HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
De ISLAM nader beschouwd
De ISLAM
IN
NAAM van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle." Deze zin is de
vertaling van de bovenstaande Arabische tekst uit de Qor´aan.
De tekst vervolgt: "Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. De
Barmhartige, de Genadevolle. Meester van de Dag des Oordeels. U alleen
aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp. Leid ons op het rechte
pad, het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken —
niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der
dwalenden." — De Qor´aan, soerah 1:1-7, Q.
Deze
woorden vormen Al-Faatihah ("De openende"), het eerste hoofdstuk of de
eerste soerah van het heilige boek van de moslims, de Heilige
Qor´aan, of koran. Aangezien meer dan
één op de zes aardbewoners moslim is en vrome
moslims deze verzen ten minste vijfmaal in hun dagelijkse gebeden
herhalen, moeten deze woorden wel tot de meest gereciteerde ter wereld
behoren.
Volgens één bron zijn er meer dan 900 miljoen
moslims in de wereld, zodat de islam qua aantal slechts door de
Rooms-Katholieke Kerk wordt overtroffen. Het is misschien wel de snelst
groeiende grote religie in de wereld, met een zich uitbreidende
moslimbeweging in Afrika en de westerse wereld.
De naam islam heeft grote betekenis voor een moslim, want dat woord
betekent "onderwerping", "overgave" of "toewijding" aan Allah, en
volgens één geschiedschrijver "drukt het de
diepste geesteshouding uit van hen die het oor hebben geleend aan de
prediking van Mohammed". "Moslim" betekent ’iemand die islam
beoefent of doet’.
De moslims zijn ervan overtuigd dat hun geloof het sluitstuk vormt van
de openbaringen die aan de getrouwe Hebreeën en christenen van
weleer gegeven zijn. Hun leringen wijken echter op sommige punten van
de bijbel af, ook al halen zij in de Qor´aan zowel de
Hebreeuwse als de Griekse Geschriften aan. Om het geloof van de moslims
beter te begrijpen, moeten wij weten hoe, waar en wanneer deze religie
begonnen is.
De roeping van
Mohammed
Mohammed werd omstreeks 570 G.T. in Mekka (Arabisch: Makkah) in
Saoedi-Arabië geboren. Zijn vader, Abdoella, stierf
vóór Mohammeds geboorte. Zijn moeder, Amina,
stierf toen hij ongeveer zes jaar oud was. Destijds beoefenden de
Arabieren een vorm van aanbidding van Allah met als centrum de vallei
van Mekka, bij de heilige plaats van de Ka´ba, een eenvoudig,
kubusvormig gebouw waar een zwarte meteoorsteen werd vereerd. Volgens
de islamitische overlevering "werd de Ka´ba oorspronkelijk
door Adam volgens een hemels model gebouwd en na de Vloed door Abraham
en Ismaël herbouwd" (History of the Arabs, door Philip K.
Hitti). Het werd een heiligdom voor 360 afgoden,
één voor elke dag van het maanjaar.
Naarmate Mohammed opgroeide, rezen er twijfels bij hem omtrent de
religieuze praktijken van zijn tijd. John Noss verklaart in zijn boek
Man’s Religions: "[Mohammed] was verontrust door het
onophoudelijke geruzie, zogenaamd voor de zaak van religie en eer,
onder de Koeraisjitische hoofdmannen [Mohammed behoorde tot die stam].
Nog sterker was zijn ontevredenheid over de primitieve overblijfselen
in de Arabische religie: het afgodische polytheïsme en
animisme, de immoraliteit bij religieuze bijeenkomsten en jaarmarkten,
het algemeen voorkomende drinken, gokken en dansen en het levend
begraven van ongewenste pasgeboren dochtertjes, dat niet alleen in
Mekka maar in heel Arabië werd bedreven." — Soerah
6:137.
Mohammeds roeping tot profeet vond plaats toen hij ongeveer veertig
jaar oud was. Hij had de gewoonte zich alleen naar een naburige grot in
de bergen te begeven, Ghar Hira genaamd, om te mediteren, en hij
beweerde dat hij bij een van deze gelegenheden de roeping tot profeet
ontving. De moslimse overlevering verhaalt dat terwijl hij daar was een
engel, die later werd geïdentificeerd als Gabriël,
hem beval in de naam van Allah te reciteren. Mohammed gaf hieraan geen
gehoor, en daarom ’drukte de engel zijn keel zo krachtig toe
dat hij dacht dat hij dood was’. Toen herhaalde de engel het
bevel. Weer reageerde Mohammed niet, zodat de engel hem nogmaals
’de keel toekneep’. Dit gebeurde tot driemaal toe,
voordat Mohammed begon met het reciteren van wat later werd beschouwd
als de eerste van een reeks openbaringen die te zamen de
Qor´aan vormen. Een andere overlevering vertelt dat
goddelijke inspiratie aan Mohammed werd geopenbaard als het beieren van
een klok. — The Book of Revelation uit Sahih
Al-Bukhari.
De openbaring
van de Qor´aan
Wat was naar verluidt de eerste
openbaring die Mohammed ontving? Experts op het gebied van de islam
zijn het er algemeen over eens dat het de eerste vijf verzen van soerah
96 waren, getiteld Al-Alaq, "De bloedklomp", die luiden:
"In de naam van Allah,
de Barmhartige Erbarmer.
Lees op, in de naam van
uw Heer, die geschapen heeft,
Geschapen heeft de mens
van een bloedklomp.
Lees op! En uw Heer is
de eerwaardigste,
Die onderwezen heeft
door het schrijfriet,
Onderwezen heeft de
mens wat hij niet wist."
Volgens de Arabische
bron The Book of Revelation antwoordde Mohammed: "Ik kan niet lezen."
Daarom moest hij de openbaringen uit het hoofd leren, zodat hij ze kon
herhalen en opzeggen. De Arabieren waren vaardig in het gebruik van hun
geheugen, en Mohammed was geen uitzondering. Hoe lang duurde het tot
hij de volledige boodschap van de Qor´aan ontvangen had?
Algemeen wordt geloofd dat de openbaringen kwamen gedurende een periode
van zo’n 20 tot 23 jaar, van omstreeks 610 G.T. tot aan zijn
dood in 632 G.T.
Moslimse bronnen zetten
uiteen dat telkens wanneer Mohammed een openbaring ontving, hij deze
onmiddellijk reciteerde voor degenen die toevallig in de buurt waren.
Dezen prentten op hun beurt de openbaring in hun geheugen en hielden ze
levend door ze te reciteren. Aangezien de kunst van het papiermaken de
Arabieren onbekend was, liet Mohammed de openbaringen door klerken
opschrijven op de toentertijd beschikbare primitieve materialen, zoals
schouderbladen van kamelen, palmbladeren, hout en perkament. Pas na de
dood van de profeet kreeg de Qor´aan echter zijn huidige
vorm, onder leiding van Mohammeds opvolgers en gezellen. Dit was
gedurende de regering van de eerste drie kaliefen of moslimleiders.
De vertaler Mohammed
Pickthall schrijft: "Alle soerah’s van de Qor´aan
waren vóór de dood van de Profeet te boek
gesteld, en vele moslims hadden de gehele Qor´aan uit het
hoofd geleerd. Maar de geschreven soerah’s waren verspreid
onder het volk; en toen in een veldslag . . . een groot aantal van hen
die de gehele Qor´aan uit het hoofd kenden, werd gedood, werd
er een verzameling van de gehele Qor´aan aangelegd en op
schrift gesteld."
Het islamitische leven
wordt bestuurd door drie gezaghebbende bronnen — de
Qor´aan, de hadith en de sjari´a. Moslims geloven
dat de Qor´aan in het Arabisch de zuiverste vorm van de
openbaring is, aangezien, zo zeggen zij, dat de taal was die door God
werd gebruikt toen hij via Gabriël sprak. Soerah 43:3
verklaart: "Wij hebben haar gemaakt tot een Arabische Oplezing [Qurān],
opdat gijlieden verstandig moogt worden" (K). Iedere vertaling wordt
dus bezien als slechts een aftreksel waarbij altijd iets van de
zuiverheid verloren gaat. Sommige geleerden op het gebied van de islam
weigeren zelfs de Qor´aan te vertalen. Hun zienswijze is dat
"vertalen altijd verraden is", en daarom "hebben de moslims altijd
neergezien op iedere poging hem in een andere taal weer te geven, en
dit soms zelfs verboden", verklaart dr. J. A. Williams, universitair
docent in de islamitische geschiedenis.
De expansie van de islam
Mohammed stichtte zijn
nieuwe geloof in weerwil van grote moeilijkheden. De inwoners van
Mekka, zelfs zijn eigen stamgenoten, verwierpen hem. Na dertien jaar
van vervolging en haat verplaatste hij het centrum van zijn
activiteiten noordwaarts naar Jathrib, dat toen bekend kwam te staan
als al-Madina (Medina), de stad van de profeet. Deze emigratie, of de
hidjra, in 622 G.T. markeerde een betekenisvol punt in de geschiedenis
van de islam, en deze datum werd later aangenomen als het begin van de
islamitische jaartelling.
Uiteindelijk verkreeg
Mohammed de overhand toen Mekka zich in januari 630 G.T. (8 A.H.) aan
hem overgaf en hij er de heerser werd. Nu hij de teugels van de
wereldlijke en de religieuze macht in handen had, kon hij de
afgodsbeelden uit de Ka´ba verwijderen en deze plaats
aanwijzen als het brandpunt voor de bedevaarten naar Mekka, die tot op
de huidige dag plaatsvinden.
Binnen enkele decennia
na Mohammeds dood in 632 G.T. had de islam zich helemaal tot
Afghanistan en zelfs tot Tunesië in Noord-Afrika uitgebreid.
Aan het begin van de achtste eeuw was het geloof van de
Qor´aan tot in Spanje doorgedrongen en stond voor de Franse
grens. Zoals professor Ninian Smart in zijn boek Background to the Long
Search verklaarde: "Vanuit menselijk standpunt bezien, is de prestatie
van een Arabische profeet die in de zesde en zevende eeuw na Christus
leefde, verbijsterend. Menselijk bezien is er uit hem een nieuwe
beschaving voortgesproten. Maar natuurlijk was voor de moslim het werk
van goddelijke oorsprong en de prestatie die van Allah."
Mohammeds dood leidt tot
verdeeldheid
De dood van de profeet
veroorzaakte een crisis. Hij stierf zonder mannelijk nageslacht en
zonder een duidelijk aangewezen opvolger. Zoals Philip Hitti verklaart:
"Het kalifaat [ambt van kalief] is derhalve het oudste probleem waarmee
de islam zich geconfronteerd zag. Het is een nog steeds bestaand
geschilpunt. . . . Om het te zeggen met de woorden van de moslimse
geschiedschrijver al-Shahrastani [1086–1153]:
’Nooit is er een islamitisch geschilpunt geweest dat meer
bloedvergieten heeft teweeggebracht dan het kalifaat
(imamah).’" Hoe werd dit probleem destijds in 632 G.T.
opgelost? "Aboe Bakr . . . werd (op 8 juni 632) als Mohammeds opvolger
aangewezen door een soort verkiezing waaraan werd deelgenomen door de
leiders die in de hoofdstad, al-Madina, aanwezig waren." —
History of the Arabs.
De opvolger van de
profeet zou een heerser zijn, een chalifa of kalief. De kwestie van de
ware opvolgers van Mohammed werd echter een oorzaak van verdeeldheid in
de gelederen van de islam. De soennitische moslims aanvaarden het
beginsel van verkiezing voor dit ambt, in plaats van een vleselijke
afstamming van de profeet. Daarom geloven zij dat de eerste drie
kaliefen, Aboe Bakr (Mohammeds schoonvader), Omar (de raadsman van de
profeet) en Oethman (de schoonzoon van de profeet), Mohammeds
rechtmatige opvolgers waren.
Die aanspraak wordt
betwist door de sji´itische moslims, die zeggen dat het ware
leiderschap via de bloedlijn van de profeet komt en via zijn neef en
schoonzoon Ali ibn Abi Talib, de eerste imam (leider en opvolger), die
met Mohammeds lievelingsdochter Fatima trouwde. Uit hun huwelijk werden
Mohammeds kleinzoons Hasan en Hoessein geboren. De sji´iten
beweren ook "dat van meet af aan Allah en Zijn Profeet duidelijk Ali
hadden aangewezen als de enige rechtmatige opvolger, maar dat de eerste
drie kaliefen hem door bedrog zijn rechtmatig ambt afhandig hadden
gemaakt" (History of the Arabs). Natuurlijk bezien de soennitische
moslims dat anders.
Hoe verging het Ali?
Tijdens zijn regering als de vierde kalief (656–661 G.T.)
ontbrandde tussen hem en de stadhouder van Syrië,
Moe´awijja, de strijd om het leiderschap. Het kwam tot een
veldslag tussen hen, en om verder bloedvergieten onder de moslims te
voorkomen, lieten zij daarop hun twist door een scheidsgerecht
beslissen. Door in te stemmen met arbitrage verzwakte Ali zijn zaak en
vervreemdde hij vele van zijn volgelingen van zich, onder wie de
chawaridj (de zich afsplitsenden), die zijn doodsvijanden werden. In
661 G.T. werd Ali door een charidjitische zeloot vermoord met een
vergiftigde sabel. De twee groepen (de soennieten en de
sji´iten) hadden het voortdurend met elkaar aan de stok. De
soennitische tak van de islam koos vervolgens een leider uit de
Omajjaden, rijke Mekkaanse hoofden, die niet tot de familie van de
profeet behoorden.
Voor de
sji´iten was Ali’s eerstgeborene, Hasan, de
kleinzoon van de profeet, de ware opvolger. Hij deed echter afstand van
zijn rechten en werd vermoord. Zijn broer Hoessein werd de nieuwe imam,
maar ook hij werd, op 10 oktober 680 G.T., door troepen van de
Omajjaden gedood. Zijn dood of — in de ogen van de
sji´iten — martelaarschap heeft tot op de huidige
dag een sterke uitwerking gehad op de Sji´at Ali, de partij
van Ali. Zij geloven dat Ali de ware opvolger van Mohammed was en de
eerste "imam [leider] die door God werd behoed voor dwaling en zonde".
Ali en zijn opvolgers werden door de sji´iten beschouwd als
onfeilbare leraren met "de goddelijke gave van zondeloosheid". Het
grootste segment van de sji´iten gelooft dat er slechts
twaalf ware imams zijn geweest, en dat de laatste van hen, Mohammed
al-Moentazar, (in 878 G.T.) "in de grot van de grote moskee te Samarra
[verdween] zonder nageslacht na te laten". Aldus "werd hij
’de verborgen (moestatir)’ of ’de
verwachte (moentazar) imam’. . . . Te zijner tijd zal hij
verschijnen als de Mahdi (de door God geleide) om de ware islam te
herstellen, de gehele wereld te veroveren en een kort millennium in te
voeren vóór het einde van alle dingen."
— History of the Arabs.
Elk jaar herdenken de
sji´iten het martelaarschap van imam Hoessein. Zij hebben
processies waarbij sommigen zich met messen en zwaarden verwonden en
zich op andere wijze pijnigen. In deze tijd hebben de
sji´itische moslims veel van zich doen spreken wegens hun
ijver voor islamitische zaken. Zij vertegenwoordigen echter slechts
zo’n 20 procent van de moslims in de wereld, want de
meerderheid behoort tot de soennitische moslims. Maar laten wij ons nu
verdiepen in enkele van de leringen van de islam en zien hoe het
islamitische geloof van invloed is op het dagelijkse gedrag van de
moslims.
God is de Allerhoogste, niet Jezus
De drie grote
monotheïstische religies in de wereld zijn het Judaïsme, het Christendom en
de Islam. Maar toen Mohammed tegen het
begin van de zevende eeuw G.T. op het toneel verscheen, waren de eerste
twee religies, wat hem betrof, van de weg der waarheid afgedwaald.
Volgens sommige islamitische commentators impliceert de
Qor´aan zelfs verwerping van joden en van christenen door te
verklaren: "Niet (het pad) van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch
dat der dwalenden" (Soerah 1:7, Q). Hoe dat zo?
Een
Qor´aancommentaar luidt: "De mensen van het Boek sloegen de
verkeerde weg in: De joden omdat zij hun verbond schonden, en Maria en
Jezus lasterden . . . en de christenen omdat zij Jezus de Apostel
verhieven tot gelijkheid met God" door middel van de
Drieëenheidsleer. — Soerah 4:153-176, AYA.
De voornaamste lering
van de islam, eenvoudiger kan het haast niet, is wat bekendstaat als de
sjahada of geloofsbelijdenis, die elke moslim uit het hoofd kent: "La
ilaha illa Allah; Muhammad rasul Allah" (Er is geen God dan Allah;
Mohammed is de boodschapper van Allah). Dit is in overeenstemming met
de uitspraak in de Qor´aan: "Uw God is
één God, er is geen God buiten Hem, de
Barmhartige, de Genadevolle" (Soerah 2:164, Q). Deze gedachte werd 2000
jaar eerder onder woorden gebracht met de in de oudheid gedane oproep
tot Israël: "Luister, o Israël: Jehovah, onze God, is
één Jehovah" (Deuteronomium 6:4). Jezus herhaalde
dit allergrootste gebod, dat opgetekend staat in Markus 12:29, ongeveer
600 jaar vóór Mohammed, en nergens beweerde Jezus
dat hij God was of aan Hem gelijk was. — Markus 13:32;
Johannes 14:28; 1 Korinthiërs 15:28.
Betreffende Gods
uniciteit verklaart de Qor´aan: "Gelooft dus in Allah en Zijn
boodschappers en zegt niet: ’Drie (in
één).’ Houdt op, dat is beter voor u.
Voorwaar, Allah is de enige God" (Soerah 4:172, Q). Wij dienen echter
op te merken dat het ware christendom geen Drieëenheid leert.
Dat is een leerstelling van heidense oorsprong, die na de dood van
Christus en de apostelen door afvalligen van de christenheid werd
ingevoerd. Lees verder... Islam — De weg tot
De islam leert dat de
mens een ziel heeft die na de dood naar een hiernamaals gaat. De
Qor´aan zegt: "Allah neemt de zielen van de mensen op wanneer
zij sterven en ook van hen die niet sterven tijdens hun slaap. Dan
houdt Hij die, die Hij ten dode heeft opgeschreven" (Soerah 39:43, Q).
Tegelijkertijd is soerah 75 geheel gewijd aan "Al-Qi´jaamah"
(Q), ofte wel „De opstanding" (K) of "De verrijzenis der
doden" (MMP). Ten dele staat er: "Ik roep de Dag der Opstanding tot
getuige . . . Denkt de mens dat Wij zijn beenderen niet kunnen
verzamelen? . . . Hij vraagt: ’Wanneer is de Dag der
Opstanding?’ . . . Is Hij [Allah] dan niet bij machte de
doden te doen herleven?" — Soerah 75:2, 4, 7, 41, Q.
Volgens de
Qor´aan kan de ziel verschillende bestemmingen hebben, hetzij
een hemelse tuin, ofte wel paradijs, of de straf van een brandende hel.
Zoals de Qor´aan verklaart: "Zij vragen: ’Wanneer
zal de Tijd des Gerichts zijn?’ Het zal op de Dag zijn,
wanneer zij in het Vuur zullen worden beproefd. (Men zal tot hen
zeggen): ’Ondergaat uw beproeving. Dit is hetgeen gij
verhaasttet’" (Soerah 51:13-15, Q). "Er is voor hen [de
zondaars] een straf in het tegenwoordige leven; doch de straf van het
Hiernamaals is gewis zwaarder en zij zullen tegen Allah geen verdediger
hebben" (Soerah 13:35, Q). De vraag wordt gesteld: "En wat doet u
kennen wat dat is? Een laaiend Vuur" (Soerah 101:10, 11, K). Dit
grimmige lot wordt tot in bijzonderheden beschreven: "Gewis, degenen
die Onze tekenen verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan.
Wij zullen hen telkens, wanneer hun huiden zijn verbrand, andere huiden
er voor in de plaats geven, opdat zij de straf ten volle zullen
ondergaan. Waarlijk, Allah is Almachtig, Alwijs" (Soerah 4:57, Q). Een
verdere beschrijving luidt: "Voorzeker de hel ligt in een hinderlaag. .
. . Die daarin lange tijd zullen vertoeven. Zij zullen daar geen koelte
hebben en geen dronk smaken, behalve kokend water en een stinkende
vloeistof die verschrikkelijk koud is." — Soerah 78:22,
24-26, Q.
Moslims geloven dat de
ziel van een dode naar de Barzakh of "Afscheiding" gaat, "de plaats of
toestand waarin de mensen zich na de dood en vóór
het Oordeel zullen bevinden" (Soerah 23:99, 100, AYA, voetnoot). De
ziel is bij bewustzijn en ondergaat daar wat de "Kastijding van het
graf" wordt genoemd indien de persoon goddeloos was geweest, of smaakt
geluk indien hij getrouw was geweest. Maar ook de getrouwen moeten
enige kwelling ondergaan wegens de enkele zonden die zij tijdens hun
leven hebben bedreven. Op de oordeelsdag staat een ieder voor zijn
eeuwigdurende bestemming, die een eind maakt aan die tussentoestand.
In tegenstelling
hiermee worden aan de rechtvaardigen hemelse paradijstuinen beloofd:
"En degenen, die geloven en goede daden verrichten, zullen Wij tuinen
doen binnengaan waar doorheen rivieren stromen om er eeuwig te
vertoeven" (Soerah 4:58, Q). „Op die dag zullen de bewoners
van het Paradijs aan niets anders denken dan aan hun zaligheid. Samen
met hun echtgenotes zullen zij neerliggen op zachte rustbanken in
schaduwrijke bosschages" (Soerah 36:55, 56, NJD). "Voordien hebben Wij
in de Psalmen geschreven, na de (aan Mozes gegeven) Boodschap:
’Mijn dienaren, de rechtvaardigen, zullen de aarde
beërven.’" De voetnoot bij deze soerah verwijst de
lezer naar Psalm 25:13 en 37:11, 29, alsook naar de woorden van Jezus
in Matthéüs 5:5 (Soerah 21:105, AYA). De vermelding
van echtgenotes brengt ons nu op een andere kwestie.
Monogamie of polygamie?
Is polygamie de regel
onder moslims? Hoewel de Qor´aan polygamie toestaat, hebben
veel moslims slechts één vrouw. Wegens de
talrijke weduwen die er na kostbare veldslagen achterbleven, ruimde de
Qor´aan een plaats in voor polygamie: "En als gij vreest dat
gij niet rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen, huwt dan
vrouwen die u behagen, twee of drie, of vier en als gij vreest, dat gij
niet rechtvaardig zult handelen, dan één of wat
uw rechter handen bezitten" (Soerah 4:4, Q). Een biografie van Mohammed
door Ibn-Hisham vermeldt dat Mohammed een rijke weduwe huwde, Chadidja,
die vijftien jaar ouder was dan hij. Na haar dood huwde hij vele
vrouwen. Toen hij stierf, liet hij negen weduwen achter.
Een andere vorm van
huwelijk in de islam wordt moet´a genoemd, omschreven als
"een bijzonder contract dat tussen een man en een vrouw wordt gesloten
door middel van aanbod en aanvaarding van een huwelijk voor een
beperkte periode en met een nauwkeurig vastgestelde bruidsgift zoals
het contract voor een permanent huwelijk" (Islamuna, door Moestafa
al-Rafi´i). De soennieten noemen het een huwelijk voor het
genoegen en de sji´iten een huwelijk dat binnen een
vastgestelde periode zal worden beëindigd. Dezelfde bron
verklaart: "De kinderen [uit zulke huwelijken] zijn wettig en hebben
dezelfde rechten als de kinderen uit een permanent huwelijk."
Klaarblijkelijk was dit soort tijdelijke huwelijken in Mohammeds tijd
in zwang en liet hij deze huwelijksvorm voortbestaan. De soennieten
houden vol dat zulke huwelijken later verboden werden, terwijl de
imamieten, de grootste groepering onder de sji´iten, geloven
dat ze nog steeds van kracht zijn. Er wordt zelfs door velen gebruik
van gemaakt, vooral wanneer een man voor geruime tijd van zijn vrouw
weg is.
De islam en het dagelijkse leven
De islam omvat vijf
hoofdplichten en vijf fundamentele geloofspunten. (Zie kaders.) Een van
de plichten is dat de vrome moslim zich vijfmaal per dag in de richting
van Mekka keert om te bidden (salat). Op de moslimse sabbat (vrijdag)
drommen de mannen in de moskee bijeen om te bidden wanneer zij vanaf de
minaret van de moskee de doordringende oproep van de
moe´ezzin horen. Tegenwoordig wordt in veel moskeeën
een opname afgespeeld en wordt de oproep niet meer live gedaan.
De moskee (Arabisch:
masdjid) is de moslimse plaats van aanbidding, door koning Fahd ibn Abd
al-Aziz van Saoedi-Arabië beschreven als "de hoeksteen voor
het aanroepen van God". Hij omschreef de moskee als "een plaats van
gebed, studie, wettelijke en rechterlijke activiteiten, beraad,
prediking, leiding, onderwijs en voorbereiding. . . . De moskee is het
hart van de moslimse gemeenschap." Deze plaatsen van aanbidding treft
men thans overal ter wereld aan. Een van de beroemdste uit de
geschiedenis is de Mezquita (moskee) van Córdoba (Spanje),
die eeuwenlang de grootste ter wereld was. Het middengedeelte ervan
wordt thans in beslag genomen door een katholieke kathedraal.
Conflict met en binnen de
christenheid
Vanaf de zevende eeuw
breidde de islam zich in westelijke richting uit naar Noord-Afrika, in
oostelijke richting naar Pakistan, India en Bangladesh en helemaal tot
Indonesië toe. Zodoende raakte de islam in conflict met een
militante Katholieke Kerk, die kruistochten organiseerde om het Heilige
Land op de moslims terug te veroveren. In 1492 voltooiden koningin
Isabella en koning Ferdinand II van Spanje de katholieke herovering van
Spanje. Moslims en joden moesten zich bekeren of zij werden uit Spanje
verdreven. Van de wederzijdse verdraagzaamheid die onder het
moslimbewind in Spanje had bestaan, bleef onder de invloed van de
katholieke inquisitie niet veel over. De islam overleefde het echter en
ervaart in de twintigste eeuw een heropleving en grote toename.
Terwijl de islam zich
uitbreidde, verkeerde de Katholieke Kerk intern in een staat van
beroering en trachtte ze de eenheid in haar gelederen te bewaren. Maar
twee machtige invloeden stonden op het punt plotseling hun intrede op
het wereldtoneel te doen, en ze zouden nog minder heel laten van het
beeld van een hechte eenheid van die kerk. Dat waren de drukpers en de
bijbel in de volkstaal. Ons volgende hoofdstuk zal de verdere
versplintering van de christenheid onder de invloed van deze en andere
factoren bespreken.
De Qor´aan en
de Bijbel
"Hij heeft u het Boek
met de waarheid geopenbaard, bevestigend de eraan voorafgaande
schriften; want Hij heeft de Thora en het Evangelie tot leiding van de
mensen, en het onderscheid tussen goed en kwaad, reeds geopenbaard."
— Soerah 3:2, NJD.
"Bijna alle historische
vertellingen van de koran hebben hun bijbelse parallellen . . . Van de
figuren uit het Oude Testament spelen Adam, Noach, Abraham (ongeveer
zeventigmaal in vijfentwintig verschillende soerah’s genoemd,
terwijl soerah 14 zijn naam als titel heeft), Ismaël, Lot,
Jozef (aan wie soerah 12 is opgedragen), Mozes (wiens naam in
vierendertig verschillende soerah’s voorkomt), Saul, David,
Salomo, Elia, Job en Jona (naar wie soerah 10 genoemd is) een
belangrijke rol. Het verhaal van de schepping en de zondeval van Adam
wordt vijfmaal aangehaald, de Vloed en Sodom achtmaal. In feite
vertoont de koran meer overeenkomsten met de Pentateuch dan met enig
ander deel van de bijbel. . . .
Van de figuren uit het
Nieuwe Testament wordt alleen op Zacharías, Johannes de
Doper, Jezus (Isa) en Maria de nadruk gelegd. . . .
Een vergelijkend
onderzoek van de . . . verhalen in de koran en de bijbel . . . onthult
geen tekstuele afhankelijkheid [geen rechtstreekse aanhaling]."
— History of the Arabs.
De drie bronnen van onderwijs en
leiding
De Heilige
Qor´aan, naar verluidt door de engel Gabriël aan
Mohammed geopenbaard. De betekenis en de woorden van de
Qor´aan in het Arabisch worden als geïnspireerd
beschouwd.
De hadith of soenna,
"de daden, uitspraken en stilzwijgende goedkeuring (taqrir) van de
Profeet . . . in de tweede eeuw [A.H.] vastgelegd in de vorm van de
geschreven hadith. Een hadith is derhalve een verslag van een handeling
of gezegden van de Profeet." De term kan ook betrekking hebben op de
handelingen of gezegden van een van Mohammeds "gezellen of hun
opvolgers". In een hadith wordt alleen de betekenis als
geïnspireerd beschouwd. — History of the Arabs.
De sjari´a of
canonieke wet, gebaseerd op beginselen uit de Qor´aan, regelt
het gehele godsdienstige, politieke en sociale leven van een moslim.
"Alle daden van de mens worden ondergebracht in vijf wettelijke
categorieën: (1) wat als verplicht wordt beschouwd (fard)
[waarop een beloning staat als men het doet of straf als men het niet
doet]; (2) aanbevelenswaardige of verdienstelijke daden (moestahabb)
[waarop een beloning volgt maar geen straf wegens verzuim]; (3)
geoorloofde daden (ja´iz, moeba), die geen rechtsgevolg
hebben; (4) afkeurenswaardige daden (makroe), die worden afgekeurd maar
niet strafbaar zijn; (5) verboden daden (haram), waarop straf staat."
— History of the Arabs.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM - AUDIO
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)