HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Uitspraken
van Jezus
De vindplaats van materiaal voor Bijbelstudie, geloofstudie, catechese, school, kring, persoonlijk geloof, studie thuis, kerk, club, nieuws, godsdienstonderwijs, zingeving en vooral heel veel mogelijkheden om je Bijbelkennis te vergroten. Blijf niet afhankelijk van anderen maar lees zelf de Bijbel. Investeer in geestelijke rijkdom.
BIJBEL: en Paulus die van Hem getuigde
Inleiding
Het is boeiend om in het Nieuwe Testament te ontdekken hoe de apostel
Paulus over Jezus heeft gesproken en geschreven.
Ten overvloede eerst een korte persoonsbeschrijving van Jezus en
Paulus. Daarna aan de hand van vele uitspraken een leerzaam vergelijk.
Let wel: geen opsomming van teksten als wiskundig bewijsmateriaal, maar
vindplaatsen tot verdieping van persoonlijk geloof.
Over Jezus:
Volgens de christelijke leer is Jezus de eniggeboren Zoon van God, de
door God in het Oude Testament bij monde van de profeten (Jesaja 53:3
en verder) beloofde messias, de gezalfde van God, die de mensen verlost
van hun zonden en de harmonie tussen God en mensen herstelt die
verbroken was als gevolg van de zondeval van de eerste mensen in het
paradijs. Hij beloofde de mensen die in hem geloven, als zijnde het
plaatsvervangend zoenoffer voor God en daarmee de straf op zich nemend
voor de zonden van de mensheid, te 'behouden' en 'eeuwig leven' te
geven.
Volgens de uitleg die diverse Bijbelschrijvers gaven, maakte
zijn dood aldus de verzoening met God de Vader mogelijk, doordat hij de
straf op zich nam voor de zonden van de mensheid; Jezus is "het Lam van
God dat de zonden van de wereld wegneemt." De opvatting dat Jezus met
zijn kruisdood de mens verzoent met God, heet de verzoeningsleer.
Daardoor trad het Abrahamitische principe van de 'rechtvaardiging door
geloof' op een nieuwe manier in werking: ieder die in Jezus gelooft,
zal voor God de Vader gerechtvaardigd (gerehabiliteerd) zijn.
Zijn in het Nieuwe Testament beschreven geboorte (Kerstmis), zijn dood
aan het kruis (Goede Vrijdag), de opwekking uit de dood (Pasen), de
Hemelvaart (Hemelvaartsdag), het neerdalen van de Heilige Geest op zijn
discipelen (Pinksteren) en de terugkeer (de Wederkomst), staan centraal
in de theologie van het traditionele christendom.
De opwekking uit de dood wordt door de meeste gelovigen binnen het
traditionele christendom letterlijk genomen. De gebeurtenis neemt daar
een cruciale plaats in, omdat het voor hen de uiteindelijke overwinning
over de dood als 'laatste vijand' tot uitdrukking brengt. Ook Paulus
noemt de letterlijk genomen opstanding van Jezus het centrale punt in
het evangelie: "Als Jezus nog in het graf was dan is ons geloof bedrog
en zijn wij (de christenen) de beklagenswaardigste van alle mensen".
Met andere woorden: het hele christelijke geloof staat of valt met de
opstanding. Het is daarmee een zeer belangrijk symbool van de hoop op
'nieuw leven', 'leven na dit leven' en 'eeuwigheid bij God'.
Over Paulus
Paulus (Tarsus, ca. 3 - Rome, 64 of 67) was een van de vroege
leiders van de christelijke kerk en speelt een centrale rol in de
vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de landen
rond de Middellandse Zee, in het bijzonder in wat nu Turkije en
Griekenland is. Velen menen dat Paulus voor zijn bekering tot het
christendom Saulus of Saul heette. Het is ook mogelijk dat hij in
Griekstalige kringen de Romeinse naam Paulus droeg en in joodse kringen
de joodse naam Saulus of Saul. Paulus had vermoedelijk een joodse
moeder en een Romeinse vader en werd geboren omstreeks 3 na Chr. in
Tarsus (Cilicië) en overleed in Rome, in het jaar 64 of 67.
Paulus was een "zoon van een Farizeeër"[1] en had zijn
opleiding genoten bij Gamaliël. Hij bezat vermoedelijk het
Romeinse staatsburgerschap[2]. Daarnaast was hij een actieve vervolger
van de eerste eeuwse christenen, door hen op te laten sluiten en in
sommige gevallen te laten doden. Een voorbeeld hiervan wordt beschreven
in de Bijbel[3] wanneer hij zijn goedkeuring geeft aan de dood van
joodse christen uit de eerste eeuw, Stefanus. Een groot deel van de
bijbelteksten uit het Nieuwe Testament wordt aan Paulus toegeschreven.
Hij wordt in het algemeen Paulus de Apostel genoemd alhoewel hij niet
tot de oorspronkelijke twaalf apostelen van Jezus behoorde.
Zijn levensloop wordt beschreven in het bijbelboek Handelingen van de
Apostelen. Volgens die bron was Paulus aanvankelijk actief als
vervolger van de ontluikende geloofsgemeenschap die na de kruisiging
van Jezus was ontstaan. Zelf maakt hij daar in een van zijn brieven ook
melding van (Galaten 1:13). Hij bekeerde zich toen hij, op weg naar
Damascus om Jezus' volgelingen te bestrijden, een visioen kreeg waarin
Jezus hem opriep om zich te bekeren.
Paulus ondernam vervolgens diverse reizen door Klein-Azië en
Griekenland om het evangelie te verkondigen, christelijke gemeenten te
stichten en eerder ontstane gemeenten te bezoeken. Paulus geloofde dat
bekeerde heidenen niet onderworpen hoefden te worden aan de wet van
Mozes, omdat Jezus op aarde was gekomen om de hele mensheid te
verlossen. Hierdoor raakte hij in conflict met de geloofsgemeenschap in
Jeruzalem die strikt volgens de joodse wetten wilde leven. De vraag of
de heidenen zich moesten houden aan de besnijdenis werd door Petrus
beslecht (Handelingen 11. 1-18). Paulus reisde samen met Barnabas naar
Jeruzalem, om de kwestie voor te leggen aan de apostelen en oudsten
(Handelingen, hoofdstuk 15). Deze bijeenkomst wordt het Apostelconvent
genoemd. Uiteindelijk werd er besloten dat de heidenen niet meer
verplichtingen op moesten worden gelegd dan strikt noodzakelijk was,
besnijdenis was hierdoor niet meer verplicht voor christenen.
In het jaar 60 zou Paulus op het eiland Malta schipbreuk hebben
geleden, op een klein eilandje in bij wat nu St. Paul's Bay heet.
Paulus verdween uit beeld toen hij naar Rome ging om daar berecht te
worden door Nero. Volgens de rooms-katholieke traditie is hij daar
onthoofd en begraven. Op de plaats van zijn graf staat de Sint-Paulus
buiten de Muren. Volgens de overlevering vonden op de plaats van zijn
onthoofding vele wonderen plaats.
De brieven die hij schreef om het contact met de door hem gestichte
gemeentes te onderhouden, maken deel uit van het bijbelse Nieuwe
Testament.
Paulus wordt ook de 'apostel der heidenen' genoemd. Hij was de eerste
apostel die de boodschap van het Evangelie onder de heidenen
verspreidde. Tot deze dienst werd hij volgens het boek Handelingen door
Jezus geroepen.
Centraal in de brieven van Paulus staat de genadeboodschap van het
Evangelie. Deze boodschap maakt duidelijk dat elk mens tot God kan
komen door geloof.Jezus is de Messias of Christus
JEZUS: 15 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens
jullie?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de
levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus
tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je
niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader
in de hemel. (Matteüs 16:15-17)
Paulus: ... richtte Paulus zich volledig op de verkondiging en getuigde
ten overstaan van de Joden dat Jezus de messias is. s (Handelingen 18:5)
Jezus
is de Zoon van God
JEZUS: 70 Toen zeiden allen: ‘U bent dus de Zoon van
God?’ Hij antwoordde: ‘U zegt dat ik het
ben.’ 71 Ze zeiden: ‘Waarvoor hebben we nog
getuigenverklaringen nodig? We hebben het immers zelf uit zijn eigen
mond gehoord!’ (Lucas 22:70-71)
Paulus: 20 en ging onmiddellijk in de synagogen verkondigen dat Jezus
de Zoon van God is. (Handelingen 9:20)
Jezus
is Heer
JEZUS: 13 ‘Jullie zeggen altijd “meester”
en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik
ook. (Johannes 13:13)
Paulus: wij weten: er is ... één Heer, Jezus
Christus,... (1 Korintiërs 8:6)
Jezus
is God
JEZUS: 28 Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’
29 Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je.
Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ (Johannes
20:28-29)
Paulus: ...en waaruit Christus is voortgekomen – hij die God
is, die boven alles verheven is en geprezen zij tot in
eeuwigheid’. Amen. (Romeinen 9:5)
Jezus
is mens
JEZUS: Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent,
zou u moeten doen wat Abraham deed. 40 Maar nee, u wilt mij, iemand die
u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden
– zoiets heeft Abraham niet gedaan. (Johannes 8:39-40)
Paulus: Want er is maar één God, en maar
één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens
Christus Jezus (1 Timoteüs 2:5)
Jezus is geboren uit een vrouw
JEZUS: 30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang,
Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger
worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. 32 Hij zal een
groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd (Lucas
1:30-32)
Paulus: 4 Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit
een vrouw... (Galaten 4:4)
God
zond Jezus
JEZUS: ...ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik
ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden. (Johannes
8:42)
Paulus: Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door
de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht. Vanwege de
zonde heeft hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan
gestuurd; zo heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend,...
(Romeinen 8:3)
Jezus
is de weg naar de Vader
JEZUS: Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. (Johannes 14:6)
Paulus: dankzij hem hebben wij allen door één
Geest toegang tot de Vader. (Efeziërs 2:18)
Jezus
is licht
JEZUS: Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het
licht voor de wereld. (Johannes 8:12)
Paulus: Wat heeft licht met duisternis te maken? 15 Waarin lijken
Christus en Beliar op elkaar? (2 Korintiërs 6:14-15)
Jezus
is leven
JEZUS: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. (Johannes 14:6)
Paulus: En wanneer Christus, uw leven, verschijnt... (Kolossenzen 3:4)
Jezus
is het begin
JEZUS: Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin
en het einde. (Openbaring 22:13)
Paulus: Oorsprong is hij (Kolossenzen 1:18)
Jezus
is de eerste
JEZUS: Ik ben de eerste en de laatste. 18 Ik ben degene die leeft; ik
was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. (Openbaring 1:17-18)
Paulus: Oorsprong is hij,
eerstgeborene van de doden,
om in alles de eerste te zijn: (Kolossenzen 1:18)
Jezus
is een afstammeling van David
JEZUS: 30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang,
Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger
worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. 32 Hij zal een
groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de
Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. (Lucas 1:30-32)
Paulus: Houd Jezus Christus in gedachten, uit het nageslacht van David,
die uit de dood is opgewekt. (2 Timoteüs 2:8)
Jezus
is de bruidegom
JEZUS: 18 De leerlingen van Johannes en de Farizeeën hadden de
gewoonte regelmatig te vasten. Er kwamen mensen naar Jezus toe, die hem
vroegen: ‘Waarom vasten de leerlingen van Johannes en de
leerlingen van de Farizeeën wel, maar uw leerlingen
niet?’ 19 Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen
toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Nee, zolang ze de
bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten. (Marcus 2:18-19)
Paulus: Ik heb u aan één man uitgehuwelijkt, aan
Christus, en ik wil u als een kuise bruid aan hem geven. (2
Korintiërs 11:2)
Jezus
is koning
JEZUS: 36 Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij
deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn
dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd
uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ 37
Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt
dat ik koning ben,’ zei Jezus. (Johannes 18:36-37)
Paulus: Want u moet goed weten dat iemand die in ontucht leeft,
zedeloos of hebzuchtig is – dat is allemaal afgoderij
– geen deel kan hebben aan het koninkrijk van Christus en van
God. (Efeziërs 5:5)
Jezus
stamt af van de hemel
JEZUS: Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene
die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? (Johannes 3:13)
Paulus: ‘Hij steeg op’ – wat betekent dat
anders dan dat hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde?
(Efeziërs 4:9)
Jezus
is redder
JEZUS: God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel
over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. (Johannes
3:17)
Paulus: Deze boodschap is betrouwbaar en verdient onze volledige
instemming: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te
redden. (1 Timoteüs 1:15)
Jezus
is de waarheid
JEZUS: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. (Johannes 14:6)
Paulus:Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk
dit de waarheid is in Jezus (Efeziërs 4:21, NBG 51)
Jezus
was arm
JEZUS: Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de
vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te
ruste leggen.’ (Matteüs 8:20)
Paulus: Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft
gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door
zijn armoede rijk zou worden. (2 Korintiërs 8:9)
De
glorie van God schijnt in het gezicht van Jezus
JEZUS: 1 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer
Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. 2 Voor
hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon
en zijn kleren werden wit als het licht. (Matteüs 17:1-2)
Paulus: De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht
schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons
te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het
gezicht van Jezus Christus. (2 Korintiërs 4:6)
Jezus
stelde het avondmaal in
JEZUS: 22 Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit,
brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is
mijn lichaam.’ 23 En hij nam een beker, sprak het dankgebed
uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. 24 Hij zei tegen hen:
‘Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen
vergoten wordt. (Marcus 14:22-24)
Paulus: 23 Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat
terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd
uitgeleverd nam hij een brood, 24 sprak het dankgebed uit, brak het
brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie. (11:24) Dit
is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te
gedenken.’ 25 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij
zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed
gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te
gedenken.’ (1 Korintiërs 11:23-25)
Jezus
werd verraden
JEZUS: zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die
met mij eet, zal mij uitleveren.’ Want de Mensenzoon zal
heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de
Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit
geboren was.’ (Marcus 14:18,21)
Paulus: Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug
op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd...
(1 Korintiërs 11:23)
Jezus
getuigde voor Pontius Pilatus
JEZUS: 33 Nu ging Pilatus het pretorium weer in. Hij liet Jezus bij
zich komen en vroeg hem: ‘Bent u de koning van de
Joden?’ 34 Jezus antwoordde: ‘Vraagt u dit uit
uzelf of hebben anderen dit over mij gezegd?’ 35
‘Ik ben toch geen Jood,’ antwoordde Pilatus.
‘Uw volk en uw hogepriesters hebben u aan mij uitgeleverd
– wat hebt u gedaan?’ 36 Jezus antwoordde:
‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn
koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten
hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn
koninkrijk is niet van hier.’ 37 Pilatus zei: ‘U
bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning
ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld
gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is
toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ (Johannes 18:33-37)
Paulus: Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus
Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft
afgelegd... (1 Timoteüs 6:13)
Jezus
leed
JEZUS: Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken
dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden
(Matteüs 16:21)
Paulus: Zoals wij volop delen in het lijden van Christus... (2
Korintiërs 1:5)
Jezus
stierf
JEZUS: Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit.
(Marcus 15:37)
Paulus: Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan...
(1 Tessalonicenzen 4:14)
Jezus
werd begraven
JEZUS: Josef kocht een stuk linnen, haalde Jezus van het kruis en
wikkelde hem in het linnen. Daarna legde hij hem in een graf dat in de
rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang. (Marcus 15:46)
Paulus: We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven... (Romeinen
6:4)
Jezus
stond op uit de dood op de derde dag
JEZUS: Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en
ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’…21 Maar
hij sprak over de tempel van zijn lichaam. 22 Na zijn opstanding uit de
dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had, en zij
geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. (Johannes 2:19, 21,
22)
Paulus: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de
Schriften staat, 4 dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt
(1 Korintiërs 15:3,4)
Jezus
voer op ten hemel
JEZUS: Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de
hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God. (Marcus
16:19)
Paulus: Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven
de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen.
(Efeziërs 4:10)
Jezus
is gezeten aan de rechterhand van de Vader
JEZUS: Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de
Zoon van de Gezegende?’ 62 Jezus zei: ‘Dat ben ik,
en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten
(Marcus 14:61-62)
Paulus: Die macht was ook werkzaam in Christus toen God hem opwekte uit
de dood en hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn
rechterhand(Efeziërs 1:20)
Jezus
zal terug komen
JEZUS: Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van
de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van
ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de
wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister.
(Matteüs 24:30)
Paulus: Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem
verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel
neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan (1
Tessalonicenzen 4:16)
Jezus
stierf voor de schapen
JEZUS: Ik geef mijn leven voor de schapen. (Johannes 10:15)
Paulus: Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest
u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente,
die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon.
(Handelingen 20:28)
Jezus
stierf uit liefde voor ons
JEZUS: 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie
heb liefgehad. 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor
je vrienden. (Johannes 15:12-13)
Paulus: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven
hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft
liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven. (Galaten 2:20)
De
dood van Jezus toont ons Gods liefde
JEZUS: Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft
gegeven (Johannes 3:16)
Paulus: Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons
gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)
Jezus
gaf zichzelf als een losgeld
JEZUS: zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar
om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.
(Matteüs 20:28)
Paulus: Want er is maar één God, en maar
één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens
Christus Jezus, 6 die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen (1
Timoteüs 2:5-6)
Diegenen die Jezus gekruisigd hadden waren onwetend en handelden in
onwetendheid
JEZUS: Jezus zei: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat
ze doen.’ (Lucas 23:34)
Paulus: 7 Waar wij over spreken is Gods verborgen en geheime wijsheid,
een wijsheid waarover God vóór alle tijden
besloten heeft dat wij door haar zouden delen in zijn luister. 8 Geen
van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend; zouden
ze haar wel hebben gekend, dan zouden ze de Heer die deelt in Gods
luister niet hebben gekruisigd. (1 Korintiërs 2:7-8)
Jezus lijden, dood en wederopstanding zijn in overeenstemming met de
Heilige geschriften.
JEZUS: 44 Hij zei tegen hen: ‘Toen ik nog bij jullie was, heb
ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de
Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest
gaan.’ 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor
het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er
staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op
de derde dag zal opstaan uit de dood (Lucas 24:44-46)
Paulus: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de
Schriften staat, 4 dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt,
zoals in de Schriften staat (1 Korintiërs 15:3-4)
Jezus
verscheen aan Simon Petrus (ook bekend als Kefas) en de andere
apostelen na zijn wederopstanding
JEZUS: 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze
de elf en de anderen aantroffen, 34 die tegen hen zeiden: ‘De
Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon
verschenen!’ 35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg
gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken
van het brood.
36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun
midden staan (Lucas 24:33-36)
Paulus: 4 dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in
de Schriften staat, 5 en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens
aan de twaalf leerlingen. (1 Korintiërs 15:4-5)
De
dag van de Heer zal komen als een dief in de nacht
JEZUS: 42 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie
Heer komt. 43 Besef wel: als de heer des huizes had geweten in welk
deel van de nacht de dief zou komen, dan zou hij wakker gebleven zijn
en niet in zijn huis hebben laten inbreken. 44 Daarom moeten ook jullie
klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet
verwacht.
(Matteüs 24:42-44)
Paulus: 2 want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt
als een dief in de nacht. ... 4 Maar u, broeders en zusters, u leeft
niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen
als een dief (1 Tessalonicenzen 5:2,4)
Gelovigen
moet alert zijn en zich niet door dronkenschap laten afleiden van de
komst van Jezus Christus
JEZUS: 42 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie
Heer komt. ... 44 Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de
Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.
48 Slecht is echter de dienaar die bij zichzelf zegt: Mijn heer blijft
voorlopig nog weg, 49 en die zijn mededienaren begint te slaan en het
met dronkaards op een slempen zet. 50 Dan zal de heer van die dienaar
komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat
hij niet kent, (Matteüs 24:42, 44, 48-50)
Paulus: 4. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis,
zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, ... 6
dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede
zijn. (1 Tessalonicenzen 5:4, 6)
Pijn
wordt vermeld wanneer het gaat over de dag van de Heer
JEZUS: 7 Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het
ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er hongersnoden
uitbreken en zal de aarde beven: 8 dat alles is het begin van de
weeën. (Matteüs 24:7-8)
Paulus: 2 want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt
als een dief in de nacht. 3 Als de mensen zeggen dat er vrede en
veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals
een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan
onmogelijk. (1 Tessalonicenzen 5:2-3)
Jezus
zal komen met de engelen
JEZUS: Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in
gezelschap van alle engelen (Matteüs 25:31)
Paulus: ... wanneer Jezus, de Heer, vanuit de hemel verschijnt. Dan
komt hij in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie hij
zijn macht manifesteert; dan straft hij hen die God niet erkennen en
het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. (2 Tessalonicenzen
1:7-8)
Een
trompet zal weerklinken bij terugkomst van de Heer
JEZUS: als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel,
bekleed met macht en grote luister. 31 Dan zal hij zijn engelen
uitzenden, en onder luid bazuingeschal... (Matteüs 24:30-31)
Paulus: Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem
verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel
neerdalen. (1 Tessalonicenzen 4:16)
Ontken
Jezus en Hij zal ons ontkennen
JEZUS: Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen
bij mijn Vader in de hemel. (Matteüs 10:33)
Paulus: als wij hem verloochenen,
zal hij ons ook verloochenen; (2 Timoteüs 2:12)
Eeuwig
leven verkrijg je door het geloof in Jezus Christus
JEZUS: 25 Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven.
Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, 26 en ieder die
leeft en in mij gelooft zal nooit sterven (Johannes 11:25-26)
Paulus: en juist over mij heeft Christus Jezus zich ontfermd; ik was de
eerste aan wie hij zijn grote geduld toonde, zodat ik een voorbeeld
werd voor allen die in hem geloven en het eeuwige leven zullen
ontvangen. (1 Timoteüs 1:16)
Jezus
leeft in de gelovigen
JEZUS: Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik blijven doen,
zodat de liefde waarmee u mij liefhad in hen zal zijn en ik in
hen.’ (Johannes 17:26)
Paulus: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. (Galaten
2:20)
De
engelen behoren Jezus toe
JEZUS: de Mensenzoon zal zijn engelen erop uitsturen (Matteüs
13:41)
Paulus: wanneer Jezus, de Heer, vanuit de hemel verschijnt. Dan komt
hij in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie hij zijn
macht manifesteert (2 Tessalonicenzen 1:7)
Jezus
is rechter
JEZUS: De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het
oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd. (Johannes 5:22)
Paulus: want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een
rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die
hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man
gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen
opstaan.’ (Handelingen 17:31)
Jezus
verzamelt al zijn mensen
JEZUS: 16 Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze
schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn
stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met
één herder. ... 32 Wanneer ik van de aarde
omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’ 33
Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven. (Johannes 10:16,
12:32-33)
Paulus: 13 Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus
dichtbij gekomen, door zijn bloed. 14 Want hij is onze vrede, hij die
met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt,
de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken 15 en de wet met zijn
geboden en voorschriften buiten werking heeft gesteld, om uit die twee
in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo
bracht hij vrede 16 en verzoende hij door het kruis beide in
één lichaam met God, door in zijn lichaam de
vijandschap te doden. (Efeziërs 2:13-16)
Jezus
zal altijd zijn met de gelovigen in de wereld
JEZUS: En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de
voltooiing van deze wereld. (Matteüs 28:20)
Paulus: 35 Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed,
ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?
(Romeinen 8:35)
De
hemel zal voor altijd bestaan uit het samenzijn met Jezus
JEZUS: 2 In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders
gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? 3 Wanneer
ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik
jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben.
(Johannes 14:2-3)
Paulus: 16 Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem
verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel
neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan,
17 en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden
weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan
zullen we altijd bij hem zijn. (1 Tessalonicenzen 4:16-17)
Jezus
is de hoeksteen
JEZUS: 27 Dus gaven ze Jezus als antwoord: ‘We weten het
niet.’ Daarop zei hij tegen hen: ‘Dan zeg ik u ook
niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.
28 Wat denkt u van het volgende? Iemand had twee zonen. Hij zei tegen
de een: “Jongen, ga vandaag in de wijngaard aan het
werk.” 29 De zoon antwoordde: “Ik wil
niet,” maar later bedacht hij zich en ging alsnog. 30 Tegen
de ander zei de man precies hetzelfde. Die antwoordde: “Ja,
vader,” maar ging niet. 31 Wie van de twee heeft nu de wil
van zijn vader gedaan?’ Ze zeiden: ‘De
eerste.’ Daarop zei Jezus: ‘Ik verzeker u: de
tollenaars en de hoeren zijn u voor bij het binnengaan van het
koninkrijk van God. 32 Want Johannes koos de weg van de gerechtigheid
toen hij naar u toe kwam. U geloofde hem niet, de tollenaars en de
hoeren wel. En ook al zag u dat, u hebt u niet willen bedenken en hem
alsnog willen geloven.
33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landheer die een
wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de
wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan
wijnbouwers en ging op reis. 34 Tegen de tijd van de druivenoogst
stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in
ontvangst te nemen. 35 Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze
mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde. 36
Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan
eerst, maar met hen deden ze hetzelfde. 37 Ten slotte stuurde hij zijn
zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag
hebben. 38 Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar:
“Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zo zijn
erfenis opstrijken,” 39 en ze grepen hem vast, gooiden hem de
wijngaard uit en doodden hem. 40 Wanneer nu de eigenaar van de
wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’
41 Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een
mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere
wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de
tijd voor is.’ 42 Daarop zei Jezus tegen hen: ‘Hebt
u dit nooit in de Schriften gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.” (Matteüs 21:27-42)
Paulus: 19 Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar
burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het
fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de
hoeksteen. (Efeziërs 2:19-20)
Gelovigen
moeten het kruis opnemen met Jezus
JEZUS: Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter mij
aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en
mij volgen. (Matteüs 16:24)
Paulus: Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan
dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor
mij is gekruisigd en ik voor de wereld. (Galaten 6:14)
Geef
het leven op voor Jezus en we zullen nieuw leven krijgen
JEZUS: wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.
(Matteüs 16:25)
Paulus: Als wij met hem gestorven zijn, zullen we ook met hem leven (2
Timoteüs 2:11)
Er
is maar één God
JEZUS: Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer
(Marcus 12:29)
Paulus: want er is maar één God (Romeinen 3:30)
God
is almachtig
JEZUS: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want
bij God is alles mogelijk.’ (Marcus 10:27)
Paulus: 18 Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien ... hoe
overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is
(Efeziërs 1:18,19)
God is Vader
JEZUS: ‘Wanneer ik mezelf zou eren, zou mijn eer niets
betekenen, maar het is de Vader die mij eert, de Vader van wie u zegt
dat hij onze God is (Johannes 8:54)
Paulus: Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus
(Efeziërs 1:3)
De
heilige Geest
JEZUS: Na deze woorden blies hij over hen heen en zei:
‘Ontvang de heilige Geest. (Johannes 20:22)
Paulus: Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al
vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door
de kracht van de heilige Geest. (Romeinen 15:13)
De
heilige Geest werd beloofd
JEZUS: 4 Toen hij eens bij hen was, droeg hij hun op: ‘Ga
niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de
Vader, waarover jullie van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan.
5 Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met
de heilige Geest.’ (Handelingen 1:4-5)
Paulus: In hem hebt ook u de boodschap van de waarheid gehoord, het
evangelie van uw redding, in hem bent u, door uw geloof, gemerkt met
het stempel van de heilige Geest die ons beloofd is (Efeziërs
1:13)
De
Vader zendt de heilige Geest
JEZUS: Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie
namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in
herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb. (Johannes 14:26)
Paulus: heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die
‘Abba, Vader’ roept. (Galaten 4:6)
De
heilige Geest leeft in de gelovigen
JEZUS: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want
ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij
woont in jullie en zal in jullie blijven. (Johannes 14:17)
Paulus: Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige
Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet
dat u niet van uzelf bent? (1 Korintiërs 6:19)
De
heilige Geest helpt ons de boodschap van God begrijpen
JEZUS: 12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het
nog niet verdragen. 13 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij
komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens
zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie
bekendmaken wat komen gaat. (Johannes 16:12-13)
Paulus: 10 God heeft ons dit geopenbaard door de Geest ... 11 Wie is in
staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de
Geest van God in staat om God te kennen. (1 Korintiërs 2:10,
12)
De
heilige Geest getuigt van Jezus
JEZUS: 26 Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie
zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die
over mij getuigen. …14 Door jullie bekend te maken wat hij
van mij heeft, zal hij mij eren. (Johannes 15:26, 16:14)
Paulus: Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan ooit door toedoen van
de Geest van God zeggen: ‘Vervloekt is Jezus,’ en
niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’
behalve door toedoen van de heilige Geest. (1 Korintiërs 12:3)
De
heilige Geest zal het opnemen voor ons
JEZUS: 16 Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te
geven, die altijd bij je zal zijn: 17 de Geest van de waarheid.
(Johannes 14:16-17)
Paulus: 26 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet
wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit
voor ons met woordloze zuchten. 27 God, die ons doorgrondt, weet wat de
Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleit voor
allen die hem toebehoren. (Romeinen 8:26-27)
De
heilige Geest sprak door de profeten
JEZUS: Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest,
gezegd (Marcus 12:36)
Paulus: ‘Volkomen terecht heeft de heilige Geest bij monde
van de profeet Jesaja tegen uw voorouders gezegd (Handelingen 28:25)
Vergeef
anderen zoals God ons vergeven heeft
JEZUS: 32 Daarop liet zijn heer hem bij zich roepen en hij zei tegen
hem: “Je bent een slechte dienaar. Heel die schuld heb ik je
kwijtgescholden, omdat je me erom smeekte. 33 Dan had jij toch zeker
ook medelijden moeten hebben met die andere dienaar, zoals ik
medelijden heb gehad met jou?” 34 En zijn heer was zo kwaad
dat hij hem in handen van de gerechtsbeulen gaf tot hij de hele schuld
zou hebben terugbetaald. 35 Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van
jullie behandelen die zijn broeder of zuster niet van harte
vergeeft.’ (Matteüs18:32-35)
Paulus: Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te
verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar
vergeven. (Kolossenzen 3:13)
Hoe
belangrijk het is God lief te hebben
JEZUS: 37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel
uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het
grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw
naaste lief als uzelf. (Matteüs 22:37-38)
Paulus: En wij weten dat voor wie God liefhebben, ... alles bijdraagt
aan het goede. (Romeinen 8:28)
God
kiest voor mensen die naar menselijke standaard onbelangrijk zijn
JEZUS: In die tijd zei Jezus ook: ‘Ik loof u, Vader, Heer van
hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen
verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld.
(Matteüs 11:25)
Paulus: 27 Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God
uitgekozen om de wijzen te beschamen; wat in de ogen van de wereld zwak
is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen; 28 wat in de ogen
van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God
uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. 29 Zo kan geen
mens zich tegenover God op iets beroemen. (1 Korintiërs
1:27-29)
“Heb
uw naaste lief als uzelf” vat de gehele wet samen
JEZUS: 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.
40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de
Profeten staat.’ (Matteüs 22:39-40)
Paulus: Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel
niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ –
deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak:
‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ (Romeinen 13:9)
Stof
van voeten vegen bij het verlaten van mensen die de boodschap weigeren
JEZUS: 10 Maar als jullie een stad binnengaan waar je niet welkom bent,
trek dan door de straten en zeg: 11 “Zelfs het stof van uw
stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we van ons af als aanklacht
tegen u; (Lucas 10:10-11)
Paulus: 50 De Joden hitsten echter de vrome vrouwen uit de hogere
kringen op, evenals de vooraanstaande burgers van de stad, en wisten
hen zover te krijgen dat ze zich tegen Paulus en Barnabas keerden,
zodat die uit het gebied werden verdreven. 51 Maar zij schudden het
stof van hun voeten omdat ze niets meer met hen te maken wilden hebben
en vertrokken naar Ikonium. (Handelingen 13:50-51)
De
arbeider is zijn loon waard
JEZUS: want de arbeider is zijn loon waard (Lucas 10:7)
Paulus: ‘De arbeider is zijn loon waard’. (1
Timoteüs 5:18)
Eet
wat u voorgezet wordt
JEZUS: En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan
wat je wordt voorgezet (Lucas 10:8)
Paulus: Wanneer een ongelovige u uitnodigt om bij hem te komen eten en
u neemt zijn uitnodiging aan, kunt u rustig alles eten wat u aangeboden
wordt. Het is niet nodig dat u omwille van uw geweten vraagt waar het
vandaan komt. (1 Korintiërs 10:27)
Leiders
zijn de herders en de gelovigen zijn de kudde
JEZUS: 15 Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan:
‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de
anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet
dat ik van u houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn
lammeren.’ ... ‘Hoed mijn schapen,’ ...
‘Weid mijn schapen. (Johannes 21:15-17)
Paulus: Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest
u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente,
die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon.
(Handelingen 20:28)
De
gelovigen zullen met slangen omgaan zonder schade hiervan te ondervinden
JEZUS: met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk
gif drinken zal dat hun niet deren (Marcus 16:18)
Paulus: 3 Paulus sprokkelde een grote bos dor hout en legde die op het
vuur, maar door de hitte kwam er een gifslang uit kruipen die zich in
zijn hand vastbeet. 4 Toen de Maltezers het beest aan zijn hand zagen
hangen, zeiden ze tegen elkaar: ‘Die man is vast een
moordenaar. Hij is aan de zee ontsnapt, maar Dikè wil niet
dat hij blijft leven.’ 5 Paulus schudde de slang echter van
zich af in het vuur en bleef volstrekt ongedeerd. (Handelingen 28:3-5)
Leg
de handen op de zieken en zij zullen genezen
JEZUS: ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te
leggen. (Marcus 16:18)
Paulus: 8 Het geval wilde dat de vader van Publius ernstig ziek op bed
lag, gekweld door koorts en buikloop. Paulus ging naar hem toe, legde
hem onder gebed de handen op en genas hem. (Handelingen 28:8)
Demonen
uitdrijven
JEZUS: Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan
de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijve (Marcus
16:17)
Paulus: 11 Door Gods toedoen verrichtte Paulus buitengewoon grote
wonderen: 12 zelfs de doeken en de werkkleren die hij gedragen had
werden naar de zieken gebracht, zodat ze genazen en de boze geesten hen
verlieten.
13 Ook enkele rondtrekkende Joodse geestenbezweerders probeerden boze
geesten uit te drijven door het uitspreken van de naam van de Heer
Jezus. Ze zeiden: ‘Ik bezweer jullie bij Jezus, die door
Paulus wordt verkondigd!’ 14 Het waren de zeven zonen van
Skevas, een Joodse hogepriester, die dit deden. 15 Maar de boze geest
gaf hun ten antwoord: ‘Jezus ken ik, en Paulus ook, maar wie
zijn jullie?’ (Handelingen 19:11-15)
Niet
ja en nee, maar ja of nee
JEZUS: Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee (Matteüs 5:37)
Paulus: Komen al mijn plannen werkelijk voort uit wispelturigheid,
zodat ik het ene moment ja zeg en het andere moment nee? 18 Zo waar God
trouw is, wanneer ik ja tegen u zeg bedoel ik ook ja, niet nee. 19 De
Zoon van God, Jezus Christus, die wij, Silvanus, Timoteüs en
ik, aan u verkondigd hebben, was immers ook niet iemand die ja zei en
nee bedoelde. Hij belichaamt het ja. (2 Korintiërs 1:17-20)
Echtscheiding
en hertrouwen is overspel
JEZUS: Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een
ander trouwt, pleegt overspel; 12 en als zij haar man verstoot en met
een ander trouwt, pleegt zij overspel.’ (Marcus 10:11-12)
Paulus: 2 Een getrouwde vrouw is door de wet gebonden aan haar man
zolang hij leeft, maar wanneer hij sterft is zij van deze verplichting
ontslagen. 3 Als ze zich zolang haar man in leven is met iemand anders
inlaat, noemt men haar overspelig. Maar sterft haar man, dan is ze niet
langer aan de wet gebonden, dan pleegt ze geen overspel wanneer ze de
vrouw van een andere man wordt. (Romeinen 7:2-3)
Ongehuwd/
maagdelijk voor de Heer
JEZUS: 10 Hierop zeiden zijn leerlingen: ‘Als het met de
verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet
trouwen.’ 11 Hij zei tegen hen: ‘Niet iedereen kan
deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is: 12 er
zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden,
andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn
mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben
met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit
te begrijpen het begrijpen!’ (Matteüs 19:10-12)
Paulus: Een ongetrouwde man draagt zorg voor de zaak van de Heer en wil
de Heer behagen. 33 Een getrouwde man draagt zorg voor aardse zaken en
wil zijn vrouw behagen, 34 dus zijn aandacht is verdeeld. Een
ongetrouwde vrouw en een meisje dat nog niet getrouwd is, dragen zorg
voor de zaak van de Heer, en wel zo dat ze God met heel hun lichaam en
geest zijn toegewijd. Maar een getrouwde vrouw draagt zorg voor aardse
zaken en wil haar man behagen. 35 Ik zeg dit in uw eigen belang, niet
om u aan banden te leggen, maar om u tot onberispelijk gedrag en
onverminderde toewijding aan de Heer te brengen. (1 Korintiërs
7:32-35)
Dood
en opstanding voor hetgeen wat is gezaaid
JEZUS: Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde
valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar
wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. (Johannes 12:24)
Paulus: Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven
kan komen. (1 Korintiërs 15:36)
Grote
problemen hebben te maken met rijkdom
JEZUS: 21 Jezus antwoordde hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn,
ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan
de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug
en volg mij.’ 22 Na dit antwoord ging de jongeman
terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.
23 Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: ‘Ik verzeker
jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de
hemel binnengaan. 24 Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker
voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een
rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’
(Matteüs 19:21-24)
Paulus: 9 Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een
valstrik en valt ten prooi aan dwaze en schadelijke begeerten die een
mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. 10 Want de wortel
van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn
sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed
berokkend. (1 Timoteüs 6:9-10)
Doop
JEZUS: Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen
te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest
(Matteüs 28:19)
Paulus: 29 De bewaarder vroeg om een fakkel, rende naar binnen en viel
bevend voor Paulus en Silas op de grond. 30 Hij bracht hen naar buiten
en vroeg: ‘Zegt u mij, heren, wat moet ik doen om gered te
worden?’ 31 Ze antwoordden: ‘Geloof in de Heer
Jezus en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’ 32 En ze
verkondigden het woord van de Heer aan hem en aan iedereen die bij hem
woonde. 33 Hoewel het midden in de nacht was, nam hij hen mee en maakte
hun wonden schoon. Meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten
gedoopt. (Handelingen 16:29-33)
De
duivel
JEZUS: Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader
wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij
de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. (Johannes 8:44)
Paulus: Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden
tegen de listen van de duivel. (Efeziërs 6:11)
Verheerlijking
der gelovigen
JEZUS: Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt
(Johannes 17:22)
Paulus: En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen,
erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten
delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
(Romeinen 8:17)
Het
belang van het verspreiden van het goede nieuws
JEZUS: En hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en
maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend. (Marcus 16:15)
Paulus: 13 want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer
aanroept, zal worden gered.’
14 Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven? En hoe
kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe
kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? 15 En hoe kan
iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals geschreven
staat: ‘Welkom zijn zij die goed nieuws
verkondigen.’ (Romeinen 10:13-15)
In
tongen spreken
JEZUS: Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan
de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze
zullen spreken in onbekende talen (Marcus 16:17)
Paulus: 7 In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van
de gemeente. 8 Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van
wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen
van kennis; ...10 En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten,
om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest
afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar
de betekenis van is. (1 Korintiërs 12:7-8,10)
Verkondigt
eerst aan de Joden
JEZUS: en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot
inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen
hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. (Lucas 24:47)
Paulus: 45 Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders
jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze
verdacht te maken. 46 Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden:
‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden
bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven
niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. (Handelingen
13:45-46)
De
doden opwekken
JEZUS: 18 Hij was nog niet uitgesproken of er kwam een leider van de
synagoge naar hen toe die voor Jezus neerviel en zei: ‘Mijn
dochter is zojuist gestorven. Kom alstublieft en leg haar de hand op,
dan zal ze weer leven.’ 19 Jezus stond op en volgde hem met
zijn leerlingen. ... 23 Toen Jezus bij het huis van de leider van de
synagoge aankwam en er de fluitspelers en de luid weeklagende menigte
zag, 24 zei hij: ‘Ga naar huis, het meisje is immers niet
gestorven, ze slaapt.’ Men lachte smalend. 25 Nadat iedereen
was weggestuurd, ging hij naar binnen. Hij pakte het meisje bij de
hand, en ze stond op. 26 Het verhaal hierover verspreidde zich in de
hele omgeving. (Matteüs 9:18-19, 23-26)
Paulus: 7 Op de eerste dag van de week kwamen we bijeen voor het breken
van het brood. Paulus, die van plan was om de volgende dag verder te
reizen, hield een toespraak voor de leerlingen die tot midden in de
nacht duurde. 8 We waren bijeengekomen in een bovenvertrek, waar veel
olielampen brandden. 9 Een jongeman die Eutychus heette, zat in het
venster en werd door slaap overmand toen Paulus maar doorging met zijn
toespraak. Diep in slaap verzonken viel hij van de derde verdieping
naar beneden; toen men hem optilde bleek hij dood te zijn. 10 Paulus
ging naar beneden, ging op hem liggen, sloeg zijn armen om hem heen en
zei: ‘Houd op met dat misbaar, want hij leeft!’ 11
Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna onderhield hij
zich nog lange tijd met de leerlingen, tot het aanbreken van de
ochtend. Toen vertrok hij. 12 De leerlingen namen de jongeman, die weer
tot leven was gekomen, met zich mee en voelden zich gesterkt door wat
er was gebeurd. (Handelingen 20:7-12)
De
resultaten van goed en slecht leven
JEZUS: er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen 29
en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te
leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden.
(Johannes 5:28-29)
Paulus: 6 God beloont ieder mens naar zijn daden. 7 Aan wie het goede
doet en daarin volhardt, aan wie glorie, eer en onsterfelijkheid zoekt,
schenkt hij het eeuwige leven. 8 Maar wie handelt uit geldingsdrang, de
waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft hij
met zijn toorn en woede. (Romeinen 2:6-8)
Doe
goed aan hen die u vervolgen
JEZUS: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45 alleen
dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel.
(Matteüs 5:44-45)
Paulus: Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. (Romeinen
12:14)
Jezus
en Paulus waren beiden Joden
JEZUS: 7 Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei
tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ 8 Zijn
leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9 De
vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken
vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk
niet met Samaritanen om. (Johannes 4:7-9)
Paulus: Ik werd besneden toen ik acht dagen oud was en behoor tot het
volk van Israël, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren
Hebreeër... (Filippenzen 3:4-5)
Jezus
en Paulus zijn beiden besneden op de 8e dag
JEZUS: Toen er acht dagen verstreken waren en hij besneden zou worden,
kreeg hij de naam Jezus (Lucas 2:21)
Paulus: hoewel ik redenen genoeg zou hebben om op mezelf te vertrouwen.
Als anderen menen dat te kunnen doen, dan kan ik dat zeker. 5 Ik werd
besneden toen ik acht dagen oud was (Filippenzen 3:4-5)
Jezus
en Paulus hebben beide drie maal over lijden gebeden
JEZUS: 39 Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep
voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker
dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil,
maar zoals u het wilt.’ …42 Voor de tweede maal
liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is
dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het
dan gebeuren zoals u het wilt.’... 44 Hij liet hen achter,
liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde woorden
als daarvoor. (Matteüs 26:39, 42, 44)
Paulus: Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een
doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan.
8 Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, 9 maar hij
zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht
wordt zichtbaar in zwakheid.’ (2 Korintiërs 12:7-9)
Jezus en Paulus waren
allebei vastbesloten naar Jeruzalem te gaan (als een deel van hun
missie)
JEZUS: 51 Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden
weggenomen, ging hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. 52 Hij stuurde
boden voor zich uit. In een Samaritaans dorp, waar ze kwamen om zijn
komst voor te bereiden, 53 wilden de dorpelingen hem niet ontvangen,
omdat Jeruzalem het doel van zijn reis was. (Lucas 9:51-53)
Paulus: 22 Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest,
zonder te weten wat me daar te wachten staat, 23 behalve dan dat de
heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangenschap en
vervolging mijn deel zullen zijn. 24 Ik hecht echter niet de minste
waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaak maar kan
voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen
heb: getuigen van het evangelie van Gods genade. (Handelingen 20:22-24)
Jezus
en Paulus wisten beiden dat het reizen naar Jeruzalem tot lijden en
dood zou leiden.
JEZUS: 32 Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit;
de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren
bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat hem zou
overkomen: 33 ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de
Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de
schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen
uitleveren aan de heidenen. 34 Ze zullen de spot met hem drijven en hem
bespuwen en hem geselen en doden, maar na drie dagen zal hij
opstaan.’ (Marcus 10:32-34)
Paulus: 22 Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest,
zonder te weten wat me daar te wachten staat, 23 behalve dan dat de
heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangenschap en
vervolging mijn deel zullen zijn. 24 Ik hecht echter niet de minste
waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaak maar kan
voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen
heb: getuigen van het evangelie van Gods genade. (Handelingen 20:22-24)
Jezus
en Paulus werden allebei voor de joodse raad gebracht
JEZUS: Toen het dag werd, kwam de raad van oudsten van het volk bijeen,
hogepriesters zowel als schriftgeleerden, en ze leidden hem voor in hun
raadszitting. (Lucas 22:66)
Paulus: Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke
beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem
de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de
hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Hij liet
Paulus naar het tempelgebouw brengen om voor hen te verschijnen.
(Handelingen 22:30)
Jezus
en Paulus werden beiden (erg) geslagen om hun woorden voor de Joodse
autoriteit
JEZUS: 19 De hogepriester ondervroeg Jezus over zijn leerlingen en over
zijn leer. 20 Jezus zei: ‘Ik heb in het openbaar tot de
wereld gesproken. Ik heb steeds onderricht gegeven op plaatsen waar de
Joden bij elkaar komen, in synagogen en in de tempel, en nooit heb ik
iets in het geheim gezegd. 21 Waarom ondervraagt u mij? Vraag het toch
aan de mensen die mij gehoord hebben, zij weten wat ik gezegd
heb.’ 22 Toen Jezus dat zei gaf een van de dienaren die erbij
stonden, hem een klap in het gezicht: ‘Is dat een manier om
de hogepriester te antwoorden?’ 23 Jezus zei: ‘Als
ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het
juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?’(Johannes
18:19-23)
Paulus: 1 Paulus vestigde zijn blik op de leden van het Sanhedrin en
zei: ‘Broeders, ik heb een volstrekt zuiver geweten, want tot
op de dag van vandaag heb ik mijn leven altijd in dienst gesteld van
God.’ 2 Ananias, de hogepriester, gaf degenen die naast hem
stonden opdracht hem op zijn mond te slaan. 3 Daarop zei Paulus tegen
hem: ‘God zal ú slaan, huichelaar! U zit daar om
volgens de wet recht over mij te spreken, en toch overtreedt u zelf de
wet door bevel te geven mij te slaan?’ (Handelingen 23:1-3)
Jezus
en Paulus werden allebei voor Romeinse stadhouders gebracht
JEZUS: 1 De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de
oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. 2 Nadat ze
hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan
Pilatus, de prefect. (Matteüs 27:1-2)
Paulus: 33 Na aankomst in Caesarea overhandigden Paulus’
begeleiders de brief aan de procurator en droegen Paulus over aan zijn
gezag. 34 Nadat Felix de brief had gelezen vroeg hij uit welke
provincie Paulus afkomstig was, en toen hij had gehoord dat Paulus uit
Cilicië kwam, 35 zei hij: ‘Ik zal u verhoren zodra
ook uw aanklagers aangekomen zijn.’ Hij gaf bevel hem
gevangen te houden in het pretorium van Herodes. 1 Vijf dagen later
arriveerde Ananias, de hogepriester, samen met enkele oudsten en met
Tertullus, een advocaat. Ze dienden hun klacht tegen Paulus in bij de
procurator. 2 Toen deze voor het gerecht geroepen was, begon Tertullus
zijn requisitoir (Handelingen 23:33-24:2)
Jezus
en Paulus citeerden dezelfde profetie van Jesaja over de ongelovige
joden
JEZUS: 14 In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling:
“Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen,
en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben.
15 Want het hart van dit volk is afgestompt,
hun oren zijn doof
en hun ogen houden zij gesloten.
Met hun ogen willen ze niets zien,
met hun oren niets horen,
met hun hart niets begrijpen.
Want anders zouden ze tot inkeer komen
en zou ik hen genezen.” (Matteüs 13:14-15)
Paulus: 24 Sommigen lieten zich overtuigen door zijn woorden, maar
anderen bleven ongelovig. 25 Ze werden het niet met elkaar eens en
gingen uiteen, maar niet voordat Paulus nog een laatste woord had
gesproken: ‘Volkomen terecht heeft de heilige Geest bij monde
van de profeet Jesaja tegen uw voorouders gezegd: 26 “Ga naar
dat volk en zeg: ‘Jullie zullen goed luisteren maar niets
begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. 27
Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun
ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun
oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze
tot inkeer komen en zou ik hen genezen.’”
(Handelingen 28:24-27)
Paulus
leed voor Jezus
JEZUS: Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn
naam.’ (Handelingen 9:16)
Paulus: 23 Zijn zij dienaren van Christus? Ik ben zo gek dat ik durf te
zeggen: ik nog meer. Ik heb harder gezwoegd, heb vaker gevangen
gezeten, heb veel meer lijfstraffen ondergaan, ben vaker in doodsgevaar
geweest. 24 Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min
één zweepslagen gestraft, 25 ik ben driemaal met
stokslagen gestraft, ik ben eenmaal met stenen bekogeld en heb driemaal
schipbreuk geleden. Eén keer heb ik een heel etmaal op zee
rondgedreven. 26 Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren,
rovers, volksgenoten en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de
woestijn, op zee en te midden van schijngelovigen. 27 Ik heb gezwoegd
en geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en dorstig, vaak zonder
te eten, verkleumd en zonder kleren. 28 En dan laat ik al het andere
nog buiten beschouwing: de druk waaronder ik dagelijks sta vanwege mijn
zorg voor de gemeenten. (2 Korintiërs 11:23-28)
Paulus
proclameerde Jezus voor de Joden, niet-joden en koningen
JEZUS: Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het instrument dat
ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers
en onder al de Israëlieten. (Handelingen 9:15)
Paulus: 12 Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar
Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God
door hen onder de heidenen had verricht. ... 40 Zodra de tribuun dit
had toegestaan, maande Paulus, die boven aan de trappen stond, de
mensen met een handgebaar tot stilte. Daarna sprak hij hen in het
Hebreeuws als volgt toe: 1 ‘Broeders, zusters, en u, leden
van het Sanhedrin, luister naar wat ik tot mijn verdediging heb aan te
voeren.’ ... 6 Maar onderweg, niet ver van Damascus, gebeurde
er tegen het middaguur iets onverwachts: opeens werd ik omstraald door
een fel licht uit de hemel. 7 Ik viel op de grond en hoorde een stem
tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je
mij?” 8 Ik vroeg: “Wie bent u, Heer?” En
de Heer antwoordde: “Ik ben Jezus van Nazaret, die jij
vervolgt.” ... 12 Zo was ik eens, met een volmacht van de
hogepriesters en in hun opdracht, op weg naar Damascus, ... 22 Omdat
God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn
getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg
ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, 23
namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat hij als eerste van
de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de heidenen het
licht te verkondigen.’ (Handelingen 15:12, 21:40-22:1, 6-8,
26:12, 22-23)
Jezus
hield zich aan de joodse wet
JEZUS: Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te
schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot
vervulling te brengen. (Matteüs 5:17)
Paulus: zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de
wet (Galaten 4:4)
Genesis 2:24 geciteerd toen gesproken werd over het huwelijk
JEZUS: 3 Toen kwamen er Farizeeën op hem af om hem op de proef
te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om
willekeurig welke reden verstoten?’ 4 Hij zei:
‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin
mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ 5 En hij vervolgde:
‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich
hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één
worden (Matteüs 19:3-5)
Paulus: 28 Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen
lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. 29 Niemand haat
ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals
Christus de kerk, 30 want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen.
31 ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich
hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één
lichaam zijn.’ 32 Dit mysterie is groot – en ik
betrek het op Christus en de kerk. 33 Maar ook voor elk van u geldt dat
ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag
moet hebben voor haar man. (Efeziërs 5:28-33)
Focus
op de hemel, niet op aardse dingen
JEZUS: 19 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest
vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. 20 Verzamel schatten
in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven
in om ze te stelen. 21 Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
(Matteüs 6:19-21)
Paulus: 1 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan
naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. 2
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. (Kolossenzen 3:1-2)
Jezus’
bloed redt
JEZUS: dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen
wordt vergoten tot vergeving van zonden. (Matteüs 26:28)
Paulus: en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel,
door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis. (Kolossenzen 1:20)
Nieuw
verbond in Jezus
JEZUS: Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe
verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. (Lucas 22:20)
Paulus: Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij zei:
‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed
gesloten wordt. (1 Korintiërs 11:25)
Jezus
was gehoorzaam aan de Vader
JEZUS: ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar
om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft. (Johannes 6:38)
Paulus: hij heeft zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood
(Filippenzen 2:8)
Gelovigen
zijn het licht
JEZUS: Jullie zijn het licht in de wereld. (Matteüs 5:14)
Paulus: want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw
bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht.
(Efeziërs 5:8)
Getuigenis
van twee of drie getuigen
JEZUS: Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de
zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee
getuigen. (Matteüs 18:16)
Paulus: Geef alleen gehoor aan een aanklacht tegen een oudste als die
bevestigd wordt door ten minste twee getuigen. (1 Timoteüs
5:19)
Koninkrijk
van God
JEZUS: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is
nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’
(Marcus 1:15)
Paulus: het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit
kracht. (1 Korintiërs 4:20)
Dood
wordt “slaap” genoemd
JEZUS: 11 Nadat hij dat gezegd had zei hij: ‘Onze vriend
Lazarus is ingeslapen, ik ga hem wakker maken.’ 12 De
leerlingen zeiden: ‘Als hij slaapt, zal hij wel beter worden,
Heer.’ 13 Zij dachten dat hij het over slapen had, terwijl
Jezus bedoelde dat hij gestorven was. 14 Toen zei hij hun ronduit:
‘Lazarus is gestorven (Johannes 11:11-14)
Paulus: 6 Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en
zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu
nog leven. (1 Korintiërs 15:6)
Werken
worden “vruchten” genoemd
JEZUS: 15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie
afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten
zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of
vijgen van distels? 17 Zo draagt elke goede boom goede vruchten, maar
een slechte boom draagt slechte vruchten. (Matteüs 7:15-17)
Paulus: 4 Zo bent ook u, broeders en zusters, dood voor de wet dankzij
de dood van Christus en behoort u nu een ander toe: hem die uit de dood
is opgewekt. Ons leven moet vrucht dragen voor God. 5 Toen we ons nog
lieten leiden door onze eigen wil, werd ons bestaan beheerst door
zondige hartstochten die de wet in ons opriep en droeg het alleen
vrucht voor de dood. (Romeinen 7:4-5)
God
is Schepper
JEZUS: Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens
mannelijk en vrouwelijk gemaakt. (Marcus 10:6)
Paulus: 19 Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God
het aan hen kenbaar heeft gemaakt. 20 Zijn onzichtbare eigenschappen
zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn
eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar.
(Romeinen 1:19-20)
Slechtheid
komt uit het hart
JEZUS: 18 Wat daarentegen de mond uitgaat komt uit het hart, en die
dingen maken een mens onrein. 19 Want uit het hart komen boze
gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en
laster. (Matteüs 15:18-19)
Paulus: Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan
zedeloosheid (Romeinen 1:24)
Degene
die luistert naar de apostelen luistert naar Jezus en God (de Vader)
JEZUS: Wie naar jullie luistert, luistert naar mij, en wie jullie
afwijst, wijst mij af. En wie mij afwijst, wijst hem af die mij
gezonden heeft.’ (Lucas 10:16)
Paulus: 1 Dus volg mij na, zoals ik Christus navolg.... 23 Want wat ik
heb ontvangen en aan u heb doorgegeven…Wij danken God dan
ook onophoudelijk dat u zijn woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet
hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar als wat het
werkelijk is: als het woord van God dat ook werkzaam is in u, die
gelooft. (1 Korintiërs 11:1, 23 en 1 Tessalonicenzen 2:13)
De
wet is voltooid met de komst van het evangelie
JEZUS: De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het
koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd
binnen te komen. (Lucas 16:16)
Paulus: 23 Voordat dit geloof kwam, werden we door de wet bewaakt; we
leefden in gevangenschap tot het geloof geopenbaard zou worden. 24
Kortom, de wet hield toezicht op ons totdat Christus kwam, zodat we
door ons vertrouwen op God als rechtvaardigen konden worden aangenomen.
25 Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht,
26 want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van
God. (Galaten 3:23-26)
De
Geschriften wijzen naar Jezus
JEZUS: 39 U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te
hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij, 40 maar bij mij wilt u
niet komen om leven te ontvangen46 Als u Mozes zou geloven, zou u ook
mij geloven, hij heeft immers over mij geschreven. 47 Maar als u niet
gelooft wat hij geschreven heeft, hoe zou u dan geloven wat ik
zeg?’ (Johannes 5:39-40, 46-47)
Paulus: Ze maakten een afspraak en kwamen op de vastgestelde dag in
groten getale naar hem toe. Van de ochtend tot de avond legde Paulus
getuigenis af en sprak hij uitvoerig met hen over het koninkrijk van
God, terwijl hij hen op grond van de Wet van Mozes en de Profeten voor
Jezus probeerde te winnen. (Handelingen 28:23)
De
kerk
JEZUS: En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal
bouwen, jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen en de
poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen.
(Matteüs 16:18)
Paulus: voor het geval ik mocht worden opgehouden. Dan weet je hoe men
zich moet gedragen in het huis van God, dat wil zeggen de kerk van de
levende God, fundament en pijler van de waarheid. (1 Timoteüs
3:15)
De
kerk is gebouwd op de apostelen
JEZUS: 18 En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk
zal bouwen, jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen en
de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. 19
Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat
je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al
wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden
zijn.’... 18 Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde
bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op
aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.... 19 Ga dus op weg
en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam
van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20 en hun te leren dat ze
zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit
voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van
deze wereld.’ (Matteüs 16:18-19, 18:18, 28:19-20)
Paulus: 19 Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar
burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het
fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de
hoeksteen. (Efeziërs 2:19-20)
Christenen
moeten één zijn
JEZUS: Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, de naam die u ook aan
mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij
één zijn.... 20 Ik bid niet alleen voor hen, maar
voor allen die door hun verkondiging in mij geloven.... 22 Ik heb hen
laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij
één zijn zoals wij: 23 ik in hen en u in mij. Dan
zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld
begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij
liefhad. (Johannes 17:11, 20, 22-23)
Paulus: in de naam van onze Heer Jezus Christus roep ik u op om allen
eensgezind te zijn, om scheuringen te vermijden, om in uw denken en uw
overtuiging volkomen één te zijn. (1
Korintiërs 1:10)
Het
bestaan van engelen
JEZUS: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie,’ voegde hij
eraan toe, ‘jullie zullen de hemel geopend zien, en de
engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de
Mensenzoon.’ (Johannes 1:51)
Paulus: Ten overstaan van God, Christus Jezus en de uitverkoren engelen
roep ik je dringend op dit alles onbevooroordeeld en zonder enige
partijdigheid in acht te nemen. (1 Timoteüs 5:21)
Valse
boodschappers beschreven als wolven
JEZUS: Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie
afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. (Matteüs 7:15)
Paulus: 29 Ik weet dat er na mijn vertrek woeste wolven bij u zullen
binnendringen, die de kudde niet zullen ontzien. 30 Uit uw eigen kring
zullen mensen voortkomen die de waarheid verdraaien om de leerlingen
voor zich te winnen. (Handelingen 20:29-30)
Het
bestaan van demonen
JEZUS: Maar als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het
koninkrijk van God bij jullie gekomen. (Matteüs 12:28)
Paulus: Dat niet, maar wel dat heidenen aan demonen offeren en niet aan
God, en ik wil niet dat u één wordt met demonen.
(1 Korintiërs 10:20)
De vijand zal grote tekenen en wonderen verrichten om mensen te laten
dwalen
JEZUS: Want er zullen valse messiassen en valse profeten komen, die
indrukwekkende tekenen en wonderen zullen verrichten om ook Gods
uitverkorenen zo mogelijk te misleiden. (Matteüs 24:24)
Paulus: 9 De komst van de wetteloze mens is het werk van Satan en gaat
gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, 10 en
allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid
verleiden. Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had
kunnen redden, niet aanvaard. (2 Tessalonicenzen 2:9-10)
Degene
die standvastig zijn zullen gered worden
JEZUS: Red je leven door standvastigheid!. (Lucas 21:19)
Paulus: als wij volharden,
zullen we ook met hem heersen (2 Timoteüs 2:12)
Alles
achterlaten en Jezus volgen
JEZUS: Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat
je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de
hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.’ … 9
En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of
huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het
honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven.
(Matteüs 19:21, 29)
Paulus: 7 Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als
verlies gaan beschouwen. 8 Sterker nog, alles beschouw ik als verlies.
Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles.
Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval
weggegooid. Ik wilde Christus winnen 9 en één met
hem zijn – niet door mijn eigen rechtvaardigheid omdat ik de
wet naleef, maar door die van God, de rechtvaardigheid die er is door
het geloof in Christus. 10 Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn
opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk
worden in zijn dood, 11 in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te
staan. (Filippenzen 3:7-11)
De
opstanding uit de dood komt via Jezus Christus
JEZUS: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft
zal leven, ook wanneer hij sterft, 26 en ieder die leeft en in mij
gelooft zal nooit sterven. (Johannes 11:25-26)
Paulus: 20 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de
eerste van de gestorvenen. 21 Zoals de dood er is gekomen door een
mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22
Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen
levend worden gemaakt. 23 Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd:
Christus als eerste en daarna, wanneer hij komt, zij die hem
toebehoren. (1 Korintiërs 15:20-23)
Jezus
Christus heeft de macht om alles te doen
JEZUS: 19 Jezus reageerde hierop met de volgende woorden:
‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf
doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader
doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. 20 De Vader heeft de Zoon
immers lief en laat hem alles zien wat hij doet. Hij zal hem nog
grotere dingen laten zien, u zult verbaasd staan! 21 Want zoals de
Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie hij
wil. (Johannes 5:19-21)
Paulus: 20 Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar
verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus. 21 Met de kracht
waarmee hij in staat is alles aan zich te onderwerpen, zal hij ons
armzalig lichaam gelijk maken aan zijn verheerlijkt lichaam.
(Filippenzen 3:20-21)
Het
oordelen van anderen
JEZUS: 1 Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. 2
Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld
worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.
3 Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster,
terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? (Matteüs
7:1-3)
Paulus: Natuurlijk, u veroordeelt dit alles. Maar u bent evenmin te
verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over
uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. ... 3 Of denkt
u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van
God kunt ontlopen? (Romeinen 2:1, 3)
Niets
kan gelovigen van Jezus Christus scheiden
JEZUS: 27 Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij
volgen mij. 28 Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan
en niemand zal ze uit mijn hand roven. (Johannes 10:27-28)
Paulus: 35 Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed,
ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?
… 38 Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen
noch machten noch krachten, heden noch toekomst, 39 hoogte noch diepte,
of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de
liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.
(Romeinen 8:35, 38-39)
De
duivel verleidt mensen
JEZUS: JEZUS 1 Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de
woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden7 Jezus
antwoordde: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de
Heer, uw God, niet op de proef.”’ (Matteüs
4:1, 7)
Paulus: dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te
wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan
zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. (1 Korintiërs 7:5)
Jezus
proclameert vrede
JEZUS: 27 Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik
jullie… Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik
wens jullie vrede!’ 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn
handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.
21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede!’
(Johannes 14:27, 20:19-21)
Paulus: Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan
hen die dichtbij waren (Efeziërs 2:17)
Gelovigen
worden herboren, zijn een nieuwe schepping met een nieuw leven
JEZUS: 3 Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie
opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 4
‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’
vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de
moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ 5 Jezus
antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het
koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en
geest. 6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is
uit de Geest is geestelijk. (Johannes 3:3-6)
Paulus: Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt
in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk
bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft... 17 Daarom ook is
iemand die één met Christus is, een nieuwe
schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. (Romeinen 8:11
en 2 Korintiërs 5:17)
Engelen
zagen Jezus Christus’ leven op aarde
JEZUS: 11 Daarna liet de duivel hem met rust, en meteen kwamen er
engelen om voor hem te zorgen.... Uit de hemel verscheen hem een engel
om hem kracht te geven.... ‘Waarachtig, ik verzeker
jullie,’ voegde hij eraan toe, ‘jullie zullen de
hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen
naar de Mensenzoon.’ (Matteüs 4:11, Lucas 22:43, en
Johannes 1:51)
Paulus: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest,
is verschenen aan de engelen (1 Timoteüs 3:16)
Dat er zoveel
overeenkomsten zijn in de prediking van Jezus en Paulus zou niet
verrassend moeten zijn gezien het feit dat het Jezus was die Paulus
benoemd heeft tot zijn apostel:
15 Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het instrument dat ik
gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en
onder al de Israëlieten. (Handelingen 9:15)
14 Hij zei: “De God van onze voorouders heeft jou uitgekozen
om je zijn wil bekend te maken, om de Rechtvaardige te zien en hem te
horen spreken, 15 want je zult zijn getuige zijn en aan alle mensen
verkondigen wat je gezien en gehoord hebt. (Handelingen 22:14-15)
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)