbaar zijn, als je
vervuld bent van eigenliefde en als je de onbaatzuchtige liefde mist?
Wanneer er van deze drie zaken geen sprake is, moet je, je op het
hoofd-zijn van je vrouw maar niet laten voorstaan. Dan is het immers
een karikatuur, een vertekening, die Gods Naam smaadt en Zijn Woord
geen recht doet.
Het laatste aspect van de verantwoordelijkheden van de man vraagt nu
onze aandacht. “En naardien het Gods bevel is dat de man in het
zweet zijns aanschijns brood zal eten, zo zult gij ook getrouwelijk en
naarstiglijk in uw Goddelijk beroep arbeiden, opdat gij uw huisgezin
met God en met ere moogt onderhouden, en ook daarenboven iets hebt om
de nooddruftigen mede te delen”.
We hebben ook nu nog de plicht om te werken. Werken is niet in de
eerste plaats een verzinsel van mensen, maar het is een Goddelijke
opdracht. Laat je daarom in je studie- en beroepskeuze toch leiden door
de gaven die je van de Heere gekregen hebt én door de grenzen
van Gods wet. Laat de vraag wat je moet kiezen een zaak zijn van je
dagelijks gebed. Vraag maar om dienstbaar te mogen zijn, op welke wijze
dan ook. Laat je bij je beroepskeuze toch niet meeslepen door
geldzucht, hebzucht en eerzucht, want daar rust geen zegen op. Daar is
geen einde van, dat is altijd maar een jagen naar meer en nog meer.
Het gaat er dus om dat de man in de eerste plaats, ondanks de moeite
die aan zijn arbeid verbonden is, met trouw en ijver bezig zal zijn
voor zijn vrouw, aan wie hij bij de huwelijksbevestiging beloofd heeft
dat hij haar trouwelijk zal onderhouden. In de tweede plaats doet de
man zijn werk voor zijn gezien en in de derde plaats voor de
nooddruftigen. Hij verdient dus voor sámen, voor het gezin
én voor de mensen die gebrek lijden. Als je op deze manier je
werk doet, geeft dat aan de ene kant voldoening en aan de andere kant
geeft het inhoud aan het wezen van je Goddelijke beroep.
Plicht en plaats van de vrouw na de huwelijksdag
“Desgelijks zult gij, vrouw, weten hoe gij u naar het Woord Gods houden zult jegens uw man”.
Ten eerste een Goddelijk advies; Zoek om je leven naar de geopenbaarde
wil van God te mogen inrichten, in de overtuiging van het blijvende
gezag van de Heilige Schrift. Vraag de Heere om hartelijk te mogen en
te willen buigen onder Zijn Woord.
Aan de vrouw wordt gevraagd dat zij haar wettig man zal liefhebben,
eren en vrezen. Liefhebben staat dus duidelijk voorop. Er is liefde tot
de man nodig om te kunnen beantwoorden aan het doel en de opdracht die
voor de vrouw is weggelegd in het huwelijksleven. Vanuit deze liefde
wordt gewezen op eren en vrezen. De vrouw behoort haar man te eren en
te vrezen vanuit een gevoel van respect en omdat hij de man is, die met
Gods hulp haar zal onderwijzen, troosten en beschermen. Hetzelfde geldt
ook van de gehoorzaamheid waarover gesproken wordt. “Gij zult uw
wettige man gehoorzaam zijn” in alle dingen… Nee, dat
staat er niet. Ze moet haar man gehoorzaam zijn “in alle dingen
die recht en billijk zijn”. Dat zijn de dingen die juist zijn,
overeenkomstig Gods Woord, recht in de ogen van God.
De vrouw is anders, zij is gelijk voor God en gelijkwaardig voor
de mensen, maar toch is zij anders dan de man. Ze mag gewoon meisje of
vrouw zijn, zoals ze geschapen is. Dus niet voor de helft man of vrouw,
niet een beetje vrouw of man, kortom, de vrouw mag zijn wie ze is. Wat
is dat een verademing wanneer je, je als meisje of vrouw geaccepteerd
voelt. Misschien probeert men je ontevreden te maken met je vrouw-zijn
of je plaats als vrouw. Maar voor God mag je jezelf zijn.
De vrouw draagt de eerste verantwoordelijkheid voor het huishouden en het gezin.
In dit verband komen we vanzelf bij de vragen die er leven rondom de
werkende gehuwde vrouw. De arbeidsmarkt roept om gehuwde vrouwen. De
overheid stimuleert het, het bestedingspatroon van het gezin vraagt er
steeds meer om. In ieder geval wordt het steeds moeilijker als we de
keus maken om het gezinsleven de eerste prioriteit te geven. Als we als
moeder in ons gezin willen functioneren, zal dat waarschijnlijk zelfs
offers gaan vragen. De zegen om in het gezin bezig te zijn is zo groot,
dat daarbij alle luxe en extra’s die we er voor moeten opgeven,
verbleken. Het belangrijkste is ook in deze zaak of we duidelijk mogen
weten, wat Gods wil en weg in ons leven is. Toch wil ik jullie een
aantal raadgevingen meegeven naar aanleiding van het formulier en
vanuit de Bijbel.
Ten eerste de man belooft uitdrukkelijk getrouw en naarstig in zijn
Goddelijk beroep te arbeiden voor zijn vrouw en gezin, hij belooft haar
trouw te onderhouden. Dus het gezinsinkomen is en blijft de eerste
verantwoordelijkheid van de man.
Ten tweede de vrouw belooft uitdrukkelijk dat zij de man zal dienen en
helpen, in alle goede en oprechte dingen behulpzaam zijn en dat zij op
haar huishouding goede acht zal hebben.
Ten derde wordt er door beide belooft heiliglijk met elkaar te leven.
Dat houdt dus in dat we principieel voor de kinderzegen open staan. Ook
al is het salaris van de vrouw nog zo aantrekkelijk.
Ten vierde de waarde van het huwelijks- en gezinsleven. Het is in onze
onrustige tijd zo belangrijk dat de functie van het gezinsleven wordt
ingezien en dat we beiden bereid zijn daarvoor offers te brengen als
dat nodig is.
Ten laatste wanneer de Heere kinderen aan onze zorgen toevertrouwt,
hebben zij dringend behoefte aan geborgenheid en zorg binnen het
gezien. Met liefde en aandacht kunnen we een kind nooit verwennen.
Bedenk dat je de opvoeding niet over kunt doen. Laten onze moeders zich
toch niet uit het gezin laten zuigen, als zou dit een minderwaardige
taak zijn. Laten onze vaders hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding
toch niet veronachtzamen. We hebben beiden dus nodig. Hoe pijnlijk is
het als een van beiden gemist wordt.
Samenvattend heeft de verantwoordelijkheid van de vrouw dus betrekking
op: haar Schepper, haar man, haar gezin en haar voorbeeld naar anderen.
Wat de plicht van de vrouw betreft, zouden we als het volgt kort samen
willen vatten: Laat je wandel eenvoudig en eervol zijn. De ootmoedige
geest zoekt het niet in het uiterlijke, in weelde en pronk, maar in het
aangenaam willen zijn in Góds ogen. Om gezien te mogen worden in
de hemelse Bruidegom. Dat is het hoogste geluk. Hoe ligt dat bij jou?
Zoeken jullie daar samen ook naar? Dan zal er ook een goed voorbeeld
van jullie samen uitgaan. Gode tot eer en je ziel tot zaligheid. Dan
zal de inhoud van je kledingkast stijlvol en smaakvol zijn. Daar draag
je verantwoordelijkheid voor. Onze kleding is tenslotte bedekkend en
niet ontdekkend bedoeld door de Schepper. Dus zeker niet uitdagend naar
anderen. Maar dat behoeft toch niet gezegd te worden? We sluiten ons
aan bij de wens die Paulus richtte tot de gemeente van Filippi:
“Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft,
in heerlijkheid door Christus Jezus”.
Doelen van het huwelijk
Wanneer we letten op Gods bedoeling met de instelling van het huwelijk
dan zien we dat ons drie zaken in een bepaalde volgorde voorgehouden
worden.
Het eerste doel is samen voor de tijd en voor de eeuwigheid
Dat betekent: sámen door en voor de tijd, sámen naar en
voor de eeuwigheid. Dus alles samen, samen, samen. Dat moeten we goed
beseffen. De mens is van zichzelf niet in de eerste plaats gericht op
de ander. Ons hart is egoïstisch, ik-gericht. Wanneer we in het
huwelijk treden, gaat het om een inzetting van God. Vanaf dat moment
ben je dus niet meer apart, maar samen. Dan spreek je niet meer over
‘ik’ maar over ‘wij’. Vanuit de oprechte liefde
en trouw is ‘ik’ dan niet meer de belangrijkste maar
‘jij’. De levenskeus die je kenbaar maakt bij je huwelijk
is, dat je, je voor de ander wilt geven, dat je, je zelfs wilt
opofferen. Daar mag uiteraard door de ander geen misbruik van gemaakt
worden.
Samen naar en voor de eeuwigheid. Wat staan we er toch bedroevend
weinig bij stil, dat de Heere de huwelijksband als voorbereiding voor
de naderende eeuwigheid gegeven heeft. Dat duwen we liever weg. Daar
willen we eigenlijk niet aan denken. God heeft het huwelijk ingesteld
om elkaar tot steun te zijn op onze reis naar de nimmer eindigende
eeuwigheid. Dat jullie zouden beseffen dat jullie verantwoordelijkheid
dragen voor elkaar, hoe jullie eeuwige bestemming straks zal zijn. Zorg
dat je weet wat er in de ander omgaat, als hij of zij de knieën
buigt voor het slapen gaan. Het samen spreken over meest wezenlijke
dingen in leven en sterven, behoort ook tot Gods eerste bedoeling met
het huwelijk.
Weet je wanneer je ten diepste alleen kunt beantwoorden aan dit
allereerste doel? Als de Heere je door Zijn genade een nieuw hart
gegeven heeft. Dan pas kun je in beginsel een goede man voor je vrouw,
een goede vrouw voor je man zijn. Dan pas kun je waarlijk in ootmoed
jezelf opofferen.
Ten tweede samen de kinderzegen en de opvoeding
Gezinsvorming is een onderwerp waar veel over te doen is. Het is een
teer onderwerpen dat vele gevoelige kanten heeft. Vanuit het formulier
wordt gesproken over ‘hun kinderen die ze krijgen zullen’.
Dat wil echter niet zeggen dat in een huwelijk, waar de kinderzegen
gemist wordt, Gods gunst niet wordt ervaren. Het betekent ook niet dat
er geen rekening gehouden wordt met de ongewild kinderloze echtparen.
Zo is het ook verwoord in het gebed voor het bruidspaar: De
kinderzegen, die het U belieft hun te geven.
Aan de getrouwden wordt gevraagd of zij voor God en Zijn heilige
gemeente willen beloven dat zij ‘heiliglijk’met hem/haar
willen leven. Zou dat samen kunnen gaan met allerlei eigenmachtig
geknoei rond de gezinsvorming? Zou dat samen kunnen gaan voor de ogen
van een heilig en alwetend God met het gebruik van allerlei
voorbehoedsmiddelen? Is dat gezinsvorming in het licht van Gods
heiligheid?
Lees eens document Over kinderen in de Bijbel en Gemeente
Het opvoeden van de kinderen in de ‘waarachtige kennis en vreze
Gods’ is onlosmakelijk aan het tweede doel verbonden. Waarom
geeft de Heere de kinderzegen? Opdat wij aan de kinderen maar veel
plezier zouden beleven? Opdat onze kinderen het maar vér zouden
brengen in de maatschappij? Nee, daar gaat het niet allereerst om. Het
doel is dat Gods herscheppende genade in dit kind verheerlijkt mag
worden, zodat de Heere de eer en dit kind de zaligheid mag verkrijgen.
Een van onze oudvaders spreekt over de ouders als de twee handen van
God. Wij belijden enerzijds dat de genade van God soeverein is;
anderzijds zijn we er toch ook van harte van overtuigd dat de Heere de
genade middelijk werkt. Wat is het een verantwoordelijkheid om vader en
moeder te mogen worden.
Ten derde gewetensvol samen
geslachtgemeenschap hebben ander gezegd, het gewetensvol samenleven als
man en vrouw binnen de huwelijksband.
De plaats van de seksualiteit in het huwelijksleven, de uiting van de
liefde en de eenheid, ook in lichamelijke zin, is een gave van de
Schepper. Seksualiteit is een gave van de Heere. Onzedelijkheid en boze
lusten in het hart en leven van de mensen zijn gevolgen van onze val en
zonden voor god. Zij doen echter deze schone gave van Boven niet teniet.
De bijbelse boodschap luidt ook heden ten dage: binnen het huwelijk is mijn lichaam voor de ander. De ander is er dus niet om mijn lusten te bevredigen. Nee, de ander heeft recht op mij, en niet ik op de ander. Denk samen eens goed na over deze woorden. We beseffen niet hoe heidens ons denken soms is. Het zijn zulke heilzame woorden. Egoïstische zinnenlust maakt in een huwelijk zoveel kapot, soms al vanaf het prilste begin.
Lees ook eens : Moeders in de Bijbel
Uit de Inhoud van bovenstaand pdf-document:
Lees dit ook eens: De bediening van vrouwen
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)