Mozes stelt Josua in zijn plaats

Deuteronomium XXXI 23 - Moses stelt Josua in zyne plaatze

23 En Hij gebood Jozua, de zoon van Nun: Wees sterk en moedig, want gij zult de Israëlieten brengen in het land, dat Ik hun onder ede beloofd heb, en Ik zal met u zijn.
 
24 Toen Mozes gereed was met de woorden dezer wet volledig in een boek op te schrijven, 25 gebood hij de Levieten, die de ark van het verbond des HEREN droegen: 26 Neemt dit wetboek en legt het naast de ark des verbonds van de HERE, uw God, opdat het daar tot getuige tegen u zij. 27 Want ik ken uw weerspannigheid en hardnekkigheid. Wanneer gij, terwijl ik thans nog levend bij u ben, tegen de HERE weerspannig zijt geweest, hoeveel te meer dan na mijn dood! 28 Roept alle oudsten uwer stammen en uw opzieners bij mij samen, opdat ik te hunnen aanhoren de volgende woorden spreke en tegen hen de hemel en de aarde tot getuigen aanroepe. 29 Want ik weet, dat gij na mijn dood zeer verderfelijk handelen zult en afwijken van de weg, die ik u geboden heb; daarom zal na verloop van tijd het onheil over u komen, wanneer gij doet wat kwaad is in de ogen des HEREN en Hem krenkt door het maaksel uwer handen.

Jozua opvolger van Mozes

Op aanwijzing van God legt Mozes Jozua de handen op. Het hele volk is getuige als Mozes tegen Jozua zegt: ‘Wees vastberaden en standvastig, want jij zult het volk het land binnenleiden dat de Heer onder ede aan hun voorouders had beloofd, en onder jouw leiding zullen ze het in bezit nemen’. Jozua, een man vervuld van Gods Geest krijgt na de handoplegging wijsheid en wordt Mozes’ opvolger na diens dood. Jozua neemt de leiding en krijgt opdracht van God om het land in te trekken - 40 jaar nadat hij als verspieder het land had verkend.

Jozua, sterk, moedig en vertrouwend. Hij krijgt een zware taak van God. Hij moet leiding geven aan een ongehoorzaam en mopperend volk en met dit volk een land innemen dat sterk is. God bemoedigt Jozua dat hij zal slagen als hij Gods wil doet. Jozua moet sterk en moedig zijn. Samen met het volk trekt Jozua dankzij goddelijk ingrijpen de rivier de Jordaan door. Een engel van God geeft Jozua en het volk opdracht om alleen maar om de stad Jericho heen te lopen. Op de zevende dag stort de muur van de stad in en kunnen de Israëlieten de stad innemen.

Let wel: Strategie en hulp van God. Jozua krijgt bij het volk Israël veel gezag. Jozua heeft wijsheid en gaat strategisch te werk. Zo neemt hij de stad Ai in door te doen alsof ze verslagen worden en met het leger op de vlucht te slaan. Door deze vlucht besluiten de inwoners van Ai het leger te achtervolgen. Jozua heeft 5000 mannen in een hinderlaag gelegd aan de achterzijde van de stad. Zij kunnen gemakkelijk de verlaten stad Ai innemen. In de verovering van het land Kanaän zijn er voor Jozua en het volk Israël veel spannende momenten. Meerdere malen besluiten omliggende volken samen tegen Israël te strijden. De legers zijn vaak sterker dan die van Israël. Maar God helpt Israël. Uit de hemel werpt God grote hagelstenen op de tegenstanders. Ook geeft God Jozua de juiste timing wanneer het volk Israël de vijand moet aanvallen.

Als het land Kanaän is ingenomen is Jozua betrokken bij de verdeling van het land. De verschillende stammen van het volk Israël krijgen hun eigen gebied om in te wonen. In deze gebieden heerst lange tijd rust. Jozua roept regelmatig iedereen bij elkaar om het volk mee te delen dat ze gezegend zijn door God en dat het mis zal gaan als ze zich van God afwenden. Hij neemt de wetten die God aan Mozes heeft gegeven serieus en leest ze regelmatig voor aan het volk. Jozua herinnert het volk aan de daden van God. Opvallend is dat hij het volk ook vrijlaat om zelf te kiezen voor God. Een bekende uitspraak van Jozua is: ‘Maar ik en mijn huis, wij zullen de Heer dienen’. Jozua wordt 110 jaar oud. Zolang hij het volk leidt, dient Israël God.