HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
De
Bijbel spreekt met autoriteit
De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God:
Bijbelstudie 022 - De Bijbel spreekt waarlijk met autoriteit
“Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust”.
Er wordt heel wat afgepraat, er wordt heel wat afgeschreven
Veel
wetenschappelijk ontdekkingen van de afgelopen eeuwen, bijvoorbeeld de
vondsten van dinosauriërs, laten zich ook goed verklaren aan
de hand van Bijbelse gegevens. We moeten wel bedenken dat de Bijbel
niet een 20e eeuws wetenschappelijk boek is, maar op de eerste plaats
een boek over verlossing voor mensen uit alle tijden en alle culturen.
Er wordt wel eens gezegd dat de mensen vroeger niet beter wisten en dus
maar geloofden dat wat de pastoor of de dominee van de kerk zei de
waarheid was. Daarbij wordt gesuggereerd dat de mens zich steeds verder
ontwikkelt en dat we dankzij de wetenschap nu beter weten. Vreemd
genoeg daarbij is dat in de naam van de wetenschap veel dingen worden
geleerd die voor het merendeel van alle mensen nooit te controleren
zijn. Bijvoorbeeld over het ontstaan van het heelal, de aarde en de
mens zelf. Er zijn maar weinig mensen die de moeilijke
theorieën hierachter begrijpen. Toch geloven de meeste mensen
dat die theorieën juist zijn. En waarom? Omdat de wetenschap
het zegt? Dat is toch niet anders dan geloven in de dingen die de
pastoor of de dominee zegt en die je ook niet kunt controleren. Deze
redenering toont ook aan dat veel mensen helemaal niet minder
naïef zijn als vroeger. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat
veel wetenschappen in de laatste eeuw geworden zijn tot een nieuwe
religie, met de wetenschappers als nieuwe priesters. En als je hen niet
gelooft word je (net als vroeger) bijna voor gek verklaard
Er wordt heel wat afgepraat, er wordt heel wat afgeschreven. En toch
blijft één ding duidelijk: Het
láátste woord is nog nooit geschreven, het
laatste woord is nog nooit gezegd. Wat zelfs bij de meest gezaghebbende
instantie op de wereld ontbreekt, is het uiteindelijk gezag: de
autoriteit. Is het dan een wonder, dat er in de samenleving veel
onzekerheid is? Op allerlei terreinen nemen de meningsverschillen toe,
groeit de verwarring. Dat geldt voor de politiek evenzeer als voor de
sport; dat geldt voor het maatschappelijk leven evenzeer als voor de
kunst. En zelfs op kerkelijk terrein bestaan er veel verschillende
opvattingen en richtingen. Tegenover al die onzekerheid is er ook
zekerheid: de Bijbel spreekt met gezag, met autoriteit. De Bijbel
alleen.
Het
gezag van de Bijbel
Je hoeft je er niet zo over te verwon- deren, dat er zoveel verschil
van me- ' ning is tussen mensen en volken. (Mat th. 24: 24) Jezus heeft
gezegd: 'Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en
zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het
mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden' .
In de Bijbel is God zelf aan het woord. Daarom spreekt de Bijbel met
autoriteit, met gezag. Ook als de schrijvers van de Bijbel met hun
eigen woorden en in hun eigen stijl schrijven, blijft het God, die tot
ons spreekt. Blijft het God, die Zijn Woord tot ons richt. De
autoriteit van de Bijbel is niet een autoriteit van een aantal mensen,
het is een goddelijke autoriteit.
In het laatste Bijbelboek (openbaring), staat te lezen, dat niemand
iets (Openb.22:18) mag toevoegen áán ,en ook
niemand (Deut. 12 : 32), iets mag afnemen van de woorden (Deut. 4: 2)
van dat boek.
Op
Gods gezag spreken
De profeten uit het Oude Testament, zoals Mozes bijvoorbeeld, wisten,
dat zij door God 'geroepen' waren. (Ex. 2: 23) God zelf gaf hun
opdracht. En natuurlijk ging de opdracht best wel eens in tegen wat ze
zelf wilden. Toch moesten ze gehoorzamen. God gebruikte hen als Zijn
afgezanten. Ze waren zich ervan bewust, dat Hij tot hen gesproken had.
Ze wisten ook, dat Hij ze zou leren, wat ze moesten spreken. In de
Bijbel wordt door de profeten daarvoor de uitdrukking gebruikt: 'zo
zegt de HERE' of 'Het Woord van de HERE geschiedde tot mij' en andere
soortgelijke uitdrukkingen.
Vaak is de stijl zo, dat God zelf sprekend wordt ingevoerd. En zo is
het eigenlijk ook: God zelf spreekt door de mond van Zijn profeten; God
zelf handelt door hun dienst. De profeten maken een heel duidelijk
onderscheid tussen wat God hun meedeelt (de openbaring) en wat de (I
Kon. 22:1-40) mens zelf bedenkt. Daarom beschuldigen zij de 'valse'
profeten ervan, dat deze alleen spreken vanuit hun eigen inzichten,
zonder door God gezonden te zijn. Die 'valse' profeten beweerden
weliswaar door God geroepen te zijn; in werkelijkheid (Ex. 13; 3)
brachten zij hun eigen gedachten en overtuigingen naar voren.
Ook Jezus waarschuwt ons voor de (Mat th. 24; 5, 23-26) 'niet-echte'
profeet.
Op
Gods gezag schrijven
Behalve
hun spreken is ook het schrijven van de profeten een goddelijke
opdracht. In Exodus bijvoorbeeld (Ex. 17; 14) lees je, dat God tegen
Mozes (Jer. 36; 4) zegt: 'Schrijf dit ter nagedachtenis in een boek'.
Er zijn ongetwijfeld veel profetieën die nimmer zijn
uitgesproken, maar meteen op schrift gesteld zijn met de bedoeling
gelezen en overdacht te worden. Voor dat geschreven woord geldt
dezelfde autoriteit als voor het door de profeten gesproken woord.
Heel
de Bijbel
Sinds het bekend worden van de verschillende geschriften waaruit het
Oude Testament bestaat, werden zij ook als gezaghebbend erkend. Zo
ontstond de 'canon' van het Oude Testament. Canon, dat is: regel voor
:geloof en leven. Met dat woord wordt nu aangeduid het geheel van alle
geschriften van de Bijbel als het gezaghebbend Woord van God. De 66
boeken waaruit de Bijbel bestaat, worden daarom ook wel de canonieke
boeken genoemd.
Deze canon van het Oude Testament was voor Jezus en Zijn discipelen een
onwankelbaar gegeven: hij bezat goddelijke autoriteit. Dat blijkt
bijvoorbeeld uit de manier waarop zij gedeelten uit het Oude Testament
citeren. Dat was voor hen weliswaar uit verschillende delen
samengesteld en door verschillende mensen geschreven, maar het vormde
voor hen één geheel, waarvan God zelf de (Rom.4:
3) eigenlijke Auteur was. Soms wordt (Hand. 2:16, 25) door hen de naam
van de schrijver (Matth. 4:4 10) aangehaald, soms ook wordt er gebruik
gemaakt van vaste uitdrukkingen als: 'Er staat geschreven' of 'De
Schrift zegt' .Maar ook wordt bij het (Hebr.10:5, 15) citeren de Auteur
zelf met name (Hand. 28: 25) genoemd; God of de Heilige Geest.
Zelfs een enkel woord, zelfs een (Matth. 5 : 18) enkele letter ('tittel
en jota') van het Oude Testament bezit voor Jezus die goddelijke
autoriteit.
Het
gezag van Jezus
De goddelijke autoriteit van het oude Testament moet worden
doorgetrokken naar het Nieuwe Testament. De woorden van Jezus zijn
goddelijk en onfeilbaar. Zoals God (Hebr.1 : 1) in het Oude Testament
sprak door de profeten, zo spreekt Hij nu door Zijn Zoon. Jezus is door
God gezonden (Joh.8:26, 28) en Hij spreekt niets anders dan wat Hij van
Zijn Vader gezien en gehoord heeft. Alle beloften van God zijn in Hem
'ja', d.w.z. betrouwbaar (2 Cor. 1:19-20) en door jezus is ook ons
"Amen" (ons aanvaarden van die beloften).
Door, ,Amen' , te zeggen sprak de gemeente haar vast vertrouwen uit in
wat tot haar was gezegd. Jezus heeft ons niets in Zijn eigen
handschrift nagelaten. Maar Hij heeft er wel voor gezorgd, dat wat Hij
gezegd heeft onvervalst en zuiver aan de mensheid is doorgegeven. Hij
heeft de apostelen uitgekozen en hun een heel bijzondere taak gegeven;
een taak die daarin bestond, dat zij na Zijn heengaan als Zijn getuigen
moesten optreden. De apostelen waren immers oor- en ooggetuigen geweest
van de woorden en werken van Jezus. Alles wat zij van Jezus gezien (1
Joh. 1 : 1-4) en gehoord hadden moesten zij (Hand. 1 : 8) (Joh. 15: 27)
doorgeven aan Israël en aan de wereld. De getuigen moesten
gaan getuigen. Getuigenissen met de autoriteit van Jezus.
Het gezag van de Heilige GeestGod heeft de apostelen voor hun taak het
verstand en de kracht gegeven. Hij heeft ze ook, in plaats van (Joh.16:
5-7) Jezus na Zijn hemelvaart, de Heilige (Hand. 1: 4) Geest beloofd en
gegeven. Door die Geest hebben de apostelen de woorden (Hand.1: 8) van
Jezus kunnen uitspreken en opschrijven. Op de Pinksterdag (Hand.2)
ontvingen alle gelovigen de Heilige (Joh.15:26,27) Geest. Maar de
apostelen kregen (Joh. 20:22 23) zondere Geestesgaven, om hun taak als
getuigen aan te kunnen.
Nadat de apostelen de Geest ontvangen hadden, zijn ze gaan schrijven:
op die manier is het Nieuwe Testa- ment tot stand gekomen. De Geest is
even betrouwbaar als God de Vader en als Christus Jezus. Deze drie zijn
immers de enige, waarachtige God. Daarom is wat in het Nieuwe Testa-
ment staat, de volle waarheid. Daarom heeft ook het Nieuwe Testament in
z'n geheel dezelfde autoriteit als het Oude Testament.
Twijfel
of zekerheid
Hoe kijk je tegen de Bijbel aan? Is .. het een menselijk boek met
fouten en vergissingen ? Of is het het Woord van God, dat met
goddelijke autoriteit in geloof aanvaard moet worden? Het antwoord op
die vragen is beslissend voor de manier waarop je met de Bijbel bezig
bent. Maar gelukkig is er maar één antwoord. De
zekerheid van de Bijbel: de zekerheid van de goddelijke autoriteit. Wie
gelooft in dat goddelijke gezag van de Bijbel en dat gezag gelovig wil
aanvaarden, heeft zekerheid. De Bijbel: het enige vaste punt in een
wereld volonzekerheid. Daar kunt je zeker van zijn.
VOOR
DE BELIJDENISCATECHISATIE
INLEIDING: DE BIJBEL
De naam ‘Bijbel‘ betekent zoveel als een
verzameling boeken. Vandaar ook dat de populaire
‘vertaling’ het Boek heet. Naast het
woord ‘Bijbel’ wordt er ook gesproken over de
‘Heilige Schriften’, waarmee de verzameling nog
duidelijker genoemd wordt. Ook wordt gesproken over ‘Heilige
Schrift’, waarmee juist de eenheid tussen de diverse
Bijbelboeken bedoeld wordt. Daarmee wordt de Afzender duidelijker: de
Heilige! Deze God maakt Zichzelf bekend door Zijn Woord.
TWEE DELEN,
met 1 inhoud! De verzameling omvat 2 delen en een aantal series:
Het Oude Testament
(eigenlijk kun je beter met ‘oude verbond’
vertalen):
·
Thora, dat letterlijk heenwijzing (zoiets als
‘wegwijzer’)betekent en dus meer is dan de wet
alleen.
(Genesis – Deuteronomium, ook wel genoemd
‘de vijf boeken van Mozes’.)
· Nebi-im, dat letterlijk
‘profeten’ betekent. Het heeft twee onderdelen:
1. vroege profeten (Jozua, Richteren, Samuël en
Koningen) en de
2. late profeten (Jesaja – Maleachi)
· Chetubim, dat letterlijk
‘geschriften’ betekent en dus de rest van de Bijbel
vormt.
Het Nieuwe Testament (of
Nieuwe Verbond):
·
Evangeliën, levensbeschrijvingen van Jezus. Vier verschillende
getuigenissen, die op cruciale momenten
met elkaar gelijk lopen en toch steeds weer eigen accenten
leggen. De eerste drie heten synoptische
evangeliën, omdat ze samen een gelijke opbouw hebben
(van geboorte tot het lijden, sterven en opstaan van
Jezus), het vierde evangelie is van een andere soort, met
meer een aantal diepteboringen uit het leven van
Jezus.
· Het boek Handelingen ( van de …), dat
als een geschiedenisboek is opgenomen maar zo ook een groot
pleidooi is voor de waarheid van het Evangelie van Jezus. Hij
gaat ook na Zijn dood door, om de hele
wereld te bereiken.
· Daarna komen de brieven
1.
Eerst de brieven van Paulus (aan de Romeinen – aan Titus)
2. Dan de brief aan de Hebreeën (schrijver onbekend)
3. De brieven van Jakobus, Petrus, Judas en Johannes
· De Openbaring, over wat komen gaat, de
APOCALYPS, de openbaarmaking van verborgen dingen.
HOE
KOMEN WE AAN DE BIJBEL?
De Bijbel is geïnspireerd, oftewel door de Heilige Geest
ingeblazen (THEOPNEUSTOS). Dat betekent dat de verschillende schrijvers
(in hun eigenheid) ‘instrumenten’ zijn geweest voor
de Heilige Geest. Hij gebruikte hun
gaven en liet hen een bepaalde weergave van een geschiedenis of een
eigen ervaring op zo’n manier opschrijven dat dit tot op de
dag van vandaag zeer veelzeggend is en zelfs een openbaring van Gods
kant is. De Here God spreekt door de Bijbel tot ons, heel concreet: het
lezen van het Woord van God kan op een bijzondere wijze (door de
‘verlichting’ van de Heilige Geest) betekenen dat
God tot ons spreekt.
Er is verschil van mening of er sprake is van mechanische inspiratie
(de Bijbelschrijvers hebben alleen maar opgeschreven wat God hen
letterlijk influisterde) of organische inspiratie. (de Bijbelschrijvers
hebben op een
bijzondere wijze de nabijheid van God ervaren toe ze naar eigen
inzichten en mogelijkheden hebbenopgeschreven wat er was gebeurd.)
HOE
WERKEN WIJ MET DE BIJBEL?
Je kunt
niet zo maar bepaalde teksten uit de Bijbel halen en daar het keurmerk
aan verbinden:’ zo spreekt God’.
Het gaat dan namelijk om een specifieke selectie van teksten, die
altijd aan kritiek onderhevig is. Tegelijk mag je zoeken naar wat de
Heilige Schrift van God ook vandaag de dag over bepaalde onderwerpen te
zeggen heeft en dus kan een bepaalde selectie van teksten heel goed
werken. Elke keer mag je vragen: wat zegt dit gedeelte over de Here God?
OVER
DE VERHOUDING TUSSEN OUDE EN NIEUWE TESTAMENT
Er zit
verschil tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament, heel
eenvoudig vanwege het feit dat het laatste deel van de Bijbel alles
beschrijft over en vanuit Jezus Christus, terwijl Hij in het Oude
Testament slechts
verborgen gebleven is. Vandaar dat het verschil tussen OT en NT wel
eens gemakshalve genoemd wordt: OT is de belofte en het NT is de
vervulling. Er zijn echter mensen geweest die daarmee ook maar besloten
om het OT als verouderd aan de kant te schuiven. Als je toch de
vervulling hebt, waarom zouden wij ons nog bezighouden met de belofte?
Ze beriepen zich op Hebr. 8:1. Aan de andere kant, misschien wel als
een reactie op de vorige mening, stelde men dat het wezenlijke reeds in
het OT gesteld werd en dat het NT slechts een ‘verklarende
woordenlijst’ is om het OT beter te begrijpen (Van
Ruler).Duidelijk is dat het gaat om dezelfde God, de Schepper van de
hemel en van de aarde en om de verzoening van onze zonden en het
verbond waarmee God
Zich voortdurend aan het volk verbindt. Daarom is de eenheid tussen
Oude en Nieuwe Testament zeer belangrijk en eigenlijk onopgeefbaar.
AANBEVOLEN DOCUMENT: DE BIJBEL OVER GEZAG
De mens staat onder het
gezag van God
"En de Here God legde de mens het gebod op: Van alle bomen ..." Genesis
2:17.
God legde eenzijdig de mens zijn gebod/zijn wil op.
Het gezag van God over de
mens rust op de relatie Schepper-schepsel
Krachtens de schepping is God de wettige eigenaar van de mens. "Hij
heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe" (Psalm 110:3).
Gezag en macht zijn niet
hetzelfde
Exousia en dunamis, Lucas 4:36.
Gezag is het wettig recht om te regeren. Macht heeft te maken met
kracht om dat recht ook af te dwingen.
de jure / de facto
Ergens de macht hebben de facto (feitelijk) en de jure (wettig).
God heeft absoluut gezag
over de gehele schepping wat wordt ondersteund door zijn absolute macht
"Ja alle bewoners der aarde worden als niets geacht; Hij doet naar zijn
wil met het heir des hemels en de bewoners der aarde; niemand is er,
die zijn hand kan weerhouden of tot Hem kan zeggen: wat doet Gij?"
(Daniël 4:35).
"Maar gij, o mens! wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? Zal
het geboetseerde tot zijn boetseerder zeggen: Waarom hebt gij mij zo
gemaakt? Of heeft de pottenbakker niet de vrije beschikking om ..."
(Romeinen 9:20,21).
Je vergeet je plaats!!
Menselijke gezagdragers
God heeft in de verschillende levenskringen menselijke gezagsdragers
aangewezen. In de staat de overheid, in het huwelijk de man, in het
gezin de ouders, in de gemeente de oudsten. Zij besturen, geven
leiding, oefenen gezag uit krachtens "droit divin". Zij zijn
gezagdragers. Zij dragen (vertegenwoordigen) het gezag van God in die
bepaalde kring.
Krachtens hun positie zijn ze dienaren van God en wie zich tegen hen
verheft verzet zich tegen God zelf, Romeinen 13:1-4.
Alle menselijk gezag is beperkt gezag. "Gij zult Gode meer gehoorzaam
zijn dan de mensen", (Handelingen 5:29).
Helaas is er in onze huidige gebroken wereld de grimmige realiteit van
gezag- en machtsmisbruik.
In het kader van deze studie voert het te ver om hier nader op in te
gaan. Vooral de vraag hoe wij, als christenen, met gezagmisbruik (en
met incompetente gezagdragers) behoren om te gaan is voor ons van
belang.
Zonde is ten diepste de
verwerping van Gods gezag over ons leven
Zonde is de weigering om schepsel te zijn onder het gezag van God de
Schepper. Zelf als God willen zijn, autonoom willen zijn. Zichzelf tot
wet. Baas in eigen leven (Genesis 3).
Zonde is revolutie, opstand tegen het wettige gezag. "Laat ons hun
banden verscheuren" (Psalm 2:3).
Bekering houdt
onderwerping aan Gods gezag in
In die toestand van opstand, rebellie komt het Woord van God tot de
mens. Het is een Woord van gezag want het is afkomstig van de
Schepper-eigenaar van de mens.
God treedt de mens tegemoet en zegt: "bekeert u".
Bekering houdt onderwerping aan Gods gezag in. Bekering is
troonsafstand doen. Het is de leiding over je leven uit handen geven.
Het "ik" gaat van de troon af en Jezus neemt de plaats op de troon (de
plaats van gezag) in.
In de Bijbel is gezag
gekoppeld aan onderwerping
"Herinnert hen er aan dat zij zich aan overheid en GEZAG onderwerpen"
(Titus 3:1).
"Onderwerpt u aan God" (Jakobus 4:7). "Ieder mens moet zich onderwerpen
aan de overheden die boven hem staan" (Romeinen 13:1). "Onderwerpt u
dus aan alle menselijk instellingen" (1 Petrus 2:13). "Onderwerpt u aan
de oudsten" (1 Petrus 5:5).
Gezag vraagt om erkenning en onderwerping. Erkenning van het wettig
gezag,
Het gaat om onderwerping aan God en aan de door God aangewezen
menselijke gezagdragers.
Gezag staat in de Bijbel
altijd in het kader van een persoonlijke relatie
De persoonlijke mens staat tegenover de persoonlijke God. Het gaat om
de Here God die die éne mens persoonlijk aanspreekt in zijn
existentiële situatie. "En de Here God riep de mens tot Zich
en zeide tot Hem waar zijt gij" (Genesis 3:9).
Adam waar ben je? God die het initiatief neemt. God die zijn Woord
zendt. God die de mens uit zijn schuilplaats roept.
God die zegt: waar zijt gij.
Christen zijn betekent meer dan het aanvaarden van bepaalde
leerstellingen of het veranderen van ons gedrag. In het christenzijn
gaat het in de eerste plaats om het hebben van een persoonlijke relatie
met de Schepper zelf. Na onze bekering ontstaat er gemeenschap,
contact, dialoog. Dat wil zeggen: "Jij spreekt, in gebed, tot God en
God spreekt, door Zijn Woord en Geest, tot jou".
Een christen staat niet tegenover de wet, maar tegenover de wetgever.
Vanuit die persoonlijke relatie spreekt God, als onze Schepper, ons met
gezag aan. God verwacht van ons dat we 'daders van het Woord' zijn en
dat we ons door zijn Geest laten leiden (Jakobus 1:22, Galaten 5:18).
Christus bestuurt (leidt) ons door Zijn Woord en Geest. Dat is geen
theoretische vrome formule, dat is een levende werkelijkheid.
Onderwerping aan het
gezag van Jezus
Hem heiligen als de Heer in je hart (1 Petrus 3:15).
De Heer verwacht simpelweg van ons dat we Hem gehoorzamen.
"Wat noemt gij mij Here, Here en doet niet hetgeen Ik zeg?" (Lucas
6:46).
Als je Jezus Heer noemt dan verwacht de Heer dat je daar ook naar
handelt.
De liefde tot Jezus en
onze onderwerping aan zijn gezag
Jezus volgen betekent dat we dagelijks ons kruis moeten opnemen (Lucas
9:23). Bij elke christen komt het geregeld tot een crisis waarin hij of
zij komt te staan voor de keuze om ofwel God te gehoorzamen (en een
stukje te sterven) ofwel ons zelf te handhaven. Dan staan we voor de
keuze wat te doen met het Woord van God.
Toen ik mij bv. na mijn bekering wilde laten dopen, zei mijn vader
tegen me: "als je dat laat doen dan wil ik niets meer met je te maken
hebben". Gehoorzaamheid op het punt van de doop kon me mijn 'thuis' en
de financiering van mijn studie kosten. Voor zulke situaties komt ieder
die de Heer volgt telkens weer te staan.
"Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie
zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn
kruis niet opneemt en achter mij gaat, is Mij niet waardig"
(Mattheüs 10:37,38).
Lucas 14:25-35: afstand doen van al wat hij heeft.
Wat sleept ons er door heen om toch te gehoorzamen? Het antwoord heeft
te maken met de persoonlijke relatie die we met de Heer hebben gekregen.
Hoe kon ik de Heer, die me zoveel liefde had betoond, iets weigeren? Ik
heb gehoorzaamd omdat ik de Heer lief had en omdat ik de Heer niet
kwijt wilde raken. Het kost soms tranen om tot overgave te komen. Maar
zoals dat bij een ieder van ons het geval is, heeft ook bij mij
gehoorzaamheid, onderwerping me dichter bij de Heer gebracht. Als je je
(natuurlijke) leven verliest omwille van de Heer dan vindt je immers
het (bovennatuurlijke) leven, dat bestaat uit een diepe gemeenschap met
de Heer, terug. Hem te kennen is het leven (Johannes 17:3).
"Wie mijn geboden heeft en ze bewaart die is het die mij liefheeft ...
en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren" (Johannes 14:21).
De persoonlijke band met de Heer doet ons gehoorzamen. Omdat we
gegrepen zijn door Christus.
Onderwerping aan het Woord (aan het gezag) van God is geen theoretische
aangelegenheid en het heeft ook niets met wetticisme te maken. Het gaat
om de enkele mens die staat tegenover zijn Heer. "Hebt gij Mij waarlijk
lief? Zo ja, doe het dan (gehoorzaam mij dan) omdat Ik degene ben die
het je vraagt". "Wie mijn geboden heeft en ze bewaart die is het die
mij liefheeft." "Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u
gebied" (Johannes 14:21,23 en 15:14).
De Heer heeft geduld met ons maar in zekere zin is Hij ook
onverbiddelijk. Als u en ik de Heer willen hebben (echte diepe
gemeenschap met Hem) dan moeten we gehoorzamen. "Wie zijn kruis niet
opneemt en achter Mij komt, is Mij niet waardig". De Heer meent wat Hij
zegt en daar valt niet mee te schipperen.
God oefent zijn gezag uit
door Zijn Woord
Zijn Woord komt tot de mens en de mens behoort "gehoor te geven".
Adam stond onder het gezag van God. Het gebod om niet van de boom der
kennis van goed en kwaad te eten werd de mens eenzijdig van Gods kant
opgelegd (Genesis 2:16,17). Het Woord van God was tot Adam gekomen
d.w.z. God had het gebod, God had zijn wil, naar Adam toe
gecommuniceerd.
Uit de wijze waarop
iemand reageert op het Woord van God blijkt of men al of niet het gezag
van God aanvaart
We weten dat Adam het Woord van God heeft verworpen. Hij ging tegen het
Woord van God in en daarin werd zijn opstand tegen het wettig gezag
geopenbaard.
Verwerping van Gods Woord betekent verwerping van Gods gezag.
"Wij, de apostelen, zijn uit God; wie God kent hoort naar ons, wie uit
God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der
waarheid en de geest der dwaling" (1 Johannes 4:6).
"Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent
hem" (2 Thessalonica 2:14).
Buigen voor het Woord van
God
Onderwerping aan God houdt onderwerping aan Gods Woord in. Onderwerping
aan Gods Woord betekent dat we buigen voor het Woord van God.
"Zij dan die zijn (Gods) Woord aanvaardden" (Handelingen 2:41).
We kunnen allerlei inzichten hebben. Ons gevoel en onze ervaring kunnen
iets anders zeggen maar als Gods Woord het op een bepaald punt anders
zegt moeten we dat aanvaarden.
We moeten onze eigen inzichten prijsgeven voor de uitspraken van het
Woord van God.
Hier komt de gezindheid van het hart aan het licht.
Ik had onlangs een gesprek met een christin. In het gesprek kwamen we
op onze houding tegenover de Paus. Is hij een antichrist of een
medebroeder?
Ik wees op de Galatenbrief waar Paulus een ieder die een evangelie
brengt dat afwijkt van het evangelie dat hij bracht, veroordeelt. In de
gemeenten van Galatië waren mensen binnen gekomen die leerden
dat een mens behouden moet worden door het geloof in Jezus plus de
besnijdenis. De Paus (en de rooms-katholieke kerk) doen ook iets
dergelijks want ze leren dat een mens behouden moet worden door het
geloof in Jezus plus de sacramenten (de werken). Dat betekent dat de
Paus een ander evangelie dan Paulus brengt want die bracht het
evangelie van de rechtvaardiging door het geloof alleen. De Paus brengt
een verdraaid evangelie en dat is geen evangelie. En als je een
verdraaid evangelie brengt, zo stelt Paulus uitdrukkelijk, dan ben je
vervloekt (Galaten 1:6-9).
Het Woord is op dit punt zeer helder. Die zuster kon er dan ook niets
tegen in brengen maar toch zag ik dat ze deze toepassing van de
boodschap van de Galatenbrief op de Paus innerlijk niet aanvaardde. Ze
weigerde te buigen voor het Woord van God. "Ja maar ..."
We moeten geloven wat de Bijbel zegt. Het is zoals de Bijbel zegt dat
het is. We moeten ons eigen inzicht onderwerpen aan het Woord van God.
Het "er staat geschreven" is het einde van alle tegenspraak. De Bijbel
beslist elke discussie.
We moeten ook doen wat de Bijbel zegt. In de Bijbel staat Gods
geopenbaarde wil.
Geen "ja maar". Dat staat nou wel in de Bijbel, maar ...
Het Woord aanvaarden, innerlijk aannemen.
Het Woord van God, het
gezag van God, krachteloos maken
Bij zonde en opstand tegen God moet de mens eerst afrekenen met het
Woord van God. Het Woord moet krachteloos gemaakt worden.
Dat gebeurde bv. bij de zondeval. Zowel de Satan als Eva speelden een
rol bij het krachteloos maken van Gods Woord.
De Satan deed dat door het Woord van God te verdraaien (God heeft zeker
wel gezegd; gij zult niet eten van enige boom in de hof). Vervolgens
plaatste hij zijn eigen woord (zijn eigen autoriteit) tegenover het
Woord van God (gij zult geenszins sterven). Hij betichtte God, dat is
de spreker van het Woord, van een verborgen agenda (God weet dat ten
dage dat ...).
Ook Eva speelde een rol in het krachteloos maken van het Woord van God.
Eva plaatste naast of tegenover het Woord van God haar eigen waarneming
en oordeel (en de vrouw zag dat de boom goed was om van te eten ...).
Eva stelde haar eigen beoordeling tegenover of naast het Woord van de
Heer. "Hoe kan het nou fout zijn om dat fruit te eten? Het zag er
immers goed uit." Ze steunde blijkbaar meer op de autoriteit (het
gezag) van haar eigen waarneming en op de autoriteit (het gezag) van
het woord van Satan dan op het Woord van de Heer. Eerst na die
ondermijning van het gezag van het Woord van God volgde de overtreding.
Ook "godsdienstige" mensen kunnen zich aan het gezag van Gods Woord
onttrekken. Het is mogelijk om met de mond het gezag van Gods Woord te
erkennen terwijl men in de praktijk zich er aan onttrekt. Dit is
één van de dingen die Jezus de Farizeeën
verweet. Zie bv. Marcus 7:1-13.
Jezus is hier in gesprek met de Farizeeën. Jezus verweet hen
dat zij het gebod Gods verwaarloosden, dat zij het gebod Gods buiten
werking stelden, dat zij het Woord Gods krachteloos maakten.
De principiële fout van de Farizeeën was dat zij hun
traditie (de zogenaamde overlevering der ouden) naast en in feite boven
het Woord van God plaatsten. Dit deden zij niet incidenteel maar
structureel, "en dergelijke dingen doet gij vele" (:13). Daarnaast
"verwaarloosden" ze het gebod Gods.
Het is mogelijk om op allerlei wijzen af te rekenen met het gezag van
Gods Woord.
Het verwaarlozen (er niet naar vragen). Het negeren.
Een andere autoriteit naast het Woord plaatsen bv. je eigen inzicht en
gevoel (de moderne en de postmoderne mens):
de inzichten van wetenschappers;
een belijdenis;
de mening van geestelijke leiders, de kerk;
traditie;
een
mondelinge overlevering der apostelen;
de strakke schema's van de bevinding;
het inwendige licht, profetieën, etc (charismatische
beweging). De Geest waait waarheen HIJ wil. Je kunt de Geest niet
opsluiten in de Bijbel;
scheppingsopenbaring (bv. Ouweneel en Medema). Als het bv. gaat om de
positie van de vrouw moeten we volgens Medema niet alleen afgaan op de
Bijbel (alleen afgaan op de Bijbel is, zo stelt hij, gevaarlijk want
dat zou tot biblicisme kunnen leiden, stel je voor). Naast de Bijbel
moeten we, volgens hem, ook afgaan op de openbaring in de Schepping.
Uit de schepping blijkt dat vrouwen best gaven hebben om te besturen
dus ...;
filosofieën
(bv. Ouweneel met zijn wijsbegeerte der wetsidee);
apocriefe boeken (de RK kerk);
nieuwe openbaringen (bv. boek van Mormon);
enzovoorts.
De doorzichtigheid van de Bijbel (min of meer) ontkennen. De ene
christen zegt dit en de andere zegt dat. Je komt er nooit uit. De
Bijbel is dus 'blijkbaar' toch niet duidelijk.
De onfeilbaarheid, inerrancy van de Bijbel ontkennen. Men gelooft dan
wel dat de grote lijn (de scopus) van de Bijbel onfeilbaar is maar niet
noodzakelijkerwijs ook allerlei feiten en individuele woorden, teksten.
Dan kun je bv. homofilie goed praten door te stellen dat we niet op een
enkele Bijbeltekst af moeten gaan (want dan verhef je de letter van de
Bijbel tot het hoogste formele criterium) maar dat we ons moeten laten
leiden door de grote kernwoorden van de Schrift zoals: liefde,
aanvaarding en trouw.
Het
relativeren van de leer, het dogma. Bijvoorbeeld door, zoals W.J.
Ouweneel doet, scherp onderscheid te maken tussen geloofskennis en
theologische kennis. Het gevolg van het maken van dit onderscheid is
een relativering van alle leer. Dit is precies wat Ouweneel ook van
zichzelf zegt. Die relativering gaat zover dat hij stelt dat het ware
geloof de tegenstelling Rome-reformatie te boven gaat. Zo wordt de
duidelijke boodschap van de Galatenbrief krachteloos gemaakt.
De strijd om het gezag
van Gods Woord in de kerkgeschiedenis
In de kerkgeschiedenis zijn perioden aan te wijzen waarin zich in het
bijzonder een heftige strijd om het gezag van de Bijbel afspeelde.
In de eerste eeuwen was er bv. de strijd om de canon. Marcion die,
vanuit een gnostieke filosofie, de canon inkortte.
Het voor ons eerste, zeer belangrijke, moment is de periode van de
Reformatie. Van twee kanten werd in die tijd het gezag van het Woord
van God ondermijnd. Van de kant van de roomse kerk en van de kant van
een bepaalde stroming, die vooral sterk was onder een groep
wederdopers, anabaptisten, deze scheidden de Geest (het innerlijk
woord, profetieën, etc.) van de Schrift.
Tegenover Rome hebben de reformatoren het, uit de Bijbel zelf
afgeleide, "Sola Scriptura"-principe gesteld. De Bijbel is de enige
kenbron van ons geloof. Wat we geloven halen we alleen uit de Bijbel.
De Bijbel is de hoogste autoriteit voor geloof en leven. De Bijbel is
onze enige regel (norm) voor geloof en leven.
In de praktijk betekent dit dat een protestant (en dus ook een
evangelical) bij elke kwestie die zich voordoet automatisch de vraag
zal stellen: "wat zegt de Bijbel hierover?". Deze reactie is de reflex
(de spontane en na enige tijd onbewuste reactie) van een ieder die in
zijn hart de Bijbel als het hoogste en enige gezag heeft aanvaard.
Rome maakte en maakt op twee manieren het Woord van God krachteloos.
Ten eerste door aan de Schrift de zogenaamde mondelinge traditie (de
mondelinge overlevering der apostelen d.w.z. hun variant van de
'overlevering der ouden') en de apocriefe boeken toe te voegen. Ten
tweede ontkent Rome ook de doorzichtigheid van de Schrift. De
individuele gelovige is, volgens Rome, niet in staat met zekerheid uit
te maken wat een bepaald Bijbelgedeelte betekent. Alleen de kerk (de
Paus) kan dat, volgens hen, krachtens een veronderstelde bijzondere
bijstand van de Heilige Geest.
Tegenover deze aanvallen vanuit het roomse kamp en tegenover de
aanvallen vanuit het kamp van de groep gelovigen die Woord en Geest
scheidden hebben de Reformatoren het gezag van de Bijbel gehandhaafd
door hun, aan de Bijbel zelf ontleende, leer over de eigenschappen van
de Bijbel.
Zij leerden dat de Bijbel doorzichtig, genoegzaam, noodzakelijk en
gezaghebbend is.
Doorzichtig wil zeggen dat de Bijbel begrijpelijk is voor de
individuele christen.
Genoegzaam wil zeggen dat we naast de Bijbel niets nodig hebben.
Noodzakelijk wil zeggen dat we de Bijbel nodig hebben want alleen die
kan ons "wijs maken tot zaligheid" en ons "volkomen maken, tot alle
goed werk volmaakt toegerust" (2 Timotheüs 3:15-17).
Gezaghebbend wil zeggen dat de Bijbel het laatste en beslissende woord
heeft in elke kwestie aangaande geloof en leven. Zoals het in de Bijbel
staat zo is het en zo als de Bijbel het voorschrijft zo moet het.
Dus door de leer over de eigenschappen van de Schrift werd het gezag
van de Bijbel verdedigd tegen zowel Rome als tegen die bepaalde
stroming wederdopers.
Tegenover Rome plaatsen de reformatoren (en hun directe opvolgers) de
leer over het gezag, de genoegzaamheid, en de doorzichtigheid van de
Bijbel. Tegenover die bepaalde stroming wederdopers (charismatici
zouden wij nu zeggen) stelden ze de leer over de genoegzaamheid en de
noodzakelijkheid van de Schrift.
Een tweede voor ons zeer belangrijk moment uit de kerkgeschiedenis, in
de strijd voor de handhaving van het gezag van het Woord van God, is de
strijd van de orthodoxe christenen tegen de opkomende systematische
Schriftkritiek. Met name in het laatste deel van de vorige eeuw kwam
die strijd tot een hoogtepunt.
Tegenover de pretenties van de Schriftkritiek stelden de orthodoxe
christenen dat de Bijbel volledig en woordelijk door Gods Geest is
geïnspireerd en dat de Bijbel daarom "onfeilbaar", dat wil
zeggen inerrant, foutloos, is. Er staat geen onjuiste informatie in de
Bijbel. Of nauwkeuriger gezegd zulke informatie kan niet in de
oorspronkelijke geschriften hebben gestaan.
De huidige aanval op het
gezag van de Bijbel
Juist de hierboven (onder punt 16) genoemde leerstellingen, die het
gezag van de Bijbel handhaven en bevestigen, worden tegenwoordig op
grote schaal in de evangelisch wereld aangevallen en losgelaten.
Als evangelische christenen zouden wij met kracht het Sola
Scriptura-beginsel, de onfeilbaarheid (inerrancy), de doorzichtigheid,
de genoegzaamheid, de noodzakelijkheid, het gezag van de Bijbel, en de
status van het dogma, moeten verdedigen.
Helaas is dat bij velen binnen de evangelische beweging niet het geval.
Vele leiders zwijgen of ze gaan juist mee in de aanval op en de afval
van de bovengenoemde leerstellingen.
Velen hebben bv. de onfeilbaarheid van de Bijbel afgezwakt onder druk
van bepaalde probleempassages (bv. een aantal schijnbare
tegenstellingen). Ze hebben de uitweg gekozen van een Bijbel die in de
kern, in de scopus wel onfeilbaar is maar niet noodzakelijkerwijs in
alle details. Wie bepaalt echter wat een onbelangrijk detail is? Daar
komt nog bij dat de recente kerkgeschiedenis telkens weer heeft laten
zien dat deze weg altijd weer leidt tot verdere aantasting van de
Schrift.
Weer anderen ontkennen in feite de doorzichtigheid van de Bijbel. Dit
als een gevolg van de invloed van het postmodernisme en als gevolg van
verlegenheid over de meningsverschillen tussen christenen.
Een groep charismatische christenen scheidt weer Woord en Geest. "De
Geest waait waarheen Hij wil en je mag hem niet opsluiten in de
Bijbel". Allerlei gebruiken worden aanvaard als ze (schijnen te) werken
en op het eerste gezicht niet direct tegen de Schrift schijnen in te
gaan.
Door weer anderen binnen de evangelische beweging wordt via het
binnenhalen van een onbijbelse filosofie de leer op een onverantwoorde
wijze gerelativeerd. Dit is vooral het werk van W.J. Ouweneel en zijn
leerling H.P. Medema. Via een op de wijsbegeerte der wetsidee
gebaseerde visie op theologie en dogma wordt dan alle leer (alle dogma)
gerelativeerd. Dit heeft Ouweneel overigens zelf duidelijk uitgesproken.
Citaat uit zijn
"Nachtboek van de ziel" het volgende:
"Niet een nieuwe leer maar een relativering van alle leer is wat er met
mij aan de hand is. Die relativering van de leer gaat zover dat hij
stelt dat het ware geloof iets is wat het onderscheid
katholiek-protestant te boven gaat. En dat terwijl het in het conflict
tussen Rome-Reformatie toch ging en gaat om de kern van het evangelie
namelijk om de vraag hoe een mens behouden moet worden (Sola gratia,
Sola fide, de rechtvaardiging door het geloof alleen).
Een typerend voorbeeld van de aanval op de leerstellingen die het gezag
van de Bijbel handhaven is te vinden in het boek "Water, wijn en
waarheid" van H.P. Medema. Zie met name de bladzijden 109 en 110.
Medema stelt daar dat velen van ons (met "ons" bedoelt hij "de kinderen
van de Reformatie") op de een of andere manier het gevoel hebben in de
knoop te raken met het accepteren van de Schrift als de hoogste
autoriteit.
Je vraagt je af hoe dat mogelijk is en wat er dan toch met Medema en
die andere "kinderen van de reformatie" aan de hand is. Want ze hebben
blijkbaar moeite met het formele principe (het Sola Scriptura-beginsel)
van de Reformatie.
Medema legt nader uit waarom hij het gevoel heeft in de knoop te raken
met de Schrift als hoogste autoriteit. Hij wil van de vier, door de
reformatoren en hun opvolgers geformuleerde, eigenschappen van de
Schrift de genoegzaamheid en de doorzichtigheid niet accepteren. Hij
maakt bezwaar tegen de genoegzaamheid van de Schrift want hij wil naast
de Bijbel ook de scheppingsopenbaring als autoriteit aanvaarden. De
doorzichtigheid van de Schrift accepteert hij ook niet want eerst maakt
hij een karikatuur van de leerstelling van de doorzichtigheid waarna
hij vervolgens de doorzichtigheid zodanig herformuleert dat er van de
oorspronkelijke leerstelling niets overblijft.
Hij vindt dat de Reformatie zuiver is begonnen met het erkennen van het
gezag van de Schrift maar daarna zijn de reformatoren en hun opvolgers
in de fout gegaan door te eisen dat men naast het erkennen van het
gezag van de Schrift ook de leerstelling van de genoegzaamheid en de
doorzichtigheid als bijbelse waarheden moet erkennen. Hij zegt dat ze
dit soort zaken aan de claim van het gezag van de Bijbel hebben
"toegevoegd". En daar verzet Medema zich in navolging van Ouweneel en
vele andere "evangelicals???" tegen.
Verder verwijt Medema de stroming van het fundamentalisme dat ze "de
letter van de Schrift tot het hoogste formele criterium" hebben
gemaakt. Medema wil blijkbaar wel de claim van het gezag van de Bijbel
erkennen maar hij verzet zich er tegen dat "de letter van de Schrift"
tot het hoogste formele criterium wordt gemaakt.
Wat hebben Luther en de andere reformatoren anders gedaan dan juist dit
wat Medema verwerpt? Luther heeft zich in zijn verdediging beroepen op
de tekst van de Bijbel die hij nam in de normale (letterlijke)
betekenis.
Is wat Medema hier afkeurt niet precies datgene wat alle evangelische
gelovigen altijd hebben geloofd? Voor hen is toch de tekst van de
Bijbel het hoogste formele criterium en de tekst van de Bijbel bestaat
immers uit woorden en letters.
Ook voor Jezus was de letter van de Schrift het hoogste formele
criterium. Het "er staat geschreven" was voor de Here Jezus het einde
van alle tegenspraak. Na het "er staat geschreven" citeerde de Here
Jezus de Bijbeltekst die uit woorden en letters bestond. Hij nam de
tekst in de normale letterlijke betekenis. In de discussie met de
joodse leiders beriep Jezus zich op het Woord van God als de hoogste
autoriteit. Elke letter van dat Woord was belangrijk. Geen tittel of
jota zou onvervuld blijven. Een enkel woord uit de Schrift kon een
gehele discussie beslissen.
Zie bv. Zijn discussie met de Sadduceeën over de opstanding
(Lucas 20:37,38, Exodus 3:6). Het gaat om het woord "ben". "Ik ben de
God van ... Abraham".Er staat "ben" in plaats van "was". God was niet
slechts de God van Abraham, Izaak en Jakob op het moment dat deze
aartsvaders nog op aarde rond wandelden. Hij was het nog steeds in de
tijd van Mozes, dus ook nadat de drie aartsvaders gestorven waren. Na
hun overlijden zei God nog steeds: "ik ben (ik ben, tegenwoordige tijd)
hun God". Als God nog steeds hun God was dan moesten ze er nog zijn,
nog leven. "Voor God leven zij allen". Met de dood was het dus niet
afgelopen zoals de Saduceeën leerden.
Ook Paulus baseerde een geheel leerstellig argument op de vorm van een
enkel woord (zaad in plaats van zaden, Galaten 3:13). Zo gezaghebbend
was voor Paulus de letter van de Schrift.
Het is schokkend te zien hoe ver Medema zich heeft verwijderd van de
houding van Paulus en Jezus.
De reformatorische/evangelische christenen hebben het gezag van de
Bijbel ondermeer ondersteund en verdedigd door de leer over de
genoegzaamheid, de doorzichtigheid en de onfeilbaarheid/foutloosheid
van de Bijbel. Dat ze dit gedaan hebben heeft tot gevolg, zo schrijft
Medema, dat "velen van ons" (als achterkleinkinderen van de Reformatie)
het gevoel hebben dat we in de knoop raken met de acceptatie van de
Schrift als de hoogste autoriteit.
Het is ongelofelijk dat deze zich evangelisch/protestant noemende
schrijver op zulk een hoogst onverantwoordelijke wijze juist die
bijbelse leerstellingen ondermijnt of verwerpt die het gezag van de
Bijbel bevestigen en verdedigen.
Beven voor het Woord van
God
God accepteert niet dat het gezag van Zijn Woord wordt aangetast. God
zet zijn gezag, waar dat nodig is, kracht bij door zijn grote macht.
Als zijn wettig gezag wordt verworpen zal Hij ingrijpen door zijn macht.
Wie het Woord van God verwerpt (krachteloos maakt, buiten werking
stelt) zal God tegenkomen. Die wordt "bezocht". Het volk
Israël stond onder het verbond van Mozes (het Oude Verbond dat
op de Sinaï was gesloten). Zij hadden te maken met de
verbondszegen en de verbondsvloek. Gehoorzaamheid bracht zegen, maar
ongehoorzaamheid vloek, oordeel.
De werkelijk gelovige Israëlieten "beefden voor het Woord van
God", zie bv. Ezra 9:2 en 10:3. Deze Bijbelgedeelten werpen licht op de
betekenis van de bijbelse uitdrukking "de vreze des Heren". Ezra zag
dat het volk van God afweek van Gods Woord (gemengde huwelijken) en hij
wist dat bij volharding in die boze weg het oordeel wel moest komen.
Hij nam Gods Woord serieus. Hij wist en geloofde dat God zou doen wat
Hij in zijn Woord had gezegd te zullen doen. Hij geloofde niet alleen
in de beloften maar ook in Gods aankondiging van oordeel.
Als christen staan we niet meer onder het Oude Verbond met zijn vloek
en zegen maar het is een feit dat we, als we als christen hardnekkig
tegen het Woord van God ingaan, getuchtigd zullen worden.
"daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en ontslapen niet
weinigen, want onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd" (1
Korinte 11:30,32);
"wie de tempel Gods schendt zal Ik schenden" (1 Korinte 3:17);
"opdat uw gebeden niet verhinderd worden" (1 Petrus 3:7);
"zendt God hun een leugen" (2 Thessalonica 2:10);
"zal ik op ziekbed werpen" (Openbaring 2:22);
"indien
gij u niet bekeert zal ik uw kandelaar wegnemen" (Openbaring 2:5);
"God laat niet met zich spotten" (Galaten 6:9);
"en hierdoor God vereren met eerbied en ontzag" (Hebreën
12:18);
"zal Ik u uit mijn mond spuwen" (Openbaring 3:16). Jezus die een
christen uit spuwt !!!! We kunnen, als christenen, de Here Jezus
blijkbaar "misselijk" maken;
"weest niet hoogmoedig maar vreest want God zal ook u niet sparen"
(Romeinen 11:21,22). "Let op zijn goedertierenheid en gestrengheid";
"indien
gij God als vader aanroept wandelt dan in vreze de tijd uwer
vreemdelingschap" (1 Petrus 1:17). " Deze gebeurtenissen zijn ons ten
voorbeeld geschied opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben. Of
willen wij de Here tot naijver verwekken? Zijn wij soms sterker dan
Hij?" (1 Korinte 10:6 en :22).
Er wordt door christenen ontzettend gerommeld met de bijbelse
uitdrukking "de vreze des Heren". Men wil absoluut de tekst niet
letterlijk nemen terwijl dat toch de enige manier is om aan de bijbelse
betekenis van die uitdrukking recht te doen.
De vreze des Heren is niet anders dan het diepe besef dat we niet
zonder gevolgen tegen het gebod van de Heer kunnen ingaan. Wie durft in
het licht van 1 Korinte 11 aan het avondmaal deel te nemen terwijl hij
niet in allen dele recht staat tegenover God? Ik niet, want ik vrees
God.
God is geen wispelturige en onredelijke tiran. Hij is genadig en
barmhartig en bewogen, maar Hij laat niet met zich spotten. Wie tegen
zijn Woord ingaat komt Hem tegen (die wordt "bezocht").
Ook een christen behoort "te beven voor het Woord van God". Ook van de
eerste christenen staat geschreven dat ze "wandelden in de vreze des
Heren" (Handelingen 9:31).
Als christenen worden we opgeroepen om elkaar onderdanig te zijn in de
vreze van Christus (Efeze 5:21). Vrees voor Christus ??? Jazeker. Als
wij, tegen beter weten in en uit verkeerde motieven, ons weigeren te
onderwerpen aan onze medebroeders dan hebben wij Christus te vrezen.
Als wij Zijn waarschuwingen negeren zal Zijn tuchtiging ons treffen.
Kennen we niet allen voorbeelden van christenen die bewust tegen het
Woord van God zijn ingegaan en die zichzelf daardoor met vele smarten
hebben doorboord? Ik denk bv. aan een vrouw die tegen Gods gebod in
trouwde en die zichzelf daardoor een zeer zwaar leven op de hals
haalde. Het Woord van God negeren of uitschakelen is niet ongevaarlijk.
God zal het niet pikken.
Het gezag van de Bijbel
moet aan de christenen met grote nadruk onderwezen worden
Er zijn een aantal dingen die "ingeprent" moeten worden.
Ondermeer de volgende dingen moeten ingeprent worden:
De woordelijke inspiratie van de Schrift. De waarheid van de Bijbel.
Zoals de Schrift het zegt, zo is het. Uw Woord is de waarheid, Johannes
17:17. Heel uw Woord is de waarheid, Psalm 119:160. Niet een waarheid,
maar de waarheid.
De goede betekenis van het bijbelse woord waarheid. Volgens de Bijbel
is een uitspraak waar als deze overeenkomt met de werkelijkheid. Waar
in de Bijbel betekent echt, betrouwbaar, overeenkomend met de
werkelijkheid.
Antithetisch
denken. Als het ene waar is dan is het tegengestelde fout. Het goede
moet beleden worden en het foute verworpen. Zowel het ene als het
andere is nodig.
De noodzaak van afscheiding. Als het gaat om de aantasting van de
hoofdzaken van het geloof waar ons behoud aan gekoppeld is.
Mijd hen, doch ik wil dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede maar
ook onbesmet van het kwade (Romeinen 16:1-9).
Let op de honden (Filippi 3:2).
Onvangt hen niet (3 Johannes :8,9).
De
onfeilbaarheid van de Schrift. Er staan geen fouten in de Schrift (geef
een verklaring voor de enkele schijnbare tegenstrijdigheden, etc.).
Het goddelijk gezag van de Schrift. Wat de Schrift zegt is beslissend.
Zoals de Schrift het zegt zo is het en zoals de Schrift het
voorschrijft zo moet het.
We moeten onze eigen inzichten onderwerpen aan de Schrift. Het gaat er
niet om wat ik er van denk of wat jij er van denkt. Het gaat er om wat
Gods Woord er over zegt. We moeten buigen voor de Schrift. Het "er
staat geschreven" is het einde van alle tegenspraak. Onze eigen
inzichten inleveren. De Bijbel heeft het beslissende en laatste woord.
Het Sola Scriptura-beginsel. De Schrift is de enige norm voor geloof en
leven. We accepteren alleen datgene wat een bijbelse basis heeft. Dat
het werkt is niet genoeg.
Alles moet aan de Bijbel getoetst worden, "dagelijks nagaan of deze
dingen ook zo zijn" (Handelingen 17:11).
De
begrijpelijkheid van de Bijbel. De Bijbeltekst heeft een door God
bedoelde betekenis en die is in principe in afhankelijkheid van de
Heilige Geest met zekerheid te vinden. Al zijn er wel moeilijke
Schriftgedeelten maar die moeten worden geïnterpreteerd in het
licht van de eenvoudigere Schriftgedeelten. Er is onderscheid te maken
tussen de door God bedoelde uitleg en allerlei andere "eigenmachtige"
uitleggingen (2 Petrus 1:20).
Een
verklaring voor de onderlinge verschillen tussen "christenen". Een deel
van de verschillen is het gevolg van het feit dat niet ieder die zich
christen noemt alleen de Bijbel als kenbron voor het geloof neemt.
Binnen de groep christenen die de Bijbel wel als enige kenbron nemen is
er overeenstemming op de hoofdzaken, etc.
De
regels voor de gezonde Schriftuitleg:
De tekst in de normale (letterlijke) betekenis nemen tenzij vanuit de
tekst zelf goede redenen zijn te geven om dat niet te doen;
Schrift met Schrift vergelijken, de Schrift verklaart zichzelf;
Een Bijbelgedeelte moet verklaard worden in het licht van de directe
context en in het licht van de gehele Bijbel;
We mogen niet boven de Schrift uitgaan. niet speculeren;
Je telkens afvragen: staat het er ook wat er wordt beweerd? Geen
Schriftinleg plegen en accepteren;
De
moeilijkere Schriftgedeelten moeten worden uitgelegd in het licht van
de eenvoudiger teksten.
De noodzaak om als christen in afhankelijkheid van de Heilige Geest ons
verstand te gebruiken in het onderzoek en de uitleg van de Schrift en
in de toetsing van allerlei zaken. "Weest geen kinderen in het
verstand", zegt de Schrift. Een christen is in zijn omgang met de
Schrift niet rationalistisch maar wel rationeel d.w.z. in zijn uitleg
van de Schrift maakt de christen gebruik van de normale regels
(denkwetten) voor gezond redeneren. Zo ging Jezus zelf ook om met de
Schrift.
"Wat zegt de Bijbel?" Dat is de vraag die in elke situatie gesteld moet
worden. Hier kan niet genoeg nadruk op gelegd worden.
De
Bijbel is noodzakelijk. En mag dus niet verwaarloosd worden. We moeten
mensen van het boek zijn. Neem je eigen Bijbel mee naar de samenkomsten
etc.
De Bijbel is genoegzaam. Om naar de wil van God te leven hebben we
niets meer nodig. Geen speciale andere openbaringen via
profetieën en dergelijke.
In de Bijbel staat Gods geopenbaarde wil. Zoals de Bijbel het
voorschrijft zo moet het gebeuren. Dat is geen wetticisme of
letterknechterij maar simpelweg gehoorzaamheid aan de wil van God zoals
die in de Bijbel tot ons komt.
Het belang van de leer onderstrepen. In de leer gaat het om de inhoud van ons geloof, het gaat om datgene wat de Bijbel over een bepaalde zaak onderwijst. Jezus bracht een leer (Johannes 7:16, mijn leer) De apostelen hadden Jeruzalem vervuld met hun leer (Handelingen 5:28). Jezus waarschuwt tegen de leer der Farizeeën (Mattheüs 16:12). In de Bijbel is sprake van de gezonde leer (je hebt dus ook ongezonde leer), (2 Timotheüs 4:3).We moeten zuiver zijn in de leer (Titus 2:7). Bepaalde leringen mogen niet verkondigd worden (1 Timotheüs 1:3). Mensen die een bepaalde valse leer hebben mogen niet ontvangen worden (2 Johannes 1:9-11).
Er zijn
valse leringen die door demonen ingegeven, geïnspireerd zijn
(1 Timotheüs 4:1). Er is allerlei wind van leer (Efeze 4:14).
Er moet gewaakt worden tegen mannen uit het eigen midden die verkeerde
dingen spreken (Handelingen 20:28-30). Er zijn vele valse (pseudo,
namaak) leraren uitgegaan (2 Petrus 2:1). Het evangelie wordt verdraaid
en dat is geen evangelie (Galaten 1:6-9). Sommigen brengen een andere,
valse Jezus (2 Korinte 11:4). Valse leraren zijn binnengeslopen (Judas
:4). Valse leraren zijn, volgens Paulus, honden die in de gaten
gehouden moeten worden (Filippi 3:2). We moeten hen mijden (Romeinen
16:17). Enzovoorts.
In de Bijbel vinden we geen enkele relativering van de leer.
Voor velen van ons, die meer dan twintig of dertig jaar geleden tot
geloof zijn gekomen, zijn de bovenstaande principes eigenlijk
vanzelfsprekend.
Er is de voorbije jaren blijkbaar iets behoorlijk mis gegaan want ik
heb ontdekt dat velen, binnen de huidige evangelische beweging, deze
principes niet kennen en dat men ze zelfs afwijst en actief bestrijdt.
Het is niet genoeg om de bovenstaande zaken te onderwijzen. Ook hier
geldt dat we de gelovigen moeten "leren onderhouden". Dat betekent dat
we er telkens op terug moeten komen en dat we ook vanuit de praktijk
deze principes moeten inprenten.
Als bv. in een Bijbelkring een vraag of zaak besproken wordt zonder dat
men bewust de vraag stelt "wat zegt de Bijbel daarover?" dan is dat een
gelegenheid om de discussie stil te leggen en de deelnemers te wijzen
op hun methodische fout.
Als we in onze gemeenten iemand tegenkomen die het gezag van het Woord
van God ondermijnt dan moeten we dat direct en stevig aanpakken.
Kan de gelovige in de postmoderne tijd deze aanpak nog wel verdragen?
Ik heb, na een lange afwezigheid wegens ziekte, inmiddels weer vier
jaar ervaring met het geven van de basisbijbelstudie in de plaatselijke
baptistengemeente. De basisbijbelstudie wordt bezocht door mensen die
pas bekeerd zijn en door mensen die reeds langere tijd christen zijn
maar die nog geen goed fundament hebben.
Het inprenten van de bovenstaande principes stuit bij de pasbekeerde
mensen op geen enkel probleem.
De andere groep, de christenen die reeds langere tijd in de
evangelische wereld hebben verkeerd, geven daarentegen wel vaak flink
"tegengas". Hun denken is reeds door allerlei EO-programma's en andere
zaken op deze punten "bedorven".
Als je bv. bij hen het woord 'leer' maar noemt dan gaan de nekharen al
overeind staan. Dan moet ik echt met grote nadruk de ene tekst na de
andere met hen doornemen zodat ze zien wat de Bijbel over de leer zegt.
De meesten van hen buigen dan voor de Schrift maar niet allen.
Verkondig het Woord. De
mens voor het Woord van God plaatsen
Paulus geeft in 2 Timotheüs 4 een goede tekening van de
postmoderne "evangelical" en hoe wij daar op moeten reageren.
"Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en
doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn
koningschap: verkondig het Woord, dring er op aan, gelegen of
ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en
onderrichting.
Want er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen
verdragen, maar, omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte
zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de
waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren.
Blijf gij echter nuchter onder alles, aanvaardt het lijden, doe het
werk van een evangelist, vericht uw dienst ten volle" (2
Timotheüs 4:1-5).
Hoe moeten we reageren? "Verkondig het Woord". Breng het Woord met
gezag. "Dit is geen vrijblijvend Woord. Dit is het Woord van de komende
Koning."
Het Woord van God heeft inwendig gezag (de Geest geeft er immers
getuigenis aan) maar ook uiterlijk, formeel gezag vanwege het "Woord
van God" zijn. Dat laatste moet ook benadrukt worden. Jezus zelf deed
dat. "De Schrift kan niet gebroken worden" zei Hij (Johannes 10:33-35).
"Zo zegt de Here", "de Bijbel zegt". Dat geeft gezag aan ons prediken,
vermanen en onderwijzen.
Zet de mensen voor het Woord. Zet ze vast voor het Woord. Maak de
uitvluchten (smoezen) onmogelijk. Laat ze niet ontsnappen. Zoals Finney
zei; "jaag de zondaars uit hun schuilhoeken".
Accepteer niet dat het Woord krachteloos wordt gemaakt op welke wijze
dan ook.
De predikant van de baptistengemeente waar ik na mijn bekering terecht
kwam (via gelovigen uit deze gemeente ben ik ook tot geloof gekomen)
zei geregeld: "Dit staat in de Bijbel, dit is het Woord van God, wat
doe je er mee?, aan jou de keuze."
Wie met gezag het Woord van God brengt zal weerstand ontmoeten. Vaak
zullen we ergens door heen moeten breken met het Woord van God. Als
illustratie van dat laatste wijs ik nogmaals op wat ik al gezegd heb
over de basisbijbelstudie.
De reactie van christenen die al wat langer in de evangelische wereld
hebben doorgebracht was er één van weerstand
tegen de leer. Het lukte alleen om, door gebed en door het met grote
beslistheid verkondigen van wat de Bijbel zegt over het belang van de
leer, bij de meesten van hen, maar niet bij allen, die weerstand te
doorbreken.
Als de mensen die teksten gelezen hebben dan is het soms nog
noodzakelijk om te zeggen: "Het staat er toch?" "Zo ja, waarom aanvaard
je het dan niet?" "Dit is toch Gods Woord, het staat er toch zwart op
wit?" Enzovoorts.
Verzet tegen het Woord mogen we niet accepteren. Het is een verkeerde
houding die zich als een olievlek door een gemeente of groep kan
verspreiden.
Het Woord van God is als een spiegel. Het ontdekkende licht van de
Heilige Geest komt er doorheen. Het Woord van God schudt ons door
elkaar. Het openen van het Woord verspreidt licht. En dat kan pijnlijk
zijn als we ons realiseren dat ons leven niet is naar Gods norm of als
we ons er bv. van bewust worden dat onze motieven in een bepaalde zaak
niet zuiver zijn.
Ik ben zojuist bezig geweest met het maken van een serie Bijbelstudies
over de praktijk van het christenleven. Dat sneed diep in mijn eigen
leven. Wat doe ik met mijn geld? Hoe zit het met
wereldgelijkvormigheid? Enzovoorts.
De Bijbel houdt ons bij de zonde weg of de zonde zal ons bij de Bijbel
weg houden.
De onbekeerde mens kan zich niet onderwerpen aan de wet Gods. "Daarom
dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het
onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens het kan dat ook niet.
Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest" (Romeinen
8:7,9).
Door de wedergeboorte en de inwonende Geest heeft God de christen het
verlangen en de mogelijkheid gegeven om Zijn wil te doen. Als een
christen "naar de Geest wandelt" wordt de wet in hem (er staat niet
"door" hem) vervuld (Romeinen 8:3,4).
De vleselijke mens wil zich niet onderwerpen aan het gezag van Gods
Woord (zelfhandhaving).
Vandaar dat de Bijbel in 2 Timotheüs 4 spreekt over het
bijeenhalen van "leraren naar hun eigen begeerten". Dat zijn leraren
die, net als vroeger de valse profeten in Israël deden, roepen
"vrede, vrede en geen gevaar", terwijl er geen vrede is.
Het zijn leraren van de soort (denk aan dat artikel over het aangaan
van verkering met ongelovigen in het blad Ronduit) die bv. vertellen
dat verkering met een ongelovige niet verstandig is maar wel eventueel
zou kunnen. Zo geven ze de jongelui de kans om onder het duidelijke
gebod Gods uit te komen.
Andries Knevel zei dat we in deze postmoderne tijd vooral herderlijk
moeten optreden en niet zozeer profetisch. Dat advies komt goed uit
voor onze natuurlijke mens want dan wordt je niet meer "gestenigd".
Immers als je als een profeet het Woord van God toepast dan zal je ook
het lot van een profeet delen. "Jeruzalem, Jeruzalem dat de profeten
doodt en stenigt wie tot u gezonden zijn" (Mattheüs 23:37).
Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren" (Johannes 6:60).
Een oude ervaren broeder heeft mij en enkele anderen, vele jaren
geleden, als jonge broeders het volgende op het hart gedrukt: Houd vast
aan de duidelijke uitspraken van de Bijbel, al lopen ze allemaal weg,
laat ze gaan, ga niet diplomatiek draaien.
Dit was ook de houding van iemand als C.H. Spurgeon. Hij zei dat hij
niet zou wijken "though the heaven may fall".
"Tracht ik nog mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen?
Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van
Christus zijn", Galaten 1:10, zie het verband.
Gezag in modernisme,
postmodernisme en het bijbelse christendom
Als het gaat om de gezagskwestie komt het verschil tussen modernisme,
postmodernisme en het bijbelse christendom scherp aan het licht.
De moderne mens vraagt "Hoe denk jij er over?" En dan volgt een analyse
met argumenten voor en tegen. De postmoderne mens vraagt "hoe voel jij
dat aan?". En dan volgen subjectieve belevingen. In beide gevallen is
het de autonome mens die zichzelf tot gezag is. De christen echter
vraagt: "wat zegt de Bijbel er over?" En hij vraagt dat in het vaste
vertrouwen dat het ook mogelijk is het onderwijs van de Bijbel over dat
bepaalde punt met zekerheid te ontdekken. Dit is de (automatische)
reflex van elke christen die het gezag van Gods Woord heeft aanvaard.
Het verbijsterende is dat ik tegenwoordig steeds meer "evangelische
????????" christenen tegen kom die deze automatische reactie niet
hebben. Wellicht is dat de reden dat ik me soms "out of place" voel in
wat is overgebleven van de oorspronkelijke evangelische beweging.
------------------------
"Das Wort sollst du stehen lassen", van het Woord van God zul je
afblijven, Luther.
"Maar gij, o mens, wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken?"
(Romeinen 9:20).
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Psalmen en bijbelliederen
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Onderzoek alle dingen en behoud het goede
WEGWIJZER NAAR MOOIE BIJBELGEDEELTES
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)