HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 002
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE DAG VAN VERSCHIJNING
BIJBELTEKST
Uit het
evangelie volgens Lukas hoofdstuk 1
1 Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben;
2 Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn;
3 Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke Theofilus!
4 Opdat gij moogt kennen de zekerheid der dingen, waarvan gij onderwezen zijt.
5 In de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aäron, en haar naam Elizabet.
6 En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.
7 En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren.
8 En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde.
9 Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen.
10 En al de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers.
11 En van hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers.
12 En Zacharias, hem ziende, werd ontroerd, en vreze is op hem gevallen.
13 Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.
14 En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
15 Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.
16 En hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot den Heere, hun God.
17 En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.
18 En Zacharias zeide tot den engel: Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar dagen gekomen.
19 En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriël, die voor God sta, en ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen.
20 En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.
21 En het volk was wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den tempel.
22 En als hij uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en zij bekenden, dat hij een gezicht in den tempel gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef stom.
23 En het geschiedde, als de dagen zijner bediening vervuld waren, dat hij naar zijn huis ging.
24 En na die dagen werd Elizabet, zijn vrouw, bevrucht; en zij verborg zich vijf maanden, zeggende:
25 Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft, om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen.
26 En in de zesde maand werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth;
27 Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria.
» meer28 En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen.
29 En als zij hem zag, werd zij zeer ontroerd over dit zijn woord, en overleide, hoedanig deze groetenis mocht zijn.
30 En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden.
31 En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
32 Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
33 En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn.
» meer34 En Maria zeide tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne?
35 En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.
36 En zie, Elizabet, uw nicht, is ook zelve bevrucht, met een zoon, in haar ouderdom; en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde.
37 Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.
38 En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van haar.
39 En Maria, opgestaan zijnde in diezelfde dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van Juda;
» meer40 En kwam in het huis van Zacharias, en groette Elizabet.
41 En het geschiedde, als Elizabet de groetenis van Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik; en Elizabet werd vervuld met den Heiligen Geest;
42 En riep uit met een grote stem, en zeide: Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks!
43 En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?
44 Want zie, als de stem uwer groetenis in mijn oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op in mijn buik.
45 En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.
46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere;
47 En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker;
48 Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.
49 Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam.
50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen.
51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten.
52 Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.
53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden.
54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid.
55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid.
56 En Maria bleef bij haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis.
57 En de tijd van Elizabet werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon.
58 En die daar rondom woonden, en haar magen hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen had, en waren met haar verblijd.
59 En het geschiedde, dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam zijns vaders.
60 En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten.
61 En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt.
62 En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden.
63 En als hij een schrijftafeltje geëist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen.
64 En terstond werd zijn mond geopend, en zijn tong losgemaakt; en hij sprak, God lovende.
65 En er kwam vrees over allen, die rondom hen woonden; en in het gehele gebergte van Judea werd veel gesproken van al deze dingen.
66 En allen, die het hoorden, namen het ter harte, zeggende: Wat zal toch dit kindeken wezen? En de hand des Heeren was met hem.
67 En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met den Heiligen Geest, en profeteerde, zeggende:
68 Geloofd zij de Heere, de God Israëls, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke;
69 En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht;
70 Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn;
71 Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten;
72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond;
73 En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven.
74 Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.
75 In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens.
76 En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden;
77 Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden,
78 door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte;
79 Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes.
80 En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israël.
MARIA DE AANSTAANDE MOEDER VAN JEZUS - BEGENADIGDE VROUW
Van Godswege wordt de engel Gabriel naar Nazareth, een stad in Galilea, gezonden tot een maagd die verloofd is met een man die Joseph heet, uit het huis van David. De naam van de maagd is Maria. Zo Lucas (cf. 1,26-27). Het tafereel zien we terstond voor onze ogen, indien niet op grond van de Bijbel dan ten minste uit de schilderkunst waarin eindeloos de gebeurtenis is verbeeld. De bode betreedt het huis en het meisje wijkt in verschrikking ietwat terug. De omringende tuin in lentetooi – het is negen maanden vóór Christus’ geboorte – is gesloten in verwijzing naar de ongerepte schoot van Maria.
‘Verheug U, Begenadigde, de Heer is met U’, spreekt de engel (Lc 1,28): ‘Verheug U, Dochter Sion, zie Ik kom en blijf bij U’ (cf. Zach 2,14). ‘Verheug U, Dochter Jerusalem, verblijd U met geheel Uw hart’ (cf. Sef 3,14). ‘Gij zijt het ware Sion, het nieuwe Jerusalem. In U neemt Gods verbond met ons de tweede aanvang. Gij zijt het teken van het gehele volk Gods.’ En nog eens spreekt de engel (cf. Lc 1,30): ‘Vrees niet, Maria, U wordt door God overvloedig genade toebedeeld.’ – De tijden raken vervuld, de nieuwe heilsorde kondigt zich aan, de goddelijke belofte wordt gestand gedaan. Adam en Eva hebben zich weliswaar van God verwijderd, maar in Maria wijst Hij de nieuwe Eva aan om in Jesus de nieuwe Adam geboren te doen worden. Al heeft de slang gewonnen in de zondeval (cf. Gn 3,15), in de verlossing (die verzoening is) zal de Vrouw overwinnen, bekleed als zij is met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd de kroon van twaalf sterren (cf. Apk 12,1.17). Daarom heeft het God behaagd haar van tevoren al van de erfzonde (de verwijdering van God door toedoen van Adam en Eva) te vrijwaren – zoals de vroege Kerkvaders ons al onderrichten – om het waardige onderkomen te kunnen worden van het goddelijke Kind.
Zouden wij haar Zoon niet verdrieten, indien we zijn moeder niet in ere zouden houden? Zij is Zijn moeder. Wat een moeder voor een kind beduidt en een kind voor een moeder, zelfs in onze tijd van onderlinge verharding blijft dat vooralsnog begrepen. Geenszins verdient Maria het daarom als nagenoeg te verwaarlozen ‘draagmoeder’ te worden beschouwd, zoals in sommige kringen van christenen lijkt te gebeuren.
Waarom heet Maria de Begenadigde met wie de Heer is?
‘Zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren die gij Jesus moet noemen.’ (Lc 1,31) Aldus gaat Jesaja’s voorzegging (Js 7,14; cf. Mt 1,23) in vervulling: ‘Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren die Immanuel zal heten.’ – Jesus zal Immanuel zijn, God-met-ons. God-met-ons wil zeggen: God komt onder ons wonen en blijft met ons alle dagen tot aan de voleinding der wereld (cf. Jo 1,14; Mt 28,20). Dat is de troost van de menswording van Gods Zoon die ons bemoedigt en hoop geeft – ook in onze dagen van ogenschijnlijke geloofsverduistering waarin geen oog het neergedaalde Licht schijnt te kunnen waarnemen.
Toch wordt het Kind ons geboren en de Zoon ons gegeven. (Cf. Js 9,1.6) Wij herinneren ons de geboorte van Immanuel in de stal van Bethlehem en vieren weldra Zijn verjaardag onder ons, opdat Hij tevens opnieuw in ons hart wordt geboren. De geboorte van Jesus Christus uit de schoot van Maria, die de Moeder van God is, verplicht ons daarom tot onze geboorte van nieuwe toewijding aan Hem Die onze Verlosser is.
Eeuwen lang is het geheim verzwegen maar nu wordt het geopenbaard en onthuld in opdracht van de eeuwige God en zulks aan de hand van profetische geschriften om de hele mensheid te brengen tot gehoorzaamheid aan het geloof. Zo Paulus (cf. Rom 16,25-26) die elders (cf. 1 Tes 5,20-22) raadt: ‘Kleineert de profetische gaven niet. Keurt alles, behoudt het goede. Houdt u verre van alle kwaad.’
‘De Heer is met U’, verzekert Gods bode Gabriel het meisje Maria, zoals Gods profeet Natan eertijds koning David had verklaard met de woorden(2 S 7,11.16): ‘De Heer kondigt u aan dat Hij voor u een huis zal oprichten.’ – Hij zal u een nageslacht schenken – ‘Zo zullen uw huis en uw koninklijke macht bestendig zijn voor altijd. Uw troon staat vast voor eeuwig.’
Ook deze voorzegging gaat in vervulling.
De engel vervolgt jegens Maria (Lc 1,32-33; cf. 2 S 7,12-13): ‘Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste heten. God de Heer zal Hem de troon van Zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jacob. Aan Zijn koningschap zal geen einde komen.’
‘Hem wordt heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht’, had ook de profeet Daniel (cf. 7,14) voorzegd: ‘Alle volkeren, stammen en talen brengen Hem hulde. Zijn heerschappij vergaat nimmer. Zijn koninkrijk gaat nooit teloor.’
Laten we ons nog eens verplaatsen naar dat tafereel daar in Galilea, waarvan wij het beeld vast houden in een schildering van Middeleeuwen of Renaissance, terwijl de werkelijke toedracht zo veel meer eenvoudig en simpel moet zijn geweest. De afgelopen winter (2005) heb ik de opgegraven grotwoningen bezocht onder de Aankondigingskerk in Nazareth die kleiner en bescheidener zijn dan onze verbeelding zou willen toestaan.
In weerwil van de hemelse vervoering en meevoering van Gabriel blijft Maria bij de aardse nuchterheid en werkelijkheid. – Zij zal een twaalf- tot vijftienjarig kind zijn geweest, pas uitgehuwelijkt aan Joseph uit dat huis van David. – Dus zij zegt tot de engel (Lc 1,34): ‘Hoe zal dit geschieden, vermits ik nog geen man beken’, vermits ik nog niet met een man in de sponde heb verkeerd?
‘De Heilige Geest zal over U komen en de kracht van de Allerhoogste zal U overschaduwen. Daarom zal het Kind heilig worden genoemd, Zoon van God.’ (Lc 1,35)
Verbaast het ons bij zo’n aanzegging dat Maria sedert oudtijds wordt vereerd niet alleen als de Moeder van God de Zoon maar ook als de Dochter van God de Vader en als de Bruid (dat wil tevens zeggen: het Heiligdom, het Tabernakel, het Bruidsvertrek) van God de Heilige Geest (cf. LG 53)?
Zoals de Geest van God over de wateren zweefde bij de aanvang der schepping, toen de aarde nog woest en ledig was en de diepte duister (cf. Gn 1,2), zo ook nu bij begin van de nieuwe schepping – de bevruchting door de Heilige Geest in de schoot van Maria.
De Heilige Geest Die over Maria komt, die geschiedenis benadert wellicht het beeld van de schilderkunst gemakkelijker dan de uitleg in de schrijverij. Want hoe verbeelden schilders als Robert Campin in Vlaanderen of Piero della Francesca in Toscane in de vijftiende eeuw deze heilsgebeurtenis? Zij laten het Kind als vrucht uit de hemel neerdalen naar beneden voorbij de berichtende engel tot bij het uitverkoren meisje. Goddelijke bevruchting. Zo verhaalt, alsof het gewoon is, ook Matteüs (cf. 1,18): ‘Toen Maria verloofd was met Joseph, bleek zij – nog voordat zij samen waren gekomen – zwanger van de Heilige Geest.’
Maar wat te bedenken van de Allerhoogste Die Maria zou overschaduwen? Onder het Oude Verbond overschaduwt de Eeuwige de tent van de samenkomst, het teken van het Godsvolk, het huis van Jahwe. Het boek Exodus (cf. 40,35) verhaalt daaromtrent. De overschaduwing geldt in Maria het Nieuwe Verbond dat het Oude voltooit. – Maria dus als de tent , het teken, het huis.
Zij, de Begenadigde bij uitnemendheid, de meest door God geliefde en verheven mens – schoot immers van Gods eigen Zoon Die in haar is gegroeid en daar van Zich heeft laten voelen – heeft al bij het bezoek van de engel zich volledig ter beschikking gesteld door haar wil te schikken naar Gods beschikking. ‘Mij geschiede naar uw woord.’ (Lc 1,38) En niet lang nadien zou zij in vreugde uitroepen (Lc 1,46-48): ‘Mijn ziel prijst hoog de Heer en van vreugde juicht mijn geest om God, mijn Redder. Hij heeft neergezien op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, vanaf heden prijst elk geslacht mij zalig
1 Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben;
2 Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn;
3 Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht, vervolgens aan u te schrijven, voortreffelijke Theofilus!
4 Opdat gij moogt kennen de zekerheid der dingen, waarvan gij onderwezen zijt.
5 In de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aäron, en haar naam Elizabet.
6 En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.
7 En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren.
8 En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde.
9 Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen.
10 En al de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers.
11 En van hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers.
12 En Zacharias, hem ziende, werd ontroerd, en vreze is op hem gevallen.
13 Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.
14 En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
15 Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.
16 En hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot den Heere, hun God.
17 En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.
18 En Zacharias zeide tot den engel: Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar dagen gekomen.
19 En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriël, die voor God sta, en ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen.
20 En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.
21 En het volk was wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den tempel.
22 En als hij uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en zij bekenden, dat hij een gezicht in den tempel gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef stom.
23 En het geschiedde, als de dagen zijner bediening vervuld waren, dat hij naar zijn huis ging.
24 En na die dagen werd Elizabet, zijn vrouw, bevrucht; en zij verborg zich vijf maanden, zeggende:
25 Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft, om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen.
26 En in de zesde maand werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth;
27 Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria.
» meer28 En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen.
29 En als zij hem zag, werd zij zeer ontroerd over dit zijn woord, en overleide, hoedanig deze groetenis mocht zijn.
30 En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden.
31 En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
32 Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
33 En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn.
» meer34 En Maria zeide tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne?
35 En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.
36 En zie, Elizabet, uw nicht, is ook zelve bevrucht, met een zoon, in haar ouderdom; en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde.
37 Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.
38 En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van haar.
39 En Maria, opgestaan zijnde in diezelfde dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van Juda;
» meer40 En kwam in het huis van Zacharias, en groette Elizabet.
41 En het geschiedde, als Elizabet de groetenis van Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik; en Elizabet werd vervuld met den Heiligen Geest;
42 En riep uit met een grote stem, en zeide: Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks!
43 En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?
44 Want zie, als de stem uwer groetenis in mijn oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op in mijn buik.
45 En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.
46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere;
47 En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker;
48 Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.
49 Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam.
50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen.
51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten.
52 Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.
53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden.
54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid.
55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid.
56 En Maria bleef bij haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis.
57 En de tijd van Elizabet werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon.
58 En die daar rondom woonden, en haar magen hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen had, en waren met haar verblijd.
59 En het geschiedde, dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam zijns vaders.
60 En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten.
61 En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt.
62 En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden.
63 En als hij een schrijftafeltje geëist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen.
64 En terstond werd zijn mond geopend, en zijn tong losgemaakt; en hij sprak, God lovende.
65 En er kwam vrees over allen, die rondom hen woonden; en in het gehele gebergte van Judea werd veel gesproken van al deze dingen.
66 En allen, die het hoorden, namen het ter harte, zeggende: Wat zal toch dit kindeken wezen? En de hand des Heeren was met hem.
67 En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met den Heiligen Geest, en profeteerde, zeggende:
68 Geloofd zij de Heere, de God Israëls, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke;
69 En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht;
70 Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn;
71 Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten;
72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond;
73 En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven.
74 Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.
75 In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens.
76 En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden;
77 Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden,
78 door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte;
79 Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes.
80 En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israël.
MARIA DE AANSTAANDE MOEDER VAN JEZUS - BEGENADIGDE VROUW
Van Godswege wordt de engel Gabriel naar Nazareth, een stad in Galilea, gezonden tot een maagd die verloofd is met een man die Joseph heet, uit het huis van David. De naam van de maagd is Maria. Zo Lucas (cf. 1,26-27). Het tafereel zien we terstond voor onze ogen, indien niet op grond van de Bijbel dan ten minste uit de schilderkunst waarin eindeloos de gebeurtenis is verbeeld. De bode betreedt het huis en het meisje wijkt in verschrikking ietwat terug. De omringende tuin in lentetooi – het is negen maanden vóór Christus’ geboorte – is gesloten in verwijzing naar de ongerepte schoot van Maria.
‘Verheug U, Begenadigde, de Heer is met U’, spreekt de engel (Lc 1,28): ‘Verheug U, Dochter Sion, zie Ik kom en blijf bij U’ (cf. Zach 2,14). ‘Verheug U, Dochter Jerusalem, verblijd U met geheel Uw hart’ (cf. Sef 3,14). ‘Gij zijt het ware Sion, het nieuwe Jerusalem. In U neemt Gods verbond met ons de tweede aanvang. Gij zijt het teken van het gehele volk Gods.’ En nog eens spreekt de engel (cf. Lc 1,30): ‘Vrees niet, Maria, U wordt door God overvloedig genade toebedeeld.’ – De tijden raken vervuld, de nieuwe heilsorde kondigt zich aan, de goddelijke belofte wordt gestand gedaan. Adam en Eva hebben zich weliswaar van God verwijderd, maar in Maria wijst Hij de nieuwe Eva aan om in Jesus de nieuwe Adam geboren te doen worden. Al heeft de slang gewonnen in de zondeval (cf. Gn 3,15), in de verlossing (die verzoening is) zal de Vrouw overwinnen, bekleed als zij is met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd de kroon van twaalf sterren (cf. Apk 12,1.17). Daarom heeft het God behaagd haar van tevoren al van de erfzonde (de verwijdering van God door toedoen van Adam en Eva) te vrijwaren – zoals de vroege Kerkvaders ons al onderrichten – om het waardige onderkomen te kunnen worden van het goddelijke Kind.
Zouden wij haar Zoon niet verdrieten, indien we zijn moeder niet in ere zouden houden? Zij is Zijn moeder. Wat een moeder voor een kind beduidt en een kind voor een moeder, zelfs in onze tijd van onderlinge verharding blijft dat vooralsnog begrepen. Geenszins verdient Maria het daarom als nagenoeg te verwaarlozen ‘draagmoeder’ te worden beschouwd, zoals in sommige kringen van christenen lijkt te gebeuren.
Waarom heet Maria de Begenadigde met wie de Heer is?
‘Zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren die gij Jesus moet noemen.’ (Lc 1,31) Aldus gaat Jesaja’s voorzegging (Js 7,14; cf. Mt 1,23) in vervulling: ‘Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren die Immanuel zal heten.’ – Jesus zal Immanuel zijn, God-met-ons. God-met-ons wil zeggen: God komt onder ons wonen en blijft met ons alle dagen tot aan de voleinding der wereld (cf. Jo 1,14; Mt 28,20). Dat is de troost van de menswording van Gods Zoon die ons bemoedigt en hoop geeft – ook in onze dagen van ogenschijnlijke geloofsverduistering waarin geen oog het neergedaalde Licht schijnt te kunnen waarnemen.
Toch wordt het Kind ons geboren en de Zoon ons gegeven. (Cf. Js 9,1.6) Wij herinneren ons de geboorte van Immanuel in de stal van Bethlehem en vieren weldra Zijn verjaardag onder ons, opdat Hij tevens opnieuw in ons hart wordt geboren. De geboorte van Jesus Christus uit de schoot van Maria, die de Moeder van God is, verplicht ons daarom tot onze geboorte van nieuwe toewijding aan Hem Die onze Verlosser is.
Eeuwen lang is het geheim verzwegen maar nu wordt het geopenbaard en onthuld in opdracht van de eeuwige God en zulks aan de hand van profetische geschriften om de hele mensheid te brengen tot gehoorzaamheid aan het geloof. Zo Paulus (cf. Rom 16,25-26) die elders (cf. 1 Tes 5,20-22) raadt: ‘Kleineert de profetische gaven niet. Keurt alles, behoudt het goede. Houdt u verre van alle kwaad.’
‘De Heer is met U’, verzekert Gods bode Gabriel het meisje Maria, zoals Gods profeet Natan eertijds koning David had verklaard met de woorden(2 S 7,11.16): ‘De Heer kondigt u aan dat Hij voor u een huis zal oprichten.’ – Hij zal u een nageslacht schenken – ‘Zo zullen uw huis en uw koninklijke macht bestendig zijn voor altijd. Uw troon staat vast voor eeuwig.’
Ook deze voorzegging gaat in vervulling.
De engel vervolgt jegens Maria (Lc 1,32-33; cf. 2 S 7,12-13): ‘Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste heten. God de Heer zal Hem de troon van Zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jacob. Aan Zijn koningschap zal geen einde komen.’
‘Hem wordt heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht’, had ook de profeet Daniel (cf. 7,14) voorzegd: ‘Alle volkeren, stammen en talen brengen Hem hulde. Zijn heerschappij vergaat nimmer. Zijn koninkrijk gaat nooit teloor.’
Laten we ons nog eens verplaatsen naar dat tafereel daar in Galilea, waarvan wij het beeld vast houden in een schildering van Middeleeuwen of Renaissance, terwijl de werkelijke toedracht zo veel meer eenvoudig en simpel moet zijn geweest. De afgelopen winter (2005) heb ik de opgegraven grotwoningen bezocht onder de Aankondigingskerk in Nazareth die kleiner en bescheidener zijn dan onze verbeelding zou willen toestaan.
In weerwil van de hemelse vervoering en meevoering van Gabriel blijft Maria bij de aardse nuchterheid en werkelijkheid. – Zij zal een twaalf- tot vijftienjarig kind zijn geweest, pas uitgehuwelijkt aan Joseph uit dat huis van David. – Dus zij zegt tot de engel (Lc 1,34): ‘Hoe zal dit geschieden, vermits ik nog geen man beken’, vermits ik nog niet met een man in de sponde heb verkeerd?
‘De Heilige Geest zal over U komen en de kracht van de Allerhoogste zal U overschaduwen. Daarom zal het Kind heilig worden genoemd, Zoon van God.’ (Lc 1,35)
Verbaast het ons bij zo’n aanzegging dat Maria sedert oudtijds wordt vereerd niet alleen als de Moeder van God de Zoon maar ook als de Dochter van God de Vader en als de Bruid (dat wil tevens zeggen: het Heiligdom, het Tabernakel, het Bruidsvertrek) van God de Heilige Geest (cf. LG 53)?
Zoals de Geest van God over de wateren zweefde bij de aanvang der schepping, toen de aarde nog woest en ledig was en de diepte duister (cf. Gn 1,2), zo ook nu bij begin van de nieuwe schepping – de bevruchting door de Heilige Geest in de schoot van Maria.
De Heilige Geest Die over Maria komt, die geschiedenis benadert wellicht het beeld van de schilderkunst gemakkelijker dan de uitleg in de schrijverij. Want hoe verbeelden schilders als Robert Campin in Vlaanderen of Piero della Francesca in Toscane in de vijftiende eeuw deze heilsgebeurtenis? Zij laten het Kind als vrucht uit de hemel neerdalen naar beneden voorbij de berichtende engel tot bij het uitverkoren meisje. Goddelijke bevruchting. Zo verhaalt, alsof het gewoon is, ook Matteüs (cf. 1,18): ‘Toen Maria verloofd was met Joseph, bleek zij – nog voordat zij samen waren gekomen – zwanger van de Heilige Geest.’
Maar wat te bedenken van de Allerhoogste Die Maria zou overschaduwen? Onder het Oude Verbond overschaduwt de Eeuwige de tent van de samenkomst, het teken van het Godsvolk, het huis van Jahwe. Het boek Exodus (cf. 40,35) verhaalt daaromtrent. De overschaduwing geldt in Maria het Nieuwe Verbond dat het Oude voltooit. – Maria dus als de tent , het teken, het huis.
Zij, de Begenadigde bij uitnemendheid, de meest door God geliefde en verheven mens – schoot immers van Gods eigen Zoon Die in haar is gegroeid en daar van Zich heeft laten voelen – heeft al bij het bezoek van de engel zich volledig ter beschikking gesteld door haar wil te schikken naar Gods beschikking. ‘Mij geschiede naar uw woord.’ (Lc 1,38) En niet lang nadien zou zij in vreugde uitroepen (Lc 1,46-48): ‘Mijn ziel prijst hoog de Heer en van vreugde juicht mijn geest om God, mijn Redder. Hij heeft neergezien op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, vanaf heden prijst elk geslacht mij zalig
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)