De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God,
Hier vind je alle pagina’s van de ontspannende Terebint studie-serie :
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23 24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34 35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
(naar
begin van deze serie) (naar de inleiding op deze serie)
Prediker 4 : 7–12
We hebben in het leven van alle dag allemaal te maken met relaties. Een
relatie kan zijn: een relatie of verhouding tussen twee of meer mensen,
denk maar aan een liefdesrelatie; een relatie waarbij geen liefde tepas
komt; wekennen het ook als een wiskundig begrip. Er zijn
huwelijksrelaties, gezinsrelaties, zakenrelaties, vriendenrelaties,
allemaal verhoudingen waarin we als mensen tot elkaar staan. Het is
duidelijk dat jij en ik leven in een wereld vol gebroken relaties. Je
zult ongetwijfeld in je naaste omgeving voorbeelden kennen van
huwelijks- of gezinsrelaties die stuk zijn gegaan. Misschien weet je
ook van zulke relaties die onder grote spanning staan en waarbij van
relatie eigenlijk geen sprake meer is: ieder gaat zijn eigen weg en het
enige wat men probeert is te overleven.
Relatie maakt
de mens compleet
Een mens kan pas goed functioneren als hij een relatie heeft met een of
meer andere mensen. Een mens in eenzaamheid is eigenlijk geen mens. Je
bent pas een persoon, als je ook contacten hebt met anderen. Je leert
de ander kennen en je leert jezelf kennen. Dat kan verrijkend zijn,
maar ook frustrerend. De vraag is: wat is norm in een relatie. Ben jij
dat, of is de ander dat?
De norm in de
relatie
In de relatievormen hierboven opgesomd, ontbreekt de belangrijkste. Dat
is een relatie met de Heer Jezus en met God. Daarover nu het belang
ervan aantonen. Dat doen we aan de hand van het relatiehandboek bij
uitstek: de Bijbel. Door de Bijbel spreekt God tot jou. Dat wil zeggen
dat God met jou een relatie wil aangaan, want als God spreekt, verwacht
Hij dat jij luistert en dat jij terugpraat. Dan is er sprake van
communicatie, verbinding, relatie. Aanraden: goed luisteren’
naar
wat God te zeggen heeft. Alles wat God zegt, heeft inhoud. Alles wat
God zegt, heeft te maken met de Heer Jezus. Hij is de norm in de
relatie. Van Hem kun je leren hoe je met anderen moet omgaan. Maar dan
wil Hij jou eerst laten zien hoe Hij met jou wil omgaan. En, echt waar,
als je dat hebt gezien, word je daar wel even stil van.
Eerst uit het
boek Prediker, hoofdstuk 4 : 7–12:
‘Wederom aanschouwde ik een ijdelheid onder de zon: daar is
er
een zonder metgezel, ook zoon of broeder heeft hij niet, en er is geen
einde aan al zijn zwoegen; ook worden zijn ogen niet verzadigd van
rijkdom; – voor wie tob ik mij dan af en ontzeg ik mij het
goede?
Ook dit is ijdelheid en een kwaad ding. Twee zijn beter dan
één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun
zwoegen.
Want, indien zij vallen, dan richt de een de ander weer op; maar wee de
éne, die valt zonder dat iemand hem opricht! Ook indien er
twee
nederliggen, zullen zij warm worden, maar hoe zal
één
alleen warm worden? Kan iemand er één
overweldigen, twee
zullen tegenover hem kunnen standhouden; en een drievoudig snoer wordt
niet spoedig verbroken.’
Vervolgens uit
het bijbelboek Lukas, hoofdstuk 10 : 29–37
‘Hij [dat is de wetgeleerde van vers 25 van dit hoofdstuk]
wilde
zichzelf echter rechtvaardigen en zei tot Jezus: En wie is mijn naaste?
Jezus hernam en zei: Een mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en
viel in handen van rovers, die hem zowel uitkleedden als slagen gaven,
en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen. Toevallig nu
daalde een priester af langs die weg, en toen hij hem zag, ging hij aan
de overkant voorbij. En evenzo ging ook een Leviet, toen hij bij die
plaats kwam en hem zag, aan de overkant voorbij. Een Samaritaan echter,
die op reis was, kwam bij hem en toen hij hem zag, werd hij met
ontferming bewogen. En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden,
terwijl hij daar olie en wijn op goot, zette hem op zijn eigen rijdier,
bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. En de volgende dag haalde
hij twee denaren tevoorschijn, gaf ze aan de herbergier en zei: Verzorg
hem, en wat u meer ten koste mocht leggen, zal ik u vergoeden wanneer
ik terug kom. Wie van deze drie denkt u, dat de naaste geweest is van
hem die in handen van de rovers was gevallen? Hij nu zei: Hij die hem
barmhartigheid heeft bewezen. Jezus nu zei tot hem: Ga heen en doet u
evenzo.’
Wat zag
Prediker eigenlijk?
De Prediker heeft zijn ogen goed de kost gegeven. Hij heeft alles wat
er ‘onder de zon’ (op deze aarde dus) te zien is in
zich
opgenomen. Daarbij heeft hij iets waargenomen dat hem heel verdrietig
maakte. Dat is: eenzaamheid, het alleen zijn, zonder enige relatie. Hij
zag zo iemand. Hij observeerde die man nauwlettend en zag dat deze geen
vriend had, geen zoon en zelfs geen broer. Verder zag de Prediker hoe
die man zich aan het aftobben was om rijk te worden; hoe hij zich
inspande met inzet van al zijn krachten en hoe hij zich afbeulde om
maar zoveel mogelijk rijkdom te vergaren. Hij had geen tijd om te
genieten van de goede dingen van het leven. En voor wie werkte hij zich
kapot en voor wie ontzegde hij zich zoveel leuke dingen? Voor niemand!
Er was immers niemand met wie hij zijn rijkdom kon delen? Dat is nog
eens ijdelheid, dat wil zeggen leegte, het totale niets.
Geen relatie
van hart tot hart
Maar weet je wat nog veel ellendiger is dan je rijkdom niet te kunnen
delen? Dat is, als je niemand hebt met wie je de dingen die er in je
hart zijn kunt delen; als je niemand hebt die echte belangstelling voor
je toont. Want waar hunkert een mens naar? Naar iemand met wie hij iets
kan delen van de gevoelens van zijn hart.
elaties
veraf en dichtbij
Heel wat mensen (en het maakt even niet uit of dat nu gelovige mensen
of ongelovige mensen zijn) weten uit eigen ervaring wat het is om in
een relatie te zijn stuk gelopen. Telkens opnieuw breken oorlogen uit
omdat bevolkingsgroepen niet in een goede relatie tot elkaar staan. In
het nieuws dat ons elke dag via de media bereikt, neemt de omgang met
elkaar een grote plaats in. Voorbeelden van hoe men met elkaar omgaat,
worden overvloedig gegeven. Hele bevolkingsgroepen worden uitgeroeid of
roeien elkaar uit. Etnische zuivering is een begrip geworden.
Het is mogelijk dat we dit soort relatieproblemen van een afstand
kunnen bekijken. We vormen ons een oordeel over hoe het komt en hoe het
voorkomen had kunnen worden. Maar hoe is onze relatie met onze buren,
hoe gaan wij met hen om? De burennijd, de burentwist, de burenhaat, dat
is helemaal niet zo ver bij ons vandaan. Als we getrouwd zijn, hoe gaan
wij dan om met onze vrouw? En als we kinderen hebben, hoe gaan we met
hen om? Dat komt heel wat dichterbij.
Twee zijn
beter dan één
Een mens is een wezen dat leeft door middel van relaties. God heeft dat
in de mens gelegd. Helemaal aan het begin van de Bijbel, op de eerste
bladzijden van het boek Genesis, heeft God Zelf het al gezegd:
‘Het is niet goed dat de mens alleen zij’ (Genesis
2 vers
18). Dat is nu precies wat de Prediker heeft geconstateerd:
‘Twee
zijn beter dan één’ (Prediker 4 vers
9). Toen God
Adam en Eva geschapen had, kwam Hij in de avondkoelte in de hof bij hen
om met hen contact te hebben (Genesis 3 vers 8, 9). Hier zie je heel
duidelijk dat God met de mens omgang wil hebben. Maar als je Genesis 3
eens vanaf het begin leest, zie je ook dat die omgang van het ene op
het andere moment radicaal verbroken wordt. Je leest dan ook hoe dat
kwam. De mens hechtte meer geloof aan wat de duivel zei, dan aan wat
God gezegd had.
Relatie met
God is verbroken
Het verbreken van de relatie die er was tussen God en de mens, gebeurde
dus niet van Gods kant. Nee, de mens heeft zijn relatie met God
verbroken door zijn eigen ongehoorzaamheid. In Genesis 3 staat hoe God
op zoek ging naar de mens, nadat Eva had gezondigd en Adam haar in die
zonde was gevolgd en hoe de mens zich voor God heeft verborgen. Niet
God verborg Zich, maar de mens. Zo is God nog steeds op zoek naar
mensen die zich voor Hem verbergen. Hij zoekt jou op. Hij wil contact
met jou.
Gevolgen van
het verbreken van de relatie met God
Als je verder leest in Genesis ontmoet je in hoofdstuk 4 Kaïn,
de
oudste zoon van Adam en Eva. Hij keert God de rug toe en wordt de
moordenaar van zijn broer. Daar zie je ineens dat de oorzaak van alle
ellende, van alle eenzaamheid, van alle kapotte relaties is, dat de
mens geen relatie heeft met God. Een van de belangrijkste dingen die we
als mensen moeten leren is, dat wij pas goed met elkaar kunnen omgaan
als wij contact, als wij gemeenschap, als wij een relatie hebben met
God, door de Heer Jezus Christus. Want wij kunnen pas goed met elkaar
omgaan, goed functioneren als onze relatie met God in orde is.
De Ander of de
ander
We hebben in het boek Prediker gelezen over een metgezel (hoofdstuk 4
vers 8, 10), iemand die in vers 10 ‘de ander’ wordt
genoemd. Die ‘Ander’ is in de eerste plaats God die
ons
helpen wil en helpen kan. Hij wil ons helpen in onze relaties met
anderen. Maar dan moeten wij eerst zelf geholpen willen worden. Dat is
wat je ziet in de geschiedenis die we uit het bijbelboek Lukas hebben
gelezen. Wat je daar leert is: als wij niet eerst onszelf herkennen in
de man die in handen van de rovers is gevallen, zullen wij nooit in
staat zijn om de opdracht van de Heer Jezus te vervullen ‘Ga
heen
en doet u evenzo’ (Lukas 10 vers 37). Wat de Heer Jezus
daarmee
bedoelt te zeggen is, dat Hij je opdraagt de naaste van een ander te
zijn. Wat kun je voor een ander betekenen? Wij kunnen niets voor een
ander betekenen als wij niet eerst onszelf hebben herkend in de man die
in handen van de rovers is gevallen.
De mens heeft
God de rug toegekeerd
Wat is er met die man gebeurd? Hij daalde af van Jeruzalem naar
Jericho. Jeruzalem was de plaats van zegen, de plaats waar God woonde.
Als we even terugdenken aan het paradijs, dan is dat de plaats waar God
de mens in een zegenrijke positie had geplaatst. Nu heeft de mens die
plaats verlaten en heeft God de rug toegekeerd. De mens is weggelopen
bij God.
Herken jezelf
in deze verhalen
Het verhaal dat de Heer Jezus vertelt, ook wel genoemd ‘de
gelijkenis van de barmhartige Samaritaan’, heeft een
belangrijke
boodschap voor ieder die dit leest, of je nu zegt christen te zijn of
dat niet bent. Die boodschap is dat ieder van ons zich zal moeten
herkennen in de man die in handen van de rovers is gevallen. Misschien
ben jij, hoewel je een keus voor de Heer Jezus hebt gemaakt, toch bij
Hem weggegaan. Misschien zit je zondags braaf in de kerk of ga je naar
een andere plaats of groep toe waar je je thuis voelt en waar je een
beetje zekerheid hebt. Je kunt meezingen en meebidden, maar tegelijk
kun je in je hart heel ver van God vandaan zijn. Je kunt een enorme
afstand hebben geschapen tussen jezelf en God. Dan ben je weg van de
plaats waar zegen is, dan ben je op weg naar de plaats van de vloek:
Jericho. Iedereen die God de rug toekeert, is op weg naar de plaats van
de vloek, of je nu zegt christen te zijn of als je geen christen bent.
De rovers
Dan val je in de hand van rovers, dat kan niet uitblijven. Ik denk dat
deze rovers boze machten voorstellen. Die machten kunnen zich uiten via
andere personen. In elk geval zijn het geestelijke machten die gaan
heersen in ons leven. Dat gebeurt als dingen ons denken gaan beheersen
die ons van God wegtrekken. Daarvoor hebben we dan onszelf wel
opengesteld. Je kunt dat soort dingen op heel veel manieren tot je
nemen. Als je jong bent, kun je daarvoor de wereld ingaan, het
nachtleven opzoeken, dingen doen die het daglicht niet kunnen
verdragen. Je kunt je uitleven door bars, cafés,
houseparty’s en andere gelegenheden te bezoeken, waar je
andere
jongeren kunt ontmoeten. Maar verkeerde invloeden doe je niet alleen op
in het uitgaansleven. Je kunt ook verkeerde boeken in huis halen en je
kunt naar programma’s kijken die je geest verkeerd
beïnvloeden en bevuilen. De rovers doen hun stiekeme werk. Het
uiteindelijk resultaat, na kortere of langere tijd, is dat ze je naakt,
in elkaar geslagen en halfdood aan de kant van de weg laten liggen. Ze
geven je echt niet wat je eigenlijk zoekt. Je bent op een verkeerde
weg, je hebt je rug naar God toegekeerd.
Waarom laat je
God niet toe in jouw leven?
Dat jij God niet in je leven toelaat, kan meerdere oorzaken hebben. Ik
noem er slechts één: mogelijk heb jij God de rug
toegekeerd als gevolg van een kapotte relatie, bijvoorbeeld in je
familie. Veel jongeren gaan de wereld in en zoeken hun vertier daar,
omdat ze bij hun ouders geen geborgenheid meer vinden. Als gevolg van
de stukgelopen relatie van de ouders lopen vele jongeren stuk in de
wereld. Daarom is het voor christelijke ouders van het grootste belang
hoe zij met elkaar en met hun kinderen omgaan.
Rovers zijn
keihard
Deze man valt in handen van rovers. Het is noodzakelijk dat je jezelf
in die man herkent. Je zult moeten toegeven dat je van de wereld niets
anders dan harde klappen hebt gekregen, een ongenadige behandeling.
Jonge mensen, laat je niet beetnemen. De wereld is keihard en kent geen
mededogen. Als ze gebruik van je hebben gemaakt, laten ze je aan de
kant van de weg liggen. Met welk vooruitzicht? Alleen de dood. Als je
halfdood bent en je hebt geen enkele kracht meer dan heb je alleen nog
de dood te verwachten. Nee, het leven wordt je niet aangeboden. Je zit
in een hopeloze situatie. Hoe moet dat nu? Je bent alleen en er is
niemand in de buurt die je helpt.
Hulp daagt
Maar wacht eens, daar komt iemand aan. In de gelijkenis laat de Heer
Jezus een priester langskomen, heel toevallig ook op weg van Jeruzalem
naar Jericho. Een priester hoort in de tempel thuis. Van een opdracht
van God om naar Jericho te gaan is niets bekend. Hij kwam
‘toevallig’ langs. De man die in handen van de
rovers was
gevallen, hoort voetstappen. Zou er redding dagen? Heel moeizaam tilt
hij zijn hoofd op en ziet die priester. Hij moet verlicht adem hebben
gehaald toen hij ontdekte dat het een priester was. Gelukkig niet
opnieuw die rovers. Een priester, daar mocht hij toch wel wat van
verwachten. Maar wat doet die priester? De man kan zijn ogen niet
geloven. De priester ziet de man en hij gaat aan de overkant voorbij.
Hij gaat er met een grote boog omheen. Je hoort de priester denken: een
hopeloos geval, deze man; met zo iemand kun je je niet inlaten,
trouwens, dan had hij maar niet zo dom moeten doen; ik zou wel onrein
kunnen worden als ik hem aanraak. De priester verdwijnt uit het gezicht
van de halfdode man en daarmee vervliegt ook zijn hoop. Waar hij
gemeend had zijn hoop nog enigszins op te kunnen vestigen, is hij
beschaamd uitgekomen.
Opnieuw daagt
er hulp
Maar hoor, daar naderen weer voetstappen. Dit keer verschijnt er een
Leviet. Nieuwe hoop daagt. De Leviet is een knecht van de priester. Hij
is ook iemand die de wil van God kent en deze aan het volk moest
onderwijzen. Hij kende dus ook Gods wil om barmhartigheid te bewijzen.
Maar ook de Leviet heeft geen trek in een ontmoeting met zo’n
vuile man. Hij draait het hoofd om en gaat eveneens met een grote boog
om de man heen. Bij alle ellende komt nog eens de teleurstelling van
een bedrogen verwachting.
Teleurgesteld
in de hulpverlening
Wel, zo zijn er misschien in onze omgeving ook wel mensen waar we iets
van verwachten. Mensen die heel veel van God weten, die er misschien
voor gestudeerd hebben, die een opleiding hebben genoten en van wie je
zegt: "Ja, dat zijn de mensen die mij kunnen helpen." Er wordt heel wat
theologie bedreven, heel wat afgeredeneerd en er worden heel wat
oplossingen aangedragen voor de vele problemen die er in deze wereld
zijn, zowel internationaal als ook heel klein, bijv. in de kernen van
de gezinnen. Men komt met oplossingen, maar het blijken helemaal geen
oplossingen te zijn. Ieder die zijn hoop daarop heeft gevestigd, gaat
al gauw ontgoocheld weg. Je zult in je verwachting van mensen, louter
op grond van het feit dat ze een bepaalde opleiding hebben gevolgd,
bedrogen uitkomen. Om je te kunnen helpen is meer nodig. Het zit hem
ook niet in iemands afkomst, of dat iemand een beroemd voorgeslacht
heeft. Het zit hem ook niet in een maatschappelijk of kerkelijk hoge
positie.
De barmhartige
Samaritaan
Waar het hem wel in zit, is echte bewogenheid, echte betrokkenheid bij
de ellende waarin je zit. Het enige dat echt helpt is, als mensen die
zichzelf herkennen in de man die handen van de rovers is gevallen,
worden gebracht in een directe, persoonlijke relatie met de Heer Jezus.
De Heer Jezus herkén je in de persoon van de barmhartige
Samaritaan. Na de priester en de Leviet komt er namelijk een Samaritaan
langs de ongelukkige man.
De Heer Jezus
zoekt jou op in je ellende
De Samaritaan was op reis. Zie je het verschil met de priester en de
Leviet? De priester en Leviet waren daar toevallig, maar deze
Samaritaan was op reis. Als je op reis bent, dan ben je bewust onderweg
en heb je een doel voor ogen. Deze man was op reis. Dat doet me denken
aan Johannes 4 vers 4, waar van de Heer Jezus staat: ‘En Hij
moest door Samaria gaan.’ Waarom ‘moest’
Hij dat?
Omdat Hij daar een vrouw zou ontmoeten die het leven in de zonde beu
was, ze was er moe van. De Heer Jezus trof haar bij de bron van Jakob.
Het was een overspelige vrouw, die samenwoonde. Maar voor haar hoefde
het allemaal niet meer. De Heer wist dat en daarom moest Hij door
Samaria gaan om met haar te spreken.
De Heer Jezus
stelt niet teleur
Misschien ben jij er ook zo ellendig aan toe. Dan wil de Heer ook tot
jou spreken. Hij wil zo heel graag jouw ‘Naaste’
zijn. Als
je teleurgesteld bent geworden in zoveel mensen van wie je dacht iets
te kunnen verwachten – Hij stelt je niet teleur! Lees het nog
maar eens in Lukas 10 vers 33 hoe Hij naar jou kijkt: ‘Een
Samaritaan echter, die op reis was, kwam bij hem en toen hij hem zag
werd hij met ontferming bewogen.’ De Samaritaan ging niet op
een
afstandje staan kijken, beoordeelde zo de situatie en ging er
vervolgens met een grote boog omheen. Je hebt het goed gelezen:
‘hij werd met ontferming bewogen.’ Hij zag iemand
die zijn
hulp nodig had.
Het laatste
redmiddel
Toen de halfdode man merkte dat er weer iemand aankwam, moet hij met
inspanning van al zijn krachten zijn hoofd hebben opgetild om te zien
wie dit nu wel was. Hij ontdekt tot zijn ontsteltenis dat het een
Samaritaan is. Van de vorige twee had hij iets verwacht, maar geen hulp
gekregen. Nu nadert er ‘hulp’ in een persoon van
wie hij
het niet verwachtte en door wie hij eigenlijk ook niet geholpen wilde
worden. Het laatste wat hij wilde was wel door een Samaritaan te worden
geholpen. Samaritanen stonden bij de Joden niet hoog aangeschreven. Ze
hadden geen omgang met elkaar. In Johannes 4 vers 9 spreekt de
Samaritaanse vrouw haar verbazing erover uit dat de Heer Jezus als Jood
haar, een Samaritaanse, om water vraagt. Je kon voor
‘Samaritaan’ worden uitgemaakt, het was een
scheldwoord.
Maar nu de man er zo ellendig aan toe is, kan hij niet anders dan met
dankbaarheid de hulp van deze Samaritaan ontvangen. Zo zijn er vandaag
de dag velen die zelf willen proberen uit hun ellende omhoog te
krabbelen, zonder de hulp van de Heer Jezus te vragen. Je moet wel heel
diep zitten en zelf geen uitweg meer zien om er toe te komen dat je
zegt: "Heer Jezus, ik kan het niet zonder U."
De liefde van
de Heer Jezus
Weet je hoe de Heer Jezus is? Net als die Samaritaan in de gelijkenis
vráágt Hij niet eens of je Hem nodig hebt. Hij
komt
gewoon bij je en neemt kennis van je omstandigheden. Hij weet waar je
mee zit, hoe je eraan toe bent. Dat is nou dat stukje betrokkenheid,
dat stukje liefde, waar mensen in nood, jij misschien, behoefte aan
hebben. Eigenlijk zeg ik het erg menselijk. De Heer Jezus is niet een
stukje liefde, nee Hij is één en al liefde, Hij
ís
liefde! Hij gaat niet zitten wachten tot de ander om Hem vraagt, maar
Hij ziet dat die ander in nood is en Hij gaat naar die ander toe omdat
die in nood is. Hij voelt zich bij de situatie betrokken en trekt Zich
de nood van de ander aan. Nog eens: Hij ‘kwam bij hem en toen
hij
hem zag, werd hij met ontferming bewogen.’ Kijk, dat is nu
die
innerlijke bewogenheid die jij en ik nodig hebben in onze ellende. Dat
is ook de bewogenheid die christenen zouden moeten uitstralen in deze
wereld en ook onderling omdat er zoveel nood is, grote nood.
De Heer Jezus
verzacht je pijn
De Samaritaan gaat naar hem toe, omdat die ander er zo erbarmelijk aan
toe is. Hij verbindt zijn wonden, giet er olie en wijn op en zet hem op
zijn eigen rijdier. Dit is natuurlijk een beschrijving van de Heer
Jezus van het begin tot het eind. Het woord
‘wonden’ is de
vertaling van het woord ‘trauma’. Dat is wel heel
treffend,
vind je niet? Er lopen heel wat mensen rond met trauma’s, dat
zijn de verwondingen die de ziel zijn aangedaan, de deuken die je hebt
opgelopen in je relaties met anderen. Mogelijk is het allemaal je eigen
schuld en heb je de rovers de kans gegeven je zo toe te takelen dat je
niet meer weet hoe het verder moet. Misschien ook kun je er niets aan
doen dat je zoveel zielenpijn hebt. Ik geloof niet dat er
één mens is die vrij is van trauma’s.
Dan komt de
Heer Jezus bij je en als Hij ziet hoe je er aan toe bent, hoe je
geslagen bent, verbindt Hij je wonden door er olie en wijn op te
gieten. Olie heeft een verzachtende werking op wonden en wijn heeft een
ontsmettende werking.
Olie en wijn
Olie stelt in de Bijbel iets voor, namelijk de Heilige Geest. Olie werd
gebruikt om iemand te zalven en dat is precies wat van de Heilige Geest
gezegd wordt. De Heilige Geest wordt voorgesteld als een zalving (1
Johannes 2 vers 20 en 27). Het is God de Heilige Geest die in jou werkt
om je door de Heer Jezus te laten helpen. De wijn stelt in de Bijbel
ook iets voor, namelijk blijdschap (Richteren 9 vers 13). Echte
blijdschap vind je alleen als je je door de Heer Jezus laat helpen. Hij
staat bij je. Sta je Hem toe jou te helpen?
De Heer Jezus
verbindt je wonden
Maar Hij gebruikt niet alleen olie en wijn. Hij verbindt de wonden ook.
Dit ‘verbinden’ heeft te maken met het Woord van
God.
Alleen door het Woord van God kan genezing bewerkt worden. Alle
psychologen en alles wat men verder aan hulptroepen laat aanrukken om
allerlei trauma’s te behandelen, hebben geen baat als niet
uiteindelijk het Woord van God zijn werk gaat doen in het hart en leven
van een mens. Als de beschadigingen en de trauma’s niet door
het
Woord van God worden verbonden, blijken alle menselijke hulpmiddelen
alleen maar lapmiddelen te zijn. Bij de minste tegenstand of door iets
wat wordt gezegd, scheuren de wonden allemaal weer open. Maar als de
Heer Jezus verbindt door zijn Woord, als Hij daar olie en wijn op giet,
dan kun je er zeker van zijn dat het stand houdt en dat de pijn echt
heel wat minder wordt. De wonden werden verbonden. Er staat niet dat ze
direct genezen waren.
De zorg van de
Heer Jezus gaat verder
Maar de zorg van de Heer Jezus houdt nog lang niet op. Hij zet de man
op zijn eigen rijdier. Is dat niet schitterend? Hij gaat van zijn
rijdier af en zet daar die gewonde op. In 2 Korinthiërs 8 vers
9
staat het zo: ‘Want u kent de genade van onze Heer Jezus
Christus, dat Hij, terwijl Hij rijk was, ter wille van u arm is
geworden, opdat u door zijn armoede rijk zou worden.’ Zo
dicht is
Hij bij jou en mij gekomen, zo graag wil Hij een relatie met ons, een
levende relatie en daar doet Hij alles aan. Zie je het voor je? Jij mag
op het rijdier, Hij loopt ernaast! Hij laat zijn rijdier niet los. Hij
leidt het naar een herberg.
Hij brengt je
in een herberg
Die herberg is van wezenlijk belang. In de herberg is een waard aan
wiens zorg de gewonde wordt toevertrouwd. De herberg is een prachtig
beeld van een plaatselijke gemeente. Daarheen wil de Heer Jezus ieder
brengen over wie Hij zich heeft ontfermd. Het is niet de bedoeling dat
jij, als je eenmaal in een levende relatie met de Heer Jezus bent
gebracht, in je eentje je weg gaat. Je hebt anderen nodig. Je zult gaan
ontdekken dat er meerderen in de herberg zijn die daar ook door die
Samaritaan gebracht zijn. Wie zijn dat? Allemaal mensen die in handen
van rovers waren gevallen en die naar die herberg zijn gebracht door de
Samaritaan. Allemaal mensen die aan de zorg van de waard werden
toevertrouwd. Allemaal mensen voor wie Hijzelf zorgt.
De zorg van de
Heer Jezus tot Hij terugkomt
Zelfs als de barmhartige Samaritaan vertrekt, houdt zijn zorg niet op.
Dat blijkt uit de twee denaren die Hij de waard geeft als Hij weggaat.
In de Bijbel is een denaar het loon dat je op een dag kunt verdienen
(zie Mattheüs 20 vers 2). Deze twee denaren zijn dus het
zorgloon
voor twee dagen. Het is alsof de Samaritaan hiermee wil zeggen: "Ik
blijf maar heel even weg, hoor. Ik ben zo weer terug." En toen Hij
wegging zei Hij: ‘Verzorg hem, en wat u meer ten koste mocht
leggen, zal Ik vergoeden wanneer Ik terugkom.’ Deze woorden
moeten de gewonde man als muziek in de oren hebben geklonken. Het waren
de laatste woorden die hij van de Samaritaan hoorde toen deze wegging
en ze moeten in zijn oren zijn blijven naklinken: ‘Wanneer Ik
terugkom.’ Die woorden mogen ook zo in jouw oren klinken. Op
de
laatste bladzijden van de Bijbel hoor je het de Heer Jezus drie maal
zeggen: ‘Ik kom spoedig’ (Openbaring 22 vers 7, 12,
20). En
in Johannes 14 vers 2 en 3 zegt Hij: ‘Ik ga heen om u plaats
te
bereiden. En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer
en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.’
Toekomstperspectief
Weet je, dan word jij iemand die leeft in de verwachting van zijn
spoedige komst. Wat is het schitterend om naar Hem te mogen uitzien.
Dan is er echt sprake van een relatie, een levende relatie met Hem,
zoals bij de gelovigen in Thessalonika. Van hen kon Paulus zeggen dat
iedereen wist ‘hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd
om
de levende en waarachtige God te dienen en zijn Zoon uit de hemelen te
verwachten’ (1 Thessalonikers 1 vers 9 en 10). Wie zich heeft
bekeerd, heeft als toekomstverwachting niet meer de dood, maar het
leven en hij ziet uit naar de komst van Hem die het Leven is.
Een levende
relatie is noodzaak - we redden het niet alleen
Een levende relatie met de Heer Jezus: waarom eigenlijk? In de eerste
plaats omdat je het zelf niet kunt. Je hebt iemand nodig, je redt het
niet alleen. In een lied staat: "Ga niet alleen door het leven, die
last is u te zwaar". Je bezwijkt eronder als je alleen gaat, je kunt
die last niet dragen, je hebt Hém nodig en Hij wil bij je
komen.
Je hebt iemand nodig die om je geeft, die echt belangstelling voor je
heeft en zich voor je interesseert.
Een vertekend
beeld van God
Het kan zijn dat je een compleet vertekend beeld hebt van God door wat
je thuis hebt meegemaakt. Als vader kan ik ervoor zorgen dat ik mijn
kinderen geen juist beeld geef van wie God als Vader is. Het gebeurt
wel eens dat de kinderen tegen me zeggen: "Papa, u zegt wel
‘ja’, maar u luistert helemaal niet". Dat hebben
kinderen
vlug door. En onze vrienden en vriendinnen, luisteren wij echt naar
hen? God en de Heer Jezus luisteren echt. Waar ik als vader faal
– Zij niet. Als ik de naaste van mijn kinderen wil zijn, voel
ik
hoe ik daarin tekort schiet, maar de Heer Jezus doet dat niet. Hij
heeft echte belangstelling en Hij luistert. Van Hem mag je er zijn,
voor Hem. Hij is er ook voor jou. Je kunt Hem vertrouwen, je hoeft je
woorden niet op een schaaltje te wegen en niet uit te kijken hoe je je
uitdrukt. Bij Hem mag je gewoon jezelf zijn.
Hoe voel je je
bij Hem?
Voel je je eenzaam? De Heer Jezus wil bij je komen. Dan is het zelfs
mogelijk dat eenzaamheid iets is waarin je op bepaalde momenten vreugde
kunt vinden, omdat je op een bijzondere manier je omgang met de Heer
Jezus mag beleven. Je voelt je dan op je gemak bij Hem. Het kan echter
ook gebeuren dat er dingen in je leven zijn, waardoor je je niet op je
gemak voelt bij de Heer Jezus. Dat is het geval als je dingen in je
leven toelaat die tegen de wil van God ingaan, zonden. Je zou jezelf
kunnen wijsmaken dat je, ondanks zonden die je in je leven laat
bestaan, toch een goede relatie met de Heer Jezus kunt hebben. Maar dat
is onmogelijk, je houdt jezelf dan voor de gek. Wat je moet doen, is de
Heer vertellen waar het fout zit. Zeg Hem dat openhartig en dan is het
contact weer hersteld. Je voelt je weer veilig en geborgen bij Hem.
Hoofddoel van
de relatie
Er is nog een reden waarom het van belang is een levende relatie met de
Heer Jezus te hebben. Als die relatie er is, kun je gaan aanbidden in
geest en in waarheid. Hoewel het in jouw relatie met de Heer Jezus
begon met jouw kant ervan, wat belangrijk was voor jou, namelijk dat
jij uit de ellende werd verlost, is het hoofddoel ervan toch wat God
eraan heeft. Ik kom weer terug op de geschiedenis uit Johannes 4, het
gesprek van de Heer Jezus met de Samaritaanse vrouw. Zij was een diep
gevallen vrouw, maar juist met haar sprak de Heer Jezus over het
aanbidden van God in geest en waarheid (Johannes 4 vers 24).
De Heer Jezus:
Gods relatiegeschenk
Om van jou een aanbidder van de Vader te maken, heeft de Heer Jezus de
weg vrij gemaakt. Daarvoor wil Hij in jouw leven komen. De Heer Jezus
zei tegen de Samaritaanse: ‘Als u de gave van God
kende’
(Johannes 4 vers 10). Ja, de gave van God. Met eerbied gesproken zou ik
de Heer Jezus Gods ‘relatiegeschenk’ aan de mensen
willen
noemen. In de zakenwereld wordt vaak een relatiegeschenk gegeven om
daarmee de goede verstandhouding tussen de partijen te onderstrepen. Zo
was het met Gods ‘relatiegeschenk’ in Christus
niet. Want
er was helemaal geen relatie in stand te houden; wij hadden de relatie
verbroken, kapotgemaakt. Maar God wilde een relatie en Hij gaf de Heer
Jezus. ‘Als u de gave van God kende en wie Hij is die tot u
zegt:
Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u
levend water hebben gegeven.’ Als jij Gods
‘relatiegeschenk’ aanneemt, heb je geen dorst meer
naar de
dingen van het leven zonder God die nooit je dorst kunnen lessen. In
plaats daarvan drink je van het water dat Hij je geeft en dat is levend
water. Dat wordt in jou "een bron van water dat springt tot in het
eeuwige leven" (Johannes 4 vers 14).
De Bijbel gaat
voor je leven
Op deze manier krijgt je leven vulling, dan gaat je leven er anders
uitzien. Je kijkt niet meer op jezelf, je bent niet meer op jezelf
gericht, maar je gaat naar God kijken, je bent op Hem gericht. Je gaat
genieten van dat eeuwige leven. Er gaat een wereld voor je open, een
wereld die je niet voor mogelijk had gehouden. Je gaat de Bijbel anders
lezen.
Ik weet nog goed dat ik voor het eerst goed de Bijbel ging lezen. Ik
ben opgegroeid in een christelijk gezin, las wel in de Bijbel, maar het
leefde niet voor me. Dat veranderde toen ik me bekeerde tot God, de
wereld vaarwel zei en me uitleverde aan de Heer Jezus. Toen werd de
Bijbel een ander boek voor me. Het ging leven. Ik ontdekte de echte,
blijvende vreugde die het Woord van God geeft. Toen ik op zekere dag
– het was zaterdagavond – tegen mijn vrienden zei
dat ik
niet meer meeging de stad in, was dat eigenlijk mijn bekering. Je moet
‘nee’ durven zeggen als je wordt uitgenodigd mee te
gaan
naar plaatsen waar je ziel schade lijdt. Maar christen zijn is niet
alleen ‘nee’ zeggen. Het is ook
‘ja’ zeggen
tegen die andere wereld, de wereld van de Ander, de wereld van de Heer
Jezus. Over Hem lees je in de Bijbel.
De Bijbel
vertelt over de Heer Jezus
Een levende relatie is slechts mogelijk door het lezen van het levende
Woord. Lees de Bijbel! Lees in de evangeliën en ontdek wie de
Heer
Jezus is, hoe Hij op aarde geleefd heeft, hoe Hij sprak over de Vader
en werkte voor de eer van zijn Vader. Lees de brieven van Paulus. Hij
vertelt je prachtige dingen over de Heer Jezus zoals Hij nu in de hemel
is. Je hart wordt daardoor aan Hem verbonden en je zult zien hoe God
jou nu ziet. Paulus had maar één doel in zijn
leven en
dat was Christus. Als je Christus hebt, heb je Alles. Wie Christus niet
heeft, heeft niets. Je mag bij het lezen van de Bijbel nadenken over
Hem en over zijn werk en de heerlijke gevolgen daarvan voor jou. Dat
kost wel moeite en inspanning, maar dat heb je er dan graag voor over.
Als je ziet dat Hij je verlost heeft uit de handen van de rovers, zou
je dan je Weldoener niet beter willen leren kennen? Het is de grootst
mogelijke ondankbaarheid om door te gaan met het leven dat je leidde en
er niet radicaal een streep door te zetten.
Zeepbellenplezier
Heb jij een levende relatie met Hem? Dat is niet iets wat je alleen op
zondag beleeft, in kerk of samenkomst of bepaalde andere gelegenheden
waar je uit de Bijbel hoort lezen of spreken. Het is iets wat je je
levenlang beleven mag, elke seconde van de dag en van de nacht. Soms
moet je je daarvoor wel eens inspannen, je ertoe zetten, maar is dat
erg? Er zijn mensen die leven zonder God die zich voor heel wat lagere
doelen inzetten en zich daarvoor heel wat ontzeggen. Soms hebben ze er
ook nog veel geld voor over. Wat ze najagen blijkt echter vaak niets
anders dan zeepbellenplezier te zijn: je prikt erin en
‘pets!’ het is weg. Maar de Heer Jezus en het Woord
van God
blijven tot in eeuwigheid.
Lees de Bijbel!
Maak er voor jezelf een erezaak van om het Woord van God te bestuderen.
Neem de tijd ervoor. Ik zeg niet dat je geen ontspanning mag hebben.
Die krijg je best wel, dat komt vanzelf. Door de Bijbel te lezen en te
bestuderen, om daardoor de Heer Jezus beter te leren kennen, wordt je
relatie met Hem steeds levendiger, bruisender en dynamischer. In deel 2
zal ik daarop uitvoeriger ingaan. Het leven met en voor Jezus Christus
is niet statisch, je kunt het beléven. Dan ga je er over
spreken
en ervan getuigen en dan wil je niet anders. Waar het hart vol van is
daar loopt de mond van over en waar je schat is daar zal ook je hart
zijn. Hij heeft zoveel te bieden. De hele Bijbel is zijn boek waarin je
op praktisch elke bladzijde iets over Hem vindt.
De Bijbel voor
leiding in je leven
In de Bijbel geeft God ook aanwijzingen hoe je je leven moet leiden.
‘Twee zijn beter dan een’, je kunt niet alleen door
het
leven, alleen ga je eronderdoor. Maar als die Tweede er is, als God er
is, dan zul je kunnen standhouden, dan kun je overwinnen. Er is veel
strijd en er komen veel dingen op je af waarvan je zegt: "Hoe moet ik
daar nu mee omgaan?" Die vraag hoeft geen paniek te veroorzaken. Je mag
met die vraag naar de Heer gaan en Hem vragen: "Heer, hoe moet dat?"
Een levende relatie met de Heer heb je nodig om te weten hoe je hier je
weg moet gaan.
Hoe ga je de
relatie met de Heer Jezus aan?
Je kunt dat heel eenvoudig doen door oprecht te bidden: ‘O,
God
wees mij, zondaar genadig.’ Nooit heeft God een zondaar die
met
berouw over zijn zonden tot Hem kwam, afgewezen. Hij kan jou al je
zonden vergeven, omdat zijn Zoon, Jezus Christus, stierf op het kruis.
Door de zonde was ook de dood gekomen. Het loon van de zonde
ís
de dood. Dat loon ontving de Heer Jezus toen Hij Zich vrijwillig liet
kruisigen. Hij stierf in de plaats van ieder die zich met oprecht
berouw over zijn of haar zonden tot God keert. Als jij tot God gaat in
de erkenning dat jij het oordeel verdient, mag je erop vertrouwen dat
de Heer Jezus het oordeel over jouw zonden droeg. De Heer Jezus is ook
opgestaan uit de doden. Hij is dood geweest en is levend tot in alle
eeuwigheid (Openbaring 1 vers 18).
Beslis nu
Hij komt terug. Dat is zeker. De vraag is alleen: wacht jij op Hem in
de herberg of zal Hij jou bij zijn wederkomst moeten oordelen omdat je
de redding die Hij nu aanbiedt, afwijst? Hij heeft gezegd spoedig terug
te zullen komen. Stel daarom je beslissing om een relatie met Hem aan
te gaan niet uit, maar geef je over aan Hem die op jou wacht.
Hoe werk je
daaraan - onderhouden van de relatie
We hebben gezien dat het aangaan van een relatie met Hem niet van jou
en mij is uitgegaan, maar van Hem. Als illustratie daarvoor het verhaal
dat de Heer Jezus vertelt in Lukas 10 vers 30–37. Uit dat
verhaal
is gebleken dat een relatie met de Heer Jezus alleen tot stand kon
komen doordat Hij ons opzocht. Wij waren, net als die man, in handen
van rovers gevallen. De barmhartige Samaritaan is een prachtig beeld
van de Heer Jezus. Hij verzorgt deze man, brengt hem in een herberg en
geeft zelfs geld aan de waard voor de verzorging van de man gedurende
de tijd dat hijzelf op reis is.
Middelen om de
relatie op te bouwen
Op deze geschiedenis (of gelijkenis) volgt een gedeelte waarin wordt
gesproken over het luisteren naar Gods Woord (Lukas 10 vers 38-42) en
het gebed (Lukas 11 vers 1-13). De twee denaren, waarover in vers 35
wordt gesproken en waardoor de verzorging van de man zeker is gesteld,
lijken mij een prachtige illustratie van Gods Woord en het gebed. Deze
twee middelen heeft de Heer Jezus bij zijn terugkeer naar de hemel
‘nagelaten’ om de relatie die met Hem is ontstaan
te kunnen
onderhouden. In verband met het gebed wordt in Lukas 11 vers 13 nog
iets gezegd over de Heilige Geest. Een relatie met de Heer Jezus en met
God de Vader kun je alleen op een goede manier beleven, als je goed
gebruik maakt van het Woord van God en het gebed. Om tot een optimaal
gebruik van deze middelen te komen, moet je je laat leiden door de
Heilige Geest. Hij wil je helpen om je in je leven als christen te
oefenen in het luisteren naar God aan de ene kant en het vrijmoedig tot
Hem gaan als Vader aan de andere kant. Voor een evenwichtig christelijk
leven zijn zowel het Woord van God als het gebed onmisbare middelen.
Lukas 10 : 38
tot 11 : 13
‘Het gebeurde nu, terwijl zij reisden, dat Hij in een dorp
kwam,
en een vrouw genaamd Martha ontving Hem in haar huis. En deze had een
zuster, Maria geheten, die ook aan de voeten van de Heer zat en naar
zijn woord luisterde. Martha echter werd zeer in beslag genomen door
veel dienen; en zij kwam erbij staan en zei: Heer, bekommert U Zich er
niet om dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dan dat zij
mij moet helpen. De Heer echter antwoordde en zei tot haar: Martha,
Martha, je maakt je bezorgd en druk over veel dingen, maar
één ding is nodig; want Maria heeft het goede
deel
gekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen.
En het gebeurde, toen Hij op een bepaalde plaats in gebed was, dat
één van zijn discipelen, toen Hij ophield, tot
Hem zei:
Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen heeft
geleerd. Hij nu zei tot hen: Wanneer u bidt, zegt: Vader, moge uw naam
worden geheiligd, uw koninkrijk komen. Geef ons dagelijks ons
toereikend brood. En vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven
ieder die ons iets schuldig is. En leid ons niet in verzoeking. En Hij
zei tot hen: Wie van u zal een vriend hebben die te middernacht bij hem
komt en tot hem zegt: Vriend, leen mij drie broden, aangezien een
vriend van mij op reis bij mij is aangekomen en ik niets heb om hem
voor te zetten; en hij zou van binnen uit antwoorden en zeggen: Val mij
niet lastig, de deur is al gesloten en mijn kinderen zijn met mij naar
bed, ik kan niet opstaan om het je te geven? Ik zeg u, al zou hij niet
opstaan en hem geven omdat hij zijn vriend is, toch zal hij om zijn
onbeschaamdheid overeind komen en hem geven zoveel hij nodig heeft. En
Ik zeg u: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult vinden;
klopt, en u zal opengedaan worden. Want ieder die bidt, ontvangt; en
die zoekt, vindt; en die klopt, zal opengedaan worden. En welke vader
is er onder u, aan wie zijn zoon zal vragen om een brood, en die hem
een steen zal geven? Of om een vis, en die hem in plaats van een vis
een slang zal geven? Of ook om een ei zal vragen, zal hij hem een
schorpioen geven? Als dan u die boos bent goede gaven weet te geven aan
uw kinderen, hoeveel te meer zal de Vader die van de hemel is, de
Heilige Geest geven aan hen die er Hem om bidden.’
De Heer Jezus
wil ook bij jou wonen
Het belang van het luisteren naar Gods Woord wordt door het tafereel in
het huisgezin in Bethanië mooi weergegeven. De Heer Jezus
arriveert in het dorp, en een vrouw, Martha, ontvangt Hem gastvrij in
haar huis. Haar huis stond open voor de Heer. Het is te wensen dat de
Heer Jezus in jouw huis of op jouw kamer net zo welkom is. Natuurlijk
wil jij graag dat de Heer Jezus bij je komt, maar zou de Heer Jezus wel
graag bij jou willen komen? Je wilt graag openstaan voor de Heer Jezus,
maar zijn er misschien, als je heel eerlijk bent, toch nog wat dingen
waardoor de Heer als het ware een beetje terughoudend is om graag bij
jou te zijn? De Heer Jezus vertelt in Johannes 14 vers 23 wat de
voorwaarde is om bij je ‘binnen’ te komen:
‘Als
iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren, en mijn Vader zal hem
liefhebben en Wij zullen komen en woning bij hem maken.’ Het
grote kenmerk van luisteren naar Gods Woord is dat we het doen omdat we
de Heer Jezus liefhebben. Het is het Woord van Hem die ons zo liefheeft
en die ons heeft opgezocht in onze ellende toen we in handen van de
rovers waren gevallen.
Begin de dag
met luisteren naar God
Wat is er nu verklaarbaarder en begrijpelijker dan dat je je Weldoener,
die je van een gewisse dood heeft gered, beter wilt leren kennen? Ga
maar eens voor jezelf na welke plaats het Woord van God in je leven
inneemt. Wat doe je ’s morgens het eerst als je wakker wordt?
Radio aan en het nieuws beluisteren? Misschien word je wel door een
stevig muziekje gewekt. De krant pakken? Of is het zo dat je eerst
grijpt naar de Bijbel om te luisteren naar wat God tot je heeft te
zeggen? Voor de Heer Jezus, toen Hij als Mens op aarde was, was dat
laatste het geval. Dat lees je in Jesaja 50 vers 4: ‘De Here
HERE
heeft mij als een leerling leren spreken om met het woord de moede te
kunnen ondersteunen. Hij wekt elke morgen, Hij wekt mij het oor, opdat
ik hore zoals leerlingen doen.’ Als je zo de dag begint, het
liefst wat vroeg, dan zul je ook weten wat je overdag moet doen. Bij
alle (plotselinge) gebeurtenissen die je kunnen overkomen, onverwachte
situaties waarin je terecht kunt komen, geeft het Woord jou licht op je
pad.
Het manna
In Exodus 16 lezen we waarom de Israëlieten, toen ze vanuit
Egypte
de woestijn waren ingetrokken, ’s morgens vroeg hun tent uit
moesten om het manna te verzamelen. Dat moesten zij ’s
morgens
doen, omdat de zon dan nog niet hoog aan de hemel stond. Als de zon
heet werd, verteerde de zon het manna en bleef er niets van over. Een
gezegde luidt: de morgenstond heeft goud in de mond. Dat wil niet
zeggen dat je niet eens een keertje mag uitslapen. Het gaat om je
levensinstelling. Vroeg opstaan is van levensbelang voor een goede
relatiebeleving. Dan kun je ongestoord luisteren naar de stem van God
die door de Bijbel tot je spreekt. Van veel grote geloofsmannen en
–vrouwen die de kerkgeschiedenis heeft gekend, is bekend dat
ze
vroeg opstonden. Behalve de rust die er dan nog vaak in je omgeving is,
ben je ook nog fris en goed in staat om te
‘luisteren’.
Martha en Maria
Maria uit Lukas 10 wist wat luisteren betekende. Zij zat aan de voeten
van de Heer. Martha was anders. Zij diende. Maria en Martha worden wel
eens tegenover elkaar gesteld. Martha komt er dan meestal niet zo goed
af. Is dat omdat zij diende? Nee hoor. Als je Johannes 12 leest, waar
de Heer Jezus weer in dat huisgezin is en Lazarus uit de doden is
opgewekt, lees je opnieuw dat Martha diende. Het is fijn om de Heer te
dienen. Alleen moet het wel gebeuren op de juiste manier en je moet de
Heer geen verwijten gaan maken. Wat wij van Martha kunnen leren, is
dienen, wat ze met haar handen doet. Wat we van Maria kunnen leren, is
luisteren, wat ze met haar hart doet. De handen van Martha en het hart
van Maria horen bij elkaar. Je kunt van hen leren dat iets doen voor de
Heer pas waarde heeft als het gebeurt vanuit een houding van rust, van
het zitten aan de voeten van de Heer. Daarom wil ik het vooral hebben
over de houding van Maria. Van haar zegt de Heer ook nog dat zij het
goede deel heeft gekozen!
Aan de voeten
van de Heer
Eerst wil ik je er nog
even op wijzen
dat je Maria drie keer aan de voeten van de Heer Jezus aantreft. Hier,
in Lukas 10, is het om naar zijn Woord te luisteren, in Johannes 11
vers 32 komt ze om haar verdriet en haar tranen aan de voeten van de
Heer te brengen, en in Johannes 12 vers 3 is het om Hem te aanbidden
(dat is de betekenis van het zalven van zijn voeten). Er is voor ons
geen betere plaats te vinden dan aan de voeten van de Heer Jezus. Hoe
werk je aan een relatie met de Heer Jezus, hoe onderhoud je die? Door
te zitten aan zijn voeten. Hoeveel tijd neem je daarvoor? Je hebt heel
wat tijd nodig voor je dagelijkse bezigheden. Dat kan zijn op school,
je huiswerk maken en studeren; het kan zijn op je werk, de vakbladen
die je moet lezen om bij te blijven in je beroep. Om als christen
‘bij te blijven’ is het nodig om in de Bijbel te
lezen.
Alleen op de Bijbel kan de christen blindvaren. Daardoor krijgt hij
zicht op de Heer Jezus en wie zicht heeft op Hem heeft het ook op zijn
eigen leven.
Eén
ding is nodig
Eén ding! Alles wat je erbij neemt of eraan toevoegt, is te
veel. Het is niet één ding en nog een klein
beetje van
een ander ding erbij. Nee, één ding sluit al het
andere
uit. Doe je er iets bij, dan is het niet meer
‘één
ding’. Paulus heeft dat begrepen als hij zegt:
‘Eén
ding doe ik: terwijl ik vergeet wat achter is en mij uitstrek naar wat
vóór is, jaag ik in de richting van het doel naar
de
prijs van de hemelse roeping van God in Christus Jezus’
(Filippiërs 3 vers 14). Dat zegt Paulus, de man die het zo
ongelooflijk druk had, die zoveel activiteiten had en nog zoveel mensen
met het evangelie wilde bereiken en nog zoveel gemeenten wilde
onderwijzen. Ik hoop dat jij het erg druk hebt, niet met je eigen
dingen maar vooral voor de Heer. Misschien maak je bezoeken bij oudere
mensen of schrijf je kaartjes met bemoedigingen, of help je met
evangelisatiewerk of kinderwerk. Ik hoop dat je het razend druk hebt en
dat je je vrij hebt moeten vechten om dit te lezen. Maar al die
activiteiten komen pas goed tot hun recht als ze gebeuren vanuit dat
ene ding. Om al die andere, vele dingen kun je je bezorgd en druk
maken, maar ze kunnen je alleen maar de zegen van (het bouwen aan) de
relatie met de Heer ontnemen. Aan zijn voeten leer je Hem pas goed
kennen.
Het Woord van
God geeft vreugde, kracht en richting
Dat je de ervaring van Jeremia 15 vers 16 zult opdoen: ‘Zo
vaak
uw woorden gevonden werden at ik ze op, uw woord was mij tot vreugde en
blijdschap mijns harten.’ Hoe ga je met het Woord om? Lees je
het
Woord, eet je het Woord? Drink je het in? Of neem je het erbij? Als je
de gezindheid van Maria hebt, dan drink je dat Woord in, elke letter
ervan. Het Woord geeft je kracht. Het Woord laat je genieten van de
relatie met de Heer Jezus. Je wordt erdoor opgebouwd. Niets anders dan
het Woord geeft je een fundament in je leven, zeker als je de een of
andere opleiding moet volgen, waarbij je met veel verschillende
theorieën te maken krijgt. Het Woord is het enige dat jou kan
bewaren om niet op de een of andere manier in je geloof schipbreuk te
lijden. Je hebt te maken met het eeuwig blijvend Woord van God. Dat
Woord is niet wisselend van waarde, het is niet aan devaluatie
onderhevig. Het Woord geeft je in elke periode van je leven, jong of
oud, gemakkelijk of moeilijk, ja, in elke situatie steun en uitkomst.
Woord en gebed
Het Woord spreekt ook over het gebed. Je leest in de Bijbel vaker over
de verbinding die er is tussen Woord en gebed: Handelingen 6 vers 4; 1
Timotheüs 4 vers 5. Het is kenmerkend voor Lukas dat hij in
zijn
evangelie onderwerpen bij elkaar plaatst die ook echt bij elkaar horen.
Zo is het ook met de laatste verzen van Lukas 10 en de eerste verzen
van Lukas 11. Een van de eerste resultaten van het lezen van het Woord,
van het luisteren naar ‘de stem’ van de Heer, is
dat je
iets wilt terugzeggen. In een relatie zijn minstens twee personen
aanwezig en ze zijn ook actief. Het is schitterend om een levende
relatie te hebben met de Heer Jezus, om niet alleen naar Hem te
luisteren maar ook met Hem te spreken.
Leer ons bidden
In Lukas 11 vers 1 is de Heer in gebed. (In het evangelie naar Lukas
zie je de Heer wel zeven keer in gebed: 3 vers 21; 5 vers 16; 6 vers
12; 9 vers 18, 29; 11 vers 1; 22 vers 42. Dat het gebed in dit
evangelie zoveel nadruk krijgt, past bij de wijze waarop Lukas de Heer
Jezus voorstelt, namelijk als de volkomen afhankelijke Mens.) Als de
Heer is opgehouden met bidden, stelt één van zijn
discipelen de vraag: ‘Heer, leer ons bidden.’ Er
zijn een
paar praktische dingen te leren uit dit eerste vers. In de eerste
plaats zie je het voorbeeld van de Heer, Hij bad. Wat zijn goede
voorbeelden belangrijk! In de tweede plaats ontlokt zijn voorbeeld de
vraag om les te krijgen in bidden. In de derde plaats zie je dat die
vraag komt van één van zijn discipelen, niet van
allemaal. Hierdoor zie je dat het jouw persoonlijke vraag aan Hem mag
zijn of Hij jou wil leren bidden.
Wat is bidden
Bidden is: het beseffen van je totale afhankelijkheid van God. Bidden
is dat je je bewust bent dat je hulp nodig hebt. Bidden is eigenlijk je
leven, het is de ademhaling van je ziel. Hier is de Heer Jezus als Mens
het volmaakte voorbeeld. Ik wees daar al even op. In Psalm 109 vers 4
staat van Hem: ‘Ik ben een en al gebed.’ Het hele
leven van
de Heer was gebed. Hij stond in voortdurend contact met zijn Vader. Dat
wil niet zeggen dat je altijd je handen gevouwen moet hebben; je kunt
ook zonder gevouwen handen heel wat af bidden. Terwijl je dit leest,
kan er een voortdurend gebed uit je hart tot God gaan:
‘Vader,
wilt U alstublieft laten zien wat U met mijn leven wilt?’ Jij
wilde vanaf het moment dat je voor de Heer Jezus koos, toch niet meer
voor jezelf leven? En God wil wat met jouw leven, veel zelfs.
Het
‘Onze Vader’ is geen formuliergebed
Voordat ik met jou dit gebed, waardoor de Heer ons wil leren hoe we
moeten bidden, ga doornemen, is het goed dat je weet dat de Heer Jezus
hier geen formuliergebed aan ons voorhoudt. Dat blijkt al duidelijk als
je het gebed zoals dat hier in Lukas 11 staat opgetekend, vergelijkt
met het gebed zoals het in Mattheüs 6 vers 5-15 is
weergegeven. De
verschillen in deze beide weergaven van het onderwijs van de Heer laten
zien dat het niet de bedoeling van de Heer is, ons in precies die
bewoordingen te laten bidden. Veel meer geeft de Heer in beide
gedeelten de beginselen aan die in ons gebedsleven telkens naar voren
mogen komen.
Vader
De Heer Jezus begint zijn ‘bidles’ met de naam van
de
Vader: ‘Wanneer u bidt, zegt: Vader.’ Wie een
levende
relatie met de Heer Jezus heeft, mag God als Vader aanspreken. Er is in
een gezin bijna niets mooiers denkbaar dan dat kinderen heel spontaan
en heel openhartig naar hun vader kunnen gaan. Een jongeman met wie ik
eens kennis maakte, was nogal nerveus en onzeker. Dat kwam, zo werd mij
verteld, omdat die jongen niet geaccepteerd was door zijn vader. Hoe
hij ook zijn best had gedaan om door zijn vader geaccepteerd te worden,
telkens werd hij afgewezen. Een vader vertelde me dat hij
één van zijn kinderen onder tranen had beleden
dat hij
nooit echte aandacht voor hem had gehad. Ieder die vader is, weet hoe
hij als vader kan falen. Maar de Heer Jezus leert je bidden tot een
Vader die niet faalt, een Vader die precies weet wat je nodig hebt en
naar Wie je met vrijmoedigheid toe mag gaan. In Efeze 2 vers 18 staat
heel mooi dat wij in ‘één Geest de
toegang tot de
Vader’ hebben. (Over de Heilige Geest zal ik aan het eind van
dit
boekje nog een paar dingen zeggen.) Deze Vader staat elk moment van de
dag en elk moment van de nacht voor je klaar; je kunt altijd bij Hem
terecht. Hij heeft het nooit te druk, je krijgt geen
‘ingesprektoon’, Hij is geen slapende God, niet een
God die
op reis is of om andere redenen afwezig is (zie 1 Koningen 18 vers 27).
Hij is een Vader die er altijd is voor jou. ‘Zo’,
zegt de
Heer Jezus tegen zijn discipelen, ‘mag je tot God gaan en Hem
je
Vader noemen.’
Uw naam worde
geheiligd
Nadat je zo God als je Vader hebt aangesproken, zijn de eerste woorden
van je gebed gericht op die kostbare Vadernaam. De Heer Jezus leert je
als eerste in verbinding met die naam te zeggen: ‘Uw naam
worde
geheiligd’. Wat je direct al mag leren als je bidt, is dat de
heiligheid van de naam van de Vader de eerste plaats inneemt. Daardoor
komt ook een stukje groei in je geestelijke relatie met de Heer tot
stand. Terwijl zoveel mensen in deze wereld geen rekening houden met de
naam van de Vader, doe jij dat wel. Jij bent immers totaal anders?
Uw koninkrijk kome
Als je bidt: ‘Uw koninkrijk kome’, betekent dat
voor jou
vandaag dat je bijvoorbeeld aan de Vader vraagt: ‘Mag uw
heerschappij in mijn leven bevestigd worden. Ik wil niet meer mijn
leven in eigen hand nemen en het inrichten zoals ik denk dat het het
beste is. Ik wil dat uw koninkrijk, Vader, in mijn leven gestalte
krijgt en dat uw heerschappij in mijn gezin werkelijkheid
wordt.’
Geef ons
dagelijks ons toereikend brood
Dit betekent dat wij leren voor elk stukje brood dat wij nodig hebben
afhankelijk te zijn van de Vader. Dat is heel moeilijk voor ons, want
de voorraadkast is redelijk gevuld en het saldo op de bank geeft ook
geen reden tot directe paniek. Verder zijn we goed verzekerd tegen
allerlei calamiteiten. Waarom zouden we eigenlijk nog afhankelijk van
God moeten zijn? Door alles wat we ons van de welvaartsmaatschappij
hebben toegeëigend, hebben we God onbewust een beetje naar de
rand
van ons bestaan gedrongen. Als we dat in de gaten krijgen, zullen we
dan niet des te intenser gaan bidden dat we ons bewust zullen blijven
dat we alleen afhankelijk zijn van Hem, voor alles?
Niet van brood
alleen
We zijn niet alleen afhankelijk van God voor de materiële, de
stoffelijke dingen, maar natuurlijk ook voor geestelijke. Want
‘niet van brood alleen zal de mens leven, maar van alle woord
dat
door de mond van God uitgaat’ (Mattheüs 4 vers 4).
Dan vraag
je bij het opstaan: ‘Vader, geef mij weer een woord van U
voor
vandaag.’ We moeten leren om dat elke dag te vragen. Dan
weten we
ook met de moeden een woord te spreken te rechter tijd, zoals ik dat
uit Jesaja 50 aanhaalde. Als je hebt leren luisteren, kun je mensen die
je ontmoet, iets meegeven.
Vergeef ons
onze zonden
Het volgende dat de Heer leert om te bidden, is: ‘En vergeef
ons
onze zonden, want ook wijzelf vergeven ieder die ons iets schuldig
is’. Te leven in het besef dat je zonden vergeven zijn, is
een
groot goed. Ben jij je bewust dat God jou je zonden niet meer toerekent
en dat ze weg zijn, voor eeuwig weg van voor zijn aangezicht en dat Hij
er ook niet meer op terugkomt?
Herinnering aan de zonde
Dat betekent echter niet dat God ons helemaal niet meer aan onze zonden
herinnert. Soms is dat nodig. Maar dat doet Hij dan niet om ons die
zonden nog eens fijntjes onder onze neus te wrijven, zoals wij dat wel
bij anderen kunnen doen. En Hij doet dat ook niet om ze ons alsnog toe
te rekenen. Paulus weet zich nog best te herinneren, al is hij dan al
bijna aan het eind van zijn leven, wat hij voor zijn bekering is
geweest (zie 1 Timotheüs 2 vers 13). Vergeving betekent niet
dat
je niet meer over vroegere zonden zou mogen praten. Het gaat erom hoe
je dat doet. In het boek Deuteronomium kun je lezen dat Mozes de hele
geschiedenis van het volk Israël nog eens de revue laat
passeren.
Hij doet dat om hen eraan te herinneren wie ze van nature zijn. Zoiets
is ook voor ons goed.
Vergeving
bewerkt liefde
Hoe meer je je bewust wordt wat je allemaal is vergeven, des te groter
zal je toewijding aan de Heer Jezus worden en ook je liefde voor Hem.
Een prachtig voorbeeld daarvan heb je in Lukas 7 vers 36–50.
Daar
zie je een vrouw van wie de Heer Jezus zegt (vers 47): ‘haar
vele
zonden zijn vergeven, want zij heeft veel liefgehad.’ Dat is
een
merkwaardige zin. Maar het komt hier op neer dat deze vrouw een
ontzettend grote liefde voor de Heer Jezus had, omdat zij zich bewust
was hoeveel Hij haar vergeven had.
Zonde en belijdenis
Weet jij hoeveel zonden jou vergeven zijn? Dat zijn er echt ontelbaar
veel. Misschien denk jij alleen aan bepaalde daden die niet door de
beugel konden. God ziet dat anders. Hij zegt dat alles wat je niet hebt
gedaan in gehoorzaamheid aan Hem, zonde is (1 Johannes 3 vers 4b) en
dat alles wat je niet hebt gedaan op grond van geloof, zonde is
(Romeinen 14 vers 23). Het is je allemaal vergeven als je het oprecht
hebt beleden, het is allemaal weg (Micha 7 vers 19). God gedenkt de
zonden niet meer en in dat bewustzijn mogen we telkens tot God gaan. In
1 Johannes 1 vers 9 staat: ‘Als wij onze zonden belijden, Hij
is
getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen
van alle ongerechtigheid.’ Weet jij wat het is: vergeving van
zonden te hebben ontvangen? Dat is opgelucht adem te kunnen halen; het
is het besef dat er niets meer is dat je geweten drukt; het is ook een
‘onbewolkt’ kunnen genieten van gemeenschap met God
en de
Heer Jezus.
Anderen
vergeven
Als wij weten dat onze zonden door God vergeven zijn, moet dat ook zijn
uitwerking hebben naar anderen toe. De Heer voegt eraan toe
‘want
ook wijzelf vergeven ieder die ons iets schuldig is.’ Dat is
best
wel eens moeilijk. Is er iemand die jou lelijk behandeld heeft of nare
dingen over je heeft gezegd of jou iets heeft aangedaan waar je geen
kant mee op kunt? In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij
incestslachtoffers, kan het een moeizaam en langdurig proces zijn om de
ander te vergeven wat je is aangedaan. Een grote hulp in dat proces is
als de dader de zonde aan je belijdt in het besef wat hij of zij jou
daarmee heeft aangedaan. Helaas gebeurt dat lang niet altijd. Maar wat
de Heer bedoelt, is dat de houding van wie iets is aangedaan, er een
van vergevingsgezindheid moet zijn. Zijn wij bereid om te vergeven? Ik
weet van een oude man die eens tegen iemand zei die vond dat ze heel
kwalijk behandeld was: ‘Denk erom dat je nooit vergeet wat je
is
aangedaan.’ Die man was zelf erg verbitterd en hij had geen
enkel
begrip van vergeving. Maar als er een relatie is ontstaan met de Heer
Jezus zijn we in staat om te vergeven. De vraag is: zijn we er ook toe
bereid? Wie een kind van God is en zich realiseert wat hem allemaal
door God is vergeven, zal er toe komen om ook te vergeven.
Leid ons niet
in verzoeking
Waarin word je verzocht? Geld kan een verzoeking zijn. Waarin investeer
jij je geld? In allerlei kansspelen en loterijen? Je investeert geld om
te winnen en het liefst zoveel mogelijk. Je kunt je zelfs voornemen om
een heleboel aan de Heer te geven, want zo zijn we wel. Als we dan die
jackpot winnen, zijn we van plan heel royaal aan de Heer te geven. Toch
wil de Heer ons niet op die manier rijk maken. Dat doet de duivel. De
Heer wil dat we voor ons geld werken, dat we het verdienen.
‘Leid
ons niet in verzoeking’ is een gebed dat de Heer ons leert
bidden
omdat Hij weet hoe zwak wij zijn tegenover de verleidingen waarmee de
duivel ons te pakken wil nemen. Misschien kun je wel heel goed leren.
Dan is het gevaar groot dat je je hersenen, die je van de Heer hebt
gekregen, voor jezelf gebruikt, om er zelf mee te schitteren. Het
‘leid ons niet in verzoeking’ geldt ook voor het
niet
meegezogen worden met de massa die bezwijkt voor reclameboodschappen
waarin het ene nog mooier wordt voorgesteld dan het andere. Reclame
oefent vaak een geraffineerde invloed uit op de begeerten van de mens.
Als je er veel van inslikt, op je laat inwerken, wordt het heel
moeilijk om te bidden: ‘leid ons niet in
verzoeking’.
Ontloop de dingen die je kunt ontlopen! En wat te zeggen over seksuele
begeerten? Hoe ongeremd wordt daar een aanslag op gedaan door heel veel
wat in supermarkten te koop wordt aangeboden. De tv reclame is ervan
doortrokken. Als je een computer hebt met internet, is het vaak
mogelijk om seks sites te bezoeken. Je leeft in een versekste wereld.
‘Leid ons niet in verzoeking’ mag wel heel speciaal
met het
oog op deze begeerten worden gebeden. Rein blijven of worden in je
denken gaat vooraf aan rein blijven in de dingen die je doet.
Een voorbeeld
Na zijn onderwijs over het bidden, vertelt de Heer over een vriend die
bij een andere vriend komt. De bezoekende vriend zegt: ‘Ik
heb
bezoek gekregen van een vriend en nu heb ik niets om die man voor te
zetten. Kan ik alsjeblieft drie broden van je lenen?’ De Heer
vertelt dit voorval als een voorbeeld voor hoe het in aardse
verhoudingen kan gaan. Als je in nood bent omdat je iets niet hebt, kun
je naar een vriend gaan en het hem vragen. Dat kan voor die vriend best
wel lastig zijn. Hij laat je dat ook merken. Hij verwijt je dat je op
een onmogelijk uur komt en vertikt het uit bed te komen. Onverrichter
zake keer je naar huis terug. Bij je hemelse Vader zul je niet meemaken
dat Hij zegt: ‘Val Mij niet lastig.’ Bij Hem kun je
altijd
terecht!
De les uit het
voorbeeld
Dan koppelt de Heer aan dit voorbeeld in vers 8 de volgende les:
‘Ik zeg u, al zou hij niet opstaan en hem geven omdat hij
zijn
vriend is, toch zal hij om zijn onbeschaamdheid overeind komen en hem
geven zoveel hij nodig heeft.’ In de aardse verhoudingen is
het
zo dat een stuk onbeschaamdheid iemand kan overtuigen om te geven wat
gevraagd wordt. Er zijn wel van die onbeschaamde mensen die langs de
deur komen om hun producten te verkopen. Pas op voor zulke mensen, want
voor je het weet heb je een waardeloos artikel in huis en zit je voor
ik weet niet hoelang aan periodieke betalingen vast. Het zijn mensen
die overdonderend kunnen praten. Aan dit soort onbeschaamdheid moet je
hier niet denken. Wat je hier wel mag leren, is dat je voortdurend moet
bidden, aanhoudend moet bidden, zonder op te geven en dat je in
vertrouwen moet bidden. In Lukas 18 vers 1-8 vertelt de Heer het
verhaal van een weduwe die voor haar recht steeds weer opnieuw naar een
zekere rechter ging. Het was een rechter die geen mens ontzag en God
niet vreesde. Hij was de vrouw eigenlijk beu, maar omdat die vrouw maar
bleef aanhouden, sprak hij uiteindelijk toch recht. De Heer eindigt dat
verhaal met de toepassing: ‘Zou God dan zijn uitverkorenen
geenszins recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat
Hij hen lang wachten? Ik zeg u, dat Hij hun spoedig recht zal
verschaffen.’
Een gebedslast
Misschien ken jij ook mensen in je omgeving die de Heer niet kennen en
die je echt op je hart liggen: een familielid, je man, je vrouw, een
kind, iemand van school of van het werk. Heb jij een gebedslast voor zo
iemand? Ik zou er op willen aandringen voor die persoon of personen te
gaan bidden, aanhoudend te gaan bidden, onbeschaamd te gaan bidden.
Weet je waarom dat mag? Niet om God over te halen, maar om de ervaring
op te doen dat God een bereidwillige, luisterende God is.
Geduld
Het kan best zijn dat je een poosje moet wachten tot je gebed wordt
verhoord. Dat beleefde Daniël. Hij was in grote nood en bad.
Na
drie weken komt er antwoord. Het antwoord was drie weken tegengehouden
omdat er een strijd woedde in de hemelse gewesten, zie Daniël
10
vers 2 en 12. Wees ervan verzekerd dat het gebed de hemel in beweging
zet. Gebed maakt de duivel en al zijn machten erg actief, maar God ook.
De duivel uiteraard in negatieve zin: hij wil dat je ermee ophoudt.
Maar de God wil dat er gebeden wordt en op grond daarvan wil Hij
handelen ten gunste van zijn kinderen. Is ons leven met God een
realiteit of niet?
Het gebed van
een rechtvaardige
De Heer gaat verder met zijn onderwijs over het bidden:
‘Bidt, en
u zal gegeven worden’ (Lukas 11 vers 9). Toch krijg je niet
altijd waar je om vraagt. Jakobus 4 vers 3 zegt dat je kunt bidden en
toch niet ontvangt, omdat je verkeerd bidt, namelijk om dat wat je zou
ontvangen in je hartstochten te verkwisten. Ik heb het nu over puur
egoïstische gebeden, waarbij je alleen uit bent op eigen
voordeel.
Wij zijn in staat het gebed op die manier te misbruiken. Het gebed waar
God naar luistert, is het gebed van de rechtvaardige. Jakobus heeft het
in zijn brief in hoofdstuk 5 vers 16 en 17 over zo’n
rechtvaardige, Elia. Een rechtvaardige is iemand op wiens leven niets
is aan te merken. Als er dingen in je leven zijn die niet goed zijn en
je komt dan bij God met je wensen, zal God zeggen dat je eerst de
verkeerde dingen uit je leven moet wegdoen. Als dat is gebeurd en er is
voor zover je weet verder niets aanwezig, ga dan bidden. Elia bad en
werd verhoord; hij bad weer en werd weer verhoord.
Het
gemeenschappelijk gebed
Naast je persoonlijk gebedsleven is het ook belangrijk de
gebedssamenkomsten van de gemeente te bezoeken. In Mattheüs 18
vers 19 en 20 gaat het over het samenkomen van de gemeente om te
bidden. Als de gemeente samenkomt in de erkenning van het gezag dat de
Heer Jezus daar heeft, mogen de gelovigen weten dat de Heer Jezus in
hun midden is. Wat een geweldig voorrecht, dat veel te weinig
gewaardeerd wordt, want de gebedssamenkomsten worden vaak slecht
bezocht. En hoe wordt er gebeden? Je kunt je soms niet aan de indruk
onttrekken dat een bepaald lijstje met personen en onderwerpen wordt
afgehandeld; je kunt maar moeilijk spreken van echt vurig bidden.
Waarschijnlijk komt dat omdat we nauwelijks meer onder de indruk zijn
van de nood die er is. Nood leert bidden. Toen Petrus in de gevangenis
zat heeft de gemeente vurig voor hem tot God gebeden. Die samenkomst
duurde niet slechts een uurtje, maar heeft enkele dagen geduurd. De
nacht voor de terechtstelling van Petrus bad men zelfs de hele nacht
door (Handelingen 12 vers 5-12).
Vertrouwend
bidden
Als de Heer na deze aansporing om te bidden, zegt: ‘Zoekt, en
u
zult vinden,’ wil dat zeggen dat je in je bidden zoekt naar
de
wil van God. Daarin moet je aanhouden, blijven kloppen, al laat de
verhoring nóg zolang op zich wachten. Blijf kloppen totdat
de
deur opengaat. We voelen allemaal wel eens de twijfels in ons hart
opkomen: ja maar dit, ja maar dat. Het gaat er dan om of het nog leeft
voor ons, of er een echte levende relatie is met de Heer Jezus. Laten
we de gebedssamenkomsten eens gaan bezoeken in het bewustzijn dat God
hoort en dat we van Hem zullen krijgen wat we nodig hebben. Hij geeft
nooit iets verkeerds als we aan Hem vragen wat we nodig hebben. De Heer
wijst op de aardse vader. Als een zoon aan zijn vader voedzame dingen
vraagt, zal die vader toch geen dingen geven waarvan de voedingswaarde
nul is of die zelfs giftig zijn?
Bidden om de
Heilige Geest
Hieraan verbindt de Heer, en daarmee sluit Hij zijn onderwijs over het
bidden af, de gave van de Heilige Geest: ‘Als dan u, die boos
bent, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal de
Vader die van de hemel is, de Heilige Geest geven aan hen die Hem erom
bidden’ (Lukas 11 vers 13). Over de Heilige Geest bestaat
veel
verwarring en misverstand. Ook over dit vers. De vraag is wat hier
wordt bedoeld met het bidden om de Heilige Geest. De Heilige Geest is
op aarde in de gemeente komen wonen en Hij woont ook in de individuele
gelovige. Dat is gebeurd tien dagen na de hemelvaart van de Heer Jezus,
op de pinksterdag. Die gebeurtenis staat beschreven in Handelingen 2.
Wat toen plaatsvond, is de directe vervulling van het gebed dat de Heer
in Lukas 11 vers 13 zijn discipelen leert bidden. In Handelingen 1 vers
14 zie je de discipelen in gebed, waarbij zij ongetwijfeld gebeden
hebben wat de Heer hier zegt.
Wanneer krijgt
iemand de Heilige Geest
Hoewel dit bidden tot de Vader om de Heilige Geest te geven dus al is
verhoord, hebben we nog wel te maken met het vervuld worden met de
Heilige Geest (Efeze 5 vers 18). Daar mag je zeker voor bidden. In je
leven als christen is het belangrijk dat de Heilige Geest volledig
beslag kan leggen op dat leven, dat Hij het helemaal mag en kan
beheersen. Hoe weet jij trouwens of jij persoonlijk de Heilige Geest
hebt ontvangen? Je mag dat zeker weten als je met je hart het evangelie
van je behoudenis hebt aangenomen. Wat dat evangelie van je behoudenis
is, staat in 1 Korinthiërs 15 vers 1-4. Omdat dit zo
belangrijk
is, zal ik vers 3 en 4 aanhalen: ‘Want ik heb u in de eerste
plaats overgegeven wat ik ook ontvangen heb: dat Christus voor onze
zonden gestorven is, naar de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat
Hij op de derde dag is opgewekt, naar de Schriften.’
De Geest van
zoonschap
Efeze 1 vers 13 verbindt daaraan de conclusie dat, als je het evangelie
van je behoudenis hebt geloofd, je door God verzegeld bent met de
Heilige Geest van de belofte. Gód zegt dat! Laat niets of
niemand je die zekerheid ontnemen. De Heilige Geest is de
‘Geest
van zoonschap, waardoor wij roepen: Abba, Vader’ (Romeinen 8
vers
15). Door het geloof in de Heer Jezus ben je een zoon van God en
‘omdat u zonen bent heeft God de Geest van zijn Zoon in onze
harten uitgezonden, die roept: Abba, Vader’ (Galaten 4 vers
6,
7). Dat mag je zeggen. Jouw relatie met God is er nu
één
van een zoon ten opzichte van zijn Vader.
De doop in de
Geest
Er wordt nog steeds veel gediscussieerd over de doop met of in de
Heilige Geest. De Bijbel weet niets van een ‘second
blessing’ (een ‘tweede zegen’), een
ervaring van de
doop in de Geest nadat je de Heilige Geest al hebt ontvangen toen je
tot geloof kwam. Efeze 1 vers 13 is hier duidelijk over. Laat je niet
in de war brengen! Iets anders is de vermaning om met de Heilige Geest
vervuld te zijn, zoals dat staat in Efeze 5 vers 18. Om met de Heilige
Geest vervuld te kunnen zijn, is het nodig dat je niet met jezelf bezig
bent, maar met de Heer Jezus. Daarvoor is de Heilige Geest ook naar de
aarde gekomen en woont Hij in je. In Johannes 16 vers 14 zegt de Heer
Jezus: ‘Hij [dat is de Heilige Geest] zal Mij verheerlijken,
want
Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen’.
Hoe nu verder
Wat we hebben overdacht, is bedoeld als een hulp bij het zetten van
stappen op de weg van het geloof. De weg die je bent ingeslagen is de
weg van het leven. Op die weg is ongelooflijk veel te zien; je kunt het
allemaal lezen in de Bijbel. Dat doe je dan ook. Maar je zou ook graag
willen begrijpen wat je leest. Speciaal voor mensen zoals jij heb ik
een verklaring geschreven over de brief aan de Romeinen. Zoals gezegd
gaat het allemaal over de Heer Jezus, het middelpunt om Wie alles
draait. Als je iets in de Bijbel leest over de toekomst, is dat de
toekomst van de Heer Jezus. Hij zal al Gods plannen vervullen. Wat
daarbij zo schitterend is? Je mag weten dat, sinds jij je hebt
overgegeven aan de zorg van de barmhartige Samaritaan, je met Hem
verbonden bent. De toekomst van de Heer Jezus is nu ook jouw toekomst.
Dat is toch om niet goed van te worden? Wil je weten hoe God jou nu
ziet? Kijk naar de Heer Jezus en je weet het! In de Bijbel staat dat je
‘aangenaam gemaakt bent in de Geliefde’ (Efeze 1
vers 6).
Onbegrijpelijk, maar waar, want het staat er echt. God heeft het gezegd
en dus is het zo.
Herinner je de
herberg
In de geschiedenis van de barmhartige Samaritaan (zie deel 1) heb je
gelezen dat de gewonde man naar een herberg werd gebracht. De Heer
Jezus wil jou ook naar zo’n plaats brengen. Ik heb al gezegd
dat
in die herberg een plaatselijke gemeente kan worden gezien. Om te
groeien in je relatie met de Heer Jezus is het belangrijk dat je ook
samen met anderen je geloof beleeft. Je bent door je bekering een lid
van de gemeente van God geworden. Er is slechts
één
gemeente van God op aarde. Helaas is daar door alle verdeeldheid niet
veel van te zien. Toch is het mogelijk om plaatselijk als gemeente
samen te komen. Hoe dat moet staat met name beschreven in de eerste
brief aan de Korinthiërs. Als je op zoek gaat naar gelovigen
die
‘alleen maar’ als gemeente willen samenkomen, heb
je in de
Bijbel een volmaakte gids gekregen. Gebruik Gods Woord steeds als
toetssteen bij wat je ziet en hoort en laat je niet meeslepen door je
gevoel. Ga niet op zoek naar een plaats waar jij je thuis voelt, maar
ga op zoek naar de plaats waar de Heer Jezus Zich thuis voelt. En waar
voelt Hij Zich thuis? Op die plaats, waar Hem alle gezag wordt gegeven.
Dat gezag oefent Hij uit door zijn Woord. Daarom heb je in het Woord
een volmaakte toetssteen. De Heer Jezus heeft gezegd: ‘Waar
twee
of drie vergaderd zijn tot mijn naam, daar ben Ik in hun
midden’
(Mattheüs 18 vers 20). De verzen die daaraan voorafgaan, maken
duidelijk dat het gaat om het samenkomen van de gemeente.
Twee
bijbelboeken om mee te beginnen
Er is verschil tussen elke dag een stukje uit de Bijbel te lezen en een
gedeelte wat nader te bestuderen. Ik zou je willen aanraden elke dag
een stukje uit de evangeliën te lezen. Je begint in het
evangelie
naar Mattheüs en gaat vervolgens de andere drie
evangeliën
door. Je leert dan veel over het leven van de Heer Jezus, wat Hij
gedaan heeft en hoe Hij het gedaan heeft. Hij is in alles het grote
Voorbeeld. Het tempo waarin je dat doet is niet belangrijk. Lees
aandachtig, laat de tekst op je inwerken. Deze manier van lezen vormt
je in je denken en gaat je handelen bepalen. Naast dit regelmatig
lezen, is het ook van belang de Bijbel te gaan bestuderen. Daarvoor
neem je wat meer tijd, daar ga je voor zitten. Twee bijbelboeken wil ik
je aanbevelen om mee te beginnen. Het zal je niet verbazen dat dit de
brief aan de Romeinen en de eerste brief aan de Korinthiërs
zijn,
welke ik reeds eerder noemde. Mijn motivatie voor die aanbeveling is
als volgt. In de brief aan de Romeinen wordt uitvoerig geschreven over
het werk dat de Heer Jezus aan het kruis heeft volbracht. Op grond
daarvan kon God jou rechtvaardig verklaren. In die brief gaat het
vooral om je persoonlijke verhouding tot God en de Heer Jezus. Daarom
is het belangrijk die brief als eerste te bestuderen. In de brief aan
de Korinthiërs wordt uitvoerig beschreven wat de kenmerken van
de
plaatselijke gemeente van God zijn. Het is veelbetekenend dat die brief
gericht is ‘aan de gemeente van God die te Korinthe
is¼
met allen, in elke plaats, die de naam van onze Heer Jezus Christus
aanroepen’ (1 Korinthiërs 1 vers 2). In die brief
gaat het
er vooral om hoe jij samen met anderen als gemeente van God inhoud kunt
geven aan wat God met de gemeente heeft bedoeld. Daarom is het
belangrijk ook die brief te bestuderen.
Gebed
Je leest in de Bijbel over nog veel meer fijne dingen, allemaal
zegeningen die ook van jou zijn omdat je bij de Heer Jezus hoort. Het
is zóveel dat we voor dit moment alleen maar kunnen
aansluiten
bij wat Paulus voor de gelovigen in Efeze bidt. Met die woorden van
Paulus bid ik voor jou dat ‘de God en Vader van onze Heer
Jezus
Christus, de Vader der heerlijkheid, u de geest van wijsheid en
openbaring geeft in de kennis van Hem, verlichte ogen van uw hart,
opdat u weet wat de hoop van zijn roeping is, wat de rijkdom is van de
heerlijkheid van zijn erfenis in de heiligen, en wat de uitnemende
grootte van zijn kracht is jegens ons die geloven, naar de werking van
de macht van zijn sterkte, die Hij heeft gewerkt in Christus door Hem
uit de doden op te wekken en Hem aan zijn rechterhand te zetten in de
hemelse gewesten, boven alle overheid, gezag, kracht en heerschappij en
elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze, maar ook in de
toekomstige eeuw’ (Efeze 1 vers 17-22).
De Terebint
Komt in het gehele Middellandse-Zeegebied voor, vooral ook in Syrië en Palestina. De meeste bomen zijn te vinden in het westelijke deel van Palestina, zoals ten westen van Nazaret en in het Karmelgebied, minder op het gebergte van Juda, daarentegen wel weer in het Overjordaanse, terwijl de grootste exemplaren in de omgeving van Hebron* voorkomen. De Terebint is een grote boom, die echter niet zo hoog wordt, met knoestige stam en wijdvertakt.
Creëer momenten van rust en bezinning | Handreiking voor persoonlijke meditatie |
01. Zoeken en vinden van
de balans tussen werken en rusten; 02. Geestelijk en fysiek de batterij weer opladen; 03. Tijd en rust om aandacht aan je innerlijk te besteden; 04. De mogelijkheid om je geest te verzorgen; 05. Zonder schuldgevoel tijd voor jezelf nemen; 06. Bezinning op lang gekoesterde wensen en dromen; 07. Vermijden van geestelijke burn-out verschijnselen; 08. Tijd nemen om verdriet te verwerken of 'leven' op orde te krijgen; 09. Hervinden van plezier, inspiratie en creativiteit in je werk of geloofs-leven; 10. 0ntdekken van de Heilige Geest die in je woont. |
1.
Reserveer wat tijd voor meditatie (een kwartier tot een half uur). 2. Kom tot rust: word stil, concentreer je. 3. Bid de Geest om ontvankelijkheid voor het Woord van de Here. 4. Lees de gekozen bijbeltekst, als nieuw. En nog eens. En nog eens. 5. Leef je in in de woorden en beelden van de tekst. 6. Stel al biddend vragen: ‘Here, wat wilt U mij hier leren? Op welk punt wilt U mijn leven aanraken en veranderen?’ 7. Bid om de doorwerking van Christus’ aanwezigheid in je leven. 8. Loof en prijs de drie-enige God. |
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
de |
en | fr | it | nl | es | pt | no | sv | pl | cz | sk | hu | ro | bg | hr | ru | tr | ar |
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM - AUDIO