HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
De
'doopformule'
STUDIE-INDEX DE HEILIGE SCHRIFT CHRISTELIJKE SYMBOLEN
“Gaat dan henen, maakt al de volken tot
mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des
Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En
zie Ik ben met u al de dagen tot aan de
voleinding der
wereld.”
Welke doopformule gebruiken?
1.gedoopt worden in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest? 2.gedoopt worden in de naam van Jezus? 3.gedoopt worden in de
naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest in de naam van Jezus?
Deze vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden.
Toch hier geen schroom om
er een uitspraak over te doen. Wij mogen er vanuit gaan dat de
doopformule uitgesproken door de Heer Jezus in Mat.28:19 de enige
juiste is. Twijfelen aan deze tekst, is eigenlijk twijfelen aan de
waarheid van de Bijbel.
Een aantal van de bijbelcommentaren (wij sloegen er acht op na) geeft aan, dat
men er niet zeker van is, dat Jezus de doopformule letterlijk zo gezegd heeft.
Men denkt eerder dat de apostel Matteüs dit uit eigener beweging zo
opgeschreven heeft. Ook houdt men de mogelijkheid open dat dit gedeelte later
ingevoegd is. De bekende kerkvader Eusebius (263-339, bijgenaamd Vader van
de Kerkgeschiedenis) is deze mening toegedaan. Hij meent dat er in deze tekst
oorspronkelijk gestaan heeft: “..doopt hen in mijn naam..” Matteüs heeft zijn
evangelie geschreven in de periode tussen de hemelvaart van Christus en de
verwoesting van Jeruzalem (70 Chr.) Helaas is er niets meer van het
oorspronkelijk schrijfwerk van Matteüs teruggevonden. Dit geldt trouwens voor
alle andere evangeliën en brieven van het Nieuwe Testament. Deze, op papyrus
geschreven stukken, zijn in de loop van de tijd letterlijk versleten en vergaan.
Wij kunnen dit dus niet nagaan. Onze huidige Bijbel is gebaseerd op
overgeschreven kopieën, waarbij indirecte bewijsstukken zoals correspondentie,
boeken, archeologische vondsten en vertalingen als hulpbronnen zijn gebruikt.
Het voert hier te ver om daar dieper op in te gaan. Wel is het belangrijk om te
weten, dat in de kerkgeschiedenis over het onderwerp van de doopformule
weinig of geen tekstkritiek is geweest. Hieruit mag men de voorzichtige
conclusie trekken, dat de vroege kerk er geen problemen mee had om de
formule: “..doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen
Geestes…” te gebruiken. Er is vooral in de eerste drie eeuwen van de kerk over
een aantal leerstellige zaken veel gediscussieerd en sterk “gevochten” , maar
over de doopformule zeker niet.
Voor alle duidelijkheid is het goed te vermelden, dat het hier niet gaat over de
rooms-katholieke kerk, zoals sommige, huidige christenen menen. Neen, als wij
spreken van de vroege kerk, dan bedoelen wij de kerk, die op de eerste
pinksterdag is ontstaan volgens de beschrijving in Handelingen tot ongeveer
driehonderd jaar daarna. In de brieven van Paulus, Petrus, Jacobus en Johannes
zien wij daarvan de ontwikkeling tot geestelijke volwassenheid. En in
Openbaringen zien wij de toekomst en eindbestemming van de kerk van
Christus. De opvolgers van de van de apostelen, de kerkvaders genoemd,
moesten de vroege kerk verder ontwikkelen. Speciaal de samenstelling van het
Nieuwe Testament (de canon) en het vaststellen van de godheid van Jezus
Christus, vroegen van hen veel wijsheid en goddelijke openbaring. Om tot
vaststelling te komen kwamen de geestelijke leiders diverse keren bijeen in een
concilie.
Op deze concilies waren alle belangrijke kerken vertegenwoordigd en
de opzieners, bisschoppen werden genoemd naar de plaatsnamen van hun
kerken. Het waren grote concilies van soms meer dan driehonderd personen,
maar er was geen speciale bisschop die de boventoon voerde in de beslissingen.
De bisschop van Rome was wel vertegenwoordigd, maar had een gelijke inbreng
als de bisschoppen van Constantinopel, van Efeze, van Carthago, van
Alexandrië, enz. Dus de gedachte bijvoorbeeld dat de Drieëenheid van God en
de samenstelling van het Nieuwe Testament uit de koker komen van de roomskatholieke kerk is niet juist. Pas met de val van het Romeinse keizerrijk
omstreeks 600 begon de religieuze macht van de bisschop van Rome zich te
ontwikkelen en begon de opmars naar het huidige rooms-katholieke rijk met de
paus aan het hoofd. De rooms-katholieke kerk maakte zich toen los van de
oosterse kerken. Deze kerken zijn blijven bestaan tot op heden onder namen als
de Grieks-orthodoxe kerk, de Syrisch-orthodoxe kerk, de Egyptisch-orthodoxe
kerk, enz.
Voor de huidige christenen is het gemakkelijker, dan voor de vroegere
christenen. Wij hoeven maar een Bijbel op te slaan en wij kunnen precies
aangeven wat wij bedoelen. In het begin van de kerk was dit onmogelijk. De
boekdrukkunst is pas in de vijftiende eeuw uitgevonden. Tot dan was men totaal
afhankelijk van met de hand geschreven (overgeschreven) bijbelgedeelten van
het Oude en Nieuwe Testament. Deze exemplaren waren zeldzaam en duur.
Slechts de rijke mensen en zij die konden lezen konden hiervan gebruik maken.
In feite hebben wij baat bij datgene wat onze voorgangers, dat wil zeggen de
christenen van de vroege kerk, hebben uitgezocht, onderling hebben
bediscussieerd en “uitgevochten”. Veelal werd de einduitkomst van een concilie
vastgelegd in een geloofsbelijdenis. In onze reformatorische kerken worden deze
nog letterlijk gebruikt in de erediensten.
De doop van Jezus
Bij de doop in de Jordaan werd geen doopformule gebruikt. Wat er wel gezegd
is door Johannes de doper weten wij niet. Toch is het belangrijk om er even bij
stil te staan, want dit was de doop van de Zoon van God. Hij ging hiermee alle
latere dopelingen van zijn kerk voor. Zijn motivatie om gedoopt te worden was
niet zijn zondig leven. Neen, want Hij was zonder zonde, maar Hij deed het om
alle gerechtigheid te vervullen. Jezus gaf hiermee duidelijk en helder aan, dat
zijn voorbeeld door zijn navolgers, zijn discipelen, gevolgd moest worden. Als
we nu even het zoeklicht op die gebeurtenis in de Jordaan richten, zien we het
volgende: “Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water.” Hij
werd dus gedoopt door onderdompeling, hetgeen volgens Rom.6:3 inhoudt, dat
het oude zondige leven wordt begraven.
Zodra Jezus opstaat in de nieuwheid
van het leven, gebeurt er het volgende: “En zie de hemelen openden zich en hij
(Johannes) zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen.” Dus
nadat Jezus bovenkomt uit het water, ontvangt Hij de Heilige Geest. Voor zijn
navolgers, zijn discipelen, houdt dit in, dat zij de inwoning van de Heilige Geest
ontvangen en beleven. (Rom.8:9-17) Als we nog even blijven kijken naar het
gebeuren in de Jordaan, dan horen wij het volgende: “Deze is mijn Zoon, de
geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb” God bevestigt tijdens de
doopplechtigheid aan Jezus, dat Hij zijn vader is. Voor de navolgers van Jezus,
die gedoopt worden geldt, dat zij kinderen van God genoemd mogen worden.
Volgens Rom.8:15 mogen zij roepen: Abba, Vader. Zij hebben de Geest van het
zoonschap ontvangen.
Wij mogen concluderen, dat bij de eerste officiële doop van de vroege kerk God
betrokken was in de personen Vader, Zoon en Heilige Geest. Alle drie waren zij
nadrukkelijk aanwezig. Is het dan zo vreemd als Jezus later de kerk opdraagt om
zijn navolgers te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest?
Tijdstip van de uitspraak van Jezus
De doopformule is onderdeel van de laatste woorden van Jezus. Hij sprak deze
uit vlak voor zijn hemelvaart. Zijn lichaam was toen een verheerlijkt lichaam,
dat door alles heen kon gaan en dat overal kon verschijnen en zomaar kon
verdwijnen. In zijn opstandingslichaam heeft Hij veertig dagen lang zijn
discipelen en alleen zijn discipelen, geïnstrueerd. Lucas zegt in Hand.1:3 :
“…veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het
Koninkrijk Gods betreft.” De discipelen en dus ook de apostel Matteüs kregen in
deze periode de laatste en definitieve instructies over de toekomstige kerk. Het
lijdt geen twijfel, dat de apostel Matteüs deze ergens opgeschreven heeft en
later, bij het schrijven van zijn evangelie, hiervan gebruik gemaakt heeft. Dit
wijst er des te meer op dat de tekst van Mat.28:19 volledig te vertrouwen is.
De doop op de eerste Pinksterdag
De instructie van Jezus over de waterdoop werd onmiddellijk in praktijk
gebracht door de discipelen. Op de eerste Pinksterdag werden er drie duizend
nieuwe bekeerlingen gedoopt. Petrus zegt na zijn preek en als antwoord op de
vraag van de toehoorders: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de
naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden en gij zult de gave des
Heiligen Geestes ontvangen…Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich
dopen en op die dag werden drieduizend zielen toegevoegd.” Hand.2:38-41 Als
wij deze gebeurtenis nader bekijken, valt als eerste op, dat Petrus niet de
volledige doopformule noemt, maar alleen de naam van Jezus Christus. Waarom
hij dit zo zegt is onbekend. Speculeren hierover heeft geen zin. Wij geloven in
de onfeilbaarheid van de Bijbel. Dus geloven wij dat de tekst van Mat.28:19
onfeilbaar is, maar ook dat de tekst van Hand.2:38 onfeilbaar is. Dit lijkt in
tegenspraak met elkaar. Daarom is het goed om de volgende feiten in
herinnering te brengen.
Johannes de doper is begonnen met dopen; het is niet opgeschreven in wiens
naam hij doopte. Na Jezus’ doop in de Jordaan door Johannes, zijn de discipelen
ook gaan dopen. “Toen nu de Here hoorde, dat de Farizeeën gehoord hadden,
dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes. – ofschoon Jezus niet
zelf doopte, maar zijn discipelen – verliet Hij Judea…” Joh.4:1-3 Het is
aannemelijk, dat de discipelen toen doopten in de naam van Jezus. Op de eerste
Pinksterdag hadden zij hierdoor ervaring in het dopen en wel in de naam van
Jezus. Zij hadden dit ook wel nodig, want zij moesten op die dag drieduizend
bekeerlingen dopen. Dit was geen sinecure qua organisatie, energie en tijd.
Degenen die zelf dopen of wel gedoopt hebben zullen dit beamen.
Evenals bij de doop van Jezus in de Jordaan, zijn op de eerste Pinksterdag alle
personen van de goddelijke Drieëenheid aktief betrokken. “Nu Hij(Jezus)dan
door de rechterhand van Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes
van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij(Jezus) dit uitgestort, wat gij ziet en
hoort.” Hand.2:33
Overige doopbeschrijvingen in de Bijbel
Het boek Handelingen geeft op nog andere plaatsen een doopverhaal weer, dat
in het kader van dit onderwerp van belang is.
In Hand.8:4-17 is er opwekking in Samaria n.a.v. de prediking van Filippus. Hij
doopte de bekeerlingen in de naam van Jezus, maar de tekenen dat de Heilige
Geest op hen neerkwam ontbraken. Toen zonden de discipelen Petrus en
Johannes naar Samaria. Nadat deze de gedoopte bekeerlingen de handen
opgelegd hadden, ontvingen zij de Heilige Geest. “Want deze was nog over
niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van
Jezus” (vers 16) In dit geval is het dopen in de naam van Jezus kennelijk niet
genoeg, maar moest de naam van de Heilige Geest ook genoemd worden.
In Hand.8:26-39 staat het verhaal van de Moorse kamerling. Als hij door
Filippus gedoopt wordt, dan verhaalt de Bijbel niet in welke naam hij gedoopt
wordt. Wat wel blijkt is dat alle personen van de goddelijke Drieëenheid
genoemd worden. “En hij(kamerling) antwoordde en zeide: Ik geloof dat Jezus
de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het
water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. En toen zij uit het
water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg….” (verzen 37-
Als Ananias bij Paulus komt in Damascus, nadat deze onderweg Jezus had
ontmoet, legt hij Paulus de handen op en doopt hem. “Saul, broeder, de Here
heeft mij gezonden, Jezus die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen
zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de heilige Geest vervuld worden. En
terstond vielen hem als schubben van de ogen en hij kon weer zien, en hij stond
op en werd gedoopt…
Hand. 9:17-19. In Hand.22:1-22 vertelt Paulus zijn
verhaal nog een keer, nu tegen de vijandige joden in Jerusalem. “En Ananias
zeide: De God onzer vaderen heeft u voorbestemd om zijn wil te leren kennen en
de Rechtvaardige te zien en een stem uit zijn mond te horen; want gij moet
getuige voor Hem zijn bij alle mensen van hetgeen gij gezien en gehoord hebt.
En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op en laat u dopen…..” Bij deze waterdoop zijn
alle personen van de goddelijke Drieëenheid actief.
In Caesarea bij de doop van Cornelius en andere aanwezigen, geeft Petrus
opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. “Zou iemand het water
kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben
ontvangen? En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus.”
(Hand.10:44-48) In dit gedeelte worden God de Zoon en God de heilige Geest
actief genoemd, terwijl in de voorafgaande preek van Petrus God de Vader
uitvoerig aangehaald wordt.
Hoofdstuk 19 van Handelingen beschrijft de ontmoeting van Paulus in Efeze
met twaalf discipelen, die slechts in de doop van Johannes gedoopt waren. Hij
legt hen het evangelie uit en laat hen opnieuw dopen en wel in de naam van
Jezus. “En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here
Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest op
hen…”(verzen 5 en 6) In dit verhaal worden twee personen van de Drieëenheid
actief genoemd.
De waterdoop in Romeinen- en Galatenbrief
Tot nu toe hebben wij grotendeels doopverhalen besproken. Het hele boek
Handelingen is verhalend over het ontstaan van de kerk. In de brieven van de
apostelen wordt meer geschreven over de theologische inhoud. Vaak zijn
reacties op misstanden in de kerk, aanleiding om de zaken uiteen te zetten en als
het ware vast te leggen. Nu vinden we in de brieven geen problemen over de
waterdoop en dus ook geen verhandeling hierover. Hieruit mogen we afleiden,
dat de manier waarop de waterdoop plaats vond ieders instemming had.
Wel geeft Paulus de diepere betekenis van de waterdoop weer. Hij schrijft in
Rom.6:3-4 : “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus gedoopt zijn, in zijn
dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood,
opdat, gelijk Christus uit de doden is opgewekt door de majesteit des Vaders, zo
ook wij in de nieuwheid des levens zouden wandelen.” Hij duidt hiermee aan,
dat de waterdoop inhoudt, dat wij ons vereenzelvigen met Christus. Het is niet
zomaar een ritueel, maar een teken van daadwerkelijke verandering in het leven
van de dopeling.
In de brief aan de Galaten (3:26 en 27) zegt Paulus hetzelfde
maar in andere woorden: “Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof in
Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus
bekleed.” Door als het ware in Christus onder te gaan, kunnen wij het leven na
de waterdoop aan. Ons christelijk leven wordt dan bepaald door het volgende:
“En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u
woont, dan zal Hij die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke
lichamen levend maken door zijn Geest die in u woont.” Rom.8:11
Als wij dit alles tot ons laten doordringen, zien wij dat in deze uiteenzetting van
Paulus over het dopen in water, de Vader, de Zoon en de heilige Geest
betrokken zijn.
Samenhang met de leerstelling van de goddelijke Drieëenheid
Als Jezus hier op aarde over zijn afscheid spreekt, belooft Hij zijn discipelen dat
de Vader de heilige Geest als plaatsvervanger zal zenden. Hij zegt: “Dit heb Ik
tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; maar de Trooster, de heilige Geest,
die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen
brengen al wat Ik u gezegd heb.” Joh.14:25,26 Het zou ook ondoenlijk geweest
zijn voor de volgelingen om alles te onthouden wat Jezus leerde. Het was in
vergelijking met wat de Farizeeën en schriftgeleerden preekten, een
revolutionaire boodschap. Om deze boodschap ten volle te begrijpen en te
ontwikkelen, was bijstand van de heilige Geest onontbeerlijk.
Eén van de theologische problemen was de persoon van Jezus. Op aarde was Hij
de zoon van Jozef en Maria, maar wat was Hij na zijn dood en opstanding en
wat was Hij na zijn hemelvaart? Hij noemde zichzelf de zoon van God, God
sprak Hij aan als zijn vader. Dit was voor de joodse traditie godslastering en dat
werd ook de reden van zijn veroordeling tot het kruis. Hij tekende door deze
uitspraak zijn doodvonnis. Tot nu toe hadden de joodse leiders aan de mensen
geleerd, dat de Here God hun god was en dat deze God één was. “Hoor, Israél:
de Here is onze God; de Here is één! Deut.6:4 Op de vraag van een van de
schriftgeleerden, welke het grootste gebod was, antwoordde Jezus: “Het
eerste(gebod) is: Hoor, Israél, de Here onze God, de Here is één,…”
Mark.12:30
Begrijpelijk dat er in de eerste jaren van de christelijke kerk en wel
speciaal in het joodse deel daarvan, een aarzeling was om Jezus als zoon van
God te erkennen. Want dit hield in dat God niet één maar twee personen was.
De christenjoden moesten hiervoor een enorme ommezwaai maken in hun
denken. Daarbij kwam nog dat Jezus de heilige Geest niet als een soort
goddelijke kracht of macht beschouwde, maar als een persoon naar voren bracht.
Hij noemde Hem de andere Trooster, die bij hen zou zijn tot in eeuwigheid. Dus
werden zij geconfronteerd naast de persoon van God de Vader, met de personen
God de zoon en God de heilige Geest.
Uit de analen van de kerkgeschiedenis blijkt, dat hierover in de eerste drie
eeuwen flink gediscussieerd, geschreven en getwist is. Athanasius (295-373), de
bisschop van Alexandrië (Egypte) heeft bijna zijn hele leven gewijd aan de
verdediging van de stelling dat Jezus de Zoon van God en dus ook God was. Hij
moest het opnemen tegen Arius, een belangrijke presbyter, die beweerde dat
Jezus niet de zoon van God was, maar dat later geworden is. In zijn
gedachtegang was Jezus een geschapen wezen van een hoge orde, die na de
opstanding en hemelvaart Gods Zoon werd. Op het Concilie van Nicea (325
Turkije) werd Arius’ leer als ketters bestempeld en werd hij van het kerkelijk
leven verbannen. Toch heeft zijn leer nog lang invloed gehad op een aantal
kerken. In 381 werd op het Concilie van Constantinopel (huidige Istanboel in
Turkije) de zaak opnieuw aan de orde gesteld en werd de uitspraak van Nicea
volledig bevestigd.
In de eeuwen daarna tot nu toe heeft de algemene christelijke kerk nooit meer
getwijfeld aan de Drieëenheid van God. Wel zijn er bewegingen geweest, die het
toch anders zagen. Wij denken hierbij aan de sekte van de Mormonen en aan de
sekte van de Jehova Getuigen. Zij verwerpen de leer dat Jezus al God was voor
Hij op aarde kwam en leren, dat Hij geschapen is en door zijn rol op aarde tot
God verheven werd.
In de charismatische wereld heeft de Amerikaan William Branham (1909-1965)
nogal wat onrust veroorzaakt door te beweren, dat de leer van de Drieëenheid
van de rooms-katholieke kerk kwam. Hij bestempelde elke kerk, die niet
geloofde zoals hij, als duivels en noemde de leer van de Drieëenheid een
duivelse leer. Om die reden meende hij, dat de doopformule in de naam van de
Vader en de Zoon en de heilige Geest vals was. Hij ging zelfs zover, dat hij
volgelingen, die gedoopt waren onder het uitspreken van deze formule, dwong
opnieuw gedoopt te worden, maar dan gedoopt in de naam van Jezus. Aangezien
Branham in het begin nogal invloed had in de pinksterbeweging, werd in vele
kerken de doopformule nog eens kritisch bekeken.
In veel kerken kwam men toen tot een compromis en doopte men met de volgende formule: “wij dopen u in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, in de naam van Jezus”.
In eerste instantie lijkt dit een goed compromis, men voldoet aan de
doopformule van Mat.28:19 en aan de formule die in vele doopverhalen in het
boek Handelingen staat. Nader beschouwd is dit theologisch een zwakke
oplossing. In feite zegt men nu het volgende tijdens de doop: “wij dopen u in de
naam van de Vader, in de naam van Jezus, in de naam van de heilige Geest, in
de naam van Jezus”. De naam van Jezus wordt hierbij dus twee keer genoemd,
terwijl God de Vader en God de heilige Geest maar één keer genoemd worden.
Degene die doopt geeft hiermee aan, dat Jezus belangrijker is dan God de Vader
en God de heilige Geest. Nergens in de Bijbel wordt deze gedachtegang
ondersteund. Waarschijnlijk is de doper zich deze mogelijke gevolgtrekking niet
bewust en bedoelt hij het ook niet zo.
Samenvatting en conclusie
Als wij het hierboven geschrevene rustig op ons in laten werken, dan zien wij
het volgende. Het is de opgestane Heer Jezus Christus, die de kerk opdraagt de
nieuwe leden te dopen in de naam van de Vader, in de naam van de Zoon en in
de naam van de heilige Geest. Er zijn geen motieven aan te dragen om van zijn
instructie af te wijken.
Waarom de discipelen en zelfs de apostel Paulus hiervan afwijken, kunnen wij
slechts gissen. We zien wel in alle doopverhalen, waarin gedoopt wordt in de
naam van Jezus, dat de andere twee goddelijke Personen actief genoemd worden
of actief aanwezig zijn. Ook in de uitleg van Paulus over de diepere betekenis
van de doop, zijn de Vader, de Zoon en de heilige Geest als zodanig aanwezig.
Er is weinig of geen tekstkritiek geweest op Mat.28:19. De vroege kerk hield
zich meer bezig met de goddelijkheid van de persoon van Jezus. In Nicea heeft
men definitief besloten tot de leerstelling, dat Jezus God was en dat de heilige
Geest God was. Dit besluit werd genomen op grond van de Geschriften, die al
een lange tijd in de kerken als normatief beschouwd werden en die het Nieuwe
Testament vormden.
De algemene christelijke kerk, waarvan wij deel uitmaken, heeft door de eeuwen
heen de doopformule van Mat.28:19 zonder aarzelen gebruikt. Wij vinden het
niet relevant om hier in te gaan op kinderdoop of volwassendoop.Wij willen ons
alleen richten op het gebruik van de doopformule. De gedachte dat wij daarbij
ons laten leiden door een rooms-katholiek leerstelling is onjuist. Luther, die toch
niet als rooms-katholiek bekend staat, noemde het concilie van Nicea: “het
meest heilige van alle concilies”. Ook hij had er geen problemen mee om deze
doopformule te gebruiken. Hetzelfde geldt voor Calvijn.
In onze ogen is er geen reden om in de charismatische kerken van deze
doopformule af te wijken. Het gebruik van tweemaal de naam van Jezus raden
wij af, omdat dit niet gestoeld is op de Bijbel en verwarring kan veroorzaken.
Het gebruik van alleen de naam van Jezus komt niet overeen met de instructie
van Jezus in Mat.28:19. Met de inhoud van deze tekst willen wij dan ook
besluiten:
“Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de
naam des Vaders en des Zoons en des heilige Geestes en leert hen onderhouden al wat ik u bevolen heb.”
Lees ook eens het document De Sacramenten
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)