HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                          

De Bijbel over geld


Lees de Bijbel    De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God.

   

Lucas 16: 13. "Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten and de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon." (other translations read 'money'). (Tenzij anders vermeld, al Bijbel verwijzingen zijn genomen van de Nieuwe Vertaling - N.B.G. 1990)
Matteus 6: 19-21. "Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest vernielen en dieven inbreken en stelen. Maar verzamelt u schatten in den hemel, waar mot noch roest vernielt en dieven inbreken noch stelen. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn."[Leidse Vertaling]

Wat de Bijbel over geld allemaal duidelijk maakt

Ook in de tijd van de Bijbel is er sprake van geld. De samenleving vantoen was méér dan alleen maar ruilhandel van goederen.
In deze studie willen we daarvan een beeld scheppen.
Daarom ook extra info over maten, gewichten en tijdrekening.
Vraag jij je ook wel eens af wat een drachme of een zilverstuk is? Enheb je enig idee wat een el of een vadem is? Of wat denk je van eensikkel of een talent en wat is eigenlijk een gomer of een efa? Dat kunje allemaal in dit document terugvinden. Het is niet mogelijk om elkemaat of waarde te bepalen, maar we komen een eind. Lees maar eensverder.



Geldwisselaars zaten in de tempelvoorhoven en het is onwaarschijnlijk, dat de tempelschat Romeinse muntenbevatte, met zo'n makkelijke manier om te wisselen bij de hand

Lucas16: 13. "Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene hatenen de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten and de andereminachten; gij kunt niet God dienen en Mammon." (other translationsread 'money'). (Tenzij anders vermeld, al Bijbel verwijzingen zijngenomen van de Nieuwe Vertaling - N.B.G. 1990)
Matteus 6: 19-21. "Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot enroest vernielen en dieven inbreken en stelen. Maar verzamelt u schattenin den hemel, waar mot noch roest vernielt en dieven inbreken nochstelen. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn."[LeidseVertaling]

Het is gemakkelijk genoeg om een of twee versen 'weg te redeneren' omte komen tot een conclusie die wij willen. Maar wat gij nu gaat lezenis meer dan een of twee versen.....De Bijbelse leer over geld isduidelijk, constant, en radikaal. Alles is geeist, en het vlees moetsterven om te gehoorzamen.

Geldzaken in het licht van de Bijbel

Lucas 16:1-13
1. Je hebt niets van jezelf. Je hebt alles van God ontvangen en bent een
rentmeester.
Wat betekent dit voor je houding ten opzichte van je bezit?
Wat betekent dit bijvoorbeeld als er een financiële crisis is?
Wat betekent dit als je bezittingen worden gestolen of verloren gaan?

2. De meeste mensen (in de westerse wereld) ontvangen tijdens hun leven 1
miljoen Euro.
Hoe komt het dat mensen vaak vast zitten aan hun bezittingen? Welke angst speelt hier
wellicht een rol?

3. God is een gever, geen nemer. God geeft niet omdat wij het verdienen en Hij
neemt niets af als we Hem ongehoorzaam zijn. Hij geeft puur uit genade.

4. Financiële zaken zijn de eerste (want minste) zaken waarin God ons geloof in
de praktijk wil zien.
Marcus 10:17-30 Filippi 4:14 - 19

5. Je kunt wel zeggen dat je God vertrouwt, maar je brengt dat geloof pas in de
praktijk door te geven.

6. Door te geven verzamelen we schatten in de hemel die eeuwig blijven
bestaan. We storten als het ware onze giften op een hemelse rekening.
Efeze 4:28

7. Je werk is een middel om geld aan Gods hemelse zaken te kunnen besteden.
Wat betekent dit voor de vraag wanneer je met pensioen gaat?
Mattheus 6:19-33 2 Korinthe 9:6 -10 Spreuken 3:9 en 24

8. Als je geeft aan God, zal Hij jou rijkelijk voorzien van de aardse zaken. Wie
geeft, ontvangt. Wie veel geeft, wordt rijk.
1 Korinthe 13:3

9. Het geven heeft alleen zin als het motief goed is en het motief moet liefde
zijn.
Gen 14:20 Heb 7:2-10 Gen 28:22

10. We geven 10% van onze inkomsten als eer aan God en uitdrukking van onze
afhankelijkheid van Hem. Dat geldt ook voor gelovigen die niet onder de wet
leven.
Galaten 6:6 Jakobus 2:15 Filippi 4:14-19
Waaraan moeten we geven? (Je kunt 4 “goede doelen” afleiden uit deze teksten.)

11. Het geven aan de plaatselijke gemeente is volgens de bijbel niet een
algemeen bestedingdoel voor (al) onze giften.

12. Het deelgenoot worden van een dienst of dienstknecht van de Heer is
verbonden met bijzondere beloften van God.

 Lees ook eens het document God en geld

Munten-soorten

Hetis vaak heel moeilijk om precies aan te geven hoeveel de bijbelsemunten waard zijn in onze euro's. Daarom worden er vaakvergelijkingen gemaakt.

De schelling kom je onder andere tegen in Matteüs 20: 1-16 waarJezus het vergelijkt met het loon wat landarbeiders opéén dag verdienen. De waarde van de Perzische dariek (1Kronieken 29:7) komt ongeveer overeen met de waarde van de schelling,net als de Griekse drachme (Ezra 2:69). Met deze waarde kunnen we ookde waarden van alle andere muntsoorten aardig schatten:

Lengtematen

Het is niet mogelijk om van alle maten precies aan te geven wat ze inonze tijd zouden voorstellen. Een maat kon in de ene regio iets heelanders zijn als in de andere regio. Gelukkig zijn er wel een aantalmaten waarvan we weten hoe ze nu zouden zijn. Een voorbeeld is de el.In 2 Kronieken 3:3 stelt deze el nog een lengte voor van ongeveer 44centmeter, de lengte van de punt van je elleboog tot het topje van jemiddelvinger. Maar ook is er een langere el bekend, en die is ongeveer52 centimeter. Andere lengtematen:

Er zijn ook nog een aantal lengtematen waarvan we de afstand nietkunnen bepalen. Je kunt je er misschien wel iets bij voorstellen:steenworp, boogschot, eindweegs, dagreis en stadie. De laatste, destadie is nog wel heel precies te bepalen. Een stadie is namelijk deafstand van de renbaan in het stadion Olympia. De lengte van dezerenbaan is precies 185 meter. En als je de steenworp wilt weten, moetje maar een op een veld gaan staan en een steen zo ver als je kuntweggooien. En voor een dagreis….ik wil het je niet aanraden.

Land- of vlaktematen

Voor het opmeten van rechthoekige of vierkante vlakken gebruikte menvooral lengtematen, zoals de el. Kijk maar eens naar de beschrijvingenbij het maken van de tabernakel.
De juk werd ook veel gebruikt. Deze maat komt overeen met dehoeveelheid land die een span of een juk ossen in 1 dag om kon ploegen,ongeveer 2000 vierkante meter.
Met een homer kon je een stuk land van 20.000 vierkante meter inzaaienen met een maat kon je ongeveer 650 vierkante meter inzaaien.
Munten

Shekel
was al in het derde millennium v. Chr. eengewichtseenheid voor goud en zilver dat als betaalmiddel diende. In deBijbel staat dat Abraham onderhandelde over "vierhonderd zilverenshekels" voor de aankoop van een stuk land en de grot van Machpela (bijHebron).
Het woord 'shekel' betekent in het Hebreeuws 'gewicht', net als het Britse 'pound' en de Mexicaanse 'peso';.

Dariek - Perzische munt
Denarie - Romeinse munt
Drachme - Griekse munt
Dubbeldrachme - Griekse munt
Quadrans - Romeinse munt

Maten en gewichten in de bijbel.

De lengtematen die wetegenkomen in de bijbel, waren voornamelijk ontleend aan afmetingen vanhet lichaam. Er werd gebruik gemaakt van: vingerbreedte, handbreedte enel.
Afstanden werden bepaald door de schrede (een stap), een mijl(ongeveer één uur lopen), een dagreis (7 á 8 uurlopen, zo'n 35 kilometer), een sabbatsreis (2000 el, ongeveer 1 km). Inhet Nieuwe Testament wordt verder nog melding gemaakt van een "stadie"(ongeveer 185 meter) en een "Romeinse mijl" ( acht stadiën, dus1,5 kilometer.)

De oppervlaktematen komen we in de bijbel weinig tegen. Soms wordtgesproken van een "juk" land. Dat is de hoeveelheid land, die men meteen span trekdieren, in één dag kan omploegen.

De inhoudsmaten zijn er in twee groepen.
Voor droge waren kende men de gomer ( 4 liter), de sea (13 liter) en de efa ( 36 liter).
Voor vloeistoffen gebruikte men de log (0,5 liter), de bath(36 liter), de hin (6,5 liter), en kor (360 liter).
Voor droog én nat kon men gebruiken: Kab (2,25 liter), Letech (180 liter), Homer (360 liter).

Ook is er soms sprake van een "maat". De inhoud hiervan waswaarschijnlijk één liter. De "korenmaat" had een inhoudvan negen liter. De "metreet" is ontleend aan het Grieks en bevat 40liter.

Gewichten werden in Israël bepaald door een verhouding die op het getal zestig was afgestemd.
Benamingen zijn: gera, beka, sikkel, pond en talent.
een pond= 750 gram - 60 ponden= één talent = ongeveer 45 kg

Maten
 Stadie - ca. 192 meter
El - ca. 45 centimeter
Schoinos - ca. 6 kilometer
Span - ca. 22 centimeter
Stadie - ca. 192 meter
Vadem - ca. 1,85 meter

Afstanden
 Sabbatsreis - ca. 900 meter. Afstand die Joden te voet op sabbat mogen afleggen.

Gewichten Lees hier meer over Bijbelse MATEN en GEWICHTEN 
Gera - ca. 0,6 gram
Litra - ca. 327 gram
Mine - ca. 571 gram (soms als munteenheid gebruikt)
Qesita - hoeveelheid onbekend
Sjekel - ca. 11,4 gram (later een munteenheid)
Talent - ca. 34 kilo (ook als munteenheid gebruikt)

In de tijd van de Bijbel woog men vooral met de talent, die ongeveer 34kilo woog en met de sikkel die ongeveer 11 gram woog. Andere gewichten:

Inhoudsmaten
 Bat - ca. 45 liter Hier nog een mooi overzicht
Efa - ca. 45 liter
Chomer - ca. 450 liter
Hin - ca. 7,5 liter
Kor - ca. 450 liter
Metrete - ca. 40 liter
Omer - ca. 4,5 liter
Schepel - ca. 15 liter

Er worden in de Bijbel vrij veel inhoudsmaten genoemd. Vooral delen vanhet menselijk lichaam zijn daarbij heel 'populair.' Zokennen we bijvoorbeeld de handvol, die overeenkomt met wat een mens inzijn hand kan houden. Probeer maar eens.
Verder lezen we ook bij inhoudsmaten over de homer, wat eigenlijkezelslast betekent, wat weer overeenkomt met ongeveer 400 liter.
Andere inhoudsmaten:

Geld (inleiding) Vóór deBabylonische ballingschap hadden de Israëlieten geen gemunt geld.Men betaalde in natura of met stukken goud of zilver die werdenafgewogen. De waarde werd door het gewicht bepaald. Munten werden voorhet eerst geslagen door de koningen van Lydië (in Klein-Azië)in de zevende eeuw voor Christus. De Grieken namen deze techniek overen ook de koningen van Perzië begonnen hun eigen munten te slaan.Op die manier werd geld al snel een veelgebruikt betaalmiddel, vooralin de handel. In het Oude Testament worden twee soorten munten genoemd:de Perzische dariek en de Griekse drachme (zie verder: Kopen in hetOude Testament, Geld in het Oude Testament). In het Nieuwe Testamentworden allerlei verschillende munten genoemd. De munt die het vaakstwordt genoemd is de denarie

Geld in het Oude Testament
In enkele latere boeken van het Oude Testament worden munteenhedengenoemd. Op het moment dat deze boeken geschreven werden, was ermuntgeld in omloop. Het betreft de bijbelboeken Kronieken, Ezra enNehemia, geschreven in de vierde eeuw voor Christus. De munten diegenoemd worden zijn de 'gouden drachme' (Ezra 2:69 enNehemia 7:70-71) en de dariek (1 Kronieken 29:7; Ezra 8:27). De dariekis waarschijnlijk de Perzische variant van de Griekse drachme. We wetenniet precies hoeveel deze munten waard waren.

In De Nieuwe Bijbelvertaling zijn de woorden drachme (Ezra 2:69 enNehemia 7:70-71) en dariek (Ezra 8:27) in de vertaling bewaard -zo krijgt de bijbellezer iets mee van de wereld van het Oude Testament.Maar in 1 Kronieken 29:7 is darieken vertaald met 'goudenmunten' (zie Darieken in 1 Kronieken 29»).

Geld in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testamentkomen wij verschillende soorten munten tegen. Het meest wordt dedenarie genoemd. In de Statenvertaling wordt denarie telkens vertaaldmet 'penning', in de NBG-vertaling 1951 met'schelling'. In De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) wordt bijnaoveral het woord denarie gebruikt (zie ook: Penning, schelling,denarie: over de vertaalkeuze).

Ook de andere termen voor muntgeld in het Nieuwe Testament worden in dediverse vertalingen heel verschillend vertaald. We noemen hier eenrijtje munten met hun vertaling in de NBV:

denarie Matteüs 18:28; 20:2; 22:19; Marcus 6:37; 14:5; Lucas 7:41; 10:35; 20:24; Johannes 6:7; 12:5
drachme Lucas 15:8, 19:13, 19:24
didrachme Matteüs 17:24
quadrans Marcus 12:42
stater vierdrachmenstuk» Matteüs 17:27
argurion zilverstuk Matteüs 26:15; 27:3
talent Matteüs 18:24; 25:15

Rond het begin van de jaartelling voerde Keizer Augustus een nieuwmuntstelsel in. Met de zilveren denarius (een dagloon) betaalde hijzijn legioenen. Van de denarii van Keizer Augustus zijn meer danhonderd varianten bekend. Zijn opvolger Tiberius heeft slecht tweetypen laten slaan.



Aureus (goud) = 25 zilveren denarii
Quinarius (goud) = 12 zilveren denarii
Denarius (zilver 3,1 gram) = 16 koperen assen
Quinarius (zilver) = 8 koperen assen
Sestertius (orichalcum) = 4 koperen assen
Dupondius (orichalcum) = 2 koperen assen
As (koper) - 4 koperen quadranten
Semis (orichalcum) = 2 koperen quadranten
Quadrans (koper) = 1 koperen as

Naast de Romeinse munten werd in het Imperium Romanum met name deTetradrachme gebruikt (waarde: 4 Denarii) . Deze munt (14,5 gram) meteen hoog zilvergehalte werd in de havenstad Tyrus geslagen.
De Joden gebruikten de 'zilverling' uit Tyrus voor het betalen van degodsdienstige belasting. Elke Jood (vanaf de leeftijd van twintig jaar)droeg jaarlijks als belasting ten behoeve van de tempeldienst een halveTetradrachme af. Dat deze belasting niet in Denarii werd betaald, hingsamen met de voor Joden aanstootgevende Romeinse predikaten 'goddelijk'en 'hogepriester'. Kennelijk nam men minder aanstoot aan deTetradrachme met de god Melkart (= Koning van de stad) en de adelaar(symbool van de weerbare zeestad Tyrus).
De Tetradrachme was ook de munt waarmee Judas door de Hoge Raad werd betaald (Zie: Mt.26 :15-16).

Penning, schelling, denarie: over de vertaalkeuze

De Statenvertaling (SV) vertaalt 'denarie' meestal als'penning'. Dat was eigenlijk heel modern, want'penningen' waren in omloop in de 17e eeuw, toen de SV werdgemaakt. Het komt overeen met een moderne vertaling in euro's. Inde NBG-vertaling 1951 is gekozen voor de term 'schelling'.Dat is weer erg ouderwets vertaald, want een 'schelling' iseen oude muntsoort die in de 20e eeuw niet meer in omloop was. DeNieuwe Bijbelvertaling (NBV) volgt hier een heel eigen weg. Zij kiestniet voor modernisering (zoals destijds de SV) en ook niet voor eenouderwetse terminologie ('schelling', 'duit','pond', 'koperstuk'). Vaak geeft de NBV degebruikte term letterlijk weer, om de lezer te laten kennismaken met dewereld van de Bijbel: men gebruikte nu eenmaal denariën endrachmen. Maar in sommige gevallen wordt gekozen voor een omschrijvingdie de bedoeling goed weergeeft, wanneer een letterlijke overzettingverwarrend zou kunnen werken.

Het Israëlische geldstelsel vandaag aan de dag: Munt-geld [BANK OF ISRAEL]

Shekel
 (1/2) (1) (2) (5) (10)
Israëls munteenheid, de shekel, was al in het derde millennium v.Chr. een gewichtseenheid voor goud en zilver dat als betaalmiddeldiende. In de Bijbel staat dat Abraham onderhandelde over "vierhonderdzilveren shekels" voor de aankoop van een stuk land en de grot vanMachpela (bij Hebron).
Het woord 'shekel' betekent in het Hebreeuws 'gewicht', net als het Britse 'pound' en de Mexicaanse 'peso';.

De bijbelse term 'shekel' werd aan het eind van de 19e eeuwgeïntroduceerd. Het woord 'shekel' werd in 1897 door het EersteZionistische Congres gebruikt voor de lidmaatschapsbijdrage van dezionistische beweging. De waarde ervan werd vastgesteld op 1 franc, 1mark, 1 Oostenrijkse kroon, 2 shilling, een halve dollar, 40 kopeken,enz.
De 'shekel' gaf de leden ook stemrecht voor het ZionistischWereldcongres. Tot het 25e Congres (in 1960) werd het aantalafgevaardigden berekend op grond van het totale aantal 'shekelhouders'in een land.
In 1970 besloot het Israëlische parlement, de Knesset, de 'shekel'in te stellen als de munteenheid van Israël. In 1985 werd deIsraëlische Shekel (IS) vervangen door de Nieuwe IsraëlischeShekel (NIS). Net als de gulden, is de Nieuwe Israëlische Shekelverdeeld in honderd delen die 'agorot' heten.

Agarot (1) (5) (10) Het Israëlische geldstelsel vandaag aan de dag: Papier-geld

Shekel (20) (50) (100) (200)


WEEST TEVREDEN - PAS OP VOOR 'MATERIALISME

Er zijn nog alverscheidene verzen in het Nieuwe Testament die handelen over geld ofhebben een relatie daarmee. Om een aantal voorbeelden te noemen die onsaan het denken willen zetten:

- In het Evangelie van Mattheus, Markus en Lukas gaat éénvan de vier verzen over geld of bezit en er is geen zonde waar zoveeltegen gewaarschuwd wordt als het misbruik daarvan. Juist financieelmisbruik brengt de gemeente van Christus vaak zo enorm in opspraak;

- In het Nieuwe Testament is het zo dat één van de zes verzen handelt over geld of een relatie daarmee heeft;

- Meer dan de helft van de gelijkenissen van Jezus hebben verwijzingen op de een of andere manier naar geld;

- De eerste zonde, waardoor een ban kwam over Israël toenzij het beloofde land introkken was toen Achan een mantel van Sinearroofde en tweehonderd sikkelen zilver en een staaf goud. Sinear was hetbeeld van Babel (het beeld van de financiële wereld)

- De eerste discipel die in zonde viel was Judas, die voor een bedragwat hij nooit gebruiken zou, Jezus verkocht aan het Sanhedrin;

- De eerste zonde toen de gemeente in het Nieuwe Testament ontstond wastoen satan Annanias en Safira gebruikte om de heerlijkheid van degevende gemeente weg te nemen in het boek Handelingen (Zij hadden allesgemeenschappelijk Hand. 2:44)

- De eerste zonde toen de gemeente buiten Jeruzalem kwam, was toenSimon de Tovenaar probeerde voor geld geestelijke gaven te kopen.

- Jacobus waarschuwde als geen ander voor de gevolgen van het verkeerd omgaan met geld en bezit. (zie Jac. 2:1-3 en 5:1-5)

Hebreeën 13: 5. "Leeft niet alleen voor geld, weest tevreden met wat ge hebt."[Willibrord]

Psalm 37: 7, 16. "Wees stil voor de Here en verbeid Hem; wees nietafgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt....Beter is het weinige vande rechtvaardige dan de rijkdom van vele goddelozen."

Spreuken 23: 4,5. "Maak U niet moe om rijk te worden en houdt er meeop, uw verstand daartoe te gebruiken. Gij richt uw oog op de rijkdom enhij is verdwenen: hij maakt zich vleugels en als een adelaar vliegt hijhemelwaarts."[Willibrord]

Het omgaan met geld

"Mijn God zal uit Zijn rijkdom in Christus Jezus u alles geven wat u nodig hebt."
Filippenzen 4: 19

"Iemand die van geld houdt, heeft nooit genoeg. Wat een dwaasheid om te denken dat geld gelukkig maakt". Prediker 5: 9

"Het leven met God brengt veel op.Zeker als je ook blij bent met alleswat je hebt. Per slot van rekening hebben wij bij onze geboorte nietsmeegebracht; en als wij sterven, zullen wij ook niets kunnen meenemen.Daarom moeten wij tevreden zijn zolang wij maar voeding en onderdakhebben.
Maar wie graag rijk wil worden, komen al gauw in verleiding omverkeerde dingen te doen. Zij verlangen naar onnodige en verkeerdedingen en gaat tenslotte verloren. Want de liefde voor het geld is deeerste stap naar allerlei andere zonden. Sommige mensen hebben zichdaarvoor zelfs van God afgewend en zich veel ellende op de halsgehaald."
1 Timotheus 6: 6-10

Hedendaags consumentisme

Consumentisme wordt vaak omschreven als een levensstijl met de lust totkopen als voornaamste bestaansdoel.

Voor veel westerse mensen bestaat het hoogste genot uit de jacht op ende aanschaf van spullen en soms ook diensten. Deze vorm vanmaterialisme vindt wellicht zijn oorsprong in het existentialisme, dateen pleidooi inhoudt voor individuele vrijheid en lustbeleving.

De hoeveelheid tijd die de gemiddelde westere mens besteedt aan'winkelen', is de afgelopen eeuw met de toename van de vrije tijd envooral de komst van de vrije zaterdag (in Nederland rond 1965) ruwwegvervijfvoudigd. 'Winkelen' is tegenwoordig een volkomen legitiemtijdverdrijf geworden, waarbij het er zelfs niet eens meer om gaat omdaadwerkelijk iets aan te schaffen.



Gelijketred daarmee houdt de opkomst van de warenhuizen, en vervolgenswinkelcentra, waar het mogelijk is om een geruime tijd door te brengen,zonder last te hebben van honger, het weer of lichamelijke behoeften,omdat daarin in het winkelcentrum voorzien wordt: er zijn cafésen restaurants, overdekte gaanderijen, goed onderhouden wc's. Met namede term 'mall' maakt de laatste jaren opgang, overgewaaid uit de VS.

Als nadeel van deze ontwikkeling wordt de maatschappelijke vervlakkinggenoemd die consumentisme in de hand zou werken, doordat mensen elkaarin toenemende mate hoofdzakelijk gaan zien als 'leverancier' of'consument'. Daarbij past dan de gedachtegang 'Wat heb ik aan hem ofhaar?', met voorbijzien van de waarde van iemands persoonlijkheidbuiten de rol van leverancier of consument.

DE PROEF VAN RIJKDOM EN DE PROEF VAN ARMOEDE


1 Samuël 2: 7. "De Here maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij."

Spreuken 30: 8,9. "houdt leugentaal ver van mij, en geef mij armoedenoch rijkdom maar spijzig mij met mijn toereikend deel; opdat ik niet,verzadigd geworden, u verloochen en zeg: Wie is de Heer! of, armgeworden, tot diefstal verval en mij aan den naam van mijn Godvergrijp."[Leidse Vertaling]

Waar armoede vergezeld gaat met lichamelijke gevaren, voorspoed isvergezeld met geestelijke gevaren.Vaak wil God ons laten gaan doorallebij de gevaren zodat Hij ons kan beproeven. Zullen wij de Geestvertrouwen of het vlees?

Filippenzen 4: 11-13. "Ik zeg dit niet omdat ik gebrek lijd; want ikvoor mij heb geleerd tevreden te zijn met mijn omstandigheden. Ik weetin lagen staat te verkeren en ik weet ook overvloed te hebben. In allesen allen ben ik ingewijd: in het verzadigd zijn en in het hongerhebben, in het genieten van overvloed en in het gebrek lijden. Totalles ben ik in staat door hem die mij kracht geeft.[Leidse Vertaling]

Filippenzen 4: 12."Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is.In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigdworden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek."

Filippenzen 4: 12,13. "Ik weet wat armoede is, ik weet wat overvloedis. Ik ben volledig ingewijd. Ik kan volop eten, en ik kan hongerlijden, want ik ben vertrouwd met overvloed en met gebrek."[Willibrord].

ZULLEN WIJ VOLGEN, ALS JESUS ONS VRAAGT VOOR EEN KORTE TIJD ARMOEDE TE LIJDEN?

Marcus10: 21-27,31. "En Jezus zag hem aan, kreeg hem lief en zeide tothem: In een opzicht schiet gij tekort. Ga alwat gij hebt verkopen engeef het aan de armen; dan zult gij een schat in den hemel bezitten; enkom dan, volg mij. Toen ging hij, verslagen door dit woord, bedroefdheen; want hij had veel bezittingen. Nu zag Jezus rond en zeide totzijn leerlingen: Hoe zwaar zal het hun vallen die vermogen hebben inhet Koninkrijk Gods te komen. En toen de leerlingen verbaasd waren overzijn woorden, hervatte Jezus: Kinderen, hoe zwaar valt het in hetKoninkrijk Gods te komen! Het is lichter dat een kameel door het oogvan een naald gaat dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnenkomt. Nuwaren zij nog meer ontsteld en zeiden tot elkander: Maar wie kan danbehouden worden? En Jezus zag hen aan en zeide: Bij mensen is hetonmogelijk, maar niet bij God; want alles is mogelijk bij God... Maarvele eersten zullen laatsten zijn en laatsten eersten."[LeidseVertaling]

Is het mogelijk, dat met al zijn contacten en ervaringen, dat deze manlang armoedig zou blijven? En toch wilde hij Christus niet gehoorzamen,met al de voordelen, zelfs niet voor een korte tijd.

DE MACHT VAN DELEN

Handelingen 2: 44,45. "En allen, die tot het geloof gekomen enbijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk; en telkens warener, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen,die er behoeften aan hadden;"

Handelingen 4: 32, 34,35. "En de menigte van hen, die tot het geloofgekomen waren, was één van hart en ziel, en ook nietéén zeide, dat iets van hetgeen hij bezat zijnpersoonlijk eigendom was, doch zij hadden allesgemeenschappelijk....Want er was ook niet één behoeftigonder hen; want allen, die eigenaars waren van stukken grond of vanhuizen, verkochten die en brachten de opbrengst van de verkoop enlegden die aan de voeten der apostelen; en aan een ieder werduitgedeeld naar behoefte."

God slaat een beroep op ons allen onze bezittingen van de hand tedoen.Wij kunnen ze zelfs gebruiken in de toekomst als we de macht overonze bezittingen vrij geven.Als we dit niet vrijwillig doen, dan Godzal het doen. Het is een zeker teken dat wij Zijn zonen zijn.Wij moetende Heer danken als Hij een gevaarlijk ding uit onze handen rukt.Misschien kunnen wij Hem wat tegemoet komen daarin! Als wij het nietdoen, dan motten, roest, en dieven zullen hun werk doen.

BEZIT NOOIT IETS - LAAT DE GEDACHTE VAN IETS BEZITTEN VAREN

Lucas 14: 33. "Zo zal dus niemand van U, die niet afstand doet van al dat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn."

Lucas 14: 33. "Zo kan niemand van U mijn leerling zijn, als hij zicch niet losmaakt van all wat hij bezit."[Willibrord]

Lucas 14: 33. "Desgelijks kan ook niemand van u die geen afstand doetvan al zijn bezittingen mijn leerling zijn.[Leidse Vertaling]

Lucas 3: 11. "En hij (Johannes) antwoordde en zeide: Wie een dubbelstel kleren heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzeheeft, doe evenzo."

Lucas 6: 30. "Vraagt iemand iets van U, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug."

JESUS GEEFT ADVIES

Lucas 16: 9 - 11. "Ook zeg ik u: Maakt u vrienden door middel van denongerechten rijkdom; opdat men u, als er een tekort is, in de eeuwigetenten opneme. Wie in het kleinste betrouwbaar is, is ook in het grotebetrouwbaar; wie in het kleinste onbetrouwbaar is, is ook in het groteonbetrouwbaar. Indien gij dus niet betrouwbaar zijt in zake van denongerechten rijkdom, wie zal u den waren toevertrouwen?"

SPEELGELD

Lucas 16: 9 -12. "En Ik zeg U: Maakt vrienden met behulp van deonrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze U ontvalt, men U opneme inde eeuwige tenten. Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veelgetrouw. En wie in zeer weinig rechtvaardig is, is ook in veelonrechtvaardig. Indien gij dus niet getruw geweest zijt ten aanzien vande onrechtvaardige Mammon, wie zal U dan het ware goed toevertrouwen.En indien gij niet getrouw geweest zijt ten aanzien van het goed vaneen ander, wie zal U het onze geven."

Lucas 14: 12 - 14. "Ook zeide hij tot zijn gastheer: Wanneer gij eenmiddag maal of avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden of broeders,ook niet uw bloedverwanten of rijke buren; anders nodigen zij op hunbeurt u uit en krijgt gij vergelding. Maar geeft gij een gastmaal,vraag dan armen, mismaakten, verlamden, blinden; dan zult gij zaligzijn omdat zij u niet kunnen vergelden; want het zal u vergolden wordenbij de opstanding der rechtschapenen."[Leidse Vertaling]

Matteus 6: 24. "Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òfde ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechtenen de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon."

Lucas 12: 33. " Verkoopt uw bezittingen om aalmoezen te geven."

HIJ DIE STERFT MET HET MEESTE SPEELGOED... VERLIEST

Lucas 12: 15 - 21."Toen zeide hij tot hen: Ziet toe en wacht u vooralle hebzucht; want al heeft iemand overvloed, hij heeft daarin geenwaarborg dat hij van zijn bezittingen zal kunnen leven. Hij zeide tothen deze gelijkenis: Het land van zeker rijk mens leverde eenovervloedigen oogst op. Toen overlegde hij bij zichzelf: Wat zal ikdoen? Want ik heb geen ruimte om de opbrengst van mijn land te bergen.En hij zeide: Dit zal ik doen: mijn schuren afbreken en grotere bouwen;dan breng ik daarin al dat koorn en die andere goede dingen, en zeg totmijzelf: Gij hebt nu vele goederen, voor tal van jaren opgelegd; neemuw rust, eet, drink, wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Dwaas, indezen nacht eist men uw leven van u op; en wat gij verworven hebt, aanwien zal het komen? Zo gaat het met een die voor zichzelf vergaart enniet rijk is voor God. [Leidse Vertaling]

Lucas 16: 19 - 29. "Er was eens een rijk man, gekleed in purper en fijnlinnen, dagelijks zijn weelderig leven genietend. En een arm man,Lazarus genaamd, lag aan de voorpoort van zijn huis.... toen de armestierf, werd hij door de engelen naar den schoot van Abraham gedragen.Ook de rijke stierf ....En toen hij in de onderwereld zijn ogenopsloeg... ik lijd smart in deze vlam. Maar Abraham zeide: Kind,herinner u dat gij het goede in uw leven ontvangen hebt, en Lazarusevenzo het kwade. Nu wordt hij vertroost en lijdt gij pijn... Ik bid udan, vader... want ik heb vijf broeders; laat hij hen waarschuwen;opdat ook zij niet komen in dit oord der foltering. Abraham zeide: Zijhebben Mozes en de profeten; laten ze naar die horen."[LeidseVertaling].

Psalm 49: 16 - 19. "Vrees niet wanneer een mens rijk wordt, en deheerlijkheid van zijn huis toeneemt; want wanneer hij sterft, zal hijniets van dat alles meenemen, zijn heerlijkheid volgt hem in de groeveniet. Al acht hij zichzelf in zijn leven gelukkig--al roemt men u omdatgij u tegoed kunt doen, gij zult bij het geslacht uwer vaderen komen,die tot in eeuwigheid het licht niet zien"

Prediker 5: 10 - 15. "Wie geld liefheeft wordt van geld niet verzadigd,noch wie den rijkdom liefheeft van inkomsten. Ook dit is ijdelheid.Klimt de welvaart, dan klimt het aantal van hen die er op teren, en watheeft de bezitter er van dan dat hij het mag aanzien? Zoet is de slaapdes arbeiders, hij hebbe weinig of veel te eten; maar de verzadigingbelet den rijke te slapen. Er is een pijnlijk kwaad dat ik zag onder dezon: rijkdom door zijn bezitter tot zijn ongeluk bewaard....rijkdomdoor een ongeval verloren....Gelijk hij gekomen is uit den schootzijner moeder, naakt, keert hij weer om te gaan zoals hij is gekomen enniets dat hij kan meedragen neemt hij voor zijn moeite mee.[LeidseVertaling]

Spreuken 11: 4, 28. "Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maargerechtigheid redt van de dood....Wie op rijkdom vertrouwt, die zalvallen...."

GELD ALS EEN HINDERNIS TUSSEN MENS EN GOD

Christenen hopen op Eeuwige Zekerheid, en God wil dat wij vleselijkezekerheid opgeven, zodat wij het kunnen krijgen. Het vlees wil dezekerheid van het Geld hebben. Het wil controle hebben, een meesterzijn.... een 'God' zijn. Zo wij dromen en houden vast aan bezittingen,omdat wij niet volledig afhankelijk willen zijn van God...

Job 31: 24, 25, 28. "Indien ik op het goud mijn verwachting gesteldheb, en tot het fijne goud heb gezegd: Gij zijt mijn vertrouwen; indienik mij heb verheugd, omdat mijn vermogen groot was en mijn handgeweldige rijkdom had verworven; dan zou ook dat een ongerechtigheidzijn geweest....want ik zou God daarboven hebben verloochend."

MEER, MEER

C.S.Lewis schrijft in Perelandra, 'Deze neiging om dingen steeds maarweer te hebben, als of het leven een film was die twee keer gedraaidkon worden of zelf achteruit kon lopen... was dit mogelijk de kern vanal de zonde? Neen! natuurlijk was geld zo genoemd. Maar geld opzichzelf... - misschien mensen waarderen het een korte tijd als eenbescherming tegen keuze, een zekerheid altijd deze dingen maar weer tehebben, een middel om het afrollen van de film tegen te houden.'

Ezechiel 28: 2 -10. "Zo spreekt de Heere God: Omdat gij overmoediggeworden zijt en denkt: Ik ben een god; terwijl gij toch een mens, geengod, zijt, al draagt gij het hart hoog, alsof gij een god waart... gijhebt uw vermogen verworven.... werdt gij overmoedig op uw vermogen!--daarom laat ik tegen u vreemden opkomen,... zij zullen het zwaardontbloten.... en uw praal ontwijden....Ter groeve zullen zij u doenneerdalen,... zult gij ook in het gezicht van hem die u ombrengtvolhouden: Ik ben een god! terwijl gij toch in de hand van hem die udoorboort een mens en geen god zijt? Den dood van onbesnedenen zult gijdoor de hand van vreemden sterven; want ik heb het gezegd, spreekt deHeere God."

GOEDE- EN VERKEERDE KEUZES

1 Tessalonicenzen 2: 5."Wij hebben ons nooit afgegeven met vleierij, gij weet het, noch met bedekte hebzucht."

2 Korintiers 2: 17. "...wij zijn niet als de meesten, die het woord Gods tot een handelszaak maken."[Leidse Vertaling]

2 Korintiers 2: 17. "Wij zijn tenminste niet zoals zovelen, die handel drijven met Gods woord."[Willibrord]

2 Korintiers 2: 17. "Want wij zijn niet als zovelen, die winst maken uit het woord van God."

1 Timoteus 6: 5." ...mensen die niet helder meer denken, en het spoorder waarheid bijster geraakt zijn, daar zij de godsvrucht als ietswinstgevens beschouwen."

1 Timoteus 6:5. "Zij zien in de godsvrucht een bron van inkomsten."[Willibrord]

1 Timoteus 6: 5 - 9. ...mensen die niet recht bij hun verstand zijn enalle inzicht in de waarheid verloren hebben, daar zij denken dat met degodsvrucht iets te verdienen is. Nu, er is met godsvrucht veel teverdienen, indien zij met tevredenheid gepaard gaat. Want wij hebbenniets in de wereld meegebracht, omdat wij er ook niets uit kunnenmeenemen. Hebben wij dus voedsel en dekking, dan zullen wij daarmeegenoegen nemen. Zij daarentegen die rijk willen worden vallen inverzoeking, in een strik en in vele domme en schadelijke begeerten, diede mensen ten ondergang brengen en in het verderf storten."[LeidseVertaling]

1 Timoteus 6: 10 - 12. "Want de geldgierigheid is de wortel van allekwaad. Door zich aan haar over te geven zijn sommigen van het geloofafgedwaald en hebben zichzelf vele smarten op den hals gehaald. Maargij, mens Gods, wacht u daarvoor; jaag naar gerechtigheid, vroomheid,geloof, liefde, geduld, zachtmoedigheid; [Leidse Vertaling]

DE ADEL VAN ARMOEDE

Jakobus 1: 9 - 11. "Roeme de broeder van lagen staat in zijn hoogheid,maar de rijke in zijn lagen staat; want als een bloem in het gras zalhij voorbijgaan. Immers, als de zon gloeiend is opgegaan en het grasverdroogd heeft, is de grasbloem afgevallen en haar schoonheid teloorgegaan. Zo zal de rijke op zijn wegen verwelken.[Leidse Vertaling]

Jakobus 1: 9 - 11. "Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid,maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal;hij vergaan. Want de zon komt op met haar hitte en doet het grasverdorren, en zijn bloem valt af en de schoonheid van haar uiterlijkverdwijnt; zo zal ook de rijke met zijn oindernemingen verwelken."

HET RISICO VAN RIJKDOM

Marcus 4: 18,19. "Anderen zijn de gezaaiden in de doornen; dat zijn zijdie het woord horen, en dan dringen de wereldse zorgen en de verleidingvan den rijkdom en de begeerten naar andere dingen binnen en verstikkenhet woord; zodat het onvruchtbaar blijft.[Leidse Vertaling]

Lucas 9: 25. "Want wat baat het een mens, als hij de gehele wereld wint, maar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?

DE WELVARENDE 'BIG SHOTS' GAAN TEN ONDER

Velen onder ons hebben ijverig gebeden dat God de Kerk onderst bovenzou zetten, en dan hevig schudden. Wanneer dat gebeurt, dan diepersonen die hun grijp op de waarheid hebben verloren zullen de eerstenzijn die vallen!

1 Korintiers 4: 8 - 21. Gij zijt blijkbaar al verzadigd, gij zijt alrijk, gij regeert reeds zonder ons. Ach, was het maar waar, dan mochtenwij misschien wel delen in uw koningschap! Want ons, apostelen, heeftGod dunkt mij, de minste plaats aangewezen, die van terdoodveroordelen. Wij zijn een schpouwspel geworden voor heel de wereld,voor engelen en voor mensen: wij moeten zijn dwaas ter wille vanChristus, gij zijt zo verstandig in Christus; wij zijnzwak, gij sterk;gij geëerd, wij geminacht. Tot op dit eigen ogenblik lijden wijhonger en dorst, zijn wij naakt en krijgen wij slaghen, zijn wijdakloosen matten ons af met handenarbeid. Worden wij beschimpt, wij zegenen;worden wij vervolgd, wij dulden het; smaad beantwoorden wij metminzaamheiud. Tot nu toeworden wij behandeld als het schuim der aarde,als het uitvaagselvan de maatscDit schrijf ik niet om U beschaamd temaken, maar om U terecht te wijzen als mijn dierbare kinderen.....binnenkort kom ik, als de Heer het wil; en dan zal ik wel merken watdeze opgeblazen lieden werkelijk waard zijn, afgezien van hun woorden.Het koninkrijk Gods bestaat nu eenmaal niet in woorden, maar in kracht.Wat verkeist gij? Moet ik bijU komen met strengheid of met liefde en ineen geest van zachtmoedigheid."[Leidse Vertaling]

Jakobus 5: 1-3, 5." Welaan dan, gij rijken, weent en maakt misbaar overde rampen, die U zullen overkomen. Uw rijkdom is verrot, uw klederenzijn door de mot aangevreten, uw goud en zilver is verroest, en deroest ervan zal tegen U getuigen en uw vlees verteren als vuur. Gijzijt schatten gaan opleggen, terwijl het de laatste dagen zijn.....Gijhebt op aarde weelderig geleefd en U te goed gedaan, gij hebt uw hartvetgemest in de slachttijd."

Jeremia 5: 27-29. zij (zijn) groot en rijk geworden. Zij zijn vetgeworden, zij glinsteren; recht verschaffen zij niet, ook niet aan denwees, en zij helpen de armen niet aan hetgeen hun toekomt. Zou ik zulkedingen niet straffen? spreekt de Heer?

HOE WE KUNNEN INVESTEREN IN ZEKERHEID

1 Timoteus 6: 17 - 19. "Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld,moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd tehouden niet op onzekere rijkdom, doch op God, die ons alles rijkelijkten gebruike geeft, om wèl te doen, rijk te zijn in goedewerken, vrijgevig en mededeelzaam, waardoor zij zich een vastegrondslag vpoor de toekomst verzekeren om het ware leven te grijpen."

Lucas 12: 29 - 34. "Zoekt ook gij dan niet naar wat gij zult eten endrinken, en begeert niet te veel. Want naar dat alles zoeken de volkender wereld, en uw Vader weet dat gij die dingen nodig hebt. Zoektveeleer zijn Koninkrijk, en dat andere zal als een toegift u geworden.Vrees niet, kleine kudde; want het is uws Vaders welbehagen u hetKoninkrijk te geven. Verkoopt uw bezittingen en geeft ze als aalmoesweg; maakt u onverslijtelijke buidels, een onuitputtelijken schat in dehemelen, waar geen dief bij komt en geen mot schade aanricht; want waaruw schat is, daar zal ook uw hart zijn."[Leidse Vertaling]

1 Timoteus 6: 8 - 10. "Als wij voedsel en kleren hebben, moet ons datgenoeg zijn. Zij die zich willen verrijken vallen in verzoeking en inde strik van allerlei dwaze en kwalijke begeerten, die een mens inverderf en ondergang storten. Want de geldzucht is de wortel van allekwaad.. Door deze hartstocht zijn sommigen al van het geloof afgedwaalden hebben zich afgemarteld met kwellingen zonder tal."[Willibrord]

Jeremia 9: 23,24. "Zo zegt de Here: De wijze roeme niet op zijnwijsheid,...de rijke roeme niet op zijn rijkdom, maar wie roemen wil,roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent..."

VOOR VELEN EEN VRAAG - VOOR WEINIGEN EEN WEET

1 Johannes 3:16 - 18. "Hierin hebben wij de liefde leren kennen, dathij zijn leven voor ons heeft prijsgegeven. Zo zijn ook wij verplichtvoor onze broeders ons leven prijs te geven. Wie werelds goed bezit, enterwijl hij ziet dat zijn broeder gebrek lijdt, zijn hart voor hemsluit, hoe zou in hem dan de liefde voor God duurzaam zijn? Kinderen,laat ons niet liefhebben met woord of tong, maar met de daad en inwaarheid.."[Leidse Vertaling] also 2 Korintiers 8: 9.

Lucas 12: 47, 48. "De knecht die de wil van zijn heer kende, maar geenbeschillingen trof noch handelde volgens diens wil, zal zwaar getuchtigworden. Wie echter in onwetendheid dingen heeft gedaan die tuchtigingverdienen, zal slechts licht gestraft worden Van ieder aan wie veel isgegeven, zal veel worden geëist, en wie veel is toevertrouwd, vanhem zal des te meer worden gevraagd."[Willibrord]

Spreuken 28: 20. "Een betrouwbaar man heeft veel zegen, maar wie naar rijkdom jaagt, blijft niet ongestraft."

Openbaring 3: 17 - 19. "Omdat gij zegt: Ik ben rijk en verrijkt en hebaan niets gebrek, en niet weet dat gij ellendig en deerniswaardig enarm en blind en naakt zijt zo raad ik u van mij te kopen door vuurgezuiverd goud om rijk te worden en witte kleren om ze aan te trekken,opdat de schande uwer naaktheid niet openbaar worde, en zalf om daarmeeuw ogen te zalven, opdat gij moogt zien. Zovelen ik liefheb bestraf entuchtig ik. Wees dan ijverig en bekeer u."

Lessen over geld in de Bijbel

Er zijn interessante en belangrijke waarhedenverbonden in de Schrift met de opmerkingen die in de tekst gemaakt worden overde valuta van die tijd. Enkele daarvan willen we onderzoeken met de bedoelingde bijzondere lering die ze geven na te gaan.

drachme, een Griekse zilveren munt metongeveer hetzelfde gewicht als een Romeinse denarius

didrachmon of dubbele drachme, eenzilveren munt gelijkwaardig aan twee Attische drachmen of een Alexandrijnse, ofeen halve sjekel.

½ sikkel = 2 drachmen = 1 didrachme = 1 beka = ½ joodsesikkel. Er zijn tenminste drie verschillende sikkels bekend, nl. de gouden,zilveren en koperen sikkel.

sikkel= 4 drachme = 1 stater = tetradrachme

Lepton= kleine koperen munt, een achtste van een "as", ongeveer 1/5 van eencent waard. (volgens de OLB)

kodrantes = een quadrans (ongeveer het vierde deel vaneen "as"); in het N.T. een munt ter waarde van een Attische chalcus(ca. 3/8 van een cent) (volgens de OLB)

medicinaalgewicht. 1 pond = 375 gram = 12 ons = 96 drachmen = 288 scrupel = 5760 greinof: (1 grein = 1/20 scrupel) (1 grein = 375/5760 gram = 65 mg) (15 grein =0,975 gram ~ 1gram)

arguria

argurion

De verloren drachme

Lukas 15:8,9

In de tweede gelijkenis van Lukas 15 vertelt de Heerover een grote speurtocht, die een vrouw deed naar een verloren geldstuk. Hijzei: "Of welke vrouw steekt niet, als zij tien drachmen1 heeft en eendrachme verliest, een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdatzij die vindt?" (8) Drachme is eenander woord dan "zilverling" uit Mattheüs 26:15. Het woord drachme of "dram"komt alleen voor in Lukas 15:8,9

De Drachme was een Griekse munt en daarom eigenlijkgeen wettig betaalmiddel in Palestina, hoewel het heel dicht in waardeovereenkwam met de Romeinse denaar, die in die tijd de wettige munteenheid wasin het Joodse land onder Romeins gezag. Vanwege deze overeenkomst hebbensommigen verondersteld dat, hoewel het inheemse Griekse woord "drachme"in degelijkenis voorkomt, het Romeinse woord "denaar"werd bedoeld door de spreker.Voor deze veronderstelling is geen solide grond. We vinden, integendeel, datLukas heel vertrouwd was met de Romeinse "denaar"want hij gebruikt het woorddrie keer in zijn evangelie.2 Er moet dus een bijzonder reden zijn, waarom hij hierhet Griekse woord "drachme"gebruikt.

Stukken Romeinse zilvergeld zouden niet even passendzijn voor het doel van de gelijkenis. Omdat het Grieks geld was, was het geenwettig betaalmiddel voor handelsdoeleinden. Daarom lijkt het dat de "drachmen"gebruikt werden voor persoonlijke versiering van hoofd, nek of arm. Dezeversiering stelt de vrouw op hoge prijs en zou ze daarom graag ongeschondenwillen bewaren meer uit gevoelswaarde dan om zijn werkelijke waarde.

Vandaar zal het verlies van één van de tien muntenaanleiding geven tot ijverig zoeken door de eigenares en het vinden ervan doetvrienden en buren roepen om zich met haar te verheugen. Klaarblijkelijk had dedrachme in het oog van de vrouw een bijzondere waarde boven de marktwaarde enhet verlies van één ervan, waardoor het volledige stel geschonden was, zou ergbetreurd worden om de moeilijkheid van de vervanging ervan.

Deze karaktertrek, die een bijzondere persoonlijkewaarde veronderstelt van de verloren drachme voor de eigenaar, veroorlooft onsgemakkelijk de overeenkomst te ontdekken tussen de drie gelijkenissen van Lukas15. In elk van de drie komt het persoonlijk belang van de personen sterk naarvoren. Wij zie het dadelijk in de belangstelling van de herder voor het schaap,dat afdwaalt naar zijn ondergang en ook in de belangstelling van de vader voorde jongste zoon, die zwerft op de paden van de zonde naar zijn verderf. Maarwat veroorzaakte het bijzondere belang in de tweede gelijkenis?

Alleen als ze erg arm was of een behoeftige weduwe zouzijn kunnen we heel goed haar koortsachtige angst over het verlies van hettiende deel van haar bezit begrijpen. Het vertegenwoordigde tenslotte toch eendagloon. Maar als we eraan denken dat het Griekse munten waren, die haar eigenbijzonder schat vertegenwoordigden, dan kunnen we makkelijke de waarheid zienvan de schildering en de juistheid van haar ijverig zoeken bij kaarslicht naarhet verloren stuk en haar uitbundige vreugde na haar succesvol zoeken.

Dor het vinden van het verloren stuk, was deverzameling munten weer compleet. Of de tien stukken een erfstuk of eenhuwelijksgeschenk waren is niet bekend, maar we moeten het bijzonder kenmerkvan de gelijkenis niet missen, die heel zeker is, namelijk: dat de verlorendrachme een bijzonder waarde had in de ogen van de vrouw. Zo'n waarde dat zehaar vriendinnen en buren roept en zegt: "Weest blij met mij, want ik heb dedrachme gevonden die ik had verloren."

Uitleggers hadden moeilijkheden om deze gelijkenis teverklaren. Ze geven verschillende slotconclusies. Het meest algemeens ismisschien dat de vrouw de Gemeente voorstelt of de Heer, die door debedieningen in de Kerk werkt. Maar deze uitlegging is niet in overeenstemmingmet de eenheid, die we mogen verwachten in de drie gelijkenissen van onze Heer.De gelijkenissen zijn bij dezelfde gelegenheid uitgesproken met het bijzonderdoel om Zijn ontvangen van en eten met tollenaars en zondaars te rechtvaardigenwat door de Farizeeën in twijfel getrokken werd. (Luk.15:2)

De verdediging van de Heer, als we dat woord mogengebruiken, was de goddelijke vreugde in de hemel, die ontstond door berouw enherstel van de zondaar. Op drievoudige wijze liet Hij zien, dat God zichverheugde over het redden van zondaars en dat feit was op zichzelf een afdoendantwoord op alle menselijke vitterij.

In de drie verbonden gelijkenissen zegt de Heer Jezus,dat de drie personen van de godheid werkzaam waren in het redden van mensen. Inde eerste vinden we God de Zoon, die als de Schaapherder het verloren schaapvan het huis Israëls zoekt. (Mat. 15:24) In de derde vinden we God de Vader,die vriendelijk is voor de ondankbare en boze zoon

De overeenstemming is volledig als wezien, dat in de tweede gelijkenis, niet de Kerk, maar God de Heilige Geestwordt voorgesteld door de vrouw, die ijverig bezig is om de verlorene teontdekken en te bevrijden.

Als we deze drie gelijkenissensamenvatten onder dit gemeenschappelijke doel zien we de waarheid van deopenbaring, dat God de Zoon, God de Heilige Geest en God de Vader even sterkzijn in Hun liefde voor zondaars en verheugd zijn over hun redding. Zo vindenwe op andere plaatsen dat de verlosten Gods eigen bezit zijn en dat ze eenbijzonder belang en waarde voor Hem hebben. (Ef. 1:14; 1 Petr. 2:9)

Het evangelie wordt aan mensengepredikt door de Heilige Geest, die van de hemel gezonden is. (1Petr.1:12) Debuiten de openbaarheid binnenshuis zoekende vrouw uit de gelijkenis is eengeschikt beeld van de Heilige Geest, die onzichtbaar Zijn dienst in de werelduitoefent. (Joh.16:8) Zijn verborgen werkingen worden door de Heer vergelekenmet die van de wind, die waait, waarheen hij wil. (Joh.3:8)

De munt is ook levenloos en in datopzicht anders dan het schaap en de verloren zoon. De Heilige Geest geeft hetleven aan hen, die Hij vindt en van wie gezegd wordt, dat zij uit de Geestgeboren zijn, hoewel ze vroeger "dood waren in zonden en misdaden". (Joh. 3:8)

Veel voorbeelden van het zoeken vande Geest van God zijn in het boek geschreven, dat misschien beter "Handelingenvan de Heilige Geest" zou heten, dan "Handelingen van de Apostelen". Om ééngeval te noemen: Wie anders dan de Heilige Geest riep Filippus weg van zijnevangelische werkzaamheden te Samaria om te vinden en te bevrijden deonderzoekende kamerling? Deze stond op het punt naar Ethiopië terug te kerenzonder de kennis van Jezus, de lijdende Dienstknecht van Jehova, van wie Jesajahad geprofeteerd. Ethiopië was inderdaad een donkere hoek waarin het licht vangenade en waarheid nog niet had geschenen. Maar het licht scheen en hetverlorene werd gevonden en het eind van het zoeken was een vrolijkeoverwinning. Want de kamerling van Candace vervolgde zijn weg met blijdschapnet zoals er in Samaria was geweest waar veel andere verlosten gevonden werden.(Hand. 8:8,39)

Zoals de vrouw een brandende lampgebruikt om het vermiste te zoeken, zo gebruikt de Heilige Geest in Zijn zoekennaar verlorenen, die in duisternis en schaduw van de dood zitten, het Woord vanGod, dat het middel van geestelijk licht is voor de mens. (Ps. 119:105; Spr.20:27) Zij, die in de wereld uitgaan om ieder schepsel het evangelie teprediken en spreken geleid door de Heilige Geest.

Het inwendige van een oosters huiswas donker, omdat het gebouwd was om het licht en de warmte van de zon buitente houden. De verloren drachme lag in een donkere hoek, verborgen onder hetriet dat uitgespreid was op de lemen vloer. Hij was daar niet nuttig en wasgeen versiering. Maar als het licht van de eigenares er op schijnt en deverblijfplaats ontdekt, wordt hij teruggebracht. De eigenaresse kent er dewaarde van en als hij gevonden is, kan zij die gebruiken, zoals zij wil.

Zo gaat het ook bij evangelisatieonder de mensen. Het licht en de heerlijkheid van Christus, die het beeld vanGod is, schijnt in donkere en verblinde harten. (2 Kor. 4:4-6) Zondaars wordendaardoor uit de duisternis tot het licht gebracht. Zij, die aan de heerlijkheidvan God te kort komen, gaan roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. (Rom.3:23; 5:2; Ef. 5:8)

Het heilwerk is het werk van God,waarin de Heilige Geest een gelijk deel heeft. Hij heeft geen behagen in dedood van een zondaar. (Ez. 33:11) "Hij verheft den geringe uit het stof,[en] den nooddruftige verhoogt Hij uit den drek, om te doen zitten bij devorsten, dat Hij hen den stoel der ere doe beërven". (1 Sam. 2:8)

De halve sikkel en de stater

Mattheüs17:24-27

De halve sikkel had twee maal de waardevan de zilveren drachme, die genoemd wordt in de gelijkenis van de verlorenpenning uit Lukas 15:8 en 9. De technische naam van deze Griekse munt isdidrachme 3 en de koerswaarde schijnt gelijk tezijn aan de beka 4 of de helft van de Joodse sikkel.(Ex.38:26) De sikkel zelf was gelijkwaardig met een tetradrachme, dat ook welstater 5 heette.

Beide geldstukken, de didrachme ofhalve sikkel en de stater worden maar eenmaal in de Nieuwe Testament genoemd.Beiden worden gevonden in het verhaal van de schone gebeurtenis in het levenvan onze Heer in Mattheüs 17:24 - 27.

In de nieuwe vertaling staat in vers24 voor didrachme "Cijns" (hoofdgeld) of schatting, de halve sikkel en is invers 27 de stater vervangen door "een zilverstuk"

Het verhaal

"Toen zij nu in Kapernaüm gekomenwaren, kwamen de ontvangers van de didrachmen naar Petrus toe en zeiden:Betaalt uw meester de didrachmen niet?" Deze belasting werd door de Joden betaald aan de priesters enlevieten voor de instandhouding van hun eigen tempeldienst in Jeruzalem. Ditverschilt van de belasting opgelegd door

Hetgeld van de Bijbel 04-02.doc 2

Romeinse denaar = 1 drachme. Denarius betekend "tien bevattend" Het waseen Romeinse zilveren munt ten tijde van het N.T. Hij kreeg deze naam omdat hijgelijk stond met 10 (koperen) as, een aantal dat na 217 V.chr. verhoogd werdtot 16 as (ong. 3.898 gram). Dit was de voornaamste zilveren munt van hetRomeinse rijk. Uit de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard blijkt dateen denarius toen het gewone dagloon was van een arbeider. (Mat. 20:2-13)

De tempelschattingvond zijn oorsprong in de bijdragen die door Mozes, de knecht van God, warenopgelegd aan het volk in de woestijn. Daarna beval Jehova, dat iederemannelijke Israëliet boven de twintig jaar of hij nu arm of rijk was, Hem eenofferande moest brengen. Dit offer was de Beka of halve sikkel (Ex.30:11-16).Toen de volkstelling plaats had bleek dat het verzamelde bedrag 603.550 beka'sof 301.775 sikkels bedroeg. Deze opbrengst werd gebruikt voor de bouw van detabernakel (Ex.38:25-28).

We lezen dat in dedagen van Joas, de koning van Juda, deze belasting geïnd werd van het volk omde uitgaven van het herstel van het huis des Heren te betalen, dat in die dagennodig gerestaureerd moest worden (2Kon.12:4; 2Kron.24:5,9).

Na de terugkeer vande Joden uit de Babylonische gevangenschap kwamen Nehemia en het volk overeen,dat ieder een jaarlijkse bijdrage moest geven voor de dienst van het huis vangod (Neh.10:32) Het bedrag dat bij die gelegenheid genoemd was een derde deelvan een sikkel en niet een halve sikkel. Misschien konden ze in hun grotearmoede geen halve sikkel geven.

De vraag die aanPetrus wordt gesteld kwam niet van een belastingambtenaar in dienst van deRomeinen die aandrong om de plichten van een vreemde burgerlijke wet tevoldoen. Maar het was de vraag van een Jood, of de profeet uit Nazareth degebruikelijke belasting niet wou betalen. De halve sikkel voor het onderhoudvan de tempel en zijn dienst. Het was meer een zaak van overeenstemming met eengodsdienstige praktijk dan van gehoorzaamheid aan een politieke eis.

Petrus aarzelt geenmoment om borg te staan voor de eis van de wet en de godsdienstige waarnemingdaarvan door zijn Meester. Hij antwoord direct bevestigend. Hij gaat daarna hethuis binnen om de zaak aan de Heer zelf voor te leggen of misschien wel om tevragen hoe het geld verkregen moest worden. Maar de Heer was hem voor. De Heervoorkwam Petrus bedoeling en verbeterde de haastige en verkeerde uitspraak vanZijn discipel. Zij die aan Petrus de vraag stelden hadden nooit de velebuitengewone gelegenheden gehad, die de discipel heeft gehad om te leren, datde grote Vorst uit het huis van David was gekomen. De vraagstellers hadden eenverontschuldiging maar Petrus had deze niet. Zijn antwoord kwam helemaal nietovereen met zijn eigen pas uitgesproken belijdenis van de heerlijkheid op deheilige berg. Door de openbaring van de Vader had Petrus tegen de Heer gezegd: "U bent de Christus, de Zoon van delevende God." (Mat.16:16).Zijn ogen hadden de alles overtreffende schoonheid en majesteit van de Koninggezien, terwijl zijn oren het getuigenis van de hemel hadden gehoord: "Dezeis mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen gevonden heb, hoort Hem" (Mat.17:5).Petrus had compleet deze rechten van de Heer en zijn eigen volledige erkenningervan vergeten, toen hij zo haastig aan de belastingophalers verzekerde, datzijn Meester de halve sikkel zou betalen.

Jesaja of Ezechiël hadden dit op zichkunnen nemen. Maar was het niet meer gepast dat de Zoon van God, Koning vanIsraël, schatting zou ontvangen in plaats te betalen? De ongerijmdheid van devraag van deze mensen had Petrus toch duidelijk moeten zijn.

Voordat de discipel een woord kan uitbrengen zegt de Heer tegen hem: "Wat denk je, Simon, van wie heffen dekoningen van de aarde tol of belasting: van hun zonen of van de vreemden? Toenhij nu zei: Van de vreemden, zei Jezus tot hem: Dan zijn de zonen vrij." Dezewoorden zijn een rustige en vriendelijke terechtwijzing in de kring van Zijneigen discipelen. De Heer handhaaft de waardigheid van Zijn eigen persoon enZijn rechten die volgen uit Zijn Zoonschap.

Zelfs naar aards gebruik warenkoninklijke families vrij van belastingbetaling. Deze waren opgelegd aan deonderdanen van het koninkrijk. De Heer Jezus, hoewel uit Nazareth, was Davidszoon en Davids Heer. De tempel in Jeruzalem was het huis van zijn Vader (Joh.2:16).Hij was inderdaad Zoon over Zijn eigen huis en niet een dienstknecht in hethuis van een ander. Als Zoon van God en Koning van Israël was Hij absoluut vrijvan alle verplichting tot het betalen van belasting, die geheven werd om deuitgaven van de dienst van God te betalen. De Heer wilde echter Zijn rechtenniet laten gelden tegenover de belastingontvangers zelf.

Hoewel Hij Koning der Joden was(Mat.27:11) verwaardigde Hij zich om op aarde te zijn als onderdaan en niet alsRechter en Verdeler van de erfenis (Luk.12:14) Hij toonde, dat Hij bereid wasom aan het verzoek te voldoen en de tempelschatting te betalen. Voor ons is Hijarm geworden en om de belasting had Hij geen zilver in de beurs. (Mat.10:9)Maar, hoewel Hij arm was, zoals de mensen zeggen, bezat Hij alle dingen. Hijliet de vergeetachtige discipel zien, dat Hij Heer van alles was en dat de zeeHem toebehoorde. Hij had die gemaakt en Hij heeft heerschappij over alles watde paden van de zee doorwandelt (Ps.8:8).

De Heer zegt in Zijn woord tegenPetrus: "Opdat wij hen echter geen aanstoot geven, ga naar zee, werp eenvishaak uit en neem de eerste vis die bovenkomt, en als je zijn bek opendoet,zul je een stater vinden; neem die en geef hem hun voor Mij en jou." Hoewelde Joden Gods geboden krachteloos maakten door hun overleveringen der ouden,wilde de Heer niet, door een schijnbare geringschatting van Zijn kant van eengodsdienstige verplichting, een aanleiding zijn om te struikelen. In Zijnvernedering tot de dood van het kruis, zou Hijzelf een steen des aanstoots eneen rots der ergernis zijn voor het volk(Rom.9:32,33) Maar in de zaak van de tempelschatting wilde Hij elkeverontschuldiging voor ongeloof wegnemen. Daarom voldeed Hij het verzoek van debelastingontvangers door het betalen van het gevraagde geld. De manier waarophet geldstuk werd verkregen om te betalen, was voor het bijzondere onderwijsvan de discipel en niet, voor zover als wij weten, voor de belastingontvangers.De Heer bewees aan Petrus dat Hij meer was dan de Koning van Israël, dat HijHeer was van de schepping en dat een vis de bewaarder was van Zijn bezit.

Het wonderwerk

De Heer zelf stelt de voorwaardenvast waaronder de vis moest worden gevangen. Bij nader inzicht ziet men, alselders is uiteengezet, wat een wonderlijk bewijs dit is van de alwetendheid enalmacht van Christus. Het is een hulpbron voor Zijn discipelen.

Voor het naar behoren vervullen vanhet woord van de Heer tegen Petrus was het noodzakelijk:

1.dat iets in de zee gevangen moest worden;

2.dat het onmiddellijk gevangen moest worden, hoewel vissers soms de hele nachthard moesten werken en niets vingen;

3.dat de vangst één enkele vis zou zijn, gevangen met een haak en niet een aantalvissen met een net;

4.dat de vis geld moest bevatten;

5.dat het geld in de bek van de vis moest zijn;

6.dat de eerste vis die gevangen werd het geld zou bevatten;

7.dat het gevonden geld één enkel geldstuk zou zijn van de juiste muntwaarde dienodig was.

Er wordt niet verteld in hetevangelie, dat het wonder plaats had, maar er is geen twijfel mogelijk, datPetrus, die de aanwijzingen van de Meester gehoorzaamde, vond dat aan al dezevoorwaarden werd voldaan. De stater was op de aangewezen plaats en het was dejuiste som die nodig was om de belasting te betalen voor twee. Of zoals onzeHeer zegt: "voor Mij en jou".

In de wet van Mozes stond over dezebijdrage, dat de rijke niet meer en dat de arme niet minder mocht geven dan dehalve sikkel. (Ex.30:15) Op deze plaats vloeien de rijkdommen van de genade inChristus. Ze stijgen uit boven de armoede van de wet om te voldoen aan zijnrechtmatige eisen. Als de tempelschatting beschouwd kan worden als een bindendeverplichting dan vinden we hier een volmaakte rechtvaardigheid. Er was precieseen halve sikkel voor ieder, niet meer en niet minder.

Één geldstuk voorde twee

De bek van de vis bevatte niet 2halve sikkels. Één voor ieder van hen en ook niet één halve sikkel voor de Heeralleen. De Heer wilde zich niet scheiden van Zijn dienstknecht en volgeling.Petrus had alles verlaten om Hem te volgen, die niets had om Zijn hoofd op neerte leggen. Terwijl hij (Petrus) zijn armoede deelde toonde de Heer Zijndiscipel, dat hij in Zijn overvloed zou delen. Petrus zou zien, dat zilver engoud het Zijne waren en de vissen van de zee ook. De stater, die je zultvinden, is voor mij en jou zegt de Heer.

Dit woord is een openbaring van deluisterrijke genade van onze Heer Jezus Christus ten opzichte van een belijdervan Zijn naam. Petrus was een van de Zijnen, die in de wereld waren, van wieHij zei: "waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn" (Joh.12:26) Dediscipel moet zijn als zijn Meester, arm als Hij, vervolgd als Hij, rijk alsHij, verheerlijkt als Hij. Aan de overwinnaars in Laodicea beloofde de Heer: "Wieoverwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, zoals ook Ikoverwonnen en Mij gezet heb met mijn Vader op zijn troon" (Op.3:21) Hij,die gemeenschap heeft met het lijden van Christus, zal ook ingaan in de vreugdevan zijn Heer. De voornaamste karaktertrek van deze grote gemeenschap, waarvanhet evangelie en de brief getuigen, werd die dag in Kapernaüm gezien. "Éénstater voor Mij en voor u." In deze genadige woorden zien wij: "De liefde, dieniet geeft zoals de wereld geeft, maar deelt, al wat ze bezit met haar geliefdemede-erfgenamen."

De penningen van de weduwe

Markus 12:41-44

Hier vinden we nog een offerande vangeld voor een godsdienstig doel, maar de munt heeft een andere naam en waarde.Deze offeranden werden niet verzameld in Galilea en elders, zoals de zilverenhalve sikkel uit het vorige artikel. (Mat.17:24-27)

Dit offer was een vrijwillig offer inde voorhof van de tempel zelf door hen, die daar kwamen om te aanbidden. Deopbrengst werd gebruikt om de kosten van de priesterlijke en Levietische dienstte bestrijden en voor het onderhoud van de tempelgebouwen. Bij deze bijzondergelegenheid, omdat het Paasfeest ophanden was, werden zeker bijzonderegeldelijke offers gebracht om de uitgaven te bestrijden.

Het voorval van de edelmoedige giftvan de weduwe geschiedde op een ernstig ogenblik in de dienst van onze Heer.Het was nog maar een dag of drie, vier voor Zijn kruisiging. De hopelozegeestelijke toestand van het volk was pas daarvoor nog levendig aangetoond aande discipelen door de onvruchtbare vijgenboom, die na de vloek van onze Heervan de wortel af verdord was.

De volgende dag waren er ontmoetingenmet de overpriesters en schriftgeleerden en oudsten (Mark.11:27) in de tempelvoorhof, die Hem zochten te vangen op Zijn woorden door hun vragen.(Mark.12:13) Zij faalden in die opzet om op die manier een formelebeschuldiging tegen Hem te vinden. De Heer zat tegenover de schatkist, waar Hijbij een vorige gelegenheid neergezeten had en het volk had geleerd. ((Joh.8:20)

Uit Joodse bron weten we, dat ditgedeelte van de tempelgebouwen, zo werd genoemd, omdat er een aantal kisten ofkoffers stond, waarin godvrezende mensen alle offers konden brengen, die zewilden geven. De kisten hadden groteopeningen of monden, die naar beneden spits toeliepen in een nauwe gleuf enstonden bekend als "trompetten" vanwege hun vorm.

De Heer keek, ofliever bekeek, hoe de menigte geld in de offerkisten wierp. Veel van deofferaars waren rijk en blijkbaar wierpen ze er veel in. Dat is, veelgeldstukken, op een opvallende manier, zoals sommigen de gewoonte hebben tedoen bij zulke gelegenheden.

Toen kwam er eenoffer van een heel ander soort onder de aandacht van de Heer. Een uitzonderingop de regel. Een vrouw kwam alleen naar de offerkist. Ze was een eenzameverlaten weduwe, zoals er zoveel waren in dat land. Bovendien wordt er vermeld,dat ze arm was. Inderdaad een zeer arme vrouw. Misschien was het iemand, diedoor de geldgierigheid van de schriftgeleerden arm was geworden. Die, net zoalsde Heer het net gezegd had, "dehuizen van de weduwen opeten en voor de schijn lang bidden" (40). Armoede en ellende had deweduwe niet verbitterd en haar dankbaarheid aan God was ook niet opgedroogd.Zij wilde zich niet de vreugde laten ontnemen om aan de Grote en Goede Geveriets te geven. Zij ging naar het huis des Heren met haar offer en wierp in degrote offerkist haar twee kleine koperstukjes7.Markus verklaard dit voor de Romeinse lezers van zijn evangelie door het woordKwadrant8 die de waarde vertegenwoordigt voorde koperstukjes.

Daarna ging de weduwe weg, zichschijnbaar onbewust, van de opmerkzame ogen van de Heer Jezus. Ze had nu geenzichtbare middelen van bestaan meer. Geen hoop voor de toekomst, behalve dan dearbeid die ze nog kon doen. Zij had afstand gedaan van haar hele vermogen,daardoor beval ze zich aan in de tere barmhartigheid van Jehova, Die, in Zijnheilige woning, waarheen zij gekomen was, de Rechter is, in het bijzonder vande weduwen en wezen. (Ps. 68:6; 146:9)

De penningen of Lepta

De munten uit dit verhaal waren nietvan zilver maar van brons of koper. Ze hadden daarom een betrekkelijk geringewaarde. De rijken wierpen veel bronzen of koperen munten in de offerkist. Datkonden ze gemakkelijk doen van hun overvloed en rijkdom.

De twee penningen van de weduweheetten "lepta". De naam "lepton" is Grieks van oorsprong. Daar bestond in dietijd zo'n munt en inderdaad, die naam bestaat nu nog onder de Griekse munten.De twee penningen waren samen een Kwadrant (kodrantes) wat een kleine Romeinsemunt was. Omdat de Kwadrant een Romeinse munt was, kon dit niet gebruikt wordenvoor een offerande, omdat het gebruik van vreemd geld in de tempel verbodenwas. Dat was de reden dat de geldwisselaars hun beroep uitoefenden in detempelvoorhof. De Heer had de vorige dag nog hun tafels omgekeerd. (Mark.11:15)Deze geldwisselaars waren natuurlijk gemakkelijk voor hen, die van ver, netzoals de Ethiopische kamerling, naar Jeruzalem kwamen en niet de vereisteJoodse munt bezaten.

De koperen penning of lepton, waarvande weduwe twee stuks offerde voor de dienst van God, was ongetwijfeld de Joodsemunt, bekend als de perutah. Het was de kleinste munt, die in omloop was enwoog maar 15 grein.9 Munten van gelijk gewicht worden nogaltijd geslagen voor de circulatie. (Een bronzen munt van gelijk gewicht wordtin Londen geslagen voor gebruik op Malta, waar het de waarde heeft van 1/3farthing (cent).

Behalve in dezelfde gelijkenis inLukas 21:1-4 werd door onze Heer melding gemaakt van de geringe waarde van depenning of lepton bij een andere gelegenheid. Bij deze gelegenheid doelt deHeer op de schuldige en strafbare toestand van het Joodse volk bij degelijkenis van de gevangen gezette schuldenaar. De Heer zegt daar: "Ik zegu: u zult daar geenszins uitkomen voordat u ook het laatste koperstukjebetaalt." (Luk.12:59)

Wat de penningen leren

Wij kunnen niet anders danherinneren aan: "De ogen des Heren zijn aan alle plaatsen, opmerkzaam achtgevend op kwaden en goeden" (Spr.15:3). In het bijzonder in de "tempel"onderzoekt Hij nauwkeurig onze beweegredenen en de omvang van onze geestelijkegaven. Onze gaven worden gewaardeerd net zo als zij gegeven worden en hunbetrekkelijk verdiensten onfeilbaar vastgesteld.

Zittend tegenover de schatkist, zagde Heer ongetwijfeld enkelen, die de tienden van hun bezittingen gaven. Maarhoe hoog zij ook zichzelf schatting oplegden, zij schoten in vergelijkingallemaal tekort in Zijn achting. Hij zei niet, dat hun giften geen waarde had,maar de gift van de weduwe was voortreffelijker. Haar offer werd beoordeeldnaar de kwaliteit en niet naar de kwantiteit. Zo oordeelde de Heer op die tijden het verhaal wordt ons gegeven zodat ook wij nu onze gaven kunnen toetsen.

De weduwe gaf God van haar armoede.De rijken gaven van hun overvloed. Een soortgelijke opofferende geest lezen wevan de gemeenten in Macedonië, die in een tijd van veel beproeving en verdrukkingde overvloed van hun blijdschap toonden en in hun diepe armoede overvloedigzijn geweest in de rijkdom van hun liefdadigheid. (2 Kor. 8:2)

2) God zag de werken van Zijnschepping en zag dat ze zeer goed waren. Nog meer: "God heeft eenblijmoedige gever lief" (2 Kor. 9:7). Was dat geen blijdschap voor onzeHeer, aan het einde van een dag van strijd met de lege vormendienst van degodsdienstige leiders van het volk, deze eenvoudige godsvrucht en edele barmhartigheid vaneen arme weduwe? Tevergeefs keek Hij uit onder de priesters en schriftgeleerdenen de opdringende scharen naar dezulken die God aannamen en naar Hem zochten.De verfrissing en het welbehagen van Zijn geest werd gevonden in deze heerlijkeheilige, (Ps.16:3) hoewel ze door de Farizeeën veracht zou worden. Hij, diezelf arm was geworden om ons rijk te maken. Hij, die verkocht al wat Hij had,zag een zwakke gelijkenis met Zijn eigen grote offerande.

Deze gebeurtenisschonk een van die heerlijke lichtstralen en troost aan de man van smarten inde donkere en donkerder wordende uren van die laatste week. Er was vreugde voorHem in de weduwe en haar penninkjes, in het Hosanna van de kinderen, in Mariavan Bethanië en haar kostbare zalving, in de belijdenis en het beroep van deboosdoener op het kruis. Dankbaar en vrolijk nam de gehoorzame Zoon dezegunsten van de Vader aan, die Hem gezonden had. "Ik prijs U, Vader, Heer van de hemelen van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen,en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard" (Luk.10:21). "Zij waren de uwen en U hebt ze Mijgegeven" (Joh.17:6). "want van de zodanigen is het koninkrijk van God" (Mark.10:14).

Het is belangrijk op te merken,wat de goddelijke basis van waardering is. De maatstaf van het heiligdom isheel anders dan die van de markt. In het huis van God worden "worden dedaden getoetst" (1Sam.2:3). Hierdoor is het mogelijk dat 30 grein koper eengrotere waarde kan hebben dan 30 talenten goud.

De grootheid van de gift telt nietzozeer in de schatting van het hemelse koninkrijk, als wel het bedrag datoverblijft. De rijken hielden nog altijd een overvloed over, maar de weduweniets. God weigert het povere offer van de arme niet, maar Hij wil hetarmetierige offer van de rijke niet aannemen. (Mal.1:13)

Er wordt wel eens gezegd, dat eenpraktische test van de hoedanigheid van onze gaven is de vraag aan ons zelf,hoe ervaar ik deze gave? Raak het mij? Als het antwoord niet eerlijk bevestigenkan gegeven worden, dan moet ik mijn gave vergroten. Bijvoorbeeld, als ik 10 €heb gegeven zonder dat ik het merkte, laat ik dan proberen, wat het gevolg vanhet geven van 50 € is.

Voorzichtige mensen verontschuldigenzich soms voor hun gebrek om edelmoedig te geven met de smoes, dat hun gelddoor de ontvangers misschien verkeerd gebruikt wordt. Het is mogelijk, dat depenningen van de weduwe bijgedragen hebben aan het loon dat de overpriestersbetaald hebben aan Judas, de verrader. Maar zeker is, dat de Heer door Zijnaanbeveling de gift bijzonder onder de aandacht van de discipelen bracht. Dearme weduwe wist niets af van het vreselijke plan van de priesters en Judas.Haar gift was voor God en de Heer keek naar de bedoeling in het hart van degeefster. (2Kor.9:7) Op Zijn tijd zal de Heer rekening houden met de daden vanJudas en de verantwoordelijke leiders van het volk.

Er wordt soms een verkeerdetoepassing gemaakt van de aanbeveling van de Heer op de daad van de weduwe.Soms spreken mensen over hun penninkje10 bijdragen.Daarmee bedoelen ze, dat ze maar een klein bedrag bijdragen of een kleinerbedrag dan ze hadden kunnen bijdragen. Maar hun opmerking maakt nietteminaanspraak op de goedkeuring van de Heer op hun penningen, net zoals de weduwedie kreeg uit Markus 12. Maar bedenk dan, voor dat men zo'n aanspraak maakt,dat de weduwe niet alleen maar één van haar penningen gaf maar alle twee. Zijgaf niet de helft van haar goederen zoals Zacheüs, maar haar hele leeftocht.

De dertig zilverlingen

"Toen ging een van de twaalf, JudasIskariot geheten, naar de overpriesters en zei: Wat wilt u mij geven? Dan zalik Hem aan u overleveren. Zij nu betaalden hem dertig zilverlingen uit. En vantoen af zocht hij een gelegenheid om Hem over te leveren."

Mattheüs 26:14-16 zie ook 27:3-10

In de geschiedenis van het verraadvan onze Heer door Judas aan de overpriesters en de hoofdlieden van de tempel,wordt de som geld, die aan de verrader betaald is in het bijzonder verhaalddoor Mattheüs als 30 zilverlingen.11 Dejuiste uitdrukking door de evangelist wijst aan dat 30 afzonderlijkemuntstukken werden overhandigd of afgewogen voor Judas. In Markus 14:11 en inLukas 22:5 wordt dezelfde uitdrukking gebruikt, maar daar in het enkelvoud12. De overpriesters beloofden Judas geld (zilver) te geven. Indeze beide laatste teksten wordt het woord gebruikt in een verzamelnaam, zoalswij nu zeggen om een persoon in goud of zilver te betalen in tegenstelling meteen betaling in papier of met een cheque.

De tijd was gekomen waarvan de Heerhad gezegd tot de godsdienstige hoofden van de Joden: "dit is uw uur en demacht van de duisternis" (Luk.22:53). De overpriesters, schriftgeleerden ende oudsten van het volk kwamen samen in de voorhof van Kajafas enberaadslaagden tezamen, dat zij Jezus met list zouden grijpen en doden. Hunbesluit om de uiterste straf toe te passen was niet een overijlde beslissing,maar één na veel overleg de formele gezagsdaad van de hoge raad van het Joodsevolk.

Op dat ogenblik kwam Judas bij hen enbood zich vrijwillig aan om de Heer Jezus in hun handen over te leveren vooreen vergoeding. Hij zei: "Wat wilt u mij geven? Dan zal ik Hem aan uoverleveren. Zij nu betaalden hem dertig zilverlingen uit." Dat was hetbedrag, dat zij hem wilden geven om de Profeet van Nazareth in hun macht tekrijgen. De 30 zilverlingen moeten daarom beschouwd worden als de nationalewaardering van Hem, die als haar Koning tot de dochter van Sion was gekomen.

InExodus is deze zilveren sikkel 1/3000 van een talent, gelijk aan 132 gram

En zoals de raadvan de Joden bereid was dit bedrag te geven, zo was Judas bereid te proberenZijn Meester ter dood over te leveren voor deze vergoeding. Dit overeengekomenbedrag aan geld kan eigenlijk niet bij toeval genoemd zijn. De leden van hetSanhedrin waren allemaal bekend met de Schriften. Ze waren allemaal ijveraarsvoor de wet en door en door bekend met de wetten van de Mozaïsche bedeling.Daarom kunnen zij niet onbekend geweest zijn met het feit, dat 30 zilverensikkels de vergoeding was die door Mozes was voorgeschreven als betaling aan deeigenaar van een mannelijke vrouwelijke slaaf, die dood gestoten was door eenos (Ex.21:32)13. Zij moeten ookgeweten hebben dat 30 zilverstukken werden genoemd in de profetieën vanZacharia 11:13.

Dat was dus deprijs, die de zonen van Israël hadden gezet op de Heer Jezus en dat was deprijs, die de afvallige discipel wilde aannemen. "Voor u dan die gelooft, is ditkostbare" (1Petr.2:7)Voor Zijn eigen volk was Hij de verachte en die ze niet achtten. In hun ogenkon de Messias verkwanseld worden voor de prijs van een slaaf.

Wat waren de zilverstukken?

Eerder is gezegd dat het woord"zilverstuk"in Lukas 15:8, 9 een drachme betreft. Een grieks zilverstuk en datdit woord in het Nieuwe Testament nergens anders voorkomt. Het woord "arguria"dat gebruikt wordt voor de betaling van Judas is algemeen in zijn betekenis enduidt alleen aan dat de munten van zilver en niet van goud, koper of bronswaren gemaakt. Het geeft dus geen aanwijzing betreffende hun waarde of naam. Erwordt alleen gezegd, dat de verrader 30 zilverstukken ontving.

Enige hulp in de vraag kan verkregenworden uit het verband. Daar vindt u, dat de priesters het geld uit detempelschat namen. Want we lezen, dat Judas later het zilver naar de tempelterugbracht en in de heilige plaats wierp. De priester gebruikten het geldlater om het veld van de pottenbakker te kopen vanwege hun gewetensbezwaren omhet "bloedgeld"in de offerkist te werpen. Dat is waar de Korban of heiligegaven werden opgeslagen of gelegd. (Mark.7:11)

Als deze zilverstukken eerst uit detempelschat waren genomen, zou dat voldoende reden zijn geweest om te geloven,dat het sikkels of staters zijn geweest, die opgehaald was door de belastinggeheven door de priesters van het Joodse volk voor het onderhoud van de tempel.

Sommige mensen hebben deze stukkenwat haastig aangezien als Romeinse denaren of zilveren penningen. Het is heelonwaarschijnlijk, dat de kwezelachtige Joodse priesters de betaling zouden doenin Romeins geld, dat het beeld en het opschrift droeg van hun verfoeideoverheerser. De gevangenneming van de Galilese Leraar was een godsdienstigezaak voor hen en lag daarom onder de rechtsbevoegdheid van de tempel. Ze warenechter verplicht zich te beroepen op een heidense rechter, omdat zij zelf dedoodstraf niet mochten toepassen, die zij beweerden dat door de wet werdgeëist. (Joh.19:7)

Geldwisselaars zaten in de tempelvoorhoven en het is onwaarschijnlijk, dat de tempelschat Romeinse muntenbevatte, met zo'n makkelijke manier om te wisselen bij de hand.

Ook het feit, dat het bedrag zelfgegrond was op de som door de wet voorgeschreven als vergoeding voor de doodvan een slaaf, werk in het voordeel van de overeenkomst met de tempelbelasting,die gegrond was op het zoengeld voorgeschreven door diezelfde wet. Om het samente vatten: Het uit betaalde geld is eerder 30 sikkels of staters geweest dan 30denaren of penningen.

Welke profetie werd vervuld?

Nu enkele woorden over de profetiedoor Mattheüs aangehaald en door hem aangegeven als te zijn vervuld. "Toenis vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia, die zei: 'En zij namen dedertig zilverlingen, de waarde van de Gewaardeerde, waarop die van de zonenIsraels Hem gewaardeerd hadden, en gaven die voor de akker van de pottenbakker,zoals de Heer mij had opgedragen'." (Matt.27:9,10) Uit deze aanhaling kanmen zien, dat Mattheüs aantoont dat deze profetie voorzegde:

1.wat het juiste bedrag aan geld was;

2.dat dit geld de waardering was, waarmee de Israëlieten Hem waardeerden;

3.dat dit bedrag uiteindelijk betaald werd voor de akker van de pottenbakker;

4.dat deze daad gebeurde overeenkomstig de wil van de Heer.

Mattheüs zegt dat deze profetie van Jeremia was. Maar als wij het Oude Testament nakijken vinden we geen spoor vanzo'n profetie in het boek van Jeremia. In Zacharia vinden we er een die inalgemene betekenis gelijk is, hoewel niet met de precieze woordelijkeovereenkomst. We lezen daar: "Werp ze henen voor den pottenbakker: eenheerlijken prijs, dien ik waard geacht ben geweest van hen! En ik nam diedertig zilverlingen, en wierp ze in het huis des HEEREN, voor denpottenbakker." (Zach.11:12,13)

De belangrijkste karaktertrekken vande profetie van Zacharia zijn:

1.De 30 zilverlingen worden beschouwd als de huur of het loon dat betaald is aande Goede Herder voor Zijn diensten aan het volk;

2.God vraagt Hem dat geld weg te werpen voor de pottenbakker;

3.Hij spreekt van de 30 zilverlingen als een heerlijke prijs in verachting

4.De Herder werpt ze naar de pottenbakker in het huis de Heren.

Als we Mattheüs vergelijken met Zacharia vinden we een algemene overeenstemming tussen:

1.het noemen van de 30 zilverlingen;

2.dat dit bedrag aangezien wordt als de warde van de Heer Jezus geschat doorIsraël;

3.in het betalen van dit bedrag aan de pottenbakker;

4.in het soevereine doel van God dat de boze gedachten van de mensen overheerst.

Maar er zijn ook treffendeverschilpunten. Zacharia beschrijft een tweespraak tussen Jehova en Zijn Herdervan de kudde over het loon, dat Hem aangeboden wordt en dan Zijn wegwerpen ervan in het huis des Heren. Terwijl, Jeremia, zoals Mattheüs die aanhaalt, steltde priesters voor, die de 30 zilverstukken nemen, "de waarde van Hem, die dekinderen van Israël waardeerden" en ze gaven voor het veld van de pottenbakker.

Welke profetie haalde Mattheüs aan?Wij geloven, dat hij een profetie aanhaalde, die gesproken is doorJeremia, zoals hij zelf bevestigt in zijn evangelie. Het eerste evangelie wasin het bijzonder geschreven voor de Joden en geeft overvloedige bewijzen uithet Oude Testament, dat Jezus de Christus was. Wij geloven niet, dat Mattheüszo onwetend was, dat hij onbekend was met de profetieën van Jeremia enZacharia. We geloven ook niet, dat hij een fout maakte en zo slordig was om perabuis de naam Jeremia op te schrijven in plaats van Zacharia. Deveronderstelling van zo'n vergissing is uiterst weerzinwekkend voor hem, diegelooft in de Goddelijke inspiratie van de Schrift.

Niet alle profetieën doorgeïnspireerde mannen gegeven zijn aan de Schrift toevertrouwd. De profetie vanHenoch wordt alleen verteld door Judas (14) De woorden van onze Heer Jezus dieaangehaald worden door Paulus worden niet in de evangeliën gevonden.(Hand.20:35) Waarom zou Mattheüs geen profetie mogen aanhalen die door Jeremiagesproken is, maar niet in zijn boek is geschreven? Mattheüs haalt in hoofdstuk2:18 wel een profetie aan van Jeremia die wel staat in Jeremia 31:15. Zachariaprofeteerde ook over de 30 zilverlingen, maar bekijkt de gebeurtenis vanuit eenander standpunt, zoals hierboven uiteengezet. Deze profeet legt de klemtoon opde verachtelijke waardering door het huis van Israël van de dienst van de goedeHerder en voorspelt verder, dat het loon aan de oorspronkelijk bestemmingonttrokken zou worden om gegeven te worden in de hand van de pottenbakker omdatde Heer de boze plannen van Zijn volk verwierp.

Zo gezien zijn de teksten in Zachariaen Mattheüs niet met elkaar in tegenspraak, maar vullen elkaar aan en ook demondelinge profetie van Jeremia.

OVER GOKKEN NAGEDACHT

Godwil toch dat ik het goed heb en geen zorgen meer hoef te maken over m'ngeld. Misschien dat ik dan het beste een lot kan kopen en dat God medat dan laat winnen... Goed plan toch?!
Zorgen maken is niet goed. Heeft geen zin. De bijbel zegt: Werpt al uw zorgen (geldzorgen included) op de Heer (bidden dus).

Gokken kan gedefiniëerd worden als "het op het spel zettenvan geld in een poging om het geld te vermeerderen door dit in tezetten op iets dat niet waarschijnlijk is". De Bijbel veroordeeltgokken, wedden of de loterij niet specifiek. Maar de Bijbel waarschuwtons wel om weg te blijven van geldzucht (1 Timoteüs 6:10;Hebreeën 13:5). De Schriftteksten moedigen ons ook aan om ons nietin te laten met pogingen om "snel rijk te worden" (Spreuken13:11; 23:5; Prediker 5:10). Gokken concentreert zich zeer zeker op deliefde voor geld en verleidt mensen onmiskenbaar met de belofte om snelen eenvoudig rijk te worden.

Dit gezegd hebbende:
'Gokken' wordt niet letterlijk genoemd in de bijbel. Maar de bijbel iswel duidelijk over geld, het verkrijgen van geld en motievendaaromtrent.

Let op; Geld op zich is niet verkeerd, maar de liefde voor geld:
Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over tegeven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelfveel leed berokkend. (Bijbel, 1 Timoteus 6:10 )

Goede, gezonde omgang met geld leren we veelal uit het Bijbelboek Spreuken. Bijvoorbeeld:
In de schoot geworpen rijkdom is weer snel verdwenen, gestage groei maakt rijk. (Bijbel, Spreuken 13:11)
In 1 klap rijk willen zijn is niet wijs. Dus tenzij God het geeft, hoefje daar Zijn medewerking niet te verwachten. Hij wil namelijk het bestevoor je.
Voordat God ons meer toevertrouwt (in de breedste zin van het woord), zal Hij in ons hart kijken of we niet hebzuchtig zijn:
Een opziener moet als beheerder van Gods huis onberispelijk zijn: hijmag niet eigenzinnig optreden, niet driftig zijn, niet te veel drinken,niet gewelddadig zijn en niet hebzuchtig. (Bijbel, Titus 1:7 )

Werken is een zegen. Wie probeert 'snel geld te maken' omdat hij/zij niet wil werken, hoeft ook Gods zegen niet te verwachten:
Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, doorgeen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; 12zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here Jezus Christus,dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten. (Bijbel, 1Thessalonicenzen 3:11)

Tot slot leert het leven en gezond verstand ons dat geldspellenverslavend werken en alleen al om die reden zouden gelovigen zich daarniet mee in moeten willen laten, omdat we dan overheerst worden.

Bovenstaande lijkt uit te sluiten dat God ooit iemand die kant op kanof zal sturen. Toch liet Jezus Zich juist in met tollenaars. HijEvangeliseerde dus op 'bedenkelijke' plekken. Dat is alleen wel eenroeping en niet iets wat de mens zelf kan kiezen. God zal altijd mensenroepen die met de verleidingen en bedreigingen van de omgeving omkunnen gaan. Daarom kunnen en mogen wij m.i. niet voor God bepalen ofHij mensen een loterij kan of wil laten winnen.

De angst voor de gevaren rond geld doet mensen ook vaak alleen ertegenwaarschuwen. Terwijl God het als middel ziet om ongelovigen te bereikenen goed werk te doen. (Zie hoofdstuk 6 van onze fundamentencursus) Deangst zou dan ook niet moeten zijn voor geld, maar voor de liefde voorgeld. Veel mensen zonder geld, hebben wel de liefde voor geld,maar ze denken 'veilig' te zitten door er weg te blijven. Dat is geengoede zaak. We zouden allemaal betrouwbaar met geld moeten willen enleren worden, om Gods werk compleet te kunnen doen.

1 Timoteüs 6:10 vertelt ons: "Want de wortel van alle kwaad isgeldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van hetgeloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend".Hebreeën 13:5 verkondigt: " Laat uw leven niet beheersen doorgeldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd:'Nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten". EnMatteüs 6:24 zegt: "Niemand kan twee heren dienen: hij zal deeerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijnaan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienenén de mammon [geld]."

- Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht -

Lees hier uitgebreider over dit onderwerp:

LIEFDE  - VREUGDE  - VREDE  - GEDULD

GOEDERTIERENHEID GOEDHEID

TROUW  - ZACHTMOEDIGHEID  - ZELFBEHEERSING

 Een bijlage om eens over na te denken [bron: RefoWeb]

VRAAG

In Openbaring 13 lezen we over het beest en het merkteken wat de mensen krijgen. Moeten we dit letterlijk opvatten dus dat iedereen verplicht wordt een merkteken -bijvoorbeeld de Verichip- onderhuids te laten zetten of wordt dat merkteken uit Openbaring 13 figuurlijk bedoeld, dus dat het aan je hoofd zit? Wat inhoudt dat de tijdgeest je denken beheerst en dat het in je hand zit, zodat het je handelen beheerst? Kortom: wordt het letterlijk of figuurlijk bedoeld?

ANTWOORD

Dank voor je vraag. Je geeft mij gelegenheid  wat uitgebreider op deze zaken in te kunnen gaan. Ik ontkom er niet aan deels te herhalen wat ik in mijn vorige antwoord ('Satan gebonden en aarde is een grote bende') gezegd heb. Ik plaats het nu in een wat ander verband. De dingen herhalen is een goede zaak. Ze staan dan weer helder ons voor ogen. Ik houd mijzelf vaak voor dat repeteren de kunst van studeren is.

De kwestie van het merkteken blijft de geesten boeien. Laten we samen eerbiedig naar de Schrift luisteren. We lezen over het merkteken aan de rechterhand of aan het voorhoofd in het slot van Openbaring 13.  In Openbaring 12 en 13 is sprake van een satanisch drietal dat de wereld, dat zijn allen die op de aarde wonen, in een wurgende greep houdt en deze opzet in vijandschap tegen God en de gelovigen.
 
In Openbaring 12 komen we het eerste beest tegen, de draak. Voor het goed verstaan vergeten we niet dat Openbaring een  profetische boek is. Johannes ziet in het visioen een werkelijke draak.  Deze draak is uiteraard een symbool. Een symbool stelt een andere werkelijkheid zichtbaar voor. Deze draak stelt voor de satan, de duivel, de oude slang uit het paradijs. Weliswaar heeft de satan het verloren, maar hij heeft nog een bepaalde macht en tijd gekregen. Zijn domein is de aarde en de zee. Hij heeft twee handlangers, de twee andere beesten of monsters. Het beest uit de zee en uit de aarde. Ook dat zijn weer symbolen die een bepaalde werkelijkheid voorstellen. Met deze symbolen wordt ons iets duidelijk gemaakt. Ze stellen twee machten voor. Let wel, het zijn geen machten uit de hemel. Nee, zij zijn slechts van de aarde. Dat geeft een geweldige beperking aan.

Bij het  monster uit de zee denken we aan een wereldmacht in zijn vijandschap tegen God. In de dagen van Johannes was dat het Romeinse rijk. Er waren immers keizers, denk bijvoorbeeld  aan keizer Nero, die de kerk vervolgd en bedreigd hebben. Steeds zijn er in de loop van de geschiedenis weer van die antigoddelijke wereldmachten. Ten volle komt dat beest openbaar in het rijk van de antichrist.

Dan is er het derde beest. Dit komt op uit de aarde. We vragen ons af wat dit beest voorstelt en ons duidelijk wil maken. We mogen denken aan de valse profetie. De valse profeet verkondigt niet de grootheid van God en het evangelie van Jezus Christus, maar de grootheid van de mens en trekt van God af. Vergeet niet dat ook de wereld haar godsdienst heeft, haar ideologie. Deze spant alle krachten in om de mensen vast te houden, te beïnvloeden en van God af te trekken en de mensen meer en meer aan de wereldmacht te binden. Het spreekt met grote mond van de grootheid van de wereldse macht. Kijk eens hoe onsterfelijk de wereld en haar macht is! Daarin moet je geloven en geef je daaraan maar over. Laat je beïnvloeden door de geest van de tijd, dan blijf je de macht van de wereld aanbidden. Het Romeinse rijk kende de verering van de keizer, Rusland had het communisme.
 
Kijk, of we geloven het Woord van God, dat ons bindt aan Christus. Of we volgen de valse profetie dat ons aan de wereld bindt.  Wees dus heel voorzichtig met wat je gelooft. Laat je toch alleen leiden door het Woord van God.

Dat beest uit de aarde, de valse profeet,  maakt gebruik van drie methoden om de wereld te verleiden. Nu gaat het mij om de derde methode.  Dat is het merkteken. “En het maakt dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten een merkteken geeft aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden. En dat niemand mag kopen of verkopen dan die het merkteken heeft “  (16 en 17a).
 
Wie dat merkteken mist kan niet meer kopen of verkopen.  Men wordt geboycot en naar de rand van de maatschappij geschoven. Men kan niet meer kopen en verkopen, dat wil zeggen dat men wordt weggeduwd. Men verpaupert. Men wordt helemaal geïsoleerd als men het Lam wil volgen. Let wel, het wordt de gelovigen in het dagelijkse leven moeilijk gemaakt. Men probeert hen in het leven van elke dag te isoleren. Je begrijpt dat het dan heel moeilijk wordt voor de gelovigen in een dergelijke maatschappij te leven. Hoe gedraag je je dan als een gelovig mens? Het grote gevaar is om een compromis te sluiten met het heidense leven in de stad of de maatschappij.

Wat moeten we onder dat merkteken verstaan? Is dat iets zichtbaars en tastbaars? Zoals de door jou genoemde rijstkorrel of iets dergelijks? Laten we nog eens naar de tekst kijken. En het, dat is het beest uit de aarde, maakt dat het aan allen een merkteken geeft. Wie geeft of geven dat merkteken?  Wel, het is duidelijk dat de drie genoemde machten, de satan en de antigoddelijke wereldmacht en de antigoddelijke wereldgeest dermate samen werken dat zij er achter staan. Het is het werk van de satanische machten om dat merkteken te geven. Allen ontvangen dat teken. Ongeacht leeftijd, materiële omstandigheden of sociale status. Hierbij valt elk onderscheid weg. Een totale nivellering.

Dat merkteken wordt aangebracht op de rechterhand of aan het voorhoofd.  Hier staat: of. In Openbaring 20:4 wordt gesproken van een teken aan de rechterhand en aan het voorhoofd. In andere teksten wordt slechts gesproken van het merkteken zonder de plaats waar het aangebracht is te noemen.

Laat ik eerst wijzen op Het Lam, de Heere Jezus. Hij is de overwinnaar. Hij staat op de berg Sion met de 144.000 duizend die de Naam van Zijn Vader geschreven hebben op hun voorhoofden  (Openbaring 14,1). Die naam op hun voorhoofd is publiek, dat wil zeggen dat het aan hun levensopenbaring is te zien dat ze bij de Vader en bij Jezus Christus horen. Het is zichtbaar dat zij volgelingen van het Lam zijn, zichtbaar in hun levenswandel.

Wie het merkteken aan de rechterhand en/of  aan het voorhoofd dragen zijn duidelijk en zichtbaar volgelingen van het beest uit de zee en uit de aarde.

In Openbaring 7:3 staat dat de 144.000 verzegeld zijn aan hun voorhoofden. Dat wil zeggen dat zij de Heere toebehoren en door Hem beschermd worden. Bij het Lam ben je veilig omdat de overwinning aan het Lam is. Wie het merkteken van de satan draagt behoort tot zijn rijk en mogen volop kopen en verkopen. De gelovigen dragen de naam van de Heere.

Let nog even op wat er van het merkteken verder staat in vers 17: de naam van het beest. Je draagt dus of de naam van de Heere of de naam van het beest.  Dat wil zeggen: Je volgt of de satan of het Lam. Of je behoort tot het koninkrijk van God of je bent een onderdaan van de vorst der duisternis.

Waarom worden de hand en het voorhoofd als plaats van het merkteken genoemd? Wel, dat zijn lichaamsdelen die duidelijk zichtbaar zijn. We komen die beide plaatsen tegen in Exodus 13:9. “En het zal u zijn tot een teken op uw hand en tot een gedachtenis tussen uw ogen, opdat de wet des HEEREN in uw mond zij, omdat u de HEERE door een sterke hand uit Egypte heeft uitgevoerd.” Het jaarlijks vieren van het Pascha is als een teken op de hand en als een merk op het hoofd. Israël moet nimmer vergeten dat de HEERE haar uit Egypte heeft verlost opdat het zou leven naar Gods geboden, de HEERE gewijd. Zie ook Deut 6:8 en 11:18. Hoofd en hand dienen vervuld te zijn met de gedachten aan de verlossing  en het leven naar de wet. Bij hoofd denken we aan de gedachten die heel het leven besturen en bij hand aan de handelingen, het doen en laten. Zowel de gedachten als de handelingen dienen gestempeld te zijn door de genade der verlossing en gericht naar Gods geboden.
De antigoddelijke macht geeft een merkteken op het voorhoofd of op de rechterhand, dat wil zeggen dat en de gedachten en de handelingen geheel in overeenstemming moeten zijn met de geest der wereld.

Je begrijpt dat het met dit merkteken niet zo zeer gaat om een letterlijk teken, maar om de betekenis, om wat er door aangeduid wordt. En die is diepingrijpend. 

Laat ik het zo mogen  zeggen. Als het ware legt de geest van de wereld, de tijdgeest zijn klauw op je hand en je hoofd opdat je je helemaal door de geest der wereld zou laten leiden. We bidden daarom: En leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze. Maar wie nu door het geloof met Jezus is verbonden draagt Zijn naam op het voorhoofd en op de hand,  om zich hemaal door de Geest van Christus te laten leiden.

Ik besef dat mijn antwoord lang is geworden. Maar het zijn zeer belangrijke zaken, vooral in onze tijd. Er zou meer te schrijven zijn, maar ik laat het hierbij. Mag ik tenslotte vragen of jij ook de naam van de Vader en Jezus op je voorhoofd draagt? Je bent gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige geest. Leef je door het geloof uit de doop?



                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM - AUDIO 

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Psalmen en bijbelliederen

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible

Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible

Bible-art - paintings and artworks of Bible events

Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....

Bible-architecture - houses, palaces, fortresses

Women in the Bible -
 great women of the Bible

The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps


Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG


Onderzoek alle dingen en behoud het goede

WEGWIJZER NAAR MOOIE BIJBELGEDEELTES

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)