HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
                   

              

Het levende woord van God
Aflevering  5 - De Bijbel is compleet

   

De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 701 - Het levende woord van God
Aflevering  5

Kies hieronder een studie uit deze serie   

01 02 03 04 05 06 07
08 09 10 11 12 13 14
Terug naar de Inleiding van deze serie

Lees de Bijbel 

"Het Woord van God is levend en krachtig", zoals ze van zichzelf getuigd. Begrijpelijk, want het is het Woord van de levende God. Alle dingen zijn uit het Woord voortgekomen. De neerslag van het levende Woord vinden we in "de heilige Schriften", dat dan ook prompt "van God geïnsprieerd" heet. Letterlijk "God geblazen". Zoals ooit de eerste mens door God ingeblazen en "alzo een levende ziel" werd, zo zijn ook de heilige Schriften "van God geblazen" en daarom levend. Gevormd door geschriften, ontstaan op zoveel plaatsen en gedurende vele, vele eeuwen, vormt het niettemin een wonderbaarlijke eenheid.

De Bijbel is compleet


Er mag niets van worden afgedaan en er mag ook niets aan worden toegevoegd. (Zie Deut.4:2; 12:32; ,19.) God wil, dat wij precies doen, wat Hij van ons vraagt. Wij moeten niet minder doen, maar ook niet meer. Wij moeten ook geen "eigentijdse" profetieën aan de Bijbel toevoegen. De Bijbel is heilig, goed en compleet. 

Wij mogen niet hoogmoedig zijn en denken, dat wij nog wel iets aan het Woord van God kunnen toevoegen of dat wij de bevoegdheid zouden hebben, om iets van Zijn woord af te doen.
Toen de zonde in de wereld kwam werd dit bij Eva ook vooraf gegaan door het "iets toevoegen" aan het woord, dat God gesproken had. Eva zei immers tegen de slang, dat zij van de boom niet mocht eten en hem ook niet mocht aanraken. God had dat niet gezegd. Hij had alleen gezegd, dat ze er niet van mochten eten.

Terwijl het leek, alsof Eva extra voorzichtig was, iets wat vandaag de dag door velen in haar geprezen zou worden, veranderde zij feitelijk iets aan het woord dat God gesproken had. Zo kwam de zonde reeds in haar leven, en kon Satan verder gaan haar daar nog dieper in te brengen. De feitelijke zondeval vond echter plaats op het moment dat Adam van de vrucht at. God had het hem gezegd, en op het moment dat ook hij at bemerkten ze dat ze naakt waren.

De Kanon van de Bijbel

De Kanon is die verzameling gewijde boeken, die tot regel dienen van ons geloof en gedrag. Het woord "kanon" is Grieks en betekent niet alleen lijst, maar ook wet of regel.

Een boek heet Kanoniek, omdat het geplaatst is op de kanon of lijst van de Heilige Schrift; elk boek dus dat in deze kanon is opgenomen, is heilig, duidend op de Goddelijke ingeving.

Vandaar dat gewijde, ingegeven of kanonieke boeken, die niet tot de kanon behoren, maar die enkele personen of gemeenten daar ten onrechte hebben willen bijvoegen, de apocrieve boeken worden genoemd, d.i. verborgene.

Deze is naam is deels, omdat hun oorsprong in het verborgene ligt en deels, omdat men ze van ouds heeft verborgen gehouden om ze niet met de van GOD ingegevene op gelijke lijn te plaatsen.

1. Kanon der Joodse kerk. De kanon der boeken van het Oude Testament is afgesloten na de terugkeer uit de ballingschap. De Joden geven aan dat EZRA, onder de leiding van de Heilige Geest, de boeken van de tegenwoordige kanon, of de drie delen van het Heilige Wetboek heeft mogen verzamelen. Heden ten dagen erkennen de Joden deze kanon der Heilige Schrift.

2. Kanon der Christelijke kerk. De Christelijke Kerk heeft de Joodse Kanon overgenomen en deze aangevuld met de Nieuw Testamentische geschriften. De oorspronkelijke gemeenten hebben elkaar deelgenoot gemaakt van de geschriften, welke zij van de apostelen en evangelisten bezaten of ontvangen hadden. Bovendien is in een zeer vroeg stadium een proces op gang gekomen, waarbij deze handschriften werden gekopieerd en verspreid, zodat iedere gemeente deelgenoot werd van deze handschriften. Reeds in de tweede eeuw was hierdoor de Kanon van het Nieuwe Testament samengesteld en werd deze door de gehele christelijke kerk gebruikt.

De `echtheid´ van de Bijbel

Een boek heet echt wanneer het werkelijk opgesteld is door de schrijver, op wiens naam het staat, en in de tijd waarin het beweert geschreven te zijn.

Wij hebben sterke en voldoende bewijzen, dat de boeken van de Bijbel echt en onvervalst zijn.

Echtheid van het Oude Testament.


De schriften van het Oude Testament zijn bijeengebracht en voltooid door de nauwlettende zorg van GODS profeten. Van oorsprong zijn deze geschriften geschreven in de Hebreeuwse taal. Gedurende meerdere eeuwen, tot op de dag van vandaag, zijn deze geschriften doorgegeven en vermenigvuldigd.

De bijzondere voorzienigheid GODS is vooral merkbaar in de Griekse vertaling van het Oude Testament, welke omstreeks 285 jaren vóór de geboorte van CHRISTUS, ten behoeve van de Joden in griekssprekende landstreken, tot stand is gekomen.

Het getuigenis, welke de Here Jezus Christus van het Oude Testament gaf, zoals het bij de Joden in Judéa gebruikt werd, en de citaten, welke de nieuw testamentische schrijvers uit de verschillende boeken van het Oude Testament aanhaalden, kwamen veelal uit deze Griekse overzetting en konden worden begrepen door een veel grotere groep Joden. Ondanks, dat zij uiteindelijk de vijanden werden van de vervulling van deze beloften, welke vijandschap ook voorspelt werd met daaraan de belofte van God middels Paulus, dat God zijn beloften aangaande Israël niet vergeet.

Echtheid van het Nieuwe Testament.

Tevens is volledig bewezen, dat de boeken van het Nieuwe Testament geschreven zijn door personen, die geleefd hebben in de tijd van de beschreven gebeurtenissen en wiens namen in de geschriften vermeld zijn.

Geen enkel wel onderwezen en oprecht mens kan er aan twijfelen, of de boeken die wij onder de namen van Mathéus, Markus, Lukas en Johannes kennen, zijn geschreven door hen naar wie zij genoemd zijn. Van hun uitgave af is dit nimmer tegengesproken. (Met uitzondering van de laatste jaren, waarin op basis van allerlei niet bewezen vooronderstellingen, door bepaalde lieden allerlei zaken betreffende de Bijbel in twijfel worden getrokken)

Ook hebben wij duidelijke grond om te geloven, dat al de gebeurtenissen, welke in de Evangeliën worden vermeld, en al de verhalen die daarin aangaande de daden en uitspraken van onze Verlosser Jezus Christus voorkomen, nauwgezet de waarheid zijn.

Matthéus en Johannes waren twee apostelen van onze Heer. Beiden waren een trouwe gezel gedurende geheel de tijd van Zijn bediening. Bovendien ooggetuigen van de gebeurtenissen en oorgetuigen van de gesprekken, die zij beschrijven.

Markus en Lukas, behoorden niet tot de twaald apostelen, maar waren wel de tijd- en lotgenoten van Mattheus en Johannes. Zij allen leefden in vriendschap en nauwe omgang met hen, die in de verhalen vermeld worden. Algemeen onderstelt men dat Lukas tot de zeventig discipelen behoort heeft, die door de Heer zelf geroepen werden om het Evangelie uit te dragen. Indien dit zo is, heeft Lukas onze Heer even goed als persoon gekend als de apostelen. Zeker is, dat Lukas gedurende vele jaren de trouwe reisgezel van Paulus is geweest en goed onderricht was van hetgeen hij heeft geschreven. Bij de aanhef van zijn Evangelie maakt Lukas zijn goede en grondige bekendheid met het onderwerp aldus bekend: "Naardemaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen die onder ons volkomene zekerheid hebben; gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelf aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn, (-) zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan (van het begin af) naarstiglijk onderzocht, vervolgens (naar orde) aan u te schrijven, voortreffelijke Theofilus! opdat gij moogt kennen de zekerheid der dingen, waarvan gij onderwezen zijt" (#Lu 1:1-4).

Daar Lukas ook de schrijver is van de "Handelingen der Apostelen", hebben wij tot de schrijvers van de vijf eerste boeken van het Nieuwe Testament mannen die nauwkeurige kennis hadden van hetgeen zij verhalen, hetzij door eigen waarneming, hetzij door onmiddellijke mededeling van hen die al het verhaalde gehoord en gezien hebben. Zij konden derhalve noch zelf bedrogen zijn, noch hadden er enige reden of aanleiding toe om anderen te bedriegen. Zij waren eerlijke, eenvoudige en zeer oprechte lieden, zoals dit ook duidelijk blijkt uit hun schrijven. Bovendien hebben hun grootste vijanden zelf nimmer de zuiverheid van hun karakter aangerand. Met valse berichten trouwens zouden zij niets hebben kunnen winnen, en de leerstellingen die zij verkondigden, bevestigen zij zelfs met hun eigen bloed. En wie is bereid voor een leugen te sterven?

Naast dat zij in het samenstellen van hun geschriften geleid werden door oprechte liefde voor mensen, werden zij ook door de invloed van de Heilige Geest aangedreven, door wiens genadige en onfeilbare leidingen zij gewaarborgd bleven van elke mogelijke dwaling en misvatting, in het schrijven van boeken, die bestemd waren tot stichting en heiliging van alle volken en navolgende geslachten. Dezelfde krachtdadige ingeving van de Heilige Geest bestuurde ook de apostelen in het schrijven van Zendbrieven aan de nieuw gestichte gemeenten, overeenkomstig de beloften van hun Meester. #Joh 14.26 16.13 Ac 1.8

Omstreeks het begin van de tweede eeuw werden de afschriften van meestal de boeken van het Nieuwe Testament tot één boekdeel samengevoegd. In eerste instantie, toen de Evangeliën en Zendbrieven door verschillende ver van elkaar verwijderde kerken bewaard werden, werden enkele niet geïnspireerde boeken toegeschreven aan de apostelen, zonder dat dit het geval konb zijn. Hierdoor ontstond onder enkele Gemeenten twijfels omtrent de Brief aan de Hebreërs, de tweede brief van Petrus en de tweede en derde brief van Johannes, evenals het boek der Openbaringen. Op basis van deze twijfel heeft men toen nauwkeurig onderzoek verricht om vervolgens tot de conclusie te komen, dat het hier inderdaad om geschriften van Christus apostelen ging. Hierdoor werden ook deze geschriften met goedkeuring van al de kerken aangenomen, als zijnde van gelijk gezag en gelijke waarde met de andere geschriften uit het Nieuwe Testament.

De Bijbel is samengesteld uit 66 geïnspireerde boeken. Maar in sommige bijbels zijn zeven andere boeken toegevoegd die 'de apocriefen' worden genoemd. Zijn deze toegevoegde boeken door God geïnspireerd? Bestaan er zogenaamde 'verloren bijbelboeken'?

Jezus heeft onvoorwaardelijk vastgesteld dat "de hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan" (Matth. 24:35; Mark. 13:31; Luk. 21:33).

Heeft Jezus deze belofte gehouden? Is de volledige Bijbel voor ons mensen van vandaag bewaard gebleven? Of heeft Christus hierin gefaald? Petrus werd geïnspireerd te schrijven: "Het woord des Heren blijft in der eeuwigheid" (1 Petrus 1:25).

Dit zijn goddelijke, onverbrekelijke beloften! De God die niet kan falen heeft beloofd dat zijn Woord niet vergaan zou. Maar hoe weten we uit wélke boeken zijn Woord is samengesteld?

Wie vormt het uiteindelijke gezag dat bepaalt welke boeken het geïnspireerde Woord van God zijn? Wie zijn de bewaarders ervan? Heeft God het aan ieder persoonlijk overgelaten (of aan een bepaalde kerk) om voor zichzelf uit te maken welke boeken geacht worden het 'Geïnspireerde Woord van God' te zijn?

Toegevoegde boeken?

Een kerk beweert in haar publicaties dat de Bijbel "haar boek" is. Zij beweert dat zij alléén het gezag heeft te bepalen welke boeken in zowel het Oude als in het Nieuwe Testament behoren – dat zij alléén gebruikt wordt om de Bijbel te bewaren.
Zij geeft openlijk toe dat het uitsluitend op háár gezag is dat de apocriefe boeken – zeven boeken en gedeelten van twee andere – aan het Oude Testament zijn toegevoegd en dat deze verschenen zijn in de bijbelvertalingen van enkele andere denominaties.
Is de een of andere zichzelf christelijk noemende kerk het instrument dat Christus gebruikt om te bepalen welke boeken geïnspireerd zijn en welke niet? Heeft God aan mensen het gezag gegeven deze bindende beslissing te nemen?

Met de term apocriefen (v. Gr. apokruphos = verborgen) worden in de christelijke kerken die geschriften aangeduid die in de laatste eeuwen voor en de eerste eeuwen na Christus rond de bijbel zijn ontstaan. Zowel rond het Oude als rond het Nieuwe Testament is een hele groep van deze geschriften ontstaan. Om deze van de canonieke geschriften te onderscheiden, is in de christelijke oudheid de term apocrief ingevoerd.

1. Over welke boeken gaat het hier eigenlijk?

1 EZRA, is een historisch verslag over de periode van het einde van de ballingschap tot de voltooiing van de tempel. Het is een compilatie die delen van Ezra, Nehemia en de Kronieken bijna dupliceert. Een toegevoegd verhaal probeert uit te leggen waarom Zerubabbel een leidende rol had in de wederopbouw van de tempel. Volgens het verhaal beargumenteerde Zerubabbel met succes in een debat met twee andere wachters van koning Darius dat vrouwen en waarheid sterker zijn dan koningen en wijn.

2 EZRA, van Latijnse oorsprong uit de eerste drie eeuwen na Christus, beoogt een reeks apocalyptische visioenen over de toekomst van de wereld te verslaan. In dat opzicht is het vergelijkbaar met de apocalyptische visioenen van de toonaangevende profeten, vooral die van Daniël. Een groot gedeelte van het boek bespreekt een aantal van de moeilijke kwesties die in het boek Job worden behandeld: hoe kan God toestaan dat Zijn mensen lijden? Waarom zou God ervoor kiezen om volken die slechter zijn dan Israëlte gebruiken om Israël te straffen? Waarom een rechtschapen leven leiden als de boosaardigen er beter vanaf lijken te komen? Hoe lang zal het duren voordat de rechtschapen mensen eindelijk hun beloning zullen ontvangen? Hoe zullen de goddelozen worden gestraft? En ook al worden er net als in het boek Job
enkele antwoorden gegeven, toch is de primaire respons dat er nu eenmaal veel is dat de mens nog niet kan bevatten.

TOBIT is een fictief religieus verhaal over een vrome Jood, Tobit genaamd, en zijn zoon Tobias. Het verhaal concentreert zich vooral op de reis van Tobias van Ninevé naar de stad Ecbatana om geld op te halen dat zijn vader daar in bewaring had gegeven. Op zijn reis ontmoet Tobias een verre verwante, Sarah genaamd, met wie hij trouwt. Sarah had al zeven echtgenoten overleefd; zij stierven steeds tijdens
de huwelijksnacht. Een centrale figuur in het verhaal introduceert elementen van Perzisch mysticisme en demonisme. Deze hoofdrolspeler beweert de aartsengel Rafaël te zijn, die zich vermomd heeft als Tobias' gids. De morele boodschap in het verhaal is het aanmoedigen van onzelfzuchtigheid en liefdadigheid, vooral zoals deze te zien zijn in het leven van Tobit en de principes die hij zijn zoon heeft meegegeven.

JUDITH is een ander religieus fictief werk, over een mooie Joodse vrouw, Judith genaamd, die haar stad en zelfs het hele volk van Israël redt door een Assyrische generaal om de tuin te leiden en zijn hoofd af te hakken. De generaal Holofernes wordt verondersteld een legeraanvoerder te zijn van Nebukadnezar, de koning over de Assyriërs in Ninevé. Die historische fout bevestigt de fictieve aard van
het verhaal en richt de aandacht van de lezer nadrukkelijker op het duidelijke doel van het boek: het bevorderen van een strikte navolging van de Joodse wetten, vooral de ceremoniële wetten en de voedingswetten. Het verhaal kan zijn voortgebracht door de Joodse Farizeeërs, die in latere verhalen nog uitgebreider zullen worden besproken.

TOEVOEGINGEN ESTHER zijn aanvullingen op het canonieke verslag over Esther. Deze supplementen vinden we verspreid over de Griekse vertalingen van het boek. Omdat er in het boek Esther geen rechtstreekse verwijzingen bestaan naar God of de Joodse godsdienst, is het mogelijk dat de vertalers besloten om de diverse aanvullingen op het boek toe te voegen om zo de religieuze invloed ervan te vergroten. Onder de aanvullingen vinden we, zo wordt beweerd, de inhoud van het decreet van koning Artaxerxes om de Joden af te slachten, een vermeend verslag over Esthers gebed tot God voordat zij de koning ongenodigd zou benaderen, de veronderstelde inhoud van de brief die de Joden toestond om zichzelf te verdedigen en tenslotte een epiloog waarin Mordechai laat zien hoe zijn droom in alle voorgaande gebeurtenissen bewaarheid werd.

WIJSHEID, of Boek der Wijsheid, is een gedicht dat stilistisch vergelijkbaar is met het boek Prediker en is karakteristiek voor de literatuur in de wijsheidsbeweging van Salomo. Daarom wordt het boek soms met Salomo's naam aangeduid, ook al is het kennelijk pas rond 50-40 voor Christus geschreven. Het
gedicht spreekt op prachtige wijze over Gods alwetendheid, de aard van de dood, de geborgenheid van de rechtschapenen, de superioriteit van deugdzaamheid en de vernietiging van de goddelozen. En op een manier die doet denken aan de profeten, voert de schrijver een scherpe aanval uit op afgoderij en heidense perversies. Het boek wordt afgesloten met een overzicht van Gods omgang met Israël en Zijn altijddurende zorg voor Zijn volk, zelfs wanneer zij ontrouw zijn.

JEZUS SIRACH is het langste boek van de apocriefen en is vergelijkbaar met het boek Spreuken wat betreft inhoud en stijl. Het werd oorspronkelijk rond 180 voor Christus in Jeruzalem in het Hebreeuws geschreven en zo'n vijftig jaar later in de stad Alexandrië in het Grieks vertaald. Het laatste
gedeelte van het boek bevat een overzicht van alle grote mannen in de Joodse geschiedenis, eindigend met Simon de hogepriester, die in 199 voor Christus overlijdt. Een proloog geeft aan dat de schrijver een man met de naam Jezus of Jozua is (wiens vaders naam Sirach is) en dat zijn gedachten voortkomen uit een jarenlange bestudering van de wet, de profeten en andere oudtestamentische wijsheidsliteratuur. Het is niet verbazingwekkend dat dit boek, dat ook wel Ecclesiasticus wordt genoemd, begint met de woorden: “Alle wijsheid komt van de Heer en is bij hem tot in eeuwigheid.” Net als het boek Spreuken vindt Ecclesiasticus wijsheid in de vrees voor de Heer, maar ook in zelfbeheersing, vooral spraakbeheersing. Liefdadigheid en nederigheid worden aangemoedigd en het boek bevat waarschuwingen tegen ongepaste begeerten en overmatig wijngebruik. De kortheid van het leven en de bestraffing van de goddelozen worden als motivaties voor een correcte leefstijl gezien. Slechte vrouwen en klagende vrouwen worden net als overspelige mannen heel scherp als boosaardig bestempeld. In tegenstelling tot andere wijsheidsliteratuur in de canonieke Schrift bevat Ecclesiasticus ook werelds advies voor gepaste etiquette aan de eettafel en primaire gezondheidsgewoontes. Verschillende beroepen worden geprezen, van artsen tot gewone handelslieden, waarvan wordt gezegd: “...wat voor altijd geschapen is, krijgt door hen zijn plaats...” en “...ze hebben alleen de behoefte hun ambacht uit te oefenen”. Alles in aanmerking genomen behandelt Ecclesiasticus een breed scala aan wijze gezegden die een weerspiegeling zijn van de wijsheidsliteratuur die al eerder gepresenteerd werd.

BARUCH wordt verondersteld geschreven te zijn door de kopieerder van Jeremia. Het werd volgens het boek zelf meegezonden met een ingezameld geldbedrag om de aanbidding in de tempel in 582 te steunen. Maar aangezien de tempel in die tijd een ruïne was, bestaan er twijfels over de geschiedkundige nauwkeurigheid van het geschrift. Het lijkt erop dat het document ergens aan het einde van de eerste eeuw tot ontstaan kwam, toen Jeruzalem en de herbouwde tempel opnieuw werden bedreigd. In dit boek vinden we een bekentenis van nationale zonden, een smeekbede voor genade, een vraag om wijsheid en bemoedigende woorden voor een onderdrukt volk. Deze worden gevolgd door de “Brief van Jeremia”, waarvan beweerd wordt dat hij door de grote wenende profeet zelf geschreven is aan de gevangenen in Babylon en waarin hij waarschuwt tegen betrokkenheid bij afgoderij. Deze brief is een van de krachtigste en meest wijze aanvallen tegen afgoderij die ooit zijn geschreven.

SUSANNA is een kort verhaal over een deugdzame vrouw die Susanna genoemd wordt en valselijk van ontrouw wordt beschuldigd door twee boosaardige Joodse volksoudsten, wanneer zij hun seksuele avances afwijst. Wanneer zij wordt weggevoerd om geëxecuteerd te worden, na een rechtszaak
waarin haar aanklagers een vals getuigenis afleggen, dringt Daniël (verondersteld wordt dat het Daniël uit het Oude Testament is) erop aan dat de twee oudsten afzonderlijk worden ondervraagd. Deze zet leidt tot getuigenissen die met elkaar in strijd zijn en waarmee Susanna's onschuld bewezen wordt. Het verhaal is
misschien niets meer dan een hypothetisch geval dat geschreven is om aan te zetten tot hervormingen in de manier waarop bewijslast wordt vergaard in rechtszaken over misdaden waarop de doodstraf staat. Hoewel de wet vereist dat er twee getuigen nodig zijn om iemand schuldig te kunnen verklaren, is het toch mogelijk dat deze twee getuigen samenzweren waardoor een onschuldig mens ter dood zou kunnen worden veroordeeld. Deze nieuwe procedure zou dan kunnen helpen om een dergelijke samenzwering te ontmaskeren en juist de doodstraf op te leggen aan de samenzweerders.

LIED VAN DE DRIE JONGE MANNEN is een geschrift uit de periode 170-150 voor Christus, bedoeld om geïntegreerd te worden met het boek Daniël (na vers 3:23). Het boek beweert een verslag te zijn over het wonder waarmee Sadrach, Mesach en Abednego gered werden toen zij in de brandende oven werden
geworpen, samen met een gebed van Azarja (Abednego), dat feitelijk een bekentenis van Israëls zonden en een smeekbede voor de redding van het volk is. Het bevat verder een loflied op de God die de drie mannen uit het dodelijke vuur heeft gered.

BEL EN DE DRAAK is het derde verhaal dat aan het boek Daniël is toegevoegd en is een aanval op afgoderij, vooral de verering van slangen, of “draken”, zoals zo vaak gebeurde rond 100 voor Christus toen dit boek geschreven werd. Het verhaal plaatst Daniël in een dispuut met koning Kores over de vraag of de
Babylonische god Bel het voedsel dat aan hem wordt geofferd al dan niet opeet. Door middel van eenvoudige vindingrijkheid weet Daniël aan te tonen dat het voedsel door de priesters van Bel wordt opgegeten. Daniël veroorzaakt vervolgens de dood van een aanbeden slang, waardoor de Babylonische
aanbidders zó boos worden dat zij Daniël in een leeuwenkuil gooien. In dit fictieve verhaal over de leeuwenkuil wordt Daniël eten gebracht door de profeet Habakuk, waarvan beweerd wordt dat hij voor deze gelegenheid op wonderbaarlijke wijze van Judea naar Babylon werd overgebracht.

GEBED VAN MANASSE is een kort, maar uitstekend voorbeeld van een vroom en berouwvol gebed, misschien van Farizese oorsprong.

1 MAKKABEEEN verhaalt de geschiedenis van het Joodse volk in Judea in de periode 175-132 voor Christus. Het bevat er een groot aantal details over die in latere geschriften slechts summier zullen worden aangestipt. De strijd tussen de belangrijkste koningen van deze periode – de Seleuciden in Syrië en de
Ptolemaeën in Egypte – wordt afgeschilderd. De Joden bevinden zich midden tussen de strijdende grootmachten. Er wordt verwezen naar een latere Romeinse macht, maar in deze periode bestaat er nog geen directe Romeinse heerschappij waar Judea door beïnvloed zou zijn. Het begin van dit historische verslag gaat voornamelijk over de Seleucidische koning Antiochus Epiphanes, die een grote vervolging begint van de Joden en hun godsdienst. Er zijn Joden die liever sterven dan toezien dat de wet onderdrukt wordt en zij reageren op een militante wijze. Meerdere decennia lang worden deze Joden in de ene na de
andere strijd aangevoerd door een man met de naam Mattatias en drie van zijn zonen. De eerste zoon die deze taak van zijn vader overneemt is Judas, die Makkabeüs wordt genoemd. Het historische verslag is naar deze man vernoemd. Judas Makkabeüs wordt opgevolgd door zijn twee broers Jonatan en Simon, en later door Simons zoon Hyrkanus. De militaire strijd van de Joden tegen de Syriërs, Grieken, Egyptenaren, Edomieten en een aantal plaatselijke vijanden, doet denken aan de oorlogen van koning David. Maar de bijna onophoudelijke gevechten geven Judea en de Joden uiteindelijk een korte periode van vrede, te midden van door conflicten gekenmerkte eeuwen. Jonatan en Simon worden
aangesteld als hogepriesters en gouverneurs, wat duidt op een evolutie in de traditionele rollen van het Joodse leiderschap. Het eerste boek der Makkabeeën is de belangrijkste en meest betrouwbare bron van de geschiedenis van de Joden in deze periode.

2 MAKKABEEEN wordt verondersteld de periode te beschrijven van 175-160 voor Christus, maar het is minder historisch dan vaderlandslievend. Het boek beweert een leesbare samenvatting te zijn van een veel gedetailleerder werk in vijf delen, geschreven door Jason van Cyrene. Het meest in het oog springend zijn de gedetailleerde verslagen over gewelddadige wreedheden die Antiochus Epiphanes tegen de Joden zou hebben begaan.

3 MAKKABEEEN in tegenstelling tot 1 Makkabeeën en 2 Makkabeeën en tot wat de titel suggereert, heeft dit boek niets te maken met de geschiedenis van de Makkabeeën. Het beschrijft de situatie in Alexandrië aan het eind van de 3e eeuw v.C., waar onder koning Ptolemaeus IV Filopator (reg. 221-204) anti-joodse sentimenten heersten. De Egyptische koning wilde de tempel in Jeruzalem betreden, maar werd daarvan weerhouden door Palestijnse joden. Hierop dreigde de koning de Egyptische joden het burgerschap te ontnemen; na interventie door engelen „schrikkelijk in gedaante” (3 Mak. 6:17) kwam hij hierop terug.

2. Deze bovengenoemde geschriften heten bij de protestanten apocrief, bij de rooms-katholieken deuterocanoniek

Toen de Reformatie de term 'apocrief' voor deze groep geschriften had gereserveerd, ging men de overige geschriften rond het Oude Testament als 'pseudepigrafen' aanduiden, terwijl de Rooms-katholieke Kerk deze groep 'apocriefen' bleef noemen.

Zijn deze toegevoegde boeken wérkelijk geïnspireerd? Hebben Jezus en de apostelen ze ooit erkend of eruit geciteerd? Hebben zij ze goedgekeurd?

Je kunt ze in sommige bijbelvertalingen aantreffen. Het zijn:
'Tobias', 'Judith', 'Wijsheid', 'Ecclesiasticus', 'Baruch' en 1 en 2 'Makkabeeën'. Behalve deze zeven boeken zijn er nog 107 verzen aan het eind van het boek Esther toegevoegd. In het midden van het derde hoofdstuk van het boek Daniël is ingelast 'het gezang van de drie mannen in het vuur' en aan het eind van het boek Daniël is een 13e hoofdstuk 'Susanna en de ouderlingen' en het 14e hoofdstuk 'Bel en de draak' toegevoegd!
In oudere uitgaven van sommige Bijbels verschenen zelfs nog andere apocriefe boeken.

Is de Bijbel zonder deze toevoegingen onvolledig? Of zijn het menselijke toevoegingen die niet gerechtvaardigd zijn; erin gezet door mensen die geen goddelijk gezag bezaten?

3. Vanwaar de naam 'apocriefen'?

Waarom worden deze toegevoegde boeken de 'apocriefen' genoemd? Wat betekent het woord apocrief? Het komt van het Griekse woord apokrupto dat 'geheim houden' betekent. Met andere woorden deze boeken werden niet openlijk aan de gemeenschap gegeven. Het waren mystieke boeken!

Maar deze zeven toegevoegde boeken en vier andere hoofdstukken of secties zijn feitelijk slechts enkele van de vele honderden legendarische boeken die gewoonlijk de 'apocriefe geschriften' worden genoemd. Er waren tientallen oude apocriefe of onechte 'evangeliën', 'handelingen', 'brieven' en 'apocalypsen'. Er zijn titels onder zoals 'Het evangelie volgens de Egyptenaren', 'Het evangelie van de geboorte van Maria', 'De handelingen van Petrus', en 'De apocalypse van Maria'.

Tussen 200 v.Chr. en 100 n.Chr. verschenen er onder de Joodse Essenen eveneens vele apocriefe werken, zoals 'De opneming van Mozes', 'De hemelvaart van Jesaja', '3 en 4 Ezra', 'Het testament van de twaalf patriarchen', 'Het testament van Abraham', 'Het boek Henoch' en nog veel later verscheen een ander frauduleus werk: 'Het boek des Oprechten'.

Vele van deze werken zijn zo fantastisch – het bedrog lag er zo duidelijk op – dat ze noch door de Joden, noch door de katholieken en protestanten ooit aanvaard zijn. De meeste ervan zijn frauduleus, opzettelijk geschreven zogenaamd door beroemde mannen teneinde het een of andere mysterieuze, verborgen dogma de kerk binnen te smokkelen. Let erop dat de zeven toegevoegde boeken die in sommige bijbeluitgaven worden aangetroffen, toegeschreven worden aan Salomo, Baruch en Jeremia – dat de ingelaste hoofdstukken toegeschreven worden aan Esther en Daniël, aan Sadrach, Mesach en Abednego. Werden deze toevoegingen werkelijk door deze personen samengesteld? Of is het allemaal bedrog?

Onechte geschriften werden voorzegd

Paulus waarschuwde de Thessalonicensen: "Dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn… Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook…" (2 Thess. 2:2-3). Ziet u dat? Binnen enkele maanden nadat Paulus Thessalonica bezocht had, trachtten valse leraren de christenen te bedriegen door het schrijven van onechte brieven in de naam van de apostel Paulus. Wekt het dan enige verwondering dat heel de wereld in die tijd overstroomd werd door onechte, apocriefe, pseudo-bijbelse werken?

Sla nu Jeremia 23 op en lees wat voorzegd werd dat ook in oudtestamentische tijden zou gebeuren. Begin met vers 32: "Zie, Ik zal de profeteerders van leugenachtige dromen! luidt het woord des Heren, die zij vertellen om mijn volk te misleiden door hun leugens en woordenkramerij; Ik heb hen niet gezonden en hun geen opdracht gegeven; zij zijn dit volk niet van het minste nut, luidt het woord des Heren."

Lees ook vers 25 en 26: "Ik heb gehoord wat de profeten zeggen, die in mijn naam vals profeteren: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd! Tot hoelang? – is er iets in het hart van de profeten, die leugen profeteren en profeten zijn van de bedriegerij van hun hart...?"

Begrijp dit goed! Volgens de profetieën zouden er stortvloeden van onwaarachtige gezichten, dromen en valse profetieën zijn om de mensen te bedriegen. Hoewel deze frauduleuze geschriften "în de naam des Heren" kwamen, waren ze niet van de Heer. De meeste zijn verdwenen en verloren gegaan. Maar enkele ervan zijn gebleven.

Aan wie had God, te midden van deze stroom van frauduleuze, bedrieglijke geschriften zijn bestuur toegekend, zijn gezag gegeven, waarmee Hij voor altijd bepaalde welke de geïnspireerde boeken van de Bijbel waren en bewaard moesten worden? Werd het aan ieder persoonlijk overgelaten, of aan een bepaalde kerkelijke richting?

"Aan de Jood"

Lees het geïnspireerde antwoord van Paulus in Romeinen 3:1-2: "Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats toch dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd."

Aan wie waren de Woorden van God, de Bijbel, in oudtestamentische tijden toevertrouwd? Aan een kerkelijke richting? Of werd het aan de mensen zelf overgelaten? Nee! Het werd aan de Joden toevertrouwd. Het werd aan hún zorg toevertrouwd!

Let nu eens op Handelingen 7:37-38: "Dit is die Mozes, die tot de kinderen Israëls gezegd heeft: Een profeet gelijk mij zal God u uit uw broeders doen opstaan. Deze [Mozes] is het, die in de vergadering in de woestijn met de engel [of Boodschapper - Jezus Christus) was, die tot hem [Mozes] sprak op de Sinaï, en met onze vaderen; en hij ontving levende woorden om die u te geven." De oudtestamentische woorden werden aan de vergadering –gemeente – in de woestijn gegeven – aan de oudtestamentische Gemeente. Het werd niet aan ieder persoonlijk overgelaten.

Hoewel zij aan de Gemeente in de oudtestamentische tijd waren toevertrouwd, waren ze bestemd om ze aan ons te geven – voor ons te bewaren. Petrus werd geïnspireerd om over de profeten te schrijven: "Hun werd geopenbaard, dat zij niet zichzelf, maar u dienden met die dingen, welke u thans verkondigd zijn bij monde van hen, die door de Heilige Geest, die van de hemel gezonden is, u het evangelie hebben gebracht, in welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan" (1 Petrus 1:12). God heeft zijn profeten geïnspireerd zijn boodschap aan de oudtestamentische Gemeente te richten, God kende zijn bestuur aan die Gemeente toe. Die Gemeente werd bij goddelijk decreet verantwoordelijk gesteld zijn Woord voor altijd te bewaren.

Hier volgt het getuigenis van Jezus zelf aangaande wie in die Gemeente met gezag bekleed was: "Toen sprak Jezus tot de scharen en tot zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet (Matth. 23:1-3). God bevestigde door Mozes zijn bestuur in zijn Gemeente – de oudtestamentische Gemeente. In de dagen van Jezus zaten de Farizeeën en de schriftgeleerden op de stoel van Mozes en bezaten zijn gezag.

En wat was de plicht van de schriftgeleerden? Het Woord van God te bewaren, dit te kopiëren en van generatie tot generatie te reproduceren. De Farizeeën waren verantwoordelijk voor het bestendig voorlezen van de Schriften in de synagogen.

Deze leiders mogen niet oprecht van hart geweest zijn; toch zei Jezus dat zij het gezag hadden. Zij werden, ondanks zichzelf, door God gebruikt om zijn Woord te bewaren.

Jezus erkende nogmaals onvoorwaardelijk hun gezag toen Hij in Mattheus 5:18 zei: "Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied". Hij zette het weer uiteen in Lukas 16:17: "Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet één tittel zou vallen." Christus sprak hier over de wet en de profeten (Matth. 5:17 "Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen." Lukas 16:16 "De wet en de profeten gaan tot Johannes; sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin.") – het Oude Testament! De Joden bewaarden iedere letter van Gods Woord. Jezus zei dat er niet één ontbrak. En als er niet één letter ontbrak, dan ontbrak er zeker geen enkel boek!
 Maar wáár was het centrum van gezag in de Joodse wereld? Berustte het gezag in laatste instantie bij de Joodse schriftgeleerden in Egypte, in Babylon of in Rome? Waar was het centrale gezag waar de oudtestamentische Gemeente zich op verliet?

Jeruzalem was het centrum

In de oudtestamentische Gemeente bepaalde God dat zijn bestuur vanuit een centraal punt werd uitgevoerd: "Wanneer een zaak voor u te moeilijk is om daarin uitspraak te doen, in geval van bloedschuld, geschil of lichamelijk letsel (aanleidingen tot rechtsgedingen in uw steden) [dit kon ook onenigheid inhouden over welke boeken de geïnspireerde boeken van de Bijbel waren] dan zult gij u begeven naar de plaats die de Here, uw God, verkiezen zal; gij zult gaan tot de Levitische priesters en tot de rechter, die er dan wezen zal, en hen raadplegen; zij zullen u hun rechterlijke uitspraak aanzeggen. En gij zult handelen naar de uitspraak, die zij u aanzeggen ter plaatse die de Here verkiezen zal; gij zult nauwgezet doen naar alles, waarvan zij u onderrichten" (Deut. 17:8-10).

De hoofdzetel was de plaats die God koos. Waar was die? Sla Psalm 78:67-68 eens op: "En Hij [de Heer] versmaadde de tent van Jozef, en verkoos Efraïms stam niet. Maar Hij verkoos de stam van Juda, de berg Sion, die Hij liefheeft."

Hoewel God zijn openbaring aan de gehele oudtestamentische Gemeente gaf – aan alle stammen van Israël – verkoos Hij toch de ene stam van Juda – de Joden – boven al die andere stammen. Daarom zei Paulus in Romeinen 3 dat het de Joden waren – het Huis van Juda – niet de andere stammen – aan wie de openbaring van God was toevertrouwd.

Maar waar was de hoofdzetel van de stam van Juda? Vers 68 van Psalm 78 zegt "de berg Sion" – waar Jeruzalem is. In de tijd dat de natie Israël zich van de stam van Juda afscheidde, lezen we in 1 Koningen 11:13: "Evenwel zal Ik niet het gehele koninkrijk afscheuren, één stam zal Ik aan uw zoon [de zoon van Salomo] geven ter wille van mijn knecht David en ter wille van Jeruzalem, dat Ik verkoren heb."

Nu hebben we dus de juiste Gemeente – de oudtestamentische Gemeente; de juiste stam – Juda, de Joden; de juiste plaats – Jeruzalem; de juiste leiders – de schriftgeleerden en Farizeeën. Daar moeten we dus naar zien wat het gezag betreft, dat bepaalt welke boeken tot het 'Oude Testament' behoren. Dit was dus de enige plaats op aarde waar God toezag op het bewaren van zijn Woord – het Oude Testament. Bevonden de apocriefen zich onder de heilige Schrift die door deze schriftgeleerden te Jeruzalem bewaard werden?

Welke boeken werden er bewaard?

Jezus erkende het gezag van de schriftgeleerden en Farizeeën. In feite had Jezus, voor Hij naar de aarde kwam, de schriftgeleerden en Farizeeën uitgekozen in de stoel van Mozes te zitten en als de bewaarders van zijn Woord op te treden. Christus is de 'HEER' van het Oude Testament wiens bestuur de schriftgeleerden en Farizeeën bevolen waren uit te voeren. Let nu op welke Schriften, die de officiële goedkeuring van zijn oudtestamentische Gemeente droegen, door Christus erkend werden.

Lukas 24:44 Hij [Jezus] zeide tot hen [de discipelen]: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden. 45 Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen.

De Schriften waren, volgens het getuigenis van Jezus, op de juiste wijze verdeeld in "de Wet, de Profeten en de Psalmen". Deze drievoudige verdeling hebben de Joden tot op de huidige dag onveranderd bewaard. De 'Wet' bestaat uit de eerste vijf boeken van de Bijbel, Genesis tot Deuteronomium, de 'Profeten' zijn Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël, 1 en 2 Koningen (de vroegere profeten) en Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de twaalf 'kleine' profeten (de latere profeten). En de derde grote indeling van het Hebreeuwse Oude Testament – de 'Psalmen' genoemd omdat het boek der Psalmen het eerste gedeelte van deze indeling vormt – bevat de Psalmen, Spreuken, Job, vervolgens de vijf kleinere boeken – het Hooglied van Salomo, Ruth, Klaagliederen van Jeremia, Prediker en Esther – gevolgd door Daniël, Ezra, Nehemia en – als een laatste samenvatting van het gehele Oude Testament – 1 en 2 Kronieken!

U kunt zien dat deze boeken die door de Joden bewaard zijn precies dezelfde zijn als die u in de NBG-vertaling, Statenvertaling en andere vertalingen van vandaag kunt aantreffen. (De andere volgorde van de boeken van het Oude Testament is het gevolg geweest van de recente invloed van de Latijnse Vulgaat op de vertalers.)

De apocriefen hebben nooit deel uitgemaakt van de geïnspireerde boeken van de Bijbel waaruit ons Oude Testament is samengesteld!

Hier hebben we dus het absolute bewijs dat Jezus het gezag erkende van precies hetzelfde aantal boeken als wij tegenwoordig in het Oude Testament hebben. Er zijn slechts 39 geïnspireerde boeken waaruit het Oude Testament is samengesteld. Wij bezitten tegenwoordig het volledige Oude Testament.
Het is daarom bewezen dat de zeven toegevoegde apocriefen onecht zijn. Zij hebben nooit deel uitgemaakt van het Oude Testament dat de Joden bewaarden.

De apocriefe geschriften – de meeste zijn vervalsingen – zijn absoluut niet geïnspireerd.

Sommige ervan, zoals 1 en 2 Makkabeeën, zijn historisch gezien betrekkelijk accuraat, hoewel zij elkaar op bepaalde punten tegenspreken.

In Jezus' tijd werden deze 39 afzonderlijke boeken van het Oude Testament dikwijls op 22 rollen bijeengebracht zoals we in Josefus lezen: "Want wij [de Joden] hebben geen ontelbare menigte van boeken onder ons die elkaar tegenspreken en niet met elkaar overeenstemmen, maar slechts 22 boeken, die de optekeningen bevatten van al de voorbijgegane tijden; waarvan terecht geloofd wordt dat ze van goddelijke oorsprong zijn" (Flavius Josefus, Contra Apionem [Tegen Apion], boek 1, afd. viii).

De apocriefen werden nooit in de Schriften aangehaald

Sommige mensen beweren ten onrechte dat de apostelen uit de apocriefen citeerden, of dat zij de apocriefen als gezaghebbend aanmerkten. Deze bewering is niet juist. De apocriefen werden 700 jaar nadat de drie indelingen van het Oude Testament onder gezag voltooid werden, door mensen aan de geïnspireerde boeken van het Oude Testament toegevoegd. Denkt u zich dat eens in! Zij werden niet eerder dan 400 jaar ná de geboorte van Christus op bedrieglijke wijze ingelast.
Maar wat moeten we denken van de bewering dat de apostelen een Griekse vertaling van het Oude Testament aanhaalden waarin ook de apocriefen waren opgenomen?

Hier komt het antwoord van Paulus:
Paulus geloofde en sprak over "zonder iets anders … dan wat de profeten en Mozes [de wet] gesproken hebben, dat geschieden zou" (Hand. 26:22). Hij aanvaardde "al hetgeen wat in de wet en de profeten geschreven staat" – het Oude Testament! (Hand. 24:14.) Paulus zei niet dat hij in de wet, de profeten en de apocriefen geloofde.

De apocriefen werden geschreven tussen de tijd van Ezra en Gods geïnspireerde profeten en de tijd van Christus – een tijd gedurende welke God opgehouden had zijn profeten te zenden. Volgens algemeen getuigenis dat door iedereen erkend wordt, leefde de laatste van de oudtestamentische profeten in de tijd van Nehemia.

De apocriefen hebben geen goddelijk gezag achter zich. Zij zijn niet van God afkomstig. Op talrijke plaatsen weerspreken ze openlijk het geïnspireerde Woord van God. Ze introduceren heidense fabels en bijgeloof.

De apocriefen ontstonden in het geheim onder de Essenen, die vele van de gewoonten van de heidenen om hen heen hadden overgenomen.

Let eens op de inleiding van Schuhmacher tot de gecensureerde katholieke Bijbel, die uitgegeven wordt door het Douay Bible House te New York. Deze gedurfde inleiding beweert:

"De Grieks sprekende Joden in de diaspora, vooral die in Egypte, erkenden boeken als heilig waartegen de Joden in Palestina in de loop der tijden achterdocht begonnen te koesteren en die ze in de na-christelijke tijden verwierpen omdat ze niet van goddelijke oorsprong waren. De protestanten volgden de traditie van de Palestijnse Joden [de z.g. Joods-Palestijnse canon] en verwierpen een aantal van de boeken die de Helleense Joden in de diaspora [in hun canon van de Septuagint] als heilig aanvaardden. De katholieken volgen de traditie van de Helleense Joden..."

Deze bewering heeft geen historische gronden. Laten we de geschiedkundige feiten eens bekijken.

De FEITEN van de geschiedenis!


Ten eerste misten de Joden in de diaspora, degenen die in heidense landen woonden en niet in Palestina, het gezag om voor zichzelf te beslissen welke boeken tot de Bijbel behoorden.

Ten tweede: de Joodse gemeenschappen verlieten zich in laatste instantie altijd op Jeruzalem aangaande enige beslissing over de canon (de boeken die de regel of maatstaf vormen waarbij wij moeten leven – canon betekent 'regel').

Ten derde: de Joden in de diaspora aanvaardden geen andere canon dan de boeken die door de Joden in Judea aanvaard waren. De Joodse filosoof Philo van Alexandrië, die in Egypte woonde, bezigde geen aanhalingen uit de apocriefen en hij verschaft niet de geringste grond voor de veronderstelling dat de Joden in Alexandrië in zijn tijd geneigd waren enige van de boeken der apocriefen in hun canon van 'heilige Schriften' te aanvaarden (H.E. Ryle, Philo in Holy Scripture, blz. xxxiii). Verder: "Als er controverse bestond tussen de diaspora en Palestina betreffende de canon, dan zou men één of andere toespeling erop van Philo verwachten, maar er is geen enkele", schrijft E. Earle Ellis, in zijn boek Paul's Use of the Old Testament, blz. 34.

Sommige godsdienstige autoriteiten matigen zich een oordeel aan en nemen zonder meer aan dat de geïnspireerde nieuwtestamentische apostelen slechts uit één Griekse vertaling citeerden nl. de 'Septuagint'. Zij namen verder aan dat deze vertaling de apocriefen bevatte. Deze Griekse vertaling van het Oude Testament werd omstreeks 275 v.Chr. ter hand genomen. (Sommige plaatsen deze in de tweede eeuw v.Chr., enige tijd later.) Slechts de eerste vijf boeken van de Bijbel – de boeken van Mozes – werden oorspronkelijk vertaald. "Wanneer en door wie de andere boeken werden toegevoegd is geheel onbekend", zegt Frederic G. Kenyon in The Text of the Greek Bible. "Enkele boeken zijn bijna woord voor woord vertaald; andere, zoals Job en Daniël zijn nogal vrij vertaald... In de Griekse vertaling van Jeremia ontbreken ongeveer 2700 woorden en de indeling is ten dele anders..." (uit de Text of the Old Testament, door Ernst Würthwein, blz. 37).

Dit is wat professor Kenyon verder zegt over de Septuagint en de verschillende verminkingen erin: "In het boek Job is de Septuagint ongeveer een zesde korter dan de Hebreeuwse tekst en er zijn grote afwijkingen in Jozua, 1 Samuël, 1 Koningen, Spreuken, Esther en Jeremia, en kleinere afwijkingen in andere boeken" (Text of the Greek Bible, blz. 29).

Septuagint oorspronkelijk zonder de apocriefen

De Septuagint geniet in feite geen gezag. Een gedeelte ervan mag goed vertaald zijn, speciaal de wet, maar veel ervan was totaal verminkt. Maar dit is niet alles. De Griekse vertaling (Septuagint) van het Oude Testament was reeds volledig voordat de meeste van de apocriefen zelfs geschreven waren! (Zie Edersheim in The Life and Time of Jesus the Messiah, blz. 26.) De katholieke bisschop Cyrillus van Jeruzalem, die omstreeks 315 n.Chr. werd geboren, zei dat tot die tijd erkend werd dat de Septuagint niet de apocriefen bevatte. Hij schreef: "Lees de Heilige Schrift – dat wil zeggen de 22 boeken van het Oude Testament die de 72 vertolkers vertaalden..." – de Septuagint. Let erop dat er geen 22 boeken plus zeven toegevoegde boeken waren! Er waren slechts de 22 rollen die vertaald werden (de 39 boeken van het hedendaagse Oude Testament, weet u nog wel, werden vroeger dikwijls op 22 rollen geschreven).

Zelfs indien de apostelen uit de Septuagint hadden geciteerd, dan zou dit daarom nog geen bewijs zijn dat de apocriefen daardoor erkend zouden moeten worden. Het toevoegen van apocriefe boeken aan het Oude Testament begon niet eerder dan ongeveer 80 n.Chr. Talrijke frauduleuze boeken werden langzamerhand in de geïnspireerde canon geïntroduceerd. Geen twee exemplaren van de vroegste katholieke Bijbels stemmen met elkaar overeen met betrekking tot welke apocriefe boeken toegevoegd dienden te worden. Het duurde tot 397 n.Chr., tijdens de Synode van Carthago, voordat Augustinus, de Kanaänitische bisschop van Hippo in Noord-Afrika, de Synode van Carthago ertoe bracht om zeven apocriefe boeken in 't algemeen goed te keuren. Nog ten tijde van 363 n.Chr., tijdens de Synode van Laodicea, verwierp de Griekse Kerk de apocriefen in hun geheel. En de rooms-katholieke geleerde Hiëronymus, die de Latijnse Vulgaat samenstelde, verwierp de apocriefen en baseerde zijn vertaling direct op het Hebreeuwse Oude Testament. Pas op 8 april 1546, tijdens het Concilie van Trente, werden degenen die de apocriefen verwierpen tot 'anathema van Christus' verklaard! Hier hebben we het gezag van mensen die bepaalden wat anderen moesten geloven. Dit was niet het gezag van God.

De bewijsvoering is overweldigend – de apostelen gebruikten de apocriefen niet en keurden ze evenmin goed.

Vanaf de derde eeuw werden slechts geleidelijk aan verschillende apocriefe geschriften aan de Septuagint toegevoegd. Een verder bewijs is dat geen twee der oudste exemplaren van de Septuagint dezelfde apocriefe boeken bevatten. Dit is een absoluut bewijs dat de Alexandrijnse Joden geen vastgestelde canon (lijst van geïnspireerde boeken) hadden waaronder de apocriefen waren inbegrepen. De toevoeging van de apocriefen aan de Septuagint – de Griekse vertaling van het Oude Testament – was een kwestie van menselijke traditie. Er waren zóveel verschillende apocriefe boeken in omloop in de westerse wereld dat er in 397 n.Chr. een synode voor nodig was om te bepalen welke boeken als 'goedgekeurd' in aanmerking zouden komen.

De apocriefen zijn dus geen deel van het geïnspireerde Oude Testament. Zij vormen geen deel van de Bijbel! De Bijbel is zonder deze volledig.

De Septuagint was niet het enige Griekse Oude Testament

Er is ruimschoots bewijs voorhanden dat in aanhalingen in het Nieuwe Testament de apostelen niet de Septuagint gebruikten als zijnde de enige Griekse vertaling van het Oude Testament. Twee van elke drie aanhalingen van het Oude Testament die in het Nieuwe Testament gevonden worden, stemmen niet woordelijk overeen met de lezing van de Septuagint.

"Paulus was bekend met andere Griekse teksten", verklaart Ellis op blz. 15 van zijn boek, Paul's Use of the Old Testament. Op blz. 19 geeft hij verder toe: "Paulus maakte gebruik van verschillende vertalingen of overzettingen die aan zijn lezers bekend waren". In de tijd van de apostelen waren er klaarblijkelijk verscheidene onderling verschillende vertalingen in het Grieks van het Oude Testament beschikbaar. Hoewel de eerste vijf boeken van de Septuagint oorspronkelijk door de Joden werden goedgekeurd om in het Grieks gelezen te worden, raakten de overige boeken zó verminkt dat de Joden tenslotte hun volk verboden nog maar iets van de Septuagint te gebruiken. Talrijke aanhalingen uit Daniël maken het duidelijk dat de apostelen die in het Grieks schreven, ook vertalingen gebruikten die verschilden van de Septuagint in de eerste eeuw na Christus. Geen wonder dat Kenyon op blz. 32 van zijn boek The Text of the Greek Bible schreef dat de apostelen "gebruik maakten van een andere, oudere vertaling waarvan wij overigens geen kennis hebben; want er komen verscheidene [non-Septuagint] lezingen voor in het Nieuwe Testament, vooral in de aanhalingen van Daniël, in Openbaring en de Hebreeënbrief. Er moet daarom.... een andere dan de LXX [Septuagint] in de eerste eeuw voorhanden geweest zijn..."

Andere ontbrekende boeken?

Sommige sekten beweren tegenwoordig dat er "ontbrekende boeken van de Bijbel" bestaan waaruit Jezus en de apostelen citeerden. Maar let op! In Handelingen 17:28 haalt Paulus terloops heidense dichters aan. En in Titus 1:12-13 citeert hij weer niet-christelijke Kretenzische godsdienstige leiders. Dit betekent zeer zeker niet dat de apostelen hun sanctie aan deze heidense dichters verleenden! Tegenwoordig halen wij vaak nauwkeurige historische bronnen aan – precies zoals in dit artikel gebeurd is – maar dit betekent niet dat wij de werken waaruit deze aanhalingen ontleend zijn, als door God geïnspireerd erkennen.

Op dezelfde wijze citeerden Jezus en apostelen historisch materiaal dat door de Joden sinds de dagen van Ezra en Nehemia bewaard was. Maar dat betekent nog niet dat de werken waaruit deze aanhalingen werden geciteerd door alle generaties heen door de Joden bewaard moesten worden. Alleen díe bepaalde aanhalingen die Christus en de apostelen noodzakelijk achtten zijn nu in het Nieuwe Testament bewaard gebleven.

God inspireerde de profeten uit de oudheid zijn boodschap niet alleen aan hun generatie door te geven, maar aan alle generaties. Veel van het materiaal dat zij voor hun generatie schreven was niet bestemd om te worden bewaard. God leidde hen ertoe die bepaalde onderwerpen te selecteren waarvan alle generaties op de hoogte dienden te zijn. En wat zijzelf niet reeds voor ons hadden bewaard in de drie afdelingen van het Oude Testament – de wet, de profeten en de psalmen – hebben Christus zelf en de apostelen voor ons als aanhalingen in het Nieuwe Testament behouden. Maar let erop dat geen van deze nieuwtestamentische aanhalingen uit de apocriefen komen.

Deze frauduleuze boeken, die in de officiële Joodse gemeenschap geen gezag hebben, waren hoofdzakelijk het werk van de Joodse sekte die als de Essenen bekend staat. (Voor bewijs zie het artikel 'Apocrypha" in The International Standard Bible Encyclopedia.) De Essenen waren een ascetische Joodse groep die over het algemeen beïnvloed waren door heidense mysteries. Ten einde hun heidense praktijken te rechtvaardigen stelden zij in het geheim frauduleuze boeken samen in de naam van Henoch en anderen in een poging hun leerstellingen die ze van de heidenen hadden overgenomen te rechtvaardigen.

Het Nieuwe Testament is ook VOLLEDIG

Toen de Joden in de nieuwtestamentische tijd de boodschap van Jezus Christus en zijn apostelen weigerden aan te nemen, verwekte Jezus de apostel Paulus om naar de heidense wereld te gaan om daar zijn nieuwtestamentische boodschap voor ons (in het Grieks) te laten bewaren.

De meeste mensen zijn zich er niet van bewust dat als het Nieuwe Testament naast het Oude wordt gelegd, de Bijbel in zeven afdelingen volledig is: de wet, profeten, psalmen, evangeliën, handelingen, brieven en openbaring. Dit geeft een verbazingwekkende zevenvoudige indeling van de boeken van de Bijbel. Zeven is Gods getal van volledigheid. Met deze zeven afdelingen van de Bijbel is Gods Boek volledig.

Het Nieuwe Testament werd aanvankelijk in het Grieks ter bewaring gegeven. Maar God leidde de apostelen ertoe om te beslissen van welke boeken de Grieken erfgenaam zouden zijn.

Let op dat Paulus in 1 Timotheus bevestigt dat de evangeliën geïnspireerd waren. Paulus haalt de woorden "de arbeider is zijn loon waardig" (1 Tim. 5:18) als schriftuurlijk aan. Dit citaat is nergens in het Oude Testament te vinden. Het staat in het zevende vers van het 10e hoofdstuk van het evangelie van Lukas.

In 2 Petrus 3:15-16 worden de brieven van Paulus op één lijn gesteld met het Oude Testament en ze worden aangeduid als "Schriften".
 Een vergelijking van het boek Genesis met het boek Openbaring zou afdoende bewijs zijn dat het boek Openbaring bestemd was het laatste boek van de Bijbel te zijn. 

En als laatste waarschuwing geen ander boek toe te voegen, werd Johannes door God geïnspireerd te schrijven:
Openbaring 22:18 Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; 19 en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.

Het N.T. werd voorzegd in het Oude Testament

In het Oude Testament zelf werd geprofeteerd dat de discipelen degenen zouden zijn die de canon zouden afsluiten – d.w.z. zij zouden het aantal boeken waaruit de Bijbel bestaat, voltooien. Zie Jesaja 8:16: "Bind de getuigenis toe, verzegel de wet onder mijn leerlingen". 'Binden' komt van het Hebreeuwse woord dat 'samenbinden' in de zin van 'voltooien' betekent. De apostelen werden gebruikt om de getuigenis van Jezus Christus te voltooien.

De nieuwtestamentische Gemeente heeft "de getuigenis van Jezus":
Openbaring 12:17 En de draak werd toornig op de vrouw [Gemeente van God] en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.
Het was eveneens door de discipelen van Jezus Christus dat Gods goedkeuring werd gehecht aan die wetten, die voor eeuwig bindend voor christenen zijn.

Ja, we kunnen het weten! De Bijbel is volledig! Geen enkel boek van de Bijbel is verloren geraakt. Geen enkel ontbreekt. De boeken van de Bijbel zoals u ze o.a. in de NBG-vertaling en Statenvertaling vindt, vormen de volledige Bijbel


DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN

Bekijk ook eens de serie : De Bijbel is boeiend 

 READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE 


Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide


       


Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Psalmen en bijbelliederen

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible

Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible

Bible-art - paintings and artworks of Bible events

Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....

Bible-architecture - houses, palaces, fortresses

Women in the Bible -
 great women of the Bible

The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps


Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG


Onderzoek alle dingen en behoud het goede

WEGWIJZER NAAR MOOIE BIJBELGEDEELTES

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)