HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Bidden doe je ook voor
anderen !
De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God:
Bijbelstudie 204 - Bidden doe je ook voor anderen !
Here, leer ons bidden
BidBidden is ook bidden voor anderen. Tot wie moet je bidden?
Hoe moet je bidden en wat? Niet zulke vreemde vragen. Ook de discipelen
van Jezus hebben gevraagd: Here, leer ons bidden. Meer dan begrijpelijk.
Als antwoord op die vraag leert de Here Jezus hun het bekende gebed het
Onze Vader. In dat gebed zijn de antwoorden op die vragen te vinden.
Tot wie moeten
we bidden? Tot God
Hoe moeten we bidden? Vol vertrouwen; God is niet ver weg. Hij is
dichtbij; we mogen Hem Vader noemen, we zijn Zijn kinderen. We moeten
ook vol eerbied bidden. God is hoog verheven 'in de hemelen' .
Wat moeten we bidden? In de zes 'beden' die volgen na de aanspraak
leert Jezus ons ook op die vraag het antwoord.
Uw Naam worde
geheiligd
Heiligen, dat wil zeggen, afzonderen, als heilig erkennen, verheven
achten boven alles wat er bestaat. Heiligen, dat betekent roemen. Gods
Naam is Zijn faam, Zijn beroemdheid. Zoals een kunstenaar ook een naam
heeft. Of zoals iemand een naam heeft hoog te houden.
God heeft Zich een Naam gemaakt. We kennen Hem uit Zijn Woord en
herkennen Hem uit wat Hij doet. Zijn grootheid en almacht zijn overal
te zien. Uw Naam worde geheiligd betekent dus zoveel als: Geef God, dat
wij bewonderend over U spreken.
Een belijdenisgeschrift van de kerk, de Heidelbergse Catechismus, zegt:
'Geef dat wij U naar waarheid kennen en U heiligen, roemen en prijzen
in al Uw werken, waarin Uw almacht wijsheid, goedheid, gerechtigheid,
barmhartigheid en waarheid glansrijk stralen'.
Door ons leven, door onze houding in deze wereld, temidden van de
mensen om je heen, moeten ook an- deren aangespoord worden de Naam van
God te heiligen. Als je bidt of de Naam van God geheiligd wordt, bid je
heel persoonlijk, maar ook voor anderen.
Echt bidden is niet rondkijken in een klein kringetje. Echt bidden is:
de hele wereld in je gebed betrekken. Als de Naam van God geheiligd
(Joh. 17: 3-6) wordt op deze aarde, zal dat een zegen zijn, ook voor
ons.
Eens zal (Joh. 17: 26) dat werkelijk gebeuren. Dan zal (Jes.45:22-25)
iedereen voor God knielen. Dan zal (Phil.2 : 9, 10) het paradijs terug
zijn op aarde. De nieuwe aarde waarop gerechtigheid 2 Petr.3: 13 zal
wonen. We bidden dat dat mag gebeuren. Voor onszelf en voor alle andere
mensen. De bede 'Uw Naam worde geheiligd' beheerst het hele Onze Vader.
Want God heeft immers (Ps. 8) alles gemaakt tot Zijn eer? (Ps. 148,
(Openb. 4)
Uw Koninkrijk
kome
Als gevolg van de zondeval zal de Naam van God op deze aarde door
zondige mensen niet geprezen worden. Toch moet dat gebeuren. Daarom is
de komst van Zijn Koninkrijk nodig. Pas dan zal Zijn Naam werkeIijk en
volkomen geheiligd kunnen worden. Het Koninkrijk van God is nu nog niet
volkomen. God is wel koning, Hij regeert welover alles, maar Zijn
onderdanen zijn Hem ongehoorzaam. Wij mensen zijn niet bereid naar Hem
te luisteren, we doen niet wat Hij van ons vraagt. We erkennen God niet
als onze Koning.
Door de zonde in de wereld erkent de mens eerder de Satan als "overste
van deze wereld.., is de mens geneigd zichzelf in het middelpunt te
stellen. (Joh. 12: 31 Joh. 14 : 30 ...Joh. 16: 11).
Maar God is bezig Zijn Koninkrijk te herstellen. En iedere keer als
iemand zich weer aan Zijn wil onderwerpt, komt dat Koninkrijk van God
(Luc.17 ' 21) dichterbij.
Jezus predikt over dat Koninkrijk. En ieder die in Hem (Mat th. 13: 38)
gelooft wordt onderdaan van dat Rijk. Het groeit langzaam, maar zal
ontzaglijk groot worden. Zoals uit een klein zaadje een grote boom
groeit. Het ondervindt tegenstand, maar het is niet tegen te houden.
Evenmin als bijvoorbeeld zout, dat zich door het eten verspreidt, of
als een 'zuurdesem', dat alle meel doortrekt. (Mat th.13).
Ook in dit gebed wordt de hele wereld betrokken. We bidden dat veel
mensen zich zullen gaan onderwerpen aan God. Opdat Zijn Rijk eens in
volle heerlijkheid op aarde (Openb.19:6-10) komt.
Uw wil
geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde
Deze derde bede sluit aan bij de vorige. Als je onderdaan wilt zijn van
het Koninkrijk van God, moet je doen wat Hij van je vraagt. Je moet dan
je eigen wil opzij zetten en alleen God gehoorzaam zijn. In je werk, in
je omgang met anderen. Hem gehoorzamen, zoals de engelen in de hemel
dat doen, onvoorwaar- Ps. 103:20,21 delijk zonder enig tegenspreken.
Uw wil geschiede betekent dat de wil van God door ons moet worden
gedaan. Wij vragen om kracht en liefde, om zonder tegenspreken
gehoorzaam te zijn. Wij moeten dat doen, maar we kunnen het niet. Maar
God wil ons op ons gebed die kracht en die liefde geven. God,
máák dat wij u gehoorzaam zijn.
We bidden in de eerste drie beden van het Onze Vader voor alle mensen,
voor de hele wereld waarin wij leven. Als de Naam van God door iedereen
geheiligd wordt en Zijn wil door iedereen gehoorzaamd wordt, komt er
vrede op deze aarde. Een (2 Petr.3 : 13) nieuwe hemel en een nieuwe
aarde.
Geef ons heden
ons dagelijks brood
Dagelijks brood; een dagrantsoen. Jezus leert ons bidden om wat wij
nodig hebben. Niet om meer, niet om minder. Voor iedere dag: heden.
We mogen bidden voor alles wat we (Luc. II; 3) in ons en voor ons leven
nodig hebben. Ons dagelijks brood dat is eten, kleren, huis, werk,
gezondheid. Je (Spr.30; 8, 9) bidt dan niet om rijkdom: Maar wel vraag
je God je te bewaren voor armoede. Ook voor je materiële
bestaan moet alles van God komen. Hij moet ook Zijn gaven aan ons
zegenen. We zijn geheel van God afhankelijk.
Iedereen die werkt in het Koninkrijk van God heeft Zijn zorg nodig. De
soldaten van Gods Koninkrijk hebben hun dagelijks rantsoen nodig. Je
bidt dus niet alleen voor jezelf, voor je eigen verzorging, maar ook
voor anderen. Wie zo bidt verklaart zich ook bereid de arme en zieke
gelovigen, allen die leven om het evangelie (Jac.2; 15,16) te horen te
helpen in hun nood.
Je (Gal. 6; 9, 10) bidt ook voor alle mensen die honger lijden in deze
wereld. Maar bovenal gaat het erom dat de eerste drie beden voorop
gaan: De Naam van God moet worden geheiligd; Gods Koninkrijk moet
komen; de wil van God moet worden gedaan. Onze (Matth. 6; 33)
materiële nood is bijzonder belangrijk. Maar er is een andere
nood die beslissender is. In de volgende bede worden we daarmee
geconfronteerd.
En vergeef ons
onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
God verafschuwt onze zonden, onze schuld. Door die zonde is er een ver-
wijdering tussen God en ons. Maar al het kwaad dat er is in ons spre-
ken, en doen en laten, ons denken, wil God ons vergeven. Omdat Jezus
Christus onze zonden op zich genomen heeft.
De God ,die ons vergeven wil, vraagt ook van ons dat wij
vergevingsgezind zijn. ledereen die met ons in aanraking (Matth. 6: 14)
komt, ook al doet hij ons nog (Marc. 11 : 2) veel leed aan, moeten wij
bereid zijn te vergeven. Jezus Wijst ons daar (Mat th. 18:21-35) heel
nadrukkelijk op.
Wij zondigen steeds weer opnieuw, voortdurend. De Satan doet zijn (1
Petr. 5 : 8) uiterste best om ons ook steeds weer (Ef. 6: 10-20) tot
zonde te verleiden. Duivelse machten willen ons steeds weer van God
aftrekken. De verleiding tot zonde komt van binnenuit, uit ons hart, en
ook van buitenaf van mensen en dingen om ons heen.
God kan soms zo boos worden op ons, dat Hij ons overgeeft aan de satan,
zodat die ons kan verleiden. Als God dat doet zijn we verloren. Maar
ook als God ons niet loslaat, zint de duivel op middelen om ons tot
zonde te verleiden. Maar we mogen God vragen om hulp.
Leid ons niet
in verzoeking, maar verlos ons van de boze
We zijn niet in staat overeind te blijven bij de aanvallen die op ons
gedaan worden om ons tot zonde te verleiden. We hebben vaak die
aanvallen niet eens in de gaten. God moet ons erbij helpen. Ons sterken
in de strijd tegen de zonde. Er zal geen eind aan die strijd komen
gedurende ons leven. Maar God staat naast je, bewaart je voor de
ondergang en geeft je de overwinning.
Ook hier staat weer 'ons'. God is niet alleen een Vader voor de mens
die bidt, maar voor alle gelovigen. Wil ook een Vader zijn voor veel
anderen die nog moeten gaan geloven. Jezus leert ons zo bidden, voor de
hele wereld, voor alle mensen, (Mat th. 5 : 44) zelfs voor onze
vijanden. Opdat (Phil. 2 : 11) 'alle tong zou belijden: Jezus is Here,
tot eer van God de Vader'.
Want van U is
het Koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid
God is machtig om ons alle dingen te geven die we in dit
gebed van Hem vragen. Dat erkennen we als we bidden. We verwachten
véél. Dat spreken we uit. Wees er maar zeker van:
zo zal het gebeuren.
Wie bidt in overeenstemming met wat Jezus ons leerde in het Onze Vader
, bidt voor zichzelf. Maar ook voor anderen, dichtbij en veraf. Wie zo
bidt, bant alle egoïsme uit. Bidden is ook bidden voor
anderen.
De woorden ik en mij komen in het Onze Vader niet voor. Wel de woor-
den wij en ons. Niet alleen aan jezelf denken. Maar ook aan anderen.
Maar wel persoonlijk. Jezus leert ons God en onze naaste, de mensen die
wij ontmoeten, te zoeken; zo bidden we ook voor ons eigen leven.
Waarover
hebben Jezus en de apostelen het eigenlijk als zij het
‘Koninkrijk van God' prediken?
Volgens samenvattingen in de evangeliën is het Koninkrijk van
God de inhoud van Jezus' boodschap. ‘En nadat Johannes was
overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te
prediken, en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is
nabijgekomen.' (Marc. 1:14-15).
Sommigen stellen dat het Koninkrijk alleen toekomstig is. In een
liberale versie is dit sinds Albert Schweitzer een toekomst die wel
beloofd, maar niet gekomen is. In een conservatieve
dispensationalistische versie wordt het Koninkrijk beperkt tot het
duizendjarig vrederijk.
Volgens het traditioneel reformatorische en katholieke
standpunt gaat het Koninkrijk van God over het altijd aanwezige
koningschap van God en is het Rijk boven en verborgen. Het thema wordt
dan ook in de oudere dogmatieken besproken onder het hoofdstuk
‘providentia', Gods voorzienigheid en besturing, niet onder
het hoofdstuk ‘leer van de laatste dingen'.
Spiritualistische stromingen in alle denominaties interpreteren het
Rijk op hun beurt weer geestelijk en innerlijk. Dit was de
hoofdgedachte in de 19e eeuw: het Koninkrijk als ethisch beginsel
(gebaseerd op de filosofie van Kant).
Woordgebruik
Bij Mattheüs en bijna uitsluitend bij hem, maar ook
bijvoorbeeld in het joods-christelijk evangelie der
Nazoreeërs, vinden we de term ‘Koninkrijk der
hemelen'. Dit is inhoudelijk identiek aan ‘Koninkrijk van
God', blijkens de parallelteksten. De reden van dit synoniem is de
joodse huiver de naam van God uit te spreken. ‘Hemelen' is
voor joden een gebruikelijke omschrijving van God. Hieruit blijkt ook
dat de joden met de term malkuth sjamaim niet een territoriale
bedoeling hadden, zoals de hemel als Gods koninkrijk. Het gaat bij de
term om Gods koningschap, om Zijn koninklijke heerschappij over alle
dingen.
Twee aspecten
in het OT
De term wordt in het Nieuwe Testament nergens uitgelegd,
waaruit we opmaken dat zij bekend werd voorondersteld. Om een begrip te
krijgen hoe de eerste hoorders in de eerste eeuw in Israël de
boodschap van Jezus verstaan hebben, zullen we naar het Oude Testament
en joodse geschriften uit die tijd moeten kijken.
In het Oude Testament lezen we ten eerste over het altijd aanwezige,
algemene koningschap van God. In de Psalmen wordt het universele
koningschap van God bezongen (bv. Ps. 47, 93,
96‑99). Bij de profeten komt de
koningsheerschappij van God uit de sfeer van de cultus: uiteindelijk
zal Gods koningschap werkelijkheid worden. Het zichtbare koningschap
van God over de wereld zal in de toekomst werkelijkheid worden. Deze
beloofde toekomstige heerschappij is nauw verbonden met de komst van de
knecht van de Heer, de Messias. In Marcus 1:15 zegt Jezus ‘de
tijd is vervuld'. Het gaat dus om iets dat in het Oude Testament
beloofd en aangekondigd wordt! Met andere woorden het gaat om de tweede
betekenis, het messiaanse vrederijk.
In Daniël 2:44 lezen we over dit Rijk het volgende:
‘Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een
koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan ...'
En in Jesaja 2:2-4: ‘Op het einde der dagen zal het
gebeuren, dat de berg van het huis van de HEER gevestigd zal zijn als
de hoogste der bergen, ... en alle volken stromen naar hem toe;
en zij zeggen: ‘Kom, laat ons optrekken ... dan zal Hij ons
zijn wegen wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen. ... Hij zal
recht doen onder de volken, en machtige naties straffen. Dan smeden zij
hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot sikkels. Geen
volk heft het zwaard meer tegen een ander en oorlog leren ze niet meer.'
Jesaja beschrijft de komst van het Vrederijk in twee aspecten
(24:21-23): ‘Op die dag rekent de Heer af: in de hemel met
het leger van de hemel, op de aarde met de koningen van de aarde. ...
omdat de Heer van de machten als koning heerst op de berg Sion en in
Jeruzalem.' Het eerste aspect speelt in de geestelijke
wereld: ‘het leger van de hemel', wat spreekt over
engelenvorsten (het Nieuwe Testament noemt ze machten en overheden van
de duisternis). Het tweede in de natuurlijke wereld:
‘koningen van de aarde'. Deze twee aspecten blijken bij de
vervulling ten tijde van Jezus in tijd gescheiden te worden. Daarover
een volgende keer. Eerst bespreken we nog de tijd tussen de testamenten.
Tussen Oude en
Nieuwe Testament
In het Jodendom zet de lijn van Jesaja
24‑27 en Daniël door. De hoop
op het Messiaanse Rijk is volgens de oudtestamentische profeten een
hoop voor het einde der tijden, maar niet eschatologisch in strikte
zin, want de komst van de Messias gaat volgens oudtestamentisch denken
aan het voltooide eschaton vooraf. De mensen zullen bijvoorbeeld zo oud
worden als bomen, maar nog wel sterven (Jes. 65:20, 22).
In de tijd tussen de testamenten wordt dit nog concreter gesteld,
bijvoorbeeld in 2Baruch en 4Ezra: het messiaanse vrederijk is een
interim rijk. 4Ezra spreekt zelfs concreet over 400 jaar. Pas hierna
komt het grote oordeel en de eeuwige onvergankelijkheid.
Om een goed idee te krijgen waaraan men bij dit messiaanse rijk dacht,
noemen we een paar kenmerken. In de apocriefe Psalmen van Salomo wordt
de Messias de Zoon van David genoemd en zijn optreden heeft
voornamelijk een politiek karakter: hij zal het koningschap over
Israël op zich nemen, alle onrecht, zonde en boosheid uit hun
midden verwijderen, Jeruzalem reinigen van heidenen en heidense
overheersing en alle volkeren zullen bevend voor Hem staan.
In het Nieuwe Testament blijkt deze achtergrond in de vraag van de
discipelen in Handelingen 1:6 ‘Zij dan, die daar
bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze
tijd het koningschap voor Israël?'
En ook in Matteüs 19:28 ‘Voorwaar, Ik zeg
u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon
des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf
tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten.'
Maar met de Psalmen van
Salomo is niet het hele plaatje compleet. Ook in 2Baruch 29:5-8 worden
een aantal kenmerken van het messiaanse rijk genoemd. Het zijn de
volgende:
een enorme natuurlijke overvloed op aarde,
volop genieten van spijzen
wonderen zien,
genezingen,
wonderlijke voedselvoorzieningen.
Vergelijk voor het genieten van spijze de woorden van Jezus in
Lucas 6:21 ‘Zalig, gij, die nu hongert, want gij zult
verzadigd worden.' En voor het kenmerk van de wonderlijke
voedselvoorzieningen bijvoorbeeld de wonderbare spijziging door Jezus
en de reactie van de mensen in Johannes
6:14‑15 ‘Toen dan de mensen
zagen, welk teken Hij verricht had, zeiden zij: Deze is waarlijk de
profeet, die in de wereld komen zou. Daar Jezus bemerkte, dat zij
zouden komen en Hem met geweld meevoeren om Hem koning te maken, trok
Hij Zich weder terug in het gebergte, geheel alleen.' De reactie wordt
begrijpelijk tegen de achtergrond van de joodse opvatting over het
Koninkrijk.
Een lijdende
Koning
En tot slot is er nog het in de tijd van Jezus ondergewaardeerde
karakter van de lijdende Messiaanse koning. Er zijn een aantal Psalmen
(18, 22, 69, 71, 86, 88, 116, 118) die handelen over de ideale koning,
die door de mensen wordt veracht en vernederd, maar door God wordt
verhoogd. Men heeft deze koningspsalmen wel
‘Knecht‑des‑Heren‑psalmen'
genoemd. Ze worden gekarakteriseerd door het thema `door de dood tot
het leven'. Er worden minstens zeven kenmerken gevonden, die telkens
terugkeren[i]:
De koning is in de macht van de dood
Hij wordt omgeven door vijanden
Hij wordt veracht en bespot
God redt hem en geeft hem leven
Hij zal zijn redding verkondigen aan de ‘grote gemeente' of
aan de komende generaties
Hij is een knecht des Heren
De hulp komt in de morgen
De profeet Jesaja geeft aan dat dit koningsideaal eens tot vervulling
zal komen in de lijdende Knecht des Heren (Jes.
52:13‑53:12). Dit karakter van de
messiaanse Koning is van bijzonder belang geweest in de prediking van
Jezus en de apostelen.
De vervulling
Het eerste wat opvalt in het Nieuwe Testament is dat we de ene keer
lezen dat het Koninkrijk al gekomen is en dan weer dat het nog niet
gekomen is en wij om haar komst moeten bidden. Dat laatste vinden we
bijvoorbeeld in het Onze Vader "Uw Koninkrijk kome" ofwel "laat uw
Koninkrijk komen' (Mat.6:10) en het eerste in Jezus' woorden "indien Ik
door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods
over u gekomen' (Mat.12:28). Hoe zit het nu? Is het koninkrijk al
gekomen of moet het nog komen? Waaruit blijkt de aanwezigheid ervan in
het heden en hoe zal het er straks uitzien? Dit zijn de vragen waarop
we een antwoord zoeken.
Het Koninkrijk
van God nu al aanwezig
Eerst noemen we de tekstplaatsen waar gesproken wordt over het
Koninkrijk zoals zich dat in deze tijd manifesteert.
1. In de eerste plaats is het aanwezig in de persoon van Jezus.
‘Ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie,
het Koninkrijk Gods is bij u' (Luc.17:21). Dit zegt Jezus tegen de
mensen die om hem heen staan. Het Griekse en humin moet hier niet
vertaald worden met ‘in ulieden', maar met ‘bij u'.
Jezus spreekt hier namelijk tegen de Farizeeën (vs. 20).
Hiermee vervalt de klassieke tekst voor de spiritualisten, zij die het
Koninkrijk zuiver geestelijk willen uitleggen. Ook na Pinksteren blijft
de uitspraak van Jezus van kracht, alleen is Hij dan aanwezig in de
persoon van de Heilige Geest, die daar is waar de naam van Jezus
beleden en verheerlijkt wordt.
2. In de tweede plaats manifesteert het Koninkrijk zich in de werken
van Jezus. Jezus zegt ‘Indien Ik door de Geest Gods de boze
geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen'
(Mat.12:28). Het is ook aanwezig in de werken van de discipelen:
‘Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is
nabijgekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft
boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet'
(Mat.10:7‑8). De tekenen in vers 8 geven
aan dat we het Griekse ¨¥ggiken hier moeten vertalen
met ‘is gekomen' in plaats van met ‘is nabij.'
3. Ten derde openbaart het Koninkrijk zich in prediking en onderwijs,
zowel in het onderwijs van Jezus als in het onderwijs van de
discipelen. Matteüs zegt over Jezus: ‘En Hij trok
rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het
evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder
het volk' (Mat.4:23). Onderwijzen is evenals genezen een manifestatie
van het Koninkrijk van God. Dat het onderwijs van de discipelen een
onderdeel is van het Koningschap van Jezus, blijkt uit de woorden van
Jezus die wij doorgaans het ‘zendingsbevel' of ‘de
Grote Opdracht' noemen: ‘En Jezus trad naderbij en sprak tot
hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in
de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen
onderhouden al wat Ik u bevolen heb'
(Mat.28:18‑19).
De voltooiing
in de toekomst
Andere teksten spreken over een komst van het Koninkrijk in de
toekomst. Waar gaat het dan over? De tekstplaatsen op een rijtje.
1. Ten eerste zal dan de wil van God op aarde gebeuren zoals in de
hemel: ‘Uw Koninkrijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals
in de hemel' (Mat.6:10). We hebben hier geen belofte (uw Koninkrijk zal
komen), ook geen wens (moge uw Koninkrijk komen), maar een vraaggebed:
laat uw Koninkrijk komen. Het betreft een vraag, dus iets wat nu nog
geen realiteit is. Het ‘uw wil geschiede/laat uw wil
geschieden' is in wezen dezelfde vraag. Als Gods Koninkrijk komt, zal
Zijn wil op aarde gebeuren zoals in de hemel.
2. Ten tweede wordt dan het Messiaanse koningschap over Israël
hersteld. We hebben de vorige keer al gewezen op Hand.1:6 en Mat.19:28.
Twee andere belangrijke teksten zijn: ‘Want Ik zeg u, gij
zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die
komt in de naam des Heren!' (Mat. 23:39). Deze woorden spreekt Jezus
tot de bewoners van Jeruzalem (vs. 37) en in hen tot alle joden. Het is
een voorwaardelijke profetie.
En Paulus zegt in Rom.11:25‑26:
‘Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik
u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding
is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen
binnengaat, en aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk
geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal
goddeloosheden van Jakob afwenden.'
3. Ten derde zal Christus als koning over de volkeren regeren. Over de
tijd van de voltooiing van het Koninkrijk handelt bijvoorbeeld Op.15:4:
‘Wie zou niet vrezen, Here, en uw naam niet verheerlijken?
Immers, Gij alleen zijt heilig. Want alle volken zullen komen en zullen
voor U nedervallen in aanbidding, omdat uw gerichten openbaar zijn
geworden'. En verderop in het boek Openbaring lezen we: ‘en
hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij
bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en
verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou
verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; ... en zij werden
weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.
De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren
voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding' (Op. 20:2,3,5).
Over het koningschap van Christus over de volkeren spreekt ook Paulus
in 1Kor.15:22‑25:
‘Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook
in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen
rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij
zijn komst; daarna het einde/de rest, wanneer Hij het koningschap aan
God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en
kracht onttroond zal hebben. Want Hij moet als koning heersen, totdat
Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft.'
Het Griekse telos kan hier het beste met `rest' vertaald worden, omdat
hier sprake is van een derde en laatste groep. De driedeling is dan als
volgt: a. Christus is als eersteling opgestaan, b. daarna de gelovigen,
die van Christus zijn, bij Zijn komst (eerste opstanding), c.
de ‘rest', d.w.z. de ongelovigen, nadat alle vijanden
onttroond zijn (tweede opstanding). Op deze wijze geeft 1Kor.15
hetzelfde beeld als Op.20.
Er is in het Nieuwe Testament dus sprake van een tweeledige gestalte
van het Koninkrijk, een voorlopige vorm nu en een volmaakte vorm
straks. Om te zien wat deze tweeledige gestalte voor consequenties
heeft, willen we drie relaties beschrijven: die tussen het Koninkrijk
en de mens, het Koninkrijk en de gemeente en het Koninkrijk en de
wereld.
Het Koninkrijk
van God en de mens
De mens kan deel krijgen aan het Koninkrijk van God, nu en straks. Een
ingaan nu en straks wordt in het Nieuwe Testament dan ook
onderscheiden. In deze tijd kan iemand deel krijgen aan het Koninkrijk
door bekering en geloof: ‘en Hij zeide: De tijd is vervuld en
het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het
evangelie' (Mar.1:15). Door bekering kan iemand hier en nu al deze
goddelijke heerschappij ervaren. Zo zegt Jezus: ‘Wees niet
bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het
Koninkrijk te geven' (Luc.12:32).
De vraag kan gesteld worden waarom er nog bekering nodig is als het
Koninkrijk van God al aanwezig is. Het antwoord moet luiden: omdat we
er niet vanzelfsprekend deel aan hebben. Het Koninkrijk breekt in
eerste instantie door in de geestelijke wereld en is onzichtbaar en
verborgen voor de ongelovigen. ‘En Hij zeide tot hen: U is
gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die
buiten staan, komt alles in gelijkenissen (of: raadsels)' (Mar.4:11).
Het is voor rationalisten een dwaasheid en voor religieuzen een
ergernis, zoals Paulus zegt in 1Kor.1:23. De nabijheid van de Heer en
het Koninkrijk van God wordt niet opgemerkt tenzij men zich bekeert en
gelooft.
In de toekomst bij Jezus' komst in heerlijkheid gaan de gelovigen voor
de tweede keer het Rijk in. Zij die in het heden in overgave en nederig
als een kind hebben geleefd mogen het Rijk binnengaan. Dit is toch een
soort voorwaarde. Jezus zegt in
Mat.18:3‑4 tot zijn discipelen (!)
(vs.1): ‘Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij (u) niet (omkeert
en) opnieuw wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen
voorzeker niet binnengaan. Wie nu zichzelf gering zal achten als dit
kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen." Een tweede
voorwaarde die Jezus noemt, is volharden in vervolging: ‘Wie
volhardt tot het einde, die zal behouden worden' (Mat.24:13).
We gaan dus twee keer het Koninkrijk van God binnen, nu en straks. Dit
is in overeenstemming met de twee gestalten van het Koninkrijk, de
voorlopige in het heden, en de voltooide in heerlijkheid straks.
Het Koninkrijk
van God en de gemeente
Koninkrijk en gemeente zijn beslist niet identiek en het zijn ook geen
gelijke grootheden. We kunnen zelfs niet zeggen dat de gemeente een
deel van het Koninkrijk is. Het Koninkrijk is het koningschap van God
en de gemeente is een gemeenschap van mensen. De relatie tussen
Koninkrijk en gemeente is drieërlei:
De gemeente getuigt van het Koninkrijk
‘En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de
gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en
dan zal het einde gekomen zijn' (Mat.24:14).
De gemeente is het
instrument van het Koninkrijk
‘Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen,
drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om
niet' (Mat.10:8).
De gemeente is de
beheerder van het Koninkrijk
Over dit laatste iets meer, omdat deze relatie het minst
bekend is. De gemeente ontvangt de sleutels van het Koninkrijk, d.w.z.
het gezag, de autoriteit van het Koninkrijk. ‘Voorwaar, Ik
zeg u, al wat gij op aarde bindt, zal gebonden zijn in de hemel, en al
wat gij op aarde ontbindt, zal ontbonden zijn in de hemel' (Mat.18:18).
Deze woorden worden gesproken tot alle discipelen, tot de hele
gemeente. Al eerder had Jezus dit tot Petrus als eerste gezegd (Mat.
16:19), maar hieraan toegevoegd: ‘Ik zal u de sleutels geven
van het Koninkrijk der hemelen.'
Het `geven van de sleutels' symboliseert het overdragen van de macht
van de heer aan de beheerder, de zaakwaarnemer. De beheerder krijgt
dezelfde macht als zijn heer. ‘In de hemel gebonden en
ontbonden zijn' wil zeggen door God bevestigd worden. ‘Binden
en ontbinden' spreekt over de rechterlijke volmacht iemand vrij te
spreken of schuldig te verklaren. Het betreft de volmacht de verlossing
uit te spreken of het oordeel aan te zeggen, de vrede van God mee te
delen of het stof van de voeten te schudden. Deze volmacht van de
gemeente in het heden is de voorlopige vorm van het heersen met
Christus, dat ten volle zal aanvangen bij Zijn komst in heerlijkheid.
Het Koninkrijk
van God en de wereld
Het Koninkrijk van God is fundamenteel een geestelijk en dynamisch
gegeven. Het is dan ook beter te spreken over koningschap in plaats van
koninkrijk en over volmacht in plaats van macht. In dit verband wordt
ook duidelijk waarom we zoveel horen over de prediking van het
Koninkrijk bij Johannes de Doper en bij Jezus en relatief weinig bij de
apostelen. Het Koninkrijk van God is het koningschap van God en dat is
gelijk aan het koningschap van zijn Messias, Jezus. Als de apostelen de
opgestane Jezus prediken, verkondigen zij het koningschap van Jezus,
wat gelijk is aan het koningschap van God (bv. duidelijk bij Paulus in
1Cor.15). Jezus predikte het Koninkrijk, de apostelen de Koning; het is
fundamenteel dezelfde prediking.
Omdat het over het koningschap van God en zijn Messias gaat, is dit
rijk niet op één lijn te plaatsen met andere
rijken in deze wereld. Jezus zegt in Joh.18:36 ‘Mijn
Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze
wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik
niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk
niet van hier.' Daarom ook gaat het ingaan hier en nu gepaard met een
geestelijke geboorte: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij
iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien'
(Joh.3:3).
Bij Jezus' komst in heerlijkheid zal er wel een natuurlijke en
politieke manifestatie van het Rijk plaatsvinden: ‘Wie zou
niet vrezen, Here, en uw naam niet verheerlijken? Immers, Gij alleen
zijt heilig. Want alle volken zullen komen en zullen voor U nedervallen
in aanbidding, omdat uw gerichten openbaar zijn geworden' (Op.15:4). En
in Op.17:14 lezen we: Dezen (de tien koningen) zullen oorlog voeren
tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen (want Hij is de Here der
heren en de Koning der koningen) en zij, die met Hem zijn, de
geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.'
Besluit
Als we de gegevens in het Nieuwe Testament samenvatten kunnen we
stellen dat het Koninkrijk van God zich manifesteert in twee gestalten
die parallel lopen met Jezus' komst in nederigheid en zijn komst in
heerlijkheid.
In het heden sinds Jezus' komst in nederigheid zien we primair een
doorbraak van het Koninkrijk in de geestelijke wereld en op
microniveau.
In de toekomst bij Jezus' komst in heerlijkheid verwachten we een
totale doorbraak van Gods Rijk over alle levensgebieden, zowel
geestelijk als natuurlijk, op micro- zowel als op macroniveau, over
Israël alsook over alle volkeren in de wereld.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)