HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                                                                                                                     

Of je het er mee eens bent of niet - Jezus is God


Lees de Bijbel   De Bijbel is niet een boek dat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God: 

Bijbelstudie 711 - Of je het er mee eens bent of niet - Jezus is God

De vraag die voor ons ligt, luidt: “Is Jezus God?”

De vraag is dus niet: “Is Jezus de Zoon van God?”, want daarop zouden velen zonder aarzeling een bevestigend antwoord geven. Maar zij bedoelen daarmee, dat Hij “een zoon van God is, zoals ieder ander mens”. Zij geloven namelijk niet, dat Hij op een hele bijzondere en unieke wijze de Zoon van God is. Met andere woorden: zij ontkennen, dat Hij gelijk is aan God de Vader.

In deze studie willen wij graag aantonen dat Jezus God is, door in de eerste plaats enige Schriftplaatsen aan te halen die dit duidelijk verklaren. Daarna zullen wij zien, dat er vele uitspraken in de Schrift te vinden zijn, die Zijn Godheid bevestigen, zonder dit openlijk te verklaren. Tenslotte zullen wij nog enkele verzen bestuderen die vaak gebruikt worden om Zijn godheid te ontkennen, maar die in werkelijkheid het tegendeel bewezen.

Sommige verzen verklaren duidelijk dat Jezus God is

Johannes 1:1
    “In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God”.

In vers 14 van hetzelfde hoofdstuk lezen wij, dat het Woord vlees geworden is en onder ons gewoond heeft. Met andere woorden: het Woord is de Heere Jezus Christus!

Het hierboven aangehaalde vers leert ons drie belangrijke dingen over de Heere Jezus.
1.Hij was “in den beginne”. Hij Zelf had nimmer een begin. In wat wij zouden kunnen noemen ‘het beginloze begin’, was Hij reeds.
2.Hij was “bij God”. Dat wil zeggen: Hij was een afzonderlijk Persoon, levend bij God de Vader.
3.Hij “was God”.

Door deze duidelijke uitspraken is de absolute godheid van de Heere Jezus Christus boven alle twijfel verheven.

Er zijn sekten die een Bijbelvertaling gebruiken, waarin het laatste deel van vers 1 luidt: “… en het Woord was een god”. Maar deze vertaling is vals en in strijd met de grondtekst

Johannes 5:23
    “Opdat zij allen de Zoon eren gelijk zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, Die Hem gezonden heeft”.

Dit vers zegt ons, dat de Zoon op dezelfde wijze en in dezelfde mate moet worden aanbeden en geëerd als de Vader. “Wie de Zoon niet eerst, eerst ook de Vader niet”. Als Jezus niet God was, zou deze uitspraak zonder meer godslasterlijk zijn.

Als valse leraars aan mijn deur komen om hun verderfelijke leringen te propageren, vraag ik hen gewoonlijk: “Eert u de Zoon, zoals u de Vader eert?”. Meestal proberen zij dan van onderwerp te veranderen, maar daarvoor geef ik hun de kans niet. Het heeft geen enkele zin over welk onderwerp ook met hen te spreken, als zij deze vraag niet bevestigend beantwoorden.

Johannes 10:30:  
    “Ik en de Vader zijn één”

Mensen, die de godheid van Christus loochenen, verklaren dit vers door te zeggen dat Hij en Zijn Vader eensgeestes, eensgezind en eenswillend waren. Maar de Joden, die leefden in de tijd dat Jezus hier op aarde was, wisten beter. Zij wisten, dat de Heere Jezus met deze uitspraak bedoelde, dat Hij gelijk God was (vs. 31,32). Als de Joden Zijn woorden verkeerd begrepen hadden, dan had de Heere Jezus hun beschuldigingen gemakkelijk kunnen weerleggen, door te zeggen dat het allemaal op een misverstand berustte. Maar dat deed Hij niet, omdat zij exact begrepen hadden, wat Hij bedoelde!

Johannes 14:8,9
    “Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zei tot hem: Ben Ik zo lang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien; Hoe zegt gij: Toon ons de Vader?”

Als Jezus alleen maar een mens was, zou het de hoogste vorm van onbeschaamdheid en godslastering geweest zijn te zeggen: “Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien”. Maar de eenvoudige waarheid is, dat de eniggeboren Zoon, de Heere Jezus christus, de Vader heeft doen kennen aan de mensen (Joh. 1:18). De mensen zagen God in menselijke gedaante, als zij zagen naar de Heere Jezus.

Romeinen 9:5
    “Uit hen (Israël) is, wat het vlees betreft, de Christus, Die is boven alles, God, te prijzen in eeuwigheid”.

Deze verzen 4 en 5 beschrijven de grote voorrechten, die Israël als natie had. Zij waren Gods uitverkoren volk en Gods deelde Zijn heerlijkheid met hen. Hij sloot een verbond met hen en gaf hun de wet. Zij hadden de tempeldienst en Gods beloften en zij stamden af van de aartsvader. Maar het belangrijkste van alles is dat de Messias uit dit volk voortgekomen is. De Messias Die boven alles God is, te prijzen in eeuwigheid. Uit dit wonderbare vers blijkt, dat onze Heiland zowel God als Mens is.

Kolossenzen 2:9
    “Want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk”

Dit vers zegt ons, dat de volle inhoud van de goddelijke natuur woont in Christus, in Zijn mensheid. Met welk een zorg openbaart en bevestigt de Heilige Geest de godheid van de Heere Jezus. Al de volheid Gods woont in Christus, in Zijn menselijk lichaam. Deze woorden leren duidelijk, dat de Heere Jezus God is, in een lichaam van vlees en bloed. Dit is een piramidebewijs:

De godheid

 De godheid lichamelijk
 De volheid der godheid lichamelijk
 Al de volheid der godheid lichamelijk

Hebreeën 1:8
    “Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scheper der rechtmatigheid is de scepter van Uw Koningschap”.

Hier lezen wij, wat God de Vader sprak tot de Zon. Hij noemde de Zoon God en zei tot Hem, dat Zijn troon zou duren tot in alle eeuwigheid en dat Hij in Zijn koninkrijk zou regeren met rechtmatigheid. In de verzen 10 tot 12 van ditzelfde hoofdstuk lezen wij verder dat God de Vader verklaard heeft, dat de Zoon alle dingen geschapen heeft, dat Hij eeuwig is en nooit zal veranderen.

1 Johannes 5:20
    “Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven”.

Toen de apostel Johannes deze brief schreef waren er valse leraars, die de godheid van Christus loochenden. In dit vers waarschuwt hij zijn lezers voor elke leer, die de absolute godheid van Christus aantast. Sprekend over de Zoon van God zegt hij: “Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven”.

Vele verzen verklaren indirect dat Jezus God is

Behalve deze teksten, die duidelijk de godheid van Christus leren, zijn er een groot aantal teksten, die deze waarheid bevestigen. Hier volgen enkele voorbeelden:

Efeze 1:2
    “Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus”

Hier wordt gezegd dat genade en vrede komen van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. De Vader en de Zoon zouden niet in staat zijn dezelfde dingen te geven, indien zij niet volkomen aan elkaar gelijk waren. Zie ook Fil. 1:2, 2 Thess. 1:2, 1 Tim. 2:2.

Efeze 1:3
    “Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus”.

Hier wordt God beschreven als de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Als Mens erkende de Heere Jezus, dat God Zijn God was. Als God verklaarde de Heere Jezus, dat God Zijn Vader was op een unieke wijze, zoals met niemand anders het geval is. Zie ook 1 Thess. 3:11, 2 Thess. 2:16,17.

Johannes 15:24
    “Maar nu hebben zij, hoewel zij ze (Mijn werken) gezien hebben, toch Mij en Mijn Vader gehaat”.

Hier plaatste de Heere Jezus Zichzelf op één lijn met God de Vader, want Hij zei, dat de mensen gezien en gehaat hadden zowel Hem als de Vader. Zie ook Matt. 28:19, Joh. 5:17,18.

Titus 2:13    
    “Verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus”.

De schrijver spreekt niet over twee verschillende Personen. Onze grote God en Zaligmaker zijn één en dezelfde Persoon, namelijk Jezus Christus.

Mattheus 14:35
    “Die in het schip waren vielen voor Hem neder en zeiden: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon”.

De Heere Jezus liet toe, dat mensen Hem als God aanbaden. Zie ook Matt. 28:9,17, Luk. 24:52, Joh. 20: 28,29.

Als Hij niet God was, dan zou Hij door Zich te laten aanbidden, op gruwelijke wijze de wet gebroken hebben. Op straffe des doods verbood de wet immers, om andere goden te hebben en zich voor die te buigen (Ex. 20:3,4). Maar het Nieuwe Testament leert duidelijk, dat de Heere Jezus moet worden aanbeden

    “Aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwegen de Vader van onze Heere Jezus Christus aanroepen”. (1 Kor. 1-2)

    “Opdat in de Naam van Jezus zich alle knie zou buigen… en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Heere, tot eer van God de Vader!” (Fil. 2:1-11).

“En Hem (de Zoon) moeten alle engelen Gods huldigen” (Hebr. 1:6).

    “Hem, Die ons liefheeft… Hem is de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden! Amen” (Openb. 1:5,6,13-18).

Er zijn vele verzen, die tonen, dat dezelfde dingen waar zijn voor God en voor de Heere Jezus. Bijvoorbeeld: Zijn alomtegenwoordigheid.

Johannes 1:18
    “De eniggeboren Zoon, Die aan de boezem des Vaders is”

De Heere Jezus was op aarde, toen Johannes deze woorden sprak, maar Hij was tegelijkertijd ook aan de boezem van de Vader. Zie ook Matth. 18:20 en 28:20.

Wij zien de almacht van de Heere Jezus in Mattheus 8:26, waar Hij een beval gaf aan de wind en de geloven, en er was een grote stilte.
Zie ook Matth. 26:18 en Fil. 3:21.

Verder zien we in de Evangeliën telkens weer, dat Christus alwetend is. Hij wist wat de mensen dachten, zelfs als zij geen woord spraken. In Lukas 5:22 bijvoorbeeld, wist Hij was de Farizeeën dachten en in Mattheus 16:8 kende Hij de gedachten en overleggingen van Zijn discipelen, Zie ook Joh. 11:13,14; 16:39; 21:12.

De eeuwigheid van de Heere Jezus wordt duidelijk geopenbaard in Johannes 1:1, Hebreën 1:8-12 en Openbaringen 1:8.

Laten wij ook denken aan de wonderen van de Heere Jezus

Hij deed wonderen, die niemand anders ooit gedaan had (Joh. 15:24) en Hij gaf ook anderen de macht om wonderen te doen (Matth. 10:8). Maar een woord van voorzichtigheid is hier wel noodzakelijk. Wonderen zijn slechts een bewijs van de werkzaamheid van een of andere bovennatuurlijke kracht. Die kracht kan van God zijn, maar het ook van de duivel zijn.

Er zijn twee redenen, waarom de wonderen van de Heere Jezus bewijzen, dat Hij God is.
1.De schrijvers van de Oudtestamentische geschriften profeteerden, dat de Messias deze wonderen zou doen en zij zeiden ook, dat de Messias God zou zijn (Zie Jes. 9:6: “En men noemt Hem… Sterke God”).
2.De aard van Zijn wonderen was zodanig, dat alleen God ze tot stand kon brengen. Indien de duivel ze gedaan had, zou hij voortdurend zijn eigen werken en doeleinden bestreden hebben.

De Heere Jezus deed de volgende werken van God:

    Scheppen                                           - Joh. 1:3,10, Kol. 1:16, Hebr. 1:2
    Onderhouden van de schepping    - Hebr. 1:3
    Vergeven van zonden                      - Matth. 2:5-7
    Opwekken van doden                       - Joh. 5:21, 6:40,54
    Verrijzen uit de dood                        - Joh. 2:19,21, 10:18
    Zalig maken                                       - Verg. Jes. 43:11 met Matth. 1:21,
                                                                    1 Tim. 1:15

Verzen, die betrekking hebben op God in het Oude Testament en op Christus in het Nieuwe Testament

Er is nog een andere manier om te bewijzen dat Jezus God is. Sommige verzen in het Oude Testament, die hebben op God, worden in het Nieuwe Testament aangehaald en toegepast op Christus. In Jesaja 44:6 bijvoorbeeld, spreekt Jehova over Zichzelf als de Eerste en de Laatste. In Openbaring 1:17 spreekt de Heere Jezus over Zichzelf op dezelfde wijze. In Jesaja 6 zag de profeet de Heere (Jehova) gezeten op een troon, hoog en verheven. Vers 3 zegt: “Heilig, heilig, heilig is de Heere (Jehova) der heirscharen, de gehele aarde is vol van Zijn heerlijkheid”. De apostel Johannes zegt ons, dat deze Persoon de Heere Jezus is: “En dat Jesaja, omdat hij Zijn heerlijkheid zag en van Hem (de Messias) sprak” (Joh. 12:41).

   Vergelijk ook:

    Jesaja 8:13,14        met     1 Petrus 2:8, 3:14,15
    Jesaja 40:3              met     Mattheus 3:3
    Jesaja 48:12            met     Openbaring 22:13
    Maleachi 3:1            met     Markus 1:2

Jezus past in het Johannesevangelie één van de Oudtestamentische namen van God, de IK BEN, vele malen op Zichzelf toe. Zie Joh. 4:26, 6:20, 8:24,28,58, 13:19, 18:5-8.

Verzen die door tegenstanders worden gebruikt om te ontkennen dat Christus God is

Tenslotte willen wij enkele verzen onderzoeken, die door dwaalleraars gebruikt worden om de godheid van Christus te loochenen

Johannes 5:19
    “Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat Deze doet, doet ook de Zoon evenzo”

Dit is één van hun favoriete verzen. Zij zeggen: “Zie je wel, dat Christus ook zelf zegt dat Hij niets van Zichzelf kan doen!”. Hij is gewoon een mens gelijk wij. Maar is dat waar?

In de eerste plaats kunnen wij geen van allen naar waarheid zeggen, dat wij niets van onszelf kunnen doen. Wij kunnen van God afdwalen, wij kunnen Hem ongehoorzaam zijn, wij kunnen doen wat wij zelf willen en wij kunnen Hem verloochenen. Maar dat kan de Heere Jezus niet. Hij was in moreel opzicht zo volmaakt en zo overgegeven aan de wil van God, dat Hij niets kon doen buiten de instructies om, die Hij ontving van Zijn Vader. Dan gaat het vers verder om Zijn godheid te benadrukken, door te zeggen: “… want wat Deze (de Vader) doet, doet de Zoon evenzo”. Dit vers is dus één van de sterkste bewijzen in de Bijbel dat de Heere Jezus volkomen gelijkwaardig is aan God de Vader.

Johannes 5:30
    “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik... Want Ik zoek niet Mijn wil, doch de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft”.

Dit is een anders vers, dat dikwijls gebruikt wordt door mensen, die zeggen dat Christus niet God is. De Heere Jezus zegt hier voor de tweede maal dat Hij niets van Zichzelf kan doen. Is  dat een bewijs dat Hij niet God is? Nee, het bewijst, dat Hij volmaakt is en niet kan zondigen en niets kan doen, dat afwijkt wat de wil van de Vader.

Johannes 14:28
    “Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom tot u. Indien gij Mij liefhadt, zoudt gij verblijd hebben, omdat Ik tot de Vader ga, want de Vader is meerder dan Ik”.

De dwaalleraars werpen zich op dit vers als een onweerlegbaar bewijs dat Jezus niet God is. Maar zij trekken dit vers uit zijn verband en daardoor ontgaat hen de ware betekenis.

Toen de Heere Jezus deze woorden sprak was Hij op aarde en werd Hij vervolgd door zondige mensen. De Vader daarentegen was in de hemel, waar geen schepsel Hem kon bespugen of kruisigen. Indien de discipelen de Heere Jezus liefhadden, zouden zij zich verblijd hebben, dat Hij spoedig zou terugkeren naar de hemel, war mensen Hem nooit meer zouden kunnen slaan. Zolang als de Heere Jezus op aarde was, was de Vader meer dan Hij, d.w.z. meer in positie, maar niet meer in Zijn Persoon. Toen de Heere Jezus terugkeerde tot de hemel, was de Vader niet langer meerder dan Hij.

Johannes 10:32-36
    “Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede werken doen zien vanwege Mijn Vader; Om welk van die werken wilt gij mij stenigen? De Joden antwoordden Hem: Niet om een goed werk willen wij U stenigen, maar om godslastering, en omdat Gij, een Mens, Uzelf God maakt. Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: gij zijt goden? Als Hij hen goden genoemd heeft, tot wie het Woord Gods gekomen is, en de Schrift niet gebroken kan worden, zegt gij dan tot Hem, Die de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert, omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon?”

De Heere Jezus wijst Zijn vijanden op Psalm 82:6, waar God de richteren van Israël aansprak als goden of ‘machtigen’. De richteren waren slechts mensen en het beste wat van ieder van hen gezegd kon worden was, dat het Woord van God tot hen gekomen was. Toch noemde God hen “goden”.

Veel meer kan gezegd worden van de Zoon. De Vader heeft Hem uitverkoren en in de wereld gezonden. Dit betekent dat Hij bestond bij God de Vader in de hemel eer Hij tot deze aarde kwam. Indien God de richteren “goden” noemde, hoeveel te meer is de Heere Jezus waardig om God genoemd te worden.

Kolossenzen 1:15
    “Hij is het beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van de ganse schepping”.

Dit woord “eerstgeborene” wordt op twee verschillende manieren in de Bijbel gebruikt. Soms betekent het een eerste in tijd, bijvoorbeeld Jezus was het eerstgeboren Kind van Maria (Matth. 1:25). Het wordt ook gebruikt om iemand aan te duiden, die de eerste in positie is. Dit blijkt uit wat God zei van David: “Ik zal hem tot een eerstgeborene stellen, tot de hoogste van de koningen der aarde” (Ps. 89:28). David was de laatstgeboren zoon van Isaï, niet de eerstgeborene. Maar God besloot om hem te maken tot Zijn eerstgeborene en onmiddellijk daarop verklaart Hij, wat Hij bedoelt: “de hoogste van de koningen der aarde”. In deze laatste betekenis is Jezus de “Eerstgeborene van de ganse schepping”.

God heeft Hem een plaats gegeven boven de ganse schepping. Maar dat Hij zelf niet een deel van die schepping is, blijkt duidelijk uit vers 16, waar wij lezen dat “alle dingen door Hem en tot Hem geschapen zijn”. Hij is de Architect, de Uitvoerder en het Doel van de gehele schepping.

Openbaring 3:14
    “Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het Begin der Schepping Gods”.

Hier spreekt de Heere Jezus over Zichzelf als het Begin der schepping Gods. Sommige leraars beweren, dat dit betekent dat Hij het eerste geschapen Wezen was. Maar zij vergeten dat ‘begin’ ook kan betekenen, dat Hij de oorsprong is van alles, wat God geschapen heeft. Hij begon met de schepping en riep de werelden tot aanzijn.

De conclusie

Bewijzen voor de godheid van Christus zijn overvloedig in de Schrift te vinden. Zij, die dit trachten te ontkennen, bevinden zich in een zeer lastige positie. Zij moeten met de vertalingen van verzen knoeien om ze in te passen in wat zij willen leren. Zij moeten verzen uit hun verband trekken om argumenten te vinden voor hun dwaalleringen. Zij staan voor de verschrikkelijke keuze: óf de Bijbel is waar en Jezus is God, óf de Bijbel is een bedrog en Jezus is een bedrieger en godslasteraar.

Het Woord van God leert telkens en telkens weer, dat de Heere Jezus Christus is, God geopenbaard in het vlees, en dat Hij als zodanig gelijk is aan God de Vader en de Heilige Geest.

Wie is Jezus nu eigenlijk?

We kennen Hem als God en als de vleesgeworden Zoon van God. Wij zijn misschien meer geneigd om aan Jezus te denken zoals Hij hier op aarde rondwandelde dan aan Jezus in zijn hemelse heerlijkheid. We gaan aan de hand van bijbelteksten bestuderen hoe Hij in het Woord van God, de bijbel, aan ons overkomt.

Wij mogen geloven in Jezus Christus, de eerstgeborene der ganse schepping:
Col. 1:15-18: “Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem. Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn...”

Eerstgeborene geeft verschillende dingen aan. In de eerste plaats geeft het geen volgorde maar rangorde aan. Hij is niet Degene die het eerst “geboren” is, maar Degene die op de eerste plaats staat van degenen die geboren zijn. Het begrip geboren zijn slaat niet op een geboorte als God, want God heeft altijd bestaan. En de Zoon van God heeft ook altijd bestaan. Nee, dat geboren zijn slaat op Zijn geboorte in het vlees, toen Hij door de Heilige Geest in Maria verwekt werd. Toch hebben alle dingen hun ontstaan in Hem, zowel letterlijk in de schepping als geestelijk in de wedergeboorte. Het tweede eerstgeborene (uit de doden) duidt aan dat Hij de eerste was, die nadat Hij door mensen gekruisigd en begraven was, uit de dood opstond.

Pre-existentie (bestaan vóór de schepping van de wereld

De Zoon van God heeft ook altijd bestaan. Gen. 1:26: “God zei: Laten wij mensen maken”. Zie ook Col. 1: “Hij bestaat vóór alles....”

Joh. 1:1-3 “In het begin was het woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat”.

Wij geloven in: ...eniggeboren zoon van de levende God

Joh. 1:14: “Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader”.

Joh. 3:16: “God had de wereld zo lief, dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”.

Wie is Jezus? De eniggeboren Zoon van de levende God, onze Heer en Verlosser

Matt 16:16: “Toen vroeg hij hun: “En wie ben ik volgens jullie?” “U bent de messias, de Zoon van de levende God,” antwoordde Simon Petrus.

Maagdelijke geboorte

Matt. 1:20; 23: “... De engel zei: “Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest”. De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren...”

Luc. 1:35: “Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God”.

Het was de wil van God, dat Zijn Zoon voor de verlossing van de wereld het gehele menselijke bestaan doorlopen zou, om dit bestaan ook helemaal als mens te beleven. De enige manier om dit te kunnen verwezenlijken was dat Hij als een mensenkind geboren zou worden en daardoor behalve Zoon van God (Joh. 1:34) ook de Mensenzoon (Joh. 1:52) zou worden.

Als Hij alleen uit de mens geboren zou worden, dan had Hij nooit de macht van de zonde kunnen verbreken. Er mocht dan ook geen man aan te pas komen om een kind te verwekken, maar het zou door rechtstreeks ingrijpen van God Zelf moeten gebeuren en tegelijk moeten inpassen in de goede moraal van die tijd. Een geboorte buiten een huwelijksrelatie zou ontucht hebben betekend. Jozef had er daarom wel moeite mee, toen zijn vrouw Maria zwanger bleek te zijn. Daarom moest er een engel aan te pas komen om hem te vertellen hoe de vork in de steel zat. Jezus is dus wel in het vlees geboren, maar niet door het vlees verwekt. Islamieten zitten met dit grote misverstand dat God een Zoon zou hebben die langs vleselijke weg verwekt zou zijn. Jezus was Mensenzoon, Hij was in alle dingen gelijk als wij, maar daarbij zondigde Hij niet.

Hebr. 7:26: “Een hogepriester als hij hadden we ook nodig, iemand die heilig, schuldeloos en zuiver is, van de zondaars afgescheiden en ver boven de hemel verheven”.

1 Petr. 2:22, 23: “die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet, hij liet het oordeel over aan hem die rechtvaardig oordeelt”.

Lijden – kruisiging - sterven – begrafenis van Jezus (Joh. 19:15,16 en 30)

Dit vinden we allemaal terug in de evangeliën. Veel mensen geloven ook dat dit gebeurd is. Bach schreef de Matteus Passion, heel beroemd en beluisterd door heel veel mensen. Alleen eindigt deze met de begrafenis van Jezus.

Opstanding uit de dood

Dit heeft men vanaf het begin willen ontkennen. De Joodse Raad bediende zich van leugens Matt. 28:11-15, maar de bijbel voert overtuigende bewijzen aan dat het graf Hem niet heeft kunnen houden:

1 Cor. 15:3-8: “...dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was”.

Matt. 28:6: “Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft”. (Luc. 24:6)

Hand. 4:33: “De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk”.

Zijn verhoging aan de rechterhand van God
In de hoofdstukken 14, 15 en 16 van het Johannes evangelie heeft de Heer Jezus op verscheidene manieren aangekondigd dat Hij deze aarde weer zou verlaten om terug te gaan tot de Vader.

Joh. 14:2-3: “Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben”.

Marc. 16:19: “Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God”.

Hebr. 10:12: “... terwijl hij, na zijn eenmalig offer voor de zonden, voorgoed zijn plaats aan Gods rechterhand heeft ingenomen...”

Hebr. 1:3,4: “In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij draagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, ver verheven boven de engelen omdat hij een eerbiedwaardiger naam heeft ontvangen dan zij”.

Bekleed met alle macht in hemel en op aarde
Na zijn opstanding bevestigde Jezus hersteld te zijn in zijn almacht:

Matt. 28:18: “Jezus kwam op hen toe en zei: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde”.

Het werk van Jezus Christus

Gods wil doen - bekendmaken

Joh. 4:34: “Maar Jezus zei: “Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en zijn werk voltooien”.

Luc. 4:18-21: “De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen”. Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. Hij zei tegen hen: “Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan”. (aanhaling uit Jesaja)

Hand. 10:38: “…hoe God… Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij”.

Verzoening en verlossing

Rom. 5:11: “En meer nog, dat wij God prijzen danken we aan onze Heer Jezus Christus, door wie we nu al met God zijn verzoend”.

1 Joh. 2:2: “Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld”.

Hebr. 9:11, 12: “Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht: hij is door een indrukwekkender en volmaakter tent – die niet door mensenhanden gemaakt is en niet behoort tot onze schepping – voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft hij een eeuwige verlossing verworven”.

Hebr. 5:9: “En toen hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd hij voor allen die hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding…”

Rechtvaardig oordeel

Hand. 17:30, 31: “God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan”.

2 Kor. 5:10: “Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht”.

Niets kan ons van Hem scheiden (eeuwig leven)

Rom. 8:38, 39: “Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer”.

Joh. 5:24: “Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven”.

Pleitbezorger

1 Joh. 2:1, 2: “Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld”.

Rom. 8:34: “Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons”.

1 Tim. 2:5, 6: “Er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd”.

Niet mijn wil

Jezus was op aarde in alles volkomen gericht op de wil van zijn Vader. Het was zijn diepste verlangen om zijn Vader te gehoorzamen. Jezus zegt nadrukkelijk in de bijbel dat de Vader Hem zond en dat Hij de wil van de Vader doet en Vaders woorden spreekt en Vaders daden doet. We kunnen ons er over verwonderen: Die Twee zijn echt Een! Als we de Zoon zien en horen, horen en zien we zijn Vader. Jezus doet niet met tegenzin wat zijn Vader wil. Hij spreekt er zelf over hoe heerlijk Hij het vindt om Hem te gehoorzamen: “Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen”. Joh. 4:34.

Je zou je kunnen afvragen: Als Jezus dan zo volkomen op de Vader is geconcentreerd, moeten wij dat dan ook niet zijn? Waarom zouden wij ons meer moeten concentreren op Jezus? Doet dat niet tekort aan de Vader?

Abba, Vader

Een van de belangrijkste dingen die Jezus op aarde deed, was bidden. Hij moest voortdurend in contact staan met zijn Vader in de hemel. Alleen door Hem kon Hij zijn werk op aarde aan. Alleen door de voortdurende bemoediging van zijn Vader was Jezus in staat om te doen waarvoor Hij gekomen was; mensen winnen voor het Koninkrijk van de Vader. Daarvoor moest Hij zijn leven geven. Als Jezus bidt, spreekt Hij God aan als zijn Vader. “Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde….” Matt. 11:25. In het hogepriesterlijke gebed zegt Hij “heilige Vader” en “rechtvaardige Vader”. Daaruit spreekt ontzag. Er is tussen Zoon en Vader een ontzaglijke vertrouwelijkheid. Jezus spreekt God ook aan als “Abba”, wat papa betekent. Dit doet Hij op een heel moeilijk moment, in de hof van Getsemane, vlak voor Hij gevangen genomen wordt.

Als er in ons leven lijden is en wij ons leven als een donker dal ervaren of een tunnel zonder licht aan het einde, dan mogen we in Jezus’ naam heel eenvoudig zeggen: “Pappa, zorg voor mij”. En Hij vindt het vast niet erg als we verder gewoon zwijgen.

Pleitbezorger/middelaar

Er zijn gelovigen die zeggen: “omdat Jezus voor onze zonden aan het kruis is gestorven, kunnen wij weer met God omgaan. Op Golgotha is de weg naar het Vaderhuis weer open gegaan”. Hoe waar dat ook is en hoezeer we God ook mogen prijzen omdat Hij door Jezus weer onze God en onze Vader wil zijn, toch klopt dit niet helemaal. Want als je het zo zegt, zoals hierboven verwoord, dan zeg je eigenlijk: “Toen, op Golgotha, waar Jezus stierf, is de weg naar God weer begaanbaar geworden, en daarom kunnen we nu weer rechtstreeks met God omgaan”.

Maar dat kan niet! Wij kunnen niet rechtstreeks met God omgaan. Jezus zegt het zo: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. Joh 14:6. Dat “door Mij” moet je je eens heel concreet proberen voor te stellen. Bijvoorbeeld zo: als je een huis wilt binnengaan, en dat huis heeft maar één deur, dan is die deur de enige toegang tot dat huis. Niemand komt het huis binnen dan door die ene deur... Nu is het mooi dat Jezus zichzelf ook een keer “de deur” noemt: “Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden” Joh. 10:9.

Dus als wij tot de Vader willen komen, moeten we altijd door de Zoon heengaan! Er is geen andere manier. Dat dat mogelijk is, komt door die eenmalige gebeurtenis op Golgotha, waar Jezus Christus stierf voor onze zonden. Hij kwam, als Middelaar, tussen ons en de Vader in staan om de gebroken omgang weer heel te maken.

Soms hebben twee partijen een conflict (b.v. een arbeidsconflict). Dan wordt er vaak een mediator te hulp geroepen. Deze mediator bemiddelt dan tijdelijk tussen de twee partijen, met de bedoeling dat ze zich verzoenen. En als dat eenmaal gebeurd is, is zijn rol uitgespeeld: hij vertrekt. Weg mediator. Met Jezus is dat niet zo. Hij is niet voor een korte periode de Middelaar geweest tussen de Vader en ons, om vervolgens tussen God en ons weg te stappen. Jezus is en blijft zolang we leven onze Middelaar. Er is altijd maar één manier om de Vader te leren kennen en met Hem om te gaan: door Jezus. Zo heeft de Vader het gewild en zo wil Hij het nog altijd. Het is niet allereerst zo dat we dankzij het volbrachte werk van Christus tot de Vader kunnen komen, maar we komen tot Hem door de Persoon van Christus. Zeker, Hij heeft de gerechtigheid voor ons verworven toen Hij aan het kruis stierf voor onze zonden. Dat was zijn unieke werk. Maar het gaat nu speciaal hierom: Christus is in eigen Persoon onze Gerechtigheid (1 Cor. 1:30). We moeten niet telkens via Golgotha naar God toe, maar via Christus, die op Golgotha onze Gerechtigheid is geworden.

Joh. 14:6: “Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij”.

God's Het Reddingsplan : Jezus Christus

Na de zondeval is de relatie van de mens met God verstoord.

Rom. 3:23-26: “Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft”.

Zonder verlossing/verzoening is er een uitzichtloos vonnis voor alle mensen van de hele wereld. De weg naar de hemel is voor iedereen afgesloten omdat de wereld zo volkomen in de zonde ligt. Zonder bijzondere ingreep is redding uitgesloten. Gelukkig is die ingreep er wel - van Gods kant. Gods genade is zo oneindig groot dat Hijzelf een middel aanbiedt om te ontkomen aan het verderf. Er is verzoening nodig om de omgang met God mogelijk te maken. De enige mogelijkheid voor de mens om tot volkomen verlossing te komen ligt in het vergoten bloed van Jezus Christus, de Zoon van God.

2 Cor. 5:18-20: “Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd. Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen”.

Het woord zoenmiddel (hilasterion) dat in Rom. 3:25 is gebruikt, is in de grondtekst precies hetzelfde woord als voor het verzoendeksel dat onder het Oude Verbond zo’n grote rol speelde in de eredienst van het joodse volk. Het gouden verzoendeksel met aan één stuk daarop de twee engelenfiguren van zuiver goud, lag op de ark van het verbond die in het Heilige der Heiligen in de Tabernakel en in de tempel in Jeruzalem. In Lev. 16 lezen we hoe de hogepriester één keer per jaar op de Grote Verzoendag het heiligdom binnenging en door het voorhangsel in het Heilige der Heiligen kwam. Hij mocht daar niet binnenkomen zonder bloed van een offerdier, want: Hebr. 9:22: “...als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats”. Dit bloed stelde in feite het bloed voor van het ware Offerlam, Jezus Christus.

De hogepriester kwam in het Heilige der Heiligen voor het aangezicht van God en sprenkelde van dat bloed op het gouden verzoendeksel dat de twee stenen tafelen met de tien geboden bedekte. Dat was de “Wet” die alle mensen aanklaagde en met de dood bedreigde die tegen haar zondigden. Op grond van het vergoten bloed was er verzoening mogelijk over de zonden. Volmaakt was dat niet, want het moest telkens opnieuw gebeuren.

1 Joh. 1:7 “... en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde”.

Jezus bracht het volmaakte offer

Heb. 9:24-26: “Christus is immers niet binnengegaan in een heiligdom dat door mensenhanden is gemaakt, in de voorafbeelding van het hemelse heiligdom, maar in de hemel zelf, waar hij nu bij God voor ons pleit. Hij brengt daar niet telkens opnieuw het offer van zijn leven; hij is dus niet te vergelijken met de hogepriester die elk jaar het heiligdom binnengaat, en dat met bloed dat niet het zijne is, want dan zou hij sinds de grondvesting van de wereld telkens opnieuw hebben moeten lijden. Nee, hij heeft zich bij de voltooiing van de tijden eenmaal geopenbaard, om met zijn offer de zonde teniet te doen”.

Col. 2:13-14: “U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen hij ons al onze zonden kwijtschold. Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen”.

De bijbel geeft ons geen andere weg om verzoend te worden met God

Joh. 14:6 “Jezus zei: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij”.

Voorwaarden voor de redding

De redding wordt ontvangen door berouwvolle bekering tot God, tot vergeving van zonden en persoonlijk geloof in de Heer Jezus Christus. Door het bad van de wedergeboorte en vernieuwing door de Heilige Geest, gerechtvaardigd door genade, door het geloof, wordt de mens erfgenaam van God, overeenkomstig de hoop van het eeuwige leven.

De weg naar God begint bij een heel bewust en zorgvuldig genomen besluit om zich te bekeren van zijn zondige wegen en voortaan volgens de wil van God te gaan leven. ‘Bekeren’ wil eigenlijk zeggen: ‘een verandering van gedachte, berouw, inkeer’. Je kunt het ook beschouwen als ‘ommekeer’: het zich afwenden van de wereldse weg en het zich keren naar Gods weg. Johannes de Doper wees al op de noodzaak van bekering. Hij predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden.

Luc. 3:3: “Daar ging Johannes in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen,...”.

Matt. 3:2: “Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!”

De apostelen predikten dezelfde boodschap na de uitstorting van de heilige Geest op de eerste Pinksterdag:. Hand. 2:38: “Petrus antwoordde: “Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden,...”.

Alleen het voornemen om te breken met de zonde is op zichzelf genomen niet voldoende om het eeuwige leven te beërven. Er is een gezegde: het pad naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Het besluit moet worden genomen op grond van een persoonlijk geloof in de Heer Jezus Christus:

Joh. 1:12: “Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden”. (NBG: “Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden”.)

 Het aannemen van Jezus is een innerlijke aangelegenheid, al kan het publiek gebeuren. De uitdrukking: ‘je hart aan de Heer geven’ is een bijbelse uitdrukking:

Spr. 23:26b: “Mijn zoon, geef mij uw hart”. (NBG) – vertrouwen (NBV)

Matt. 22:37: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand”.

Het gevolg van het geven van je hart aan de Heer of het aannemen van Jezus is: wedergeboorte – de macht krijgen een kind van God te worden. Er wordt nieuw leven geboren – een nieuwe schepping – die tot leven komt en gevoed moet worden.

Joh. 3:3: “Jezus zei: “Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien”. De wedergeboorte is een werk van de heilige Geest.

Joh. 3:5: Jezus antwoordde: “Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest”.

Juist omdat men er zelf helemaal niets aan kan doen dan erin geloven is het pure genade, dat de Heer ons opnieuw geboren laat worden. Het is daarom heel belangrijk goed voor dat jonge geestelijke leven te zorgen zodat het kan groeien tot een volwassen Christen en we het eeuwige leven mogen erven.

De bewijzen van de redding

Het innerlijke bewijs van de redding is het directe getuigenis van de Geest.
Het uiterlijke bewijs, zichtbaar voor de mensen, is een leven van gerechtigheid en ware heiligheid.

Rom. 8:16: “De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn”.

Ef. 4:22-24: “Door Jezus wordt duidelijk dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen, dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten worden en dat u de nieuwe mens moet aantrekken., die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid”. 

Nog enkele Bijbelteksten

Joh. 19:30: “Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: “Het is volbracht”. Hij boog zijn hoofd en gaf de geest”.

Col. 1:13, 14: “Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden”.

Joh. 3:36: “Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen: integendeel, Gods toorn blijft om hem rusten”.

Jes. 53:5: “Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing”.

Ef. 2:14-22: “Want Hij is onze vrede...”

Heer, wees mijn Gids

                                 

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)