De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God,
Hier vind je alle pagina’s van de ontspannende Terebint studie-serie :
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23 24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34 35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
(naar
begin van deze serie) (naar de inleiding op deze serie)
...als een boom, geplant aan
waterstromen
Psalm 1:3
Misschien wel de meest in het oog springende bijbelplaats over
meditatie is de eerste psalm. We ontekten dat de vorige keer. Dez psalm
neemt in de literatuur over meditatie dan ook een belangrijke plaats
in. Want hier wordt de mens zalig gesproken die ‘aan des
Heren
wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst (mediteert) bij dag
en bij nacht’. We zijn hier in dezelfde sfeer als in het
begin
van het boek Jozua: mediteren, het gaan van Gods weg, de wet als Gods
wegwijzende Woord en de belofte van voorspoed. Want, zegt de psalm in
vers 3: ‘al wat hij onderneemt, gelukt’.
Vooral het
beeld dat in vers 3 gebruikt wordt, maakt de meditatieve omgang met het
Woord van God heel aanschouwelijk:
Hij is als een boom,
geplant aan waterstromen,
die zijn vrucht geeft op
zijn tijd,
welks loof niet verwelkt.
En dat moet je je eens concreet proberen voor te stellen: God ziet mij
als een boom, wortelend waar water stroomt (Willibrordvertaling). Een
boom, geplant aan een rivier, of een kanaal, of bij een vijver, een
dikke stam, prachtige takken met groene bladeren, er hangen vruchten
in. God ziet mij als een boom, wortelend waar water stroomt. Dat water
is het Woord.
Mediteren is dus: pootjebaden in het Woord van God. Dat is wat een
rechtvaardige het liefste doet. En de vruchten doen denken aan de
vrucht van de Geest: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid,
goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Gal. 5:22). Ze
groeien als vanzelf, dankzij het water van het Woord. Wie mediteert
over het Woord van God, verandert.
Dat is een prachtig plaatje van de mens die dag en nacht Gods
wegwijzende Woord mediteert. Welzalig ben je als je zo’n boom
bent. En zo is het juist de eerste psalm, de inleiding tot het hele
Psalmenboek, de toegangspoort die ons leert de liefde voor Gods Woord
en de intense omgang ermee. Zouden we Psalm 1 zelfs niet kunnen lezen
als een inleiding op de hele Bijbel?
Het is een
prachtige Bijbelse beeldspraak
Als in Gods Woord gesproken wordt over het geloofsleven van de mens,
gebeurt dat vaak in beelden die verwijzen naar het dagelijkse leven. De
Bijbel is ontstaan in een agrarische samenleving en dus ligt het voor
de hand dat ook veel beelden ontleend zijn aan de planten- en
dierenwereld. Het Oude en Nieuwe Testament staan er vol mee. Koren op
de akker, schapen op het veld, een wijnstok en een vijgenboom, dat
alles kan dienen om de mensen te onderwijzen aangaande Gods Koninkrijk.
Aan vruchtbomen zijn mooie beelden te ontlenen. Dat wist de dichter van
Psalm 1 ook. Hij vergelijkt de gelovige, die Gods wet overpeinst bij
dag en bij nacht, met een boom geplant aan waterstromen, die zijn
vrucht geeft op zijn tijd. En de profeet Jeremia prijst de mens
gelukkig, die op de HERE vertrouwt: hij zal zijn als een boom, aan het
water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet
merkt als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar
van droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen.
Jezus zal later in Zijn prediking spreken van bomen die aan hun
vruchten worden gekend. Er zijn ook slechte vruchten, waarschuwt Hij.
Ernstig klinkt het in de Bergrede: "Iedere goede boom brengt goede
vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een
goede boom kan geen slechte vruchten dragen of een slechte boom goede
vruchten dragen. Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt
uitgehouwen en in het vuur geworpen" (Mattheüs 7:17-20).
Vrucht is
in deze tekst dus de manifestatie van iemands karakter, van zijn
diepste wezen. Zo ontmaskert Jezus de huichelarij van de
Farizeeën
door hen te vergelijken met bomen die slechte vruchten voortbrengen
(Mattheüs 12:33).
Bekend is ook het beeld
van de wijnstok
dat Jezus in Zijn onderwijs gebruikt. In Johannes 15 zegt Hij: "Ik ben
de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die
geen vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage.
(…)
Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan
de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik
ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in
hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen"
(Johannes 15:1,2 en 4,5).
We leren uit deze vergelijking dat we het nieuwe leven en dus
ook
het voortbrengen van vrucht niet zelf in de hand hebben. De vormgeving
en groei zijn een geschenk van God die dit in de gelovige werkt door de
kracht van zijn Heilige Geest.
Leerzame
beelden die ons de ogen kunnen openen
In dit verband zijn ook de beelden leerzaam, die ontleend zijn aan het
zaaien en oogsten en die dienen ter verduidelijking van bepaalde
aspecten van ons geloofsleven. Jezus gebruikt ze in Johannes 4:35-38.
Als Paulus de christenen in Corinthe moet vermanen vanwege de
partijschappen en onderlinge ruzies, past hij op de gemeente het
treffende beeld toe van een bouwland: "Gods akker zijt gij" (1
Corinthiërs 3:9). Dit beeld maakt duidelijk dat God uit een
klein
begin iets groots kan laten ontstaan.
Uit weinig mensen die Hem
volgen, kan
een grote gemeente groeien. Kleine liefdedaden kunnen grote gevolgen
hebben. We dienen er echter weer op te letten dat gemeentegroei als
vrucht van het geloof niet te danken is aan de inspanningen van de
gemeente of de voorganger, maar dat dit Gods gave is. Daarom kan hij
ook schrijven: "Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de
wasdom. Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar
God die de wasdom geeft" (1 Corinthiërs 3:5-7).
Wat zou het er in onze tijd in veel christelijke gemeenten anders
uitzien, als men daar meer aan dacht. Wat zouden we veel minder
krampachtig bezig zijn met evangelisatiecampagnes en pogingen om te
komen tot gemeentegroei als die waarheid echt verstaan werd. We moeten
vanzelfsprekend die werkzaamheden niet nalaten - dat zou tegen
Christus' opdracht ingaan - maar we moeten ze verrichten in het besef
dat het uiteindelijk niet van ons afhangt. Dat vermindert stress bij
predikanten, oudsten en andere leidinggevenden in de gemeente. Als een
mens stevig in Jezus geworteld is - de uitdrukking stamt uit
Efeziërs 3:17 - , is het groeien en vrucht voortbrengen een
teken
van gezond geestelijk leven. En dat proces gaat als vanzelf.
Verwondering
zal ons deel zijn
Wij mogen Gods medearbeiders zijn, zegt Paulus in datzelfde bijbelgedeelte. Christus houdt Zijn kerk in stand en Zijn Vader, de landman, geeft de groei en de vrucht. Hier raken we aan een geheimenis, dat ons leert - al zullen we het nooit ten volle begrijpen - dat het ten diepste God Zelf is die bewerkt wie welke vruchten zal voortbrengen. Dat alleen al moet ons tot verwondering leiden als er bij anderen en bij onszelf goede vruchten gevonden worden.
We kunnen ons daarbij
verwonderen over
Gods wijze van werken: Hij neemt zondige mensen in Zijn dienst om het
zaad van het Evangelie te zaaien, om de ontkiemde plantjes te begieten
en de akker te wieden. Voor het eindresultaat komt echter uitsluitend
en alleen Hem de eer toe. Strikt genomen heeft God ons, kleine
mensenkinderen, niet nodig om Zijn heilsplan te volvoeren. Dat te
beseffen stemt ons bescheiden. Hijzelf giet waterstromen op het dorre
land (Jesaja 41:17-20). Dat is een gave van de Heilige Geest en het is
Zijn verborgen werk dat vrucht draagt. De vrucht van de Heilige Geest
is het resultaat van de inwoning van Hem. De Geest van Christus moet
het hart van de gelovige met Zijn hemelse troost bevochtigen en
verwarmen, zodat er echt sprake is van groei en vrucht.
Vrucht blijft
niet verborgen
Als we nadenken over wat
een vrucht in
de natuur is, leren we heel wat aspecten kennen die voor ons
geestelijke leven van belang zijn. Zo is kenmerkend voor een vrucht dat
ze niet zichzelf kan laten ontstaan. Eerst is er zaad gezaaid. Dat zaad
moest sterven om er nieuw leven uit te doen ontstaan. Zo moet eerst ons
eigen, zondige 'ik' sterven om nieuw leven te kunnen voortbrengen.
Paulus spreekt daarover in Galaten 2:20: "Met Christus ben ik
gekruisigd, en toch leef ik, (dat is) niet meer mijn ik, maar Christus
leeft in mij." Dat proces van sterven en levend worden werkt Gods
Geest.
Vrucht voortbrengen kan ook alleen als er een organische verbinding met
de wortel is. Vandaar Paulus' uitdrukking: geworteld in Christus. Nieuw
leven groeit alleen maar in de innige gemeenschap met de Heiland. Jezus
zelf beklemtoont dat in Zijn gelijkenis van de wijnstok en de ranken.
Een vrucht komt ook niet plotseling tevoorschijn. Daarvoor is tijd
nodig. Eerst is er knopvorming, dan bloei en bloesem, vervolgens
langzame rijping en dat nog heel vaak in het verborgene. Bij veel
frambozen in mijn tuin heb ik dat met verbazing gezien. Ineens waren ze
er, zo leek het. In werkelijkheid was er echter een periode van rijping
aan voorafgegaan, die zich voor een deel aan onze waarneming had
ontrokken. Veel vruchten rijpen in het verborgene. Ook in het
geestelijke leven is dat zo.
Een vrucht blijft op den duur echter niet verborgen. Ze wordt geoogst
en mag heel vaak dienen voor verdere uitzaai. Vruchten zijn er niet ter
wille van de plant zelf, maar voor andere planten die zo bevrucht
kunnen worden waardoor voortplanting en vermenigvuldiging mogelijk
worden. Ook het nieuwe leven in Christus is er niet voor zichzelf, maar
om anderen te helpen eveneens het heil te verkrijgen.
Vruchten zijn meestal niet volmaakt. Er mankeert nog wel eens wat aan.
In Gods Koninkrijk zien we dat ook. En toch, ondanks ons menselijk
falen mogen we vruchten voortbrengen. Ook daarover kunnen we verwonderd
zijn als we terugzien op een bepaald traject van onze levensweg. En dan
nog iets opzienbarends: God heeft in Christus zelfs geduld met ons, als
wij helemaal geen vruchten voortbrengen. Heel indringend is dat
beschreven in de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom die in een
wijngaard was geplant (Lucas 13:6-9). Dit gedeelte gaat primair over
Israël, maar in ruimere zin is het van toepassing op ieder
mens
die het Evangelie heeft gehoord.
De eigenaar van de
wijngaard wil de
boom wegens onvruchtbaarheid laten omhakken, maar de wijngaardenier
neemt het voor de boom op. "Heer, laat hem nog dit jaar staan, ik zal
er eerst nog eens omheen graven en er mest bijbrengen, en indien hij in
het komende jaar vrucht draagt, (dan is het goed), maar anders, dan
moet gij hem omhakken". Wat een liefde heeft deze wijngaardenier voor
zijn boom. Er staat niet dat de eigenaar ingestemd heeft met het
verzoek van de wijngaardenier, maar het ligt wel voor de hand dat te
veronderstellen. De uitleg is niet moeilijk: de eigenaar is God de
Vader en de wijngaardenier is Jezus.
Troost voor
ons allen
Wat
een troost dat Jezus het opneemt voor ons, ook als wij nog geen of
onvoldoende vruchten hebben voortgebracht. En als wij al vruchten zien
in ons leven, dan dreigen die weer verstikt te worden door allerlei
onkruid. Maar geen nood, ook dan is Christus als de grote hovenier
bereid dat onkruid uit te trekken.
Gelovigen van alle
eeuwen en
plaatsen hebben het altijd geweten: alleen wie het volledig van Jezus
verwacht, brengt goede vruchten voort tot eer van God en tot heil van
de naaste.
De Terebint
Komt in het gehele Middellandse-Zeegebied voor, vooral ook in Syrië en Palestina. De meeste bomen zijn te vinden in het westelijke deel van Palestina, zoals ten westen van Nazaret en in het Karmelgebied, minder op het gebergte van Juda, daarentegen wel weer in het Overjordaanse, terwijl de grootste exemplaren in de omgeving van Hebron* voorkomen. De Terebint is een grote boom, die echter niet zo hoog wordt, met knoestige stam en wijdvertakt.
Creëer momenten van rust en bezinning | Handreiking voor persoonlijke meditatie |
01. Zoeken en vinden van
de balans tussen werken en rusten; 02. Geestelijk en fysiek de batterij weer opladen; 03. Tijd en rust om aandacht aan je innerlijk te besteden; 04. De mogelijkheid om je geest te verzorgen; 05. Zonder schuldgevoel tijd voor jezelf nemen; 06. Bezinning op lang gekoesterde wensen en dromen; 07. Vermijden van geestelijke burn-out verschijnselen; 08. Tijd nemen om verdriet te verwerken of 'leven' op orde te krijgen; 09. Hervinden van plezier, inspiratie en creativiteit in je werk of geloofs-leven; 10. 0ntdekken van de Heilige Geest die in je woont. |
1.
Reserveer wat tijd voor meditatie (een kwartier tot een half uur). 2. Kom tot rust: word stil, concentreer je. 3. Bid de Geest om ontvankelijkheid voor het Woord van de Here. 4. Lees de gekozen bijbeltekst, als nieuw. En nog eens. En nog eens. 5. Leef je in in de woorden en beelden van de tekst. 6. Stel al biddend vragen: ‘Here, wat wilt U mij hier leren? Op welk punt wilt U mijn leven aanraken en veranderen?’ 7. Bid om de doorwerking van Christus’ aanwezigheid in je leven. 8. Loof en prijs de drie-enige God. |
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
de |
en | fr | it | nl | es | pt | no | sv | pl | cz | sk | hu | ro | bg | hr | ru | tr | ar |
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM - AUDIO