HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
De satan en zijn strijdmiddelen
In de Bijbel spreekt God tot mensen. Eigenlijk jouw perssoonlijk boek om God nog beter te leren kennen. Door de Bijbel komt Zijn stem tot ons. De stem van de (Matth. 11:28) Goede Herder: 'Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.' De studies op deze site willen je heel graag 'wegwijs' maken in de Bijbel, dat wonderlijke boek. Opdat daarmee de Bijbel voor je open zou mogen gaan; opdat je God zou leren kennen. . De Bijbel: een geschenk uit de hemel. Ook voor jou ? Neem de uitdaging aan ! Wel raad ik je aan om de studies in onderstaande volgorde te bestuderen. Deze studies helpen jou echt in de teksten te duiken en dichter bij het hart van de Schrijver te komen.
Bijbelstudie 321 - De strijdmiddelen van de satan
Wie is de satan
De Door alle eeuwen heen is er veel over Satan en zijn helpers gesproken. Het is goed, wanneer men zijn tegenstander terdege kent. De gelovigen immers "hebben de strijd niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de geestelijke machten der boosheid in de hemelse gewesten" (Efeze 6 : 12). Daarmee worden bedoeld Satan en de mèt Satan tegen God in opstand gekomen engelen, die in de Schrift demonen of boze en onreine geesten worden genoemd (zie o.a. Matth. 12 : 43-45).De goede engelen zijn "allen dienende geesten, die ten dienste worden uitgezonden om den wille van hen die het heil zullen beërven" (Hebr. 1 : 14). De gelovigen hebben te strijden tegen de boze machten standvastig in het geloof (1 Petr. 5 : 9). Zij kunnen hierbij óók rekenen op de bijstand van de goede engelen (Hebr. 1 : 14). De demonen ontkennen geenszins het bestaan van een Almachtig God, zoals blijkt uit Jak. 2 : 19 waar wij lezen: "óók de demonen geloven, en zij sidderen". Zij zijn zich hun aanstaande veroordeling terdege bewust, want in Matth. 8 : 29 zeggen zij tot de Heer Jezus: "zijt Gij hier gekomen vóór de tijd om ons te pijnigen?"
Aangaande Satan zèlf lezen wij in Openb. 12 : 12: "wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u neergekomen, en heeft grote gramschap, wetende dat hij maar een kleine tijd heeft".
Nadat zij door de gelovigen geoordeeld zijn (1 Kor. 6 : 3), zullen zij komen in "het eeuwige vuur, dat de duivel en zijn engelen bereid is" (Matth. 25 : 41).
Wij doen goed ons te realiseren, dat Satan een geschapen persoon is. Als persoon trad hij handelend op in Job 2 : 7; Joh. 13 : 27; Hand. 5 : 3.
Als persoon sprak hij in Job 1 : 9-1 l; Matth. 4 : 8-11.
Als persoon bewoog hij zich in Job 1 : 7; 1 Petr. 5 : 8.
Als persoon zette hij tot daden aan in 1 Kron. 21 : l; Joh. 13 : 2.
Als persoon bedriegt hij in Efeze 6 11; 2 Kor. 2 : 11.
Als persoon verleidde hij in Gen. 3 1-5.
Zijn oorspronkelijke naam en staat
Satan is niet als tegenstander geschapen, Want ook zijn schepping is goed geweest.
In Ezech. 28 : 12-17 vinden wij een beschrijving van Satan, gepersonificeerd in de koning van Tyrus.
1.Satan wordt genoemd: volmaakt van gestalte, vol van wijsheid en volkomen schoon (vers 12).
2.hij was in Eden, Gods hof (vers 13).
3.hij was een beschuttende cherub (vers 14).
4.hij was op Gods heilige berg en wandelde in het midden van vlammende stenen (vers 14). (Wanneer wij de beschrijving van de heerlijkheid van het hemelse Jeruzalem lezen in Openb. 21 : 10-21, kunnen wij ons enigermate een begrip vormen van de schoonheid en heerlijkheid in Gods onmiddellijke nabijheid. Dan wordt ons óók duidelijker de beschrijving van Gods hof, waar de beschuttende cherub (later Satan geworden) vertoefde, zoals wij dit beschreven vinden in Ezech. 28 : 13, 14).
5.hij was onberispelijk in al zijn wandel (vers 15).
6.hij verhief zich vanwege zijn schoonheid (vers 17).
7.daarom heeft God hem op de aarde geworpen (vers 17).
Dat deze beschrijving slechts voor een zeer klein deel op de heidense koning van Tyrus betrekking heeft, is duidelijk. De koning van Tyrus immers was geenszins volmaakt in zijn wandel en is al evenmin op Gods heilige berg geweest. Ook was de koning van Tyrus geen gezalfde, beschuttende cherub, die in het midden van de vlammende stenen wandelde. Maar, zoals in Satan de hoogmoed post vatte vanwege zijn uitzonderlijke positie, zo was er óók hoogmoed bij de koning van de trotse zeehandelsstad Tyrus. Satan was dan ook de wérkelijke heerser in Tyrus en de koning slechts een werktuig in zijn handen.
Om geheel dezelfde reden wordt in Jes. 14 : 12-14 een beschrijving van Satan gegeven. Daar echter figuurlijk voorgesteld in de persoon van de machtige koning van de wereldstad Babel:
"Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen".
De koning van Babel was geenszins een morgenster,. en al evenmin een zoon des dageraads, die uit de hemel is gevallen.
Ook hier dus een beschrijving van Satan - d.i. van de oorsprong der zonde -, maar voorgesteld in een zondig mens, de koning van Babel, die zich door Satan liet beheersen.
Het woord "morgensterren" wordt in de Schrift méér gebruikt om engelen aan te duiden. In Job 38 : 4-8 lezen dat toen God "de aarde grondde ... de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden".
Hier zien wij, dat "morgensterren" en "zonen Gods" identiek zijn. Dit kan echter nooit op mensen betrekking hebben, want die waren toen nog niet geschapen. "In den beginne schiep God de hemel en de aarde" (Gen. 1 : 1) en toen zongen de morgensterren, terwijl eerst láter de mens werd geschapen (Gen. 1 : 27).
Satan is als een engel van zeer hoge orde geschapen. Hij was zeer goed, ja, onberispelijk, volmaakt van gestalte, vol van wijsheid en volkomen schoon (Ezech. 28).
Zo geldt dus óók aangaande zijn schepping: "en zie, het was zéér goed". Onberispelijk kwam hij uit de hand van zijn Schepper, om als beschuttende cherub een ereplaats in te nemen.
Hoe toepasselijk is op Satan het woord uit Spreuken 16 : 18 "hoogmoed komt vóór de val", en ook dat wat wij vinden in 1 Kor. 10 : 12 "daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle".
Satans opstand en val
1 Tim. 3 : 6 handelt over het opgeblazen, d.w.z. het hoogmoedig worden van een pasbekeerde, en zegt dat dit de misdaad van Satan was. Satan, die hoogmoedig werd op zijn eigen wijsheid en schoonheid en daarom onder het oordeel van God is gevallen.
In Jes. 14 : 14 hebben wij gezien dat hij de Allerhoogste gelijk wilde worden en in Ezech. 28 : 17 dat door deze hoogmoed de wijsheid te niet werd gedaan. Satan heeft niet in de enig goede verhouding tot God zijn plaats ingenomen. Door de hoogmoed is hij gekomen tot de zondige en dwaze gedachte God gelijk te willen ziin. En in zijn opstand er val heeft hij vele, vele engelen meegesleurd.
Voor ons verstand is het iets onbegrijpelijks, dat God toegelaten heeft, dat Satan ná zijn opstand en val, toch de mens tot zonde en afval van God heeft kunnen verleiden (Gen. 3 : 1-5), en dat hij nog steeds toegang heeft tot de hemelse gewesten (Job. 1 : 6), waar hij tot de huidige dag de aanklager der gelovigen is (Openb. 12 : 10). Uit plaatsen als Lukas 8 : 31 weten wij, dat de gevallen engelen zich op de aarde kunnen ophouden.
In 2 Kor. 11 : 14 deelt Gods Geest ons mede, dat Satan zelf optreedt als "een engel des lichts", hetwelk hem b.v. wonderwel gelukt in het spiritisme en de spiritistisch georiënteerde theosofie. Als een "engel des lichts" verslindt Satan zo zijn slachtoffers bij duizenden en duizenden. In het boek de Openbaring zien wij in het bijzonder de geweldige macht van Satan, maar óók zijn ondergang, wanneer hij voor eeuwig wordt geworpen in de poel van vuur en zwavel (Openb. 20 : 10), waar ook reeds het beest en de valse profeet zijn (Openb. 19 : 20).
Hoe heeft Satan kunnen vallen?
God heeft de engelen - en ook de mens - een vrije wil gegeven. Zonder deze vrije wil zouden de engelen - en ook de mens - niets meer dan automaten, niets meer dan blinde werktuigen zijn.
De mogelijkheid van de val - bij engelen en mensen - berust op de persoonlijke vrijheid, hun door God gegeven.
Er is echter een groot onderscheid tussen de val van de engelen, met Satan aan het hoofd, en de val van de mens.
Satan en zijn engelen hebben de vreugde en de blijdschap des hemels ervaren. Zij kenden God op een geheel andere wijze dan de mens, die later geschapen werd.
Satan heeft zich dan ook doelbewust God gelijk willen maken, terwijl de mens door Satan in verzoeking is gebracht en zó tot opstand tegen God is verleid geworden (2 Kor. 11 : 3; 1 Tim. 2 : 14). God houdt hier dan ook rekening mede, want in Hebr. 2 : 16 lezen wij: "waarlijk, niet (gevallen) engelen neemt Hij aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan".
Nadat Satan en zijn engelen zich hun heerlijke en heilige plaats in Gods tegenwoordigheid onwaardig hadden betoond, is voor hèn het eeuwige vuur bereid (Matth. 25 : 41).
Maar voor de gevallen mens heeft God zijn Zoon gegeven, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3 : 16).
Het tijdstip van Satans val
De gegevens in de Schrift zijn hierover zeer sober.
God heeft "In den beginne" de hemel en de aarde geschapen (Gen. 1 : 1) en tóen was daar vreugde en blijdschap onder de engelen (Job. 38 : 4-8). De engelen zijn dus vóór de schepping óf tegelijk mèt de hemel en aarde geschapen.
"De aarde nu was woest en ledig" (Gen. 1 : 2) ; (zie ook Jes. 45 : 18). De aarde is "in den beginne" goed geschapen, omdat alles wat God doet volmaakt en goed is en hiervan gezegd kan worden: "zie, het is zéér goed" (Gen. 1 : 31).
Het Hebreeuwse woord "hayetha", door "was" vertaald, wordt in het oude testament evenzovele malen door "werd" vertaald. Doen wij dit nu ook in Gen. 1 : 2, dan is het duidelijker: "de aarde nu werd woest en ledig". De aarde is niet "woest" geschapen, doch geworden, door een vijand (vergelijk 1 Kor. 14 : 33). Misschien door Satan, de vorst der duisternis, toen hij na zijn opstand op aarde werd geworpen (Ezech. 28 : 17; Jes. 14 : 12).
Zó is de aarde in een woeste en ledige toestand gekomen, waaruit God iets nieuws voortbracht. God heeft de aarde bij de schepping van de mens toebereid in de vorm zoals wij haar thans kennen, alleen zonder zonde en vloek (Hebr. 11 : 3).
De Heer Jezus heeft in Joh. 8 : 44 gezegd dat Satan "een mensenmoorder van den beginne" geweest is (dus ná de oorspronkelijke schepping van hemel en aarde die "in den beginne" was) en in 1 Joh. 3 : 8 lezen wij dat Satan "zondigde van den beginne".
De val van Satan zullen wij dus moeten stellen in de periode gelegen tussen "in den beginne" (Gen. 1 : 1 ) en "van den beginne" (de toebereiding van de aarde voor de mens).
Wanneer de val van Satan dus precies heeft plaatsgevonden, deelt de Schrift ons niet mede, maar het was in ieder geval vóór dat God in de scheppingsweek (Gen. 1 : 1-31) de aarde in haar huidige vorm herstelde.
Satan is Gods imitator
Het woord satan komt van
het Hebreeuwse sãtãn en betekent tegenstander.
Hij is de vorst van de gevallen engelen (demonen). Satan is de bron van
alle kwaad. Hij heeft slechts één doel: afbreuk
doen aan de glorie van Gods schepping. Daarin staat de mens hoog op
zijn lijst van prioriteiten. Hij strijdt om onze ziel, simpel omdat God
van ons houdt. Omdat satan wil voorkomen dat wij ons eens, na ons
sterven, bij God voegen en de heerlijkheid beërven. Menselijk
geluk is satans ellende en elke afbreuk daarvan ziet hij als een
persoonlijke overwinning.
Aanduidingen van de satan
in de Bijbel
Satan (tegenstander) (zie Job. 1 : 6 enz.).
Duivel (lasteraar of verzoeker) (zie Matth. 4 : 1 enz.).
Verzoeker (zie Matth. 4 : 3; 1 Thess. 3 : 5).
Beëlzebul (zie Matth. 12 : 24; Mark. 3 : 22; Luk. 11 : 15
enz.).
Draak en grote draak (zie Openb. 12 : 9).
Oude slang (zie Openb. 20 : 2).
Overste van deze wereld (zie Joh. 12 : 31; 14 : 30; 16 : 11).
God van deze eeuw (zie 2 Kor. 4 : 4).
Overste van de macht der lucht (Efeze 2 : 2).
Belial (de nietswaardige) (zie 2 Kor. 6 : 15).
Brullende leeuw (zie 1 Petr. 5 : 8).
Engel des lichts (zie 2 Kor. 11 : 14).
Aanklager van de broeders (zie Openb. 12 : 10).
Mensenmoorder (zie Joh. 8 : 44).
Vader der leugen (zie Joh. 8 : 44).
De boze (zie Matth. 6 : 1 3 enz.).
Satan, die de
Allerhoogste, gelijk wilde zijn (Jes. 14 : 14), heeft
óók de mens tot dit begeren opgewekt, hem
verleidende met de woorden: "gij zult als God zijn" (Gen. 3 : 5).
Maar ook in zijn openbaringsvorm wil Satan aan God gelijk zijn.
God heeft Zich geopenbaard als Vader, Zoon en Heilige Geest (Matth. 28
: 19).
Zo óók Satan. Hij zal zich in een drievoudige
macht openbaren, als de draak, het beest en de valse profeet. Hij zal
als de anti-vader aan de antichrist bovennatuurlijke macht verlenen.
De antichrist wordt in 2 Thess. 2 : 3-10 genoemd "de mens der zonde, de
zoon des verderfs" de geestelijke zoon van Satan - de incarnatie van
alles wat in het woord "zonde" begrepen is. Hij zal in de grote
verdrukking optreden als de "schijnverlosser" voor de wederspannige
joden en het "naamchristendom",
Zoals de Heer Jezus Christus wonderen en tekenen gedaan heeft tijdens
zijn omwandeling op aarde, zó zal door de macht van Satan de
antichrist wonderen en tekenen doen (Openb. 13 : 11-15). De antichrist
wordt in vers 11 beschreven als "hebbende twee hoornen aan een lam
gelijk"; hij zal er dus uitzien als een lam, maar spreken als een
draak. Zoals de Heilige Geest de wereld overtuigt van zonde en van
gerechtigheid en van oordeel (Joh. 16 : 8) en de uit de Geest geboren
mens tot aanbidding leidt, zo zal de anti-geest de mensen tot Satans
aanbidding brengen. In het midden van dit hoofdstuk, vól van
satanische verschrikkingen, zegt Gods Geest plotseling: "indien iemand
oren heeft, die hore" (Openb. 13 : 9). Hoe ernstig toch is in dit
verband het woord van de Heer Jezus in Joh. 5 : 43: "Ik ben gekomen in
de naam mijns Vaders, en gij neemt mij niet aan; zo een ander komt in
zijn eigen naam, die zult gij aannemen"
Satans macht
Vooralsnog is Satan zeer machtig, ja, zó machtig, dat
"Michaël, de aartsengel, toen hij met de duivel twistte en in
woordenstrijd was over het lichaam van Mozes, geen oordeel van
lastering tegen hem durfde uitbrengen" (Judas : 9).
De geweldige macht van Satan wordt ons ook duidelijk uit 1 Thess. 2 :
18, waar Paulus schrijft dat hij een en andermaal verhinderd werd het
evangelie te brengen, omdat Satan het hem belette.
Uit Daniël 10 : 12, 13 weten wij, dat Satan voldoende macht
bezit om tijdelijk de verhoring van de gebeden tegen te houden.
Satan werkt God altijd tegen. Hij verblindt de zinnen van de
ongelovigen (2 Kor. 4 : 3, 4). Deze verblinding komt tot uitdrukking in
de afgodendienst. De stad Pérgamus b.v. was een centrum van
afgodendienst, d.i. satansdienst.
De ongewijde geschiedenis leert ons, dat Asklépios (zoon van
Apollo) de god die de zieken genas, daar werd vereerd als
sotêr, d.i. redder, heiland, verlosser. Het symbool was de
slang (het ons zo goed bekende aesculaapteken voor artsen).
Pérgamus wordt dan ook in Openb. 2 : 13 "de troon van Satan"
genoemd.
Satan heeft zijn eigen werkmethoden. Hij ontplooit zijn energie in
allerlei krachten, tekenen en bedriegelijke wonderen en in vele soorten
ongerechtigheid (2 Thess. 2 : 9, 10). Hierbij behoren allerlei dingen
die de mensen met groot verlangen vervullen. Denken we b.v. maar eens
aan helderziendheid, hypnose, telepathie enz.
De overste
dezer wereld
De Heer Jezus heeft Satan drie malen "de overste (of vorst) dezer
wereld" genoemd (Joh. 12 :31; 14 :30; 16 : 11). Zie ook aangaande zijn
heerschappij tegen God: Daniël 10 : 13, 20.
En als "vorst", als "overste", als "beheerser" dezer wereld, bood hij
de Heer Jezus "al de koninkrijken der wereld" aan (Matth. 4 : 8, 9) en
voegde er aan toe: "ik zal u al deze macht en hun heerlijkheid geven,
want zij is mij overgegeven, en ik geef ze aan wie ik wil; indien gij
dan mij zult aanbidden, zo zal zij geheel de uwe zijn" (Lukas 4 : 5,
7). De Heer Jezus ontkende de macht en eigendomsrechten van Satan
aangaande de wereldse heerlijkheid geenszins. De Heer heeft Satan zijn
aanspraak op de beschikking hierover niet betwist.
De gehele wereld ligt inderdaad in de greep van Satan, zoals wij ook in
1 Joh. 5 : 19 bevestigd vinden. Wij lezen daar, dat "de gehele wereld
in de boze ligt". Niet "staat" of "wandelt", maar "ligt"; machteloos
gebonden door de banden van Satan, aan zonde en dood. Zo zal Satan ook
aan het eerste beest (Openb. 13 : 1-8) macht geven, en die macht strekt
zich uit over alle geslacht en volk en taal en natie (aan het eerste
beest wordt door Satan de uitvoerende staatkundige macht toevertrouwd
(Openb. 13 : 1-8), terwijl het tweede beest zich op het religieuze
terrein zal bewegen (vers 11-15)).
Aanklager en
tegenstander
Satan verzoekt Gods kinderen en klaagt hen aan (Zach. 3 : 1-5; Openb.
12 : 10), maar: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus,
de Rechtvaardige" (1 Joh. 2 : l).
Wanneer Satan "tarwe" tot "kaf" wil maken, zegt de Heer Jezus tot
Petrus - aangaande hem en de andere discipelen -: de Satan heeft
ulieden zeer begeerd, om te ziften als de tarwe, maar ik heb voor u
gebeden" (Lukas 22 : 31, 32).
Zie ook 2 Kor. 4 : 4 over de verblinding van de zinnen door Satan; 2
Kor. 11 : 3 over de verleiding door Satan; 2 Tim. 4 : 1-5 over het zich
afwenden van de waarheid door de verleidingen van Satan.
Zo nam Satan Job alles af (Job 1 en 2) en stookte David op om het volk
te tellen (1 Kron. 21 : 1 ) en de apostel Paulus werd door een engel
van Satan met vuisten geslagen ( 2 Kor. 12 : 7).
Laten wij echter nooit vergeten, dat dit alles slechts kan gebeuren
onder de toelating van God: "en God is getrouw, die niet zal toelaten,
dat gij boven vermogen verzocht wordt: maar met de verzoeking zal Hij
óók de uitkomst geven, zodat gij ze kunt
verdragen" (1 Kor. 10 : 13; zie ook Jak. 1 : 13-15).
1 Kor. 10 : 13 heeft betrekking op onze geestelijke draagkracht en 2
Kor. 1 : 8 op onze lichamelijke draagkracht. Het eerste betreft dus de
geest, die zijn kracht zal behouden, ook al sterft het lichaam. Het
tweede betreft de tegenwerking van Satan, die bij Paulus dusdanig was,
dat zijn lichaam hieronder bijna bezweek.
Uitvoerder van
Gods raadsbesluiten
Satans macht is geen almacht. Wij moeten niet vergeten, dat Satan in
zijn macht te allen tijde onderworpen blijft aan Gods almacht. Zonder
Gods toelating is Satan niet in staat om ook maar iets te doen. Toen
Christus stierf aan het vloekhout op de heuvel Golgotha, werd de macht
van Satan verbroken, want Christus heeft "de overheden en de
gezaghebbers ontwapend en over hen getriomfeerd'' (Kol. 2 : 15), en
heeft door zijn sterven te niet gedaan hem (d.i. Satan) die de macht
des doods had (Hebr. 2 : 14).
Satan is dan ook, zijns ondanks, dikwijls de uitvoerder van de
raadsbesluiten van God.
Zo wordt het in de geschiedenis van Job duidelijk, dat Satan zich
vóór God stelde - gelijk met de engelen Gods - om
Gods bevelen in ontvangst te nemen (Job 1 : 6: 2 : l) .
Zo ook, toen koning Achab bedrogen moest worden, nam Satan op zich om
een leugengeest te zijn in de mond van zijn profeten – en
Satan deed het ook (1 Kon. 22 : 21, 22).
Zo wordt ook de geest die koning Saul kwelde. een boze geest des Heren
genoemd. De Heer liet dus een boze geest als een gesel op Saul los om
de zonden van de goddeloze koning te bestraffen (1 Sam. 16 : 14). In 2
Thess. 2 : 11 zegt Paulus. dat God een werking der dwaling zenden zal,
een werkzaamheid die hij in vers 9 aan de Satan toeschreef. Ook hier
vinden wij weer bevestigd, dat Satan slechts kan werken onder toelating
van God.
Zo lezen wij in Richt. 9 : 23, 24 dat God een boze geest zond om wraak
te doen, tussen Abimelech en de burgers van Sichem.
In al deze geschiedenissen zien wij dat Satan, ondanks zichzelf,
dikwijls door God gebruikt wordt als de uitvoerder van de straffende
hand van God.
Onze houding
tegenover Satan
Het is natuurlijk wáár, dat de strijd tegen Satan
door Christus Zèlf beslissend is gestreden, want de Heer
heeft op het kruis volkomen overwonnen (Joh. 12 :31; Kol. 2 : 15).
Het is echter een dwaling wanneer wij zouden zeggen, dat wij niet meer
behoeven te strijden. Integendeel, wij hebben de opdracht ontvangen om
te strijden in de kracht van de Heer.
In Efeze 6 : 12 zegt Paulus: "wij hebben de strijd … tegen
de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer
duisternis, tegen de geestelijke machten der boosheid in de hemelse
gewesten" en in Efeze 4 : 27 zegt hij: "geeft de duivel geen plaats".
In Jak. 4 : 7: "wederstaat de duivel, en hij zal van u vlieden"; en
Petrus haastte zich hieraan toe te voegen: "wederstaat hem, standvastig
in het geloof" ( 1 Petr. 5 : 8, 9).
Omdat de belofte uit Gen. 3 : 15 op álle gelovigen
betrekking heeft, kunnen wij zeggen dat geen enkele gelovige door Satan
overwonnen of ten onder gebracht wordt. De Heer Jezus zegt: "Mijn
schapen horen mijn stem, en ik ken ze, en zij volgen mij. En ik geef
hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in eeuwigheid,
en niemand zal ze uit mijn hand rukken" (Joh. 10 :27, 28).
Daarom is er ook hoop op bekering en vergeving voor hen die in de
strikken van Satan gevangen zijn (2 Tim. 2 : 26).
"De God nu des vredes zal de Satan weldra onder uw voeten verpletteren"
(Rom. 16 :20).
In Matth. 16 : 18 zegt de Heer Jezus, dat de poorten van het dodenrijk
zijn gemeente niet zullen overweldigen, ook al poogt de Satan de
gelovigen door vervolging en verdrukking uit te roeien. (Zie Joh 16 :
33; Hand. 14 : 22; 1 Petr. 5 :8, 9; Openb. 2 : 10).
Allen, voor wie het woord des kruises de kracht Gods tot behoudenis is
(1 Kor. 1 : 18), zij, wier namen geschreven zijn in het boek des levens
des Lams (Openb. 21 : 27) hebben de belofte ontvangen, dat de Heer hen
redt van de toekomende toorn (1 Thess. 1 : 10), en hen bewaren zal
vóór de ure der verzoeking die over het gehele
aardrijk komen zal (Openb. 3 : 10).
Voor hèn allen zal het aanstonds zijn: GOD ALLES IN ALLEN (1
Kor. 15 : 28)
De satan gebruikt ook list
De satan gebruikt twee middelen
om de kerk van de Here Jezus Christus te bestrijden: geweld en list.
Geweld van de kant van satan , de bijbel is er vol van.
Denk maar weer aan
Kaïn die Abel vermoordde. Denk maar aan de (Ex. 1 : 8-22)
Farao van Egypte, die het volk Israël (de kerk!) probeerde uit
te roeien (Matth. 2 : 16-18); aan Herodes, die de jongetjes in
Bethlehem liet doden, om zo de geboren koning uit de weg te ruimen;
denk aan Saulus van Tarsen die (Hand. 8 : 1-3 /9: 1) behagen had in de
moord op Stefanus, en de jonge kerk vervolgde.
Maar de satan gebruikt
ook list. Dat bliikt al bij die eerste confrontatie tussen de ssatan en
de mens. (Gen. 3 : 1-5) Hij verleidde de vrouwen en ook de man door
listig Gods woorden te verdraaien en de mens voor te spiegelen dat hij
"als God" zou kunnen worden.
-Hij gebruikte de
valse profeten in Israël met hun bewering: "zo (Jer. 28: 1-17)
zegt de HERE" om Israël te verleiden tot afvalligheid van de
HERE.
-Met uit het verband
gerukte bijbelteksten probeerde hij in de Luk. 4 : 1-13 woestijn de
Heiland te verleiden tot zonde.
-Door dwaalleraars
probeerde hij de gelovigen van de nieuwtestamentische (Judas: 4) kerk
ontrouw te maken aan het geloof. (Gal. 1 : 6-9) Je kunt de gang van de
kerkgeschiedenis pas begrijpen als je van deze strijd weet en dit werk
van de duivel kent. En de werken (Efeze 6 : 10-20) ken van de duivel
zijn bekend.
De kerkstrijd in hoofdlijnen
De geschiedenis van de
kerk in het Oude Testament:
-Eerst de strijd in
het gezin van Adam en Eva: Kaïn tegen Abel.
Kaïn verlaat
de kerk, weg van het aangezicht van de HERE, en gaat zijn eigen wegen.
De kinderen van Kaïn volgen hem daarin. (Gen.4 : 16)
-Het ongeloof in het
geslacht van Kaïn groeit. Ze komen daar, in (Gen. 4 : 17-24)
een worsteling vol haat tegen.de door God gesproken vloek, tot
zelfbedachte, eigenwillige verlossIngswegen. Die wegen trekken ook de
(Gen. 6: 1,2) jongens van de kerk. Die zien de meisjes van
Kaïns geslacht (de zonen van God ,"het vrouwenzaad", zien de
dochters van de mensen uit het slangenzaad).
-Wat gebeurt er dan
verder? "De boosheid van de mensen was (Gen.6 : 5) groot op
de aarde". Want de, "zonen van God" gaan meedoen met die "progressieve"
wereld van Lamech. In die tijd geldt het recht van de sterkste, zwakken
sterven, sterken (Gen. 4 : 19-24) blijven over: de "geweldigen, de
mannen van naam". (Gen. 6: 4)
Deze gemengde
huwelijken, vermenging van vrouwenzaad en slangenzaad, hebben tot
gevolg dat de kinderen niet meer godvrezend worden opgevoed. Het
"vrouwenzaad" schrompelt ineen tot een gezin (Gen. 6: 9/7 : 13) van
acht mensen. De satan had het bijna gewonnen. De kerk was bijna
verdwenen. Listig, ongemerkt ging de satan zijn gang. Niet met geweld,
maar door gelijkschakeling van kerk en wereld. Zó brengen de
gelovigen zichzelf nog altijd in gevaar .
Hoe genadig de HERE
ook had gered: na de zondvloed gaat het (Gen. 11 : 4) toch weer mis. De
mensen zoeken zichzelf, weigeren God te dienen en zijn
scheppingsopdracht te vervullen. Ze gaan zichzelf een naam maken. De
HERE verhindert dat door de spraakverwarring. (Gen. 11 : 6-9)
-Maar het ongeloof
neemt toe. Het lijkt of er niet één gezin zal
(Jozua 24 : 2) overblijven dat de HERE dient. Ook hier blijkt dat de
duivel vaak niet werkt door geweld, maar door list, door
gelijkschakeling.
-Als God Abraham
afzondert, en later het volk Israël dat uit hem geboren wordt,
gaan satans praktijken door . Ismaël strijdt met Izak, Esau
strijdt met Jakob: slangenzaad tegen (Gen. 21 : 8-13) vrouwenzaad. (27
: 41-46)
-Na het mislukken van
het geweld van de Farao, Israël wordt uit (Ex. 1) Egypte
verlost, volgen weer de verleidingen tot afgodendienst.
-Zelfs dichtbij
Kanaan, nog in de woestijn alweer gelijkschakeling: (Num. 25 : 1) "het
volk pleegt ontucht met de dochters van Moab. Dezen nodigden het volk
tot de slachtoffers van haar goden en het volk at daarvan en boog zich
neer voor haar goden".
In Kanaan
Als ze in Kanaan zijn
gebeurt weer hetzelfde: Baal en de godin Astarte (Richt. 2 : 13 / 10 :
6) te worden gediend. Steeds weer weet de satan Gods volk te verleiden
(1 Sam. 7 : 3 / 12 : 10) tot afgodendienst. (1 Kon. 11: 5).
-Hij gebruikt als zijn
bondgenoten leugenprofeten en afvallige (1 Kon. 16: 31-33) priesters en
koningen. De priesters Hofni en Pinehas, zonen van de hogepriester Eli,
(Sam. 2 : 12-17) besmeurden de verzoeningsdienst en bedreigden allen
die nog de HERE wilden dienen. Zo stonden ze Gods genade en vergeving
in de weg. (1 Kon. 18:20-46)
-De Baalspriesters
stonden tegenover die éne trouwe profeet Elia; de (Kon
8:1-28) valse profeet Zedekia t:genover Micha; de !eugenprofeet Hananja
tegenover Jeremia; Semaja tegenover Nehemia. (Neh 6 .10-13)
-Ontrouwe koningen
heeft de satan ook gebruikt om te trachten (1 Kon. 1: 1-13) Gods volk
ten onder te brengen: zelfs koning Salomo aan het eind van (2 Kon. 16 :
1-20) zijn leven en om maar enkelen te noemen: Achaz en Manasse. (21 :
1-18)
Na de ballingschap
In de tijd dat Jezus
op aarde was, werd het joodse godsdienstig leven (Matth. 22 : 23-33)
beheerst door de Sadduceeën en de Farizeeën. De
Heiland noemt ze (Matth. 23 : 1-39) "blinde leidslieden van blinden".
Ze moesten schriftgeleerden zijn maar konden zelf de Schriften niet
lezen. Ze waren verblind, misleid en werden zo misleiders. Ze zijn
"slangenzaad", "adderengebroed uit (Luk. 3 : 7) de vader de duivel".
Christus kwam de werken van de duivel verbreken (Joh. 8: 44). Door het
verzet van de Schriftgeleerden en Farizeeën tegen Hem (1 Joh.
3 : 8) kwam toen de vijandschap en de strijd tot een hoogtepunt. Het
werd (Luk. 22 : 53) "het uur en de macht van de duisternis".
Tussen Pinksteren en Wederkomst
Na Pinksteren werkt de
satan intenser dan hij ooit gedaan heeft. Je (Openb. 12: 1-6) kunt dat
lezen in Openbaring 12. Daar wordt de kerkstrijd die alle eeuwen
omspant getekend. Eerst de strijd van de satan tegen de kerk van het
Oude Verbond (vers 1-6): "de vrouw" is de oudtestamentische kerk die
het k.ind "de Messias" voortbrengt. Dan de strijd tegen (Openb. 12:
7-12) de Here Jezus ChrIstus Zelf, "het nageslacht van de vrouw" (vs.
7-12).
De satan heeft dan de
strijd in feite al verloren. Hij wordt uit de hemel gebannen. De
Verlosser is buiten zijn bereik. Toen is hij alles gaan inzetten tegen
de kerk van het Nieuwe Testament ("de vrouwen (Openb. 12 : 13-18) de
overigen van haar nageslacht"). Hij wordt de grote verleider, die de
hele wereld verleidt. Hij doet dat (Openb. 12 : 9) vaak door zich te
vertonen als een engel van het licht, alsof hij een (2 Cor. 11 : 13,
14) goede, hemelse boodschapper is als Gabriël. Paulus zegt
dat hij dat (Luk. 1: 19) kan doen door "schijnapostelen, bedriegelijke
arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus".
Dat gebeurt ook
vandaag. De satan komt en werkt door ambtsdragers, dominees, die erg
rechtzinnig schijnen, maar het evangelie van (I Cor. 1: 23) de
gekruisigde Christus verdraaien.
En wie moeten het
speciaalontgelden? "De overigen van het nageslacht van de vrouw, die de
geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben." Juist waar
de kerk trouw is en waar de leden van de kerk trouw zijn, daar komt de
satan met zijn verleidingen en zet hij zijn legers in, en hij heeft
veel volgelingen.
De kerk moet blijven strijden
De kerk kon zich niet
beperken tot de apostolische geloofsbelijdenis alleen. Tegen de
dwaalleer werden de geloofsbelijdenissen van Nicea en van Athanasius
opgesteld. Want er kwamen in de kerk dwaalleraars, leugenprofeten. Die
ontkenden dat Jezus echt Gods Zoon was; of ze leerden dat Hij wel Gods
Zoon was, maar niet echt mens (Hij zou een schijnlichaam hebben gehad);
of ze leerden dat Hij maar tijdelijk God en mens was geweest, en dat de
godheid Hem vóór zijn lijden weer had verlaten;
de éne dwaalleer volgde op de andere -telkens in strijd met
het zuivere evangelie. Later moesten weer andere beslissingen genomen
worden en moest de kerk weer andere dwaalleraars veroordelen. Zo werd
ontkend door een zekere Pelagius dat de mens bij zijn geboorte zondig
was.. Er zou geen erfzonde zijn,de mens werd alleen zondig door (Art.
15 NGB navolging.
Leugenleraars schijnen
telkens te komen met iets nieuws; vaak is het een oude ketterij in een
nieuw jasje. De duivel gaat steeds voort met zijn misleiding. Maar de
kerk blijft zich teweer stellen. Zo moesten er nog uitvoeriger
belijdenisgeschriften komen zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis en
de Heidelbergse Catechismus (en in andere landen dergelijke
belijdenisgeschriften).
De satan neemt vaak
mensen in dienst, machtige mensen, bewogen mensen, hartstochtelijke
predikers. Maar ze brengen een vals evangelie (H.C. Zondag 11).
Zo werd ontkend dat
Jezus een volkomen Heiland was. De mens (Art. 22 NGB) werd naast Hem
gesteld, de mens met zijn eigen goede werken, een gedeeltelijke
zelfverlossing. Ja zelfs werd en wordt een mens, Maria, aangewezen als
mede-middelares van de genade.
Anderen leerden dat de
genade van de schuldvergeving zo groot is dat je vrij kon zondigen: God
vergeeft wel! En ook dat de Geest regel- recht spreekt in je hart,
buiten de bijbel om.
Zo waren ook de
Dordtse Leerregels noodzakelijk. Weer een nieuwe dwaalleer was er toen:
de remonstranten van die tijd maakten van de trouwe God een
veranderlijke God: God regeerde niet, wel zag Hij alles van te voren.
Hij liep als het ware achter de feiten aan: daarom geen uitverkiezing
en verwerping, geen radicale verdorvenheid van de mens, geen volkomen
Jezus.
De strijd om het
zuivere evangelie gaat altijd door. De Heiland heeft (Luk. 21 : 8) er
steeds weer op gewezen dat de leugenprofeten, in onze tijd vaak in (Mat
th. 24 : 24) het bijzonder dominees en professoren die de waarheid
verdraaien, (Hand. 20 : 29, 30) zouden komen. Ook de apostelen hebben
in hun spreken en hun brieven steeds weer gewaarschuwd. De meeste
brieven zijn telkens vol bestrijding van en waarschuwing tegen
dwaalleer. Judas schrijft zelfs een aparte brief tegen twee dwalingen
die vernietigend werken: de bandeloosheid en de gezagsloosheid, die
principieel worden verde- digd.
Het enige wapen
Paulus wijst de
gelovigen op het enige verweer dat de kerk heeft: de (Efeze 6 : 10-20)
wapenrusting van God (het uniform van God). En als wapen: het zwaard
van de Geest, het Woord van God (vs. 17). Je moet om de dwaalleer te
bestrijden de bijbel kennen door en door. Daarom Gods Woord
onderzoeken, om de leiding van de Heilige Geest bidden en de Heilige
Geest laten werken. En zuivere bediening van het woord van God is een
eerste vereiste.
Want velen worden
verleid. Het gebeurt vaak zo fijn, zo listig en ook zo bewogen,
oecumenisch. Daarom is de strategie van de satan wereldomvattend. Hij
komt zelfs met wonderen en tekenen. Maar je (2 Thess. 2 : 9, 10) hoeft
niet verleid te worden; als je maar liefde tot de waarheid hebt, liefde
tot het ene evangelie, liefde tot Jezus Christus zelf. Wie de liefde
tot de waarheid niet heeft, wordt een prooi van de dwalingen en gaat de
leugen geloven. Je kunt het goed bedoelen, maar je gelooft het en je
komt voor eeuwig om.
Ons wapen:
Allereerst zullen we kijken
naar vers 10 tot 13 van Efeze 6. Paulus begint namelijk niet gelijk met
het benoemen van de wapenuitrusting, hij schrijft eerst enkele
toelichtingen op over de noodzaak van de wapenuitrusting.
In vers 10 benoemd Paulus dat je deze strijd niet alleen aan kunt gaan
maar dat je gesterkt wordt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht.
Iedere gelovige staat na zijn bekering in deze geestelijke strijd. Het
is niet zo dat je na je bekering achterover kunt leunen omdat het toch
goed is tussen jou en God. Nee!! Integendeel je wordt opgeroepen tot de
strijd. Als het goed is dan voel je na je bekering ook die strijd in
meer of mindere mate in je leven omdat je niet overal meer aan mee kunt
en wil doen.
In vers 11 klinkt de oproep om de gehele wapenuitrusting van God aan te
trekken opdat we de listige omleidingen van de duivel kunnen weerstaan.
De duivel is een listige tegenstander, elk moment van onoplettendheid
gebruikt hij om je onderuit te halen. Daarom klinkt door de gehele
Bijbel de oproep: waakt en bid!! Ook klinkt in dit vers de oproep om de
gehele wapenuitrusting aan te doen want laat je een deel achterwege dan
is dat een zwakke plek en wordt je een gemakkelijke prooi voor de
vijand.
In vers 12 wordt met de verschillende benamingen aangegeven hoe machtig
deze vijand is. De vijand zelf is de duivel of om het anders te zeggen
de mensen moordenaar vanaf het begin of een ronddolende briesende
leeuw, dat is dus geen gemakkelijke tegenstander! Om aan te geven dat
het een serieuze zaak is: in Judas vers 9 wordt genoemd dat zelfs
aartsengel Michael het niet zelf durft op te nemen tegen deze vijand.
Maar we hoeven deze strijd gelukkig niet alleen aan te gaan. Want we
moeten met Paulus belijden dat we zwak zijn maar machtig in de Heere.
God kan deze vijand wel aan en dat heeft hij ons ook al laten zien in
Zijn Woord, de uitkomst van de strijd staat al vast en hangt dus niet
van ons kunnen af.
In vers 13 wordt nog eens genoemd dat je de gehele wapenuitrusting
dient aan te trekken, een dubbele oproep die nogmaals benadrukt hoe
belangrijk dit is. Ook wordt hierbij nog een andere reden genoemd
waarom dit zo belangrijk is. Namelijk opdat je de vijand kunt weerstaan
in de boze dag en dit kan alleen als je geoefend bent in het gebruik
van de geestelijke wapens. Alleen dan zullen we staande blijven in het
uur van de verzoeking. Met de boze dag wordt hier de dag bedoelt waarop
de verleiding van de duivel haast onweerstaanbaar is.
In de verzen 14 tot 17 wordt de wapenuitrusting genoemd. Paulus
beschrijft deze aan de hand van de uitrusting van een Romeinse soldaat.
Op het vragenblad zie je hiervan straks een plaatje zodat je er een
beeld bij hebt. In het aandoen van de geestelijke wapenuitrusting zit
een logische volgorde net als bij het aankleden. Dit zul je zo wel
merken.
Als eerste wordt de gordel van de waarheid genoemd. Met een gordel
hield een soldaat van die tijd zijn lange kleren omhoog want anders kon
hij daarover struikelen en het belemmerde hem enorm tijdens het
strijden. Bij de gordel van de waarheid wordt Gods geopenbaarde
waarheid bedoeld. Dus om het met een doordenkertje te zeggen: hier
wordt het geloof dat jij gelooft bedoeld. Als je deze waarheid verstaat
stelt dat je in staat om te handelen. Als je deze gordel niet omdoet
dan wordt je door de satan gemakkelijk verleid al voordat je in de
strijd bent aangekomen. Hij trekt je dan naar een oppervlakkige
godsdienst of een wettische dienstbaarheid waardoor je het oog verliest
op Gods genade. Dit kan de satan heel sluw brengen door kleine
verdraaiingen van Gods Woord. De oplossing hiertegen is deze gordel
welke je verkrijgt door het goed kennen van de leer van de Bijbel. Lees
je Bijbel dus elke dag!!
Hierna wordt het borstwapen van de gerechtigheid benoemd. Het
borstwapen bied bescherming voor de vitale organen. In het oosten en
dus ook in de Bijbel zijn de organen de plaatsen waar de emoties en
genegenheden zich bevinden. Met het borstwapen van de gerechtigheid
wordt Gods gerechtigheid bedoeld. Dit is de gerechtigheid die door God
uit genade om Christus wil aan ons wordt toegerekend. Deze
gerechtigheid wordt langs de volmaakte liniaal van de wet gemeten en
daarom kunnen wij die niet zelf volbrengen en is het offer van Christus
noodzakelijk. Als we bekeert zijn dan mogen we het onszelf voortdurend
voorhouden dat we door het geloof vergeving van onze zonden hebben
ontvangen. Deze gerechtigheid ligt in Christus vast en als we ons
hieraan vasthouden dan vormt dit een bescherming voor ons gevoel.
Tegelijk moeten we zeggen dat het om een borstwapen gaat en ons
beschermt in de strijd. Het biedt dus geen bescherming als we
wegvluchten. Er is geen bescherming als we van Gods weg afgaan en daar
zijn vanuit de Bijbel tal van voorbeelden van. Denk maar aan
bijvoorbeeld: Abraham, David of Simson. Als we dit borstwapen links
laten liggen dan bespeelt de duivel onze gevoelens zo dat we niet meer
in Gods toegerekende gerechtigheid geloven. Je komt terecht in twijfel
en duisternis. Vooral als een kind van God in zonden valt dan zijn de
aanvallen van de duivel gericht op je gevoelens. Maar met het
borstwapen van de gerechtigheid aan, kun je tegen de duivel zeggen: ja,
ik heb gezondigd en ja, God is rechtvaardig als Hij mij verloren laat
gaan maar ik ben Zijn kind en daarom zijn mijn zonden in Christus
vergeven. God heeft in Zijn Woord tegen ons gezegd dat hij ons niet zal
verlaten en God kan zichzelf niet verloochen. Daarom trekt aan het
borstwapen van de gerechtigheid Gods!
Als 3de worden de schoenen van de bereidheid van het Evangelie van de
vrede aangereikt. Een Romeinse soldaat had sandalen nodig om zich
sneller te kunnen verplaatsen, beter grip te hebben op de grond en om
zijn voeten te beschermen tegen de punten die de vijand in de grond
stak om zo de tegenstanders uit te schakelen. De schoenen van de
bereidheid van het Evangelie van de vrede staan voor: het weten waar je
voor staat. Het is de hartelijke keuze en de bereidheid om niet alleen
de voorrechten van het Evangelie te begeren maar ook de
verantwoordelijkheden en de moeiten ervan te aanvaarden. Jij moet de
onberouwelijke keuze maken om je alleen aan Gods Evangelie te houden.
Dit houdt in dat je geen compromissen sluit over de inhoud van het
Evangelie want dan loop je op blote voeten en glijd je gemakkelijk uit.
Met deze schoenen kun je sneller inspelen op de veranderde tactieken
van de duivel. De duivel voert geen loopgraven oorlog meer, hij is
voordurende in de aanval en komt via de tv, het internet, etc. je kamer
binnen. Paulus noemt het de schoenen van het evangelie van de vrede.
Het Evangelie van God waarin je geen compromissen sluit zorgt voor een
vrede die alle verstand te boven gaat. Als je weet dat voor degenen die
God hartelijk liefhebben alle dingen meewerken ten goeden dan hoef jij
je niet meer bezorgt te maken. Trekt dus aan de schoenen van het
Evangelie van de vrede.
Als 4de wordt het schild van het geloof genoemd. Achter een Romeins
schild kon je helemaal wegschuilen. Bovendien was het schild tijdens de
oorlog bekleedt met natte huiden en zo kon je de vurige pijlen van de
tegenstander uitblussen voordat deze schade aan konden richten. De
duivel heeft geen moraal en is de enige die vurige pijlen afschiet.
Christenen mogen en willen dit niet doen. De vurige pijlen beelden een
hatelijke opmerking of gemene behandeling van bijvoorbeeld een collega
uit. Ook hitst de duivel soms door een paar mensen een hele menigte op.
Kijk maar naar de Heere Jezus aan het kruis, hoeveel vurige pijlen
worden er niet op Hem afgeschoten!! Deze aanvallen zijn alleen door het
geloof te doorstaan. Je doorziet door het geloof waar de duivel mee
bezig is en je omhelst wat van de Heere is en wat Hij belooft. Het
schild van het geloof houdt in dat je Gods Woord praktisch toepast in
de situatie waarin de boze je probeert je te verwonden. Je geloof neemt
toe in sterkte naarmate je God meer en meer leert kennen in Zijn zijn,
Zijn kunnen en Zijn beloven. Kortom met dit schild schuil je achter het
Woord van God die niet liegen kan in eeuwigheid. Achter dit schild
verliezen de brandende woorden van de leugenaar van de beginne hun
kracht. Dit zorgt er voor dat je in de gemeenste aanvallen blijft
geloven en in die weg ook gaat ervaren dat Gods genade echt genoeg is
en dat Zijn kracht in jouw zwakheid tot heerlijke openbaring komt. Je
mag Gods beloften als schild gebruiken en als je dit niet doet dan ga
je twijfelen aan Gods kunnen en zit je ineens verstrikt in de netten
van de boze. Daarom zoek de Bijbel door naar Gods beloften!!
Vervolgens wordt de helm van de zaligheid genoemd. De helm van een
Romeinse soldaat zat helemaal rondom het hoofd en zo is het hoofd aan
alle kanten beschermd. In de ontwikkeling van de helm diende deze ook
steeds meer als een versiering van de uitrusting van de soldaat. De
helm van de zaligheid biedt dus bescherming aan je hoofd, hierin
bevinden zich je gedachten. In de Bijbel staat de helm van de
zaligheid, vanuit het Grieks kun je dit ook vertalen met helm van de
verlossende God. God gebruikt deze helm om Zijn kind tot de verlossing
te brengen. De verlossing is het ontvangen van de volkomen zaligheid
bij de heerlijkmaking aan het einde van ons leven of bij de wederkomst.
Dit houdt 2 dingen in. Enerzijds kan gezegd worden dat wie in Christus
Jezus is, nu al verlost is en anderzijds ben je nog niet aangekomen in
de hemel. Van dit gegeven maakt de duivel gebruik. Hij probeert je
gedachten zo te sturen dat je de moedeloos, opstandig of twijfelmoedig
wordt in de strijd. De duivel probeert je in te geven dat alle strijd
tevergeefs is. Daarom is deze helm belangrijk, hij beschermt je tegen
deze gedachten. De helm is de hoop op de zaligheid en deze hoop is een
vrucht van het geloof. De hoop is het blijde verwachten van wat wij
geloven. Hopen houdt in dat je tot je door laat dringen wat het
betekent dat jij in Christus deel hebt gekregen aan de vergeving van de
zonden en het eeuwige leven. Deze hoop maakt in de beproevingen blij en
biedt steun. Bovendien is deze hoop ook een versiering voor de
gelovige. Je schittert ermee tot eer van de Hemelse Vader. Zelfs in
diepe nood kan je dan uitroepen dat voor jou de kroon van de
rechtvaardigheid is weggelegd. Door de hoop mag je alles in de juiste
verhoudingen zien. Dit is namelijk geen blijvende ellende, nee, je bent
onderweg naar het eeuwige leven bij God. De Heere heeft je de helm van
de zaligheid gegeven opdat jij er nu al iets van genieten zult en door
dit vooruitzicht vertroost, verblijd en gesterkt zult worden.
Als laatste onderdeel wordt het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord
genoemd. Een zwaard bied je de mogelijkheid om je te verdedigen maar
ook om de vijand te verwonden. Paulus geeft in het Grieks aan dat het
hier om een kort zwaard gaat, dat gebruikt wordt bij een gevecht van
man tot man. Het is dus een persoonlijk gevecht. Het zwaard van de
Geest is het Woord van God omdat de Heilige Geest de Bijbel
geïnspireerd heeft. Maar ook bewerkt de Heilige Geest in het
hart van de gelovigen de zekerheid dat de Bijbel het Woord van God is
en dus ook de waarheid. Bovendien zorgt de Heilige Geest er ook voor
dat je verstand verlicht wordt zodat je het Woord van God ook werkelijk
gaat verstaan. De Griekse vertaling van Gods Woord duidt vooral op het
gesproken woord. Het gaat dus om het naspreken en het persoonlijk
gebruiken van het Woord van God. Met het zwaard van de Geest kan je de
duivel van je jagen en hem verwonden. Het is wel van belang dat je dit
zwaard niet in eigen kracht gebruikt maar dat je dit wapen in Christus
ter hand neemt. Jouw zwaard kan ook bot worden en om het zwaard scherp
te houden is het van belang dat je zeker weet dat de hele Bijbel van
Genesis 1 tot Openbaringen 22 de waarheid is. Ook is voor een scherp
zwaard een goede Bijbelvertaling van groot belang omdat de satan elke
kleine verdraaiing aangrijpt om je ten val te brengen. Om dit zwaard
van de Geest te kunnen hanteren is een gedetailleerde kennis van de
Bijbel noodzakelijk zodat je deze kennis in de juiste situatie kunt
toepassen. De Heere wil dat wij Zijn Woord naspreken omdat dat een
vlijmscherp zwaard is. De duivel weet bij het gebruik van dit zwaard
ook dat je gelijk hebt, want hij begint direct over wat anders.
Tegelijk wordt je eigen ziel door het afslaan van de aanvallen
bevestigd en versterkt. Dan weet je namelijk weer dat je niet anders
kunt omdat dit het Woord van God is. Neem Gods Woord dan aan en neem
het ter hand om alleen daarvan je zekerheid en veiligheid te
verwachten!!
Als laatste kijken we nog kort naar vers 18-20. Hierin komt naar voren
dat we deze strijd biddend moeten aangaan. Het gebed is geen onderdeel
van de wapenuitrusting maar het is wel heel belangrijk. De
wapenuitrusting kan namelijk alleen tot zegen zijn in de gemeenschap
met de Heere en deze gemeenschap wordt onderhouden door het gebed. Het
gebed is een geheim dat al het eerder genoemde draagt en doortrekt.
Bovendien belijden we in het gebed onze zwakheden en dan gaan we zoeken
naar de schuilplaats van Gods kracht. Het gebed bepaald dus de waarde
van de wapenuitrusting en hierdoor ben je in zwakheid machtig in de
Heere. Paulus geeft ook aan dat het in het gebed niet alleen om jouw
noden en zwakheden gaat. Hij roept ook op om voorbede te doen voor alle
heiligen. Door de voorbede leer je inzien dat anderen op veel
moeilijkere plaatsen gesteld zijn en je krijgt er zicht op dat dit niet
je eigen strijd is maar Gods strijd waarvan de uitkomst al vast staat.
Samen met alle heiligen sta je in de strijd door voor elkaar te bidden
wordt de onderlinge band sterker waardoor je sterker in de strijd komt
te staan. Als laatste geeft Paulus ook nog aan dat je aan anderen mag
vragen om voor jou te bidden, hij doet dit zelf ook. Maar Paulus bidt
wel vanuit zijn roeping om een getrouw soldaat te zijn en om het
Evangelie door te mogen geven. Je mag je ervan bewust zijn dat je met
een oprecht gebed ook arbeid in het Koninkrijk van God.
Als je op Christus ziet en de wapenuitrusting van God aanneemt en
aantrekt dan mag je meer dan overwinnaar zijn door Hem die ons heeft
liefgehad.
Daarom de wapenrusting van God aandoen
De satan zal het wel verliezen.
Tot de oordeelsdag wordt hij door God met eeuwige banden bewaard, en
dan komt zijn totale veroordeling: de kop zal hem worden vermorzeld,
d.w.z. hij lijdt een (Gen.3 : 15) volkomen nederlaag
-hij wordt bewaard
gehouden om geoordeeld te worden op de grote dag. (Judas: 6)
-hij zal geworpen
worden "in de poel van vuur en zwavel", de tweede dood (Openb. 20: 10),
de volkomen dood. Zo komt de volkomen overwinning van Jezus Christus:
-dan verschijnt het
heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn
Gezalfde;
-dan verschijnt de
Christus in majesteit op de grote, witte troon; (Openb. 12 : 10)
-dan overwint het
Woord van God: de Christus. Hij verschijnt in (Openb. 20 : 11) een met
bloed gedrenkt kleed: er was veellijden en altijd strijd. Maar Jezus
Christus is overwinnaar: "Koning der koningen en Here der (Openb.19:
11-16) Heren".
Overwonnen overwinnaars
De bijbel spreekt vaak
over de gelovigen als overwinnaars. En Jezus (I Joh. 2 : 13 /4 : 4)
Christus Zelf belooft grote heerlijkheid aan ieder die overwint. Maar
wie wil overwinnen moet eerst overwonnen worden. (Openb. 2 : 7, 11, 17,
26). Overwonnen door de genade van Jezus Christus. (Openb. 3 : 5, 12,
21) Je moet je in de strijd erg zwak weten, want: "als ik zwak ben, dan
(2 Cor. 12: 9, 10) ben ik machtig" en de Here zegt tegen Paulus: "Mijn
genade is u genoeg, want de kracht (d.i. de kracht van Christus)
openbaart zich eerst ten volle in zwakheid". Wie op eigen kracht
vertrouwt, verliest! Wie weet van eigen zwakheid zal overwinnen door de
kracht van Christus. Om die kracht moet gebeden worden: "Leid ons niet
in verzoeking maar verlos ons van de boze". De Heid.Cat. zegt daarvan:
"Wij zijn van onszelf zó zwak dat wij zelfs geen ogenblik
kunnen (H.C. vr./antw. 127) standhouden. Daarom bidden wij U: wil ons
toch staande houden en sterken door de kracht van Uw Heilige Geest,
opdat wij uiteindelijk de overwinning volkomen behalen".
Dit evangelie van
strijd is het evangelie van het koninkrijk. Het zal alles uitlopen op
de glorie van God, op de overwinning en de heerlijkheid van Jezus
Christus met allen die Hem hebben liefgehad.
Door strijd en lijden
tot heerlijkheid!
"Amen, de lof en de
heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de macht en
de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen. (Openb. 7 : 12)
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)