HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 007
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE AANBIDDING DOOR DE
KONINGEN (WIJZEN)
BIJBELTEKST MATTHEÜS 2
Uit het evangelie :
Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.
2 Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
3 De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem.
4 En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar de Christus zou geboren worden.
5 En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet:
6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israël weiden zal.
7 Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstiglijk van hen den tijd, wanneer de ster verschenen was;
8 En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen, en onderzoekt naarstiglijk naar dat Kindeken, en als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Datzelve aanbidde.
9 En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was.
10 Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
» meer11 En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre.
12 En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land.
13 Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden.
De drie koningen, ook wel genoemd : Wijzen uit het Oosten
De Wijzen uit het Oosten zijn de drie wijzen (magiërs) die er door koning Herodes rond het jaar nul op uit waren gestuurd om de voorspelde geboorte van een messias (koning der Joden) te ontdekken en aan hem door te geven, zodat deze bedreiging van zijn troon op tijd verhinderd kon worden.
Deze Drie Koningen vonden de voorspelde messias aan de hand van het schijnsel van de Ster van Bethlehem, om vervolgens zó door het wonder van de geboorte van het kindje Jezus bevangen te worden, dat zij hun oorspronkelijke opdracht van koning Herodes verzaakten.
De Drie Koningen (Caspar, Balthazar en Melchior) droegen geschenken bij zich (goud, wierook en mirre), en hadden al een lange reis achter de rug voordat zij Jezus werkelijk vonden, temeer daar zij in eerste instantie naar een paleis zochten om de nieuwe koning te vinden. De bijbel beschrijft hoe een ster de wijzen bij een huis brengt, dus geen stal.
Mogelijk duurde het twee jaar vanaf het moment dat de Ster van Bethlehem de geboorte van Jezus aankondigde, en reisden de wijzen lang rond voordat zij het kindje Jezus (geen baby meer) in een huis in Nazareth (niet Bethlehem) vonden.
De Twaalf Dagen van Kerstmis is de periode tussen de geboorte van Jezus (1e Kertsdag) en de dag dat de Drie Wijzen de kribbe van Jezus bereikten (Epifanie).
De geboorteverhalen in de vier evangelieën
Toen de joods-christelijke evangelisten hun evangelies schreven, konden zij teruggrijpen op deze bijbelse manier van vertellen en verbeelden. En zij doen dat met name rond de twee hoofdfiguren in het evangelies: Johannes de Doper en Jezus. Beider geboorte wordt door een engel van Godswege aangekondigd. Elisabeth was ook al over de leeftijd heen om nog kinderen te kunnen krijgen (vgl. Sara). Maria had geen man.
Wie de vier evangelies naast elkaar legt (Markus, Mattheus, Lukas en Johannes), merkt meteen al hoe ieder Jezus op een eigen manier in zijn evangelie binnenvoert. Zo geeft ieder een eigen geloofsvisie op Jezus, gebruik makend van de geloofsverhalen, zoals die al in de joodse schriften bestonden.
Markus
Markus is het oudste evangelie van de vier. Markus geeft helemaal geen geboorte- of jeugdverhalen over Jezus. Hij leidt Jezus zijn evangelie binnen als volwassen man, die zich door Johannes de Doper laat dopen.
Wel horen we in Markus' verhaal over Jezus' doop enkele beelden, die we bij de andere evangelisten in hun geboorteverhalen aantreffen: De hemel scheurt open, Gods Geest daalt op Jezus neer, en een stem klinkt uit de hemel: "Gij zijt mijn zoon, mijn geliefde, in u heb Ik mijn welbehagen".
Johannes
Johannes kent ook geen jeugdverhalen over Jezus. Ook hij begint met Jezus' doop door Johannes in de Jordaan. Wel laat Johannes daaraan een plechtig voorwoord voorafgaan, dat rijmt op de eerste woorden van het scheppingsverhaal in Genesis: "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God".
Een diepe geloofsbeschouwing, waarin Johannes de geloofsbetekenis van heel Jezus' leven en sterven verwoordt in woorden uit het scheppingsverhaal: Zoals God heel de schepping draagt, zo wel heel bijzonder deze Jezus, door leven en dood heen.
"Het Woord (van God) is vlees geworden en heeft onder ons gewoond". En zoals Jezus, worden allen die in hem geloven, kinderen van God: "niet uit bloed, noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren".
Mattheus
Mattheus heeft wel verhalen over Jezus' geboorte en jeugd, maar toch weer heel anders dan Lukas. Mattheus neemt het refrein op uit het boek Genesis: "Dit is de lijst van verwekkingen van hemel en aarde" (Gen. 2,4), "...van Adam" (Gen. 5,1), "...van Noach" (Gen.6,9), "...van Noachs zonen" (Gen. 10,1), "...van Sem" (Gen. 11,10), "...van Terach" (Gen. 11,27), de vader van Abraham, in wie het verhaal begint van God met Israël temidden van de volkeren.
Door met diezelfde zin zijn evangelie te beginnen, "Dit is het boek van de verwekking van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham" trekt Mattheus de theologische lijn van Genesis door: zoals God Israel verwekte temidden van de volken, zo verwekt Hij Jezus temidden van Israel.
Daarover vertelt Mattheus in zijn eerste hoofdstuk.
Hij begint met een lang geslachtsregister "van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham...", met als refrein het woord: verwekken van een kind door de vader. Hij componeert die lijst in 3 x 14 geslachten, symbool van de volheid, d.w.z. heel Gods weg met mensen tot dan toe vindt zijn vervulling in deze Jezus. Mattheus werkt met deze lijst naar een speciaal effect toe: één lange lijst van "verwekkingen" door een mens/man, die bij Jezus ineens wordt onderbroken:
"Zadok verwekte Achim, Achim verwekte Eliud, Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Matthan, Matthan verwekte Jakob, Jakob verwekte Jozef... Je zou dan verwachten: "Jozef verwekte Jezus...", nee, dan vervolgt Mattheus:
"...de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, die Christus genoemd wordt".
Dat roept bij de lezer de vraag op: Wie verwekte dan Jezus bij Maria? Jozef blijkbaar niet, maar wie dan wel?
En op die vraag gaat Mattheus verder in in 1,18-25. Daar krijgt Jozef over zijn zwangere verloofde van Gods engel te horen: "Schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is van de heilige Geest".
Anders dan bij Lukas, waar Maria de hoofdrol speelt, is bij Mattheus Jozef de hoofdpersoon in de verhalen. Dat heeft ook te maken met de lezers, joden-christenen, voor wie Mattheus zijn boek schreef. In hun cultuur speelde de man de hoofdrol in het familiegebeuren. En zo staat Jozef hier in het middelpunt: Aan hem verschijnt de engel die hem zegt zijn zwangere verloofde niet te verstoten maar tot zich te nemen. "Wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest". Mattheus' verhaal is geen geboorte- maar een verwekkingsverhaal van Jezus, niet verwekt door Jozef maar uit de heilige Geest. Niet de aardse maar de hemelse Vader staat hier centraal. En daarmee plaatst Mattheus
Jezus heel nadrukkelijk op de lijn van Gods "verwekkingen" door heel de mensengeschiedenis heen.
Jozef stamde uit het geslacht van David met Bethlehem als geboortestad. Vandaar dat ook Jezus daar geboren wordt als "zoon van David". En zoals in Israel gebruikelijk, is 't Jozef, de vader, die het kind de naam geeft en daarmee opneemt in zijn geslacht, het koninklijke geslacht van David. Met in zijn achterhoofd het visioen van Jesaja 60, vertelt Mattheus dan over de wijzen (magiërs, sterrenwichelaars - heidenser kan 't niet) uit het oosten, die namens alle volken de van God verwekte nieuwgeboren koning der Joden komen aanbidden. Als koning Herodes het kind bedreigt, krijgt Jozef van een engel de opdracht uit te wijken naar Egypte. Pas na Herodes' dood komt het gezin terug en vestigt zich in Nazareth.
Zouden we onze kerststal alleen uit de verhalen van Mattheus opbouwen, dan levert hij ons de beeldjes van Jozef, Maria, het kind, een huis, een ster en de wijzen uit het oosten.
De andere beeldjes (engelen, herders en schapen) komen uit Lukas.
Lukas
Lukas vertelt ons het geboorteverhaal, zoals we dat in de kerstnacht horen. Lukas vertelt ons geen verwekkings- maar een geboorte-verhaal. Niet Jozef, maar Maria is de hoofdpersoon in zijn verha-len. Ook dat heeft te maken met de lezers voor wie hij zijn evangelie schrijft: vooral niet-joden, grieken, romeinen, bij wie de vrouw een veel meer geëmancipeerde rol vervulde in de hele huishouding. Vandaar de hoofrol voor Maria bij Lukas:
Aan haar verschijnt de engel. Zij bezoekt daarna haar oude, ook zwangere nicht Elisabeth. Maria zingt het Magnificat. En Maria baart haar eerstgeboren zoon - na een tocht van Nazareth naar Bethlehem. Daar krijgen de herders van de engelen het goede nieuws van Jezus' geboorte. En als zij het kind begroet hebben, bewaart Maria al deze woorden in haar hart.
Bij Lukas dus geen wijzen uit het oosten, wel herders met hun schapen. Geen ster, maar wel engelen uit de hemel. Geen koning Herodes op de achtergrond, maar keizer Augustus die zijn volkstelling uitschreef. Zoals Mattheus voor zijn joodse lezers de tegenmacht symboliseert in de joodse koning Herodes, zo staat bij Lukas, schrijvend voor zijn romeinse lezers, de romeinse keizer Augustus model voor de machthebbers, die de komst van Gods koninkrijk proberen te frustreren.
Zo schrijft iedere evangelist op zijn eigen manier, voor zijn eigen lezers En ieder maakt ook op eigen manier gebruik van de oude verhalen en beelden uit de joodse schriften om Jezus in zijn evangelie binnen te leiden.
Het begin beschreven in beelden van het einde
Het oudste evangelie, Markus, kent helemaal geen geboorte- of jeugdverhalen over Jezus. Het ging de evangelisten vooral om Jezus' volwassen zending als messias en zijn weg door lijden en kruisdood heen naar de Vader.
Als later vraag komt naar: Hoe is 't ooit met Jezus begonnen? ontstaat de behoefte aan verhalen over het begin. Historisch was daarover weinig meer bekend. Mattheus, Lukas en Johannes schreven waarschijnlijk na het jaar 70. Hun antwoord op de vraag: Hoe is 't begonnen, is dan ook niet bedoeld als een historische beschrijving, maar als een geloofs-verkondiging over Jezus: Zoals Hij door de dood heen naar de Vader terugkeerde, zo is Hij ook uit de Vader verwekt / geboren. Het licht van Pasen schijnt als het ware terug naar zijn geboorte. Zoals de geboorteverhalen al verwijzen naar het einde.
Voorbeelden:
- Engelen kondigen bij het graf zijn verrijzenis aan, zoals ze ook zijn geboorte aankondigen.
- De schande van het kruis rijmt op de kribbe / voerbak voor dieren, waarin het kind werd neergelegd.
- Zoals Herodes en de leiders van het volk na Jezus' verrijzenis vergaderen om dit feit te ontkennen, zo vergaderen zij bij Jezus' geboorte om de nieuwe koning uit de weg te ruimen.
- Zoals Jezus' dode lichaam in doeken werd gewikkeld en in een graf gelegd, zo wordt het kind bij zijn geboorte in doeken gewikkeld en neergelegd in een kribbe.
- Zoals de doden met kruiden als mirre werden begraven, zo komen de wijzen uit het oosten er al mee aan bij zijn geboorte.
- Zoals God Jezus uit de dood ten leven wekte, zo is Hij ook de verwekker van dit kind van meet af aan.
Welke beeldjes uit de kerststal ontbreken nog?
Lukas' evangelie vertelt wel over schapen en herders, maar niet over een os en ezel. Toch vinden we die al terug in oude kerstafbeeldingen uit de 6e eeuw. Hoe kwam men aan deze dieren? Als Origenes, een grote bijbelgeleerde uit de 3e eeuw, mediteert over de kribbe, waarin het kind Jezus werd neergelegd, schiet hem de Jesaja-tekst (1,3) te binnen: "Ik heb kinderen grootgebracht - zegt God, - maar zij zijn van mij afvallig geworden. Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israel heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht". Origenes ziet in de os en de ezel de mensen die Jezus later wél hebben erkend en hem trouw zijn gebleven, merendeels niet-joden uit het romeinse rijk van die dagen. Met alle gevaar voor een beginnend antisemitisme in
Christelijke kring
In Deuteronomium 22,10 staat een verbod om os en ezel in één span voor de ploeg te brengen (de os werd gezien als rein, de ezel als onrein dier). Dat ze rond de kribbe toch broederlijk samen staan, lijkt al het begin van de vervulling van Jesaja's visioen dat alle mensen en dieren in Jeruzalem zullen samenkomen in het einde der tijden (Jes. 60):
"Over u, Jeruzalem gaat Gods licht op, volkeren komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad. Gij zult het zien en stralen van vreugde. De schatten der zee worden naar u gebracht.
Een vloed van kamelen zal u bedekken, drommedarissen van Midjan en Efa. Alle bewoners uit Sjeba komen naar u toe, met goud en wierook beladen. Zij allen verkondigen de lof van de Heer".
Deze tekst stond ook model voor Mattheus' verhaal over de wijzen uit het oosten, die het kind komen aanbidden. Vandaar worden de "wijzen" uit Mattheus dikwijls verwisseld met de "koningen" uit Jesaja. Hun geschenken, goud en wierook, zijn dezelfde, waaraan Mattheus één toevoegt: mirre. Dat werd gebruikte bij het afleggen van een dode. M.a.w. Jezus' weg naar zijn koningschap was een weg naar het kruis, waar boven zijn hoofd geschreven stond: "Deze (gekruisigde) is Jezus, koning der Joden". Geen succesverhaal naar menselijke maat, maar een weg van trouw aan God en mensen tot het trieste einde, toen zijn lichaam van het kruis werd afgenomen, verzorgd met mirre, en in een graf werd neergelegd. Waarna het paasverhaal vertelt hoe God "Ja" zegt op deze weg van Jezus en hem niet prijs geeft aan de dood maar hem ook door de dood vooruit gaat. Zo vertelt Mattheus ons al aan het begin van zijn evangelie hoe Jezus' koninklijke weg een weg zal zijn tot op het kruis, in trouw aan God en mensen, een richtingwijzer voor ons, die - in Jezus' spoor - willen groeien tot mensen naar Gods hart.
En wie de boven genoemde tekst van Jesaja goed leest, weet dan ook meteen waar de kamelen bij de kerststal vandaan komen.
Verhalen en beelden, die in ieder evangelie anders klinken, maar die ons tesamen willen doen geloven in dit mensenkind naar Gods hart, Jezus, die ons een weg wijst hoe ook wij mogen groeien tot mensen naar Gods hart.
Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.
2 Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
3 De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem.
4 En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar de Christus zou geboren worden.
5 En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet:
6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israël weiden zal.
7 Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstiglijk van hen den tijd, wanneer de ster verschenen was;
8 En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen, en onderzoekt naarstiglijk naar dat Kindeken, en als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Datzelve aanbidde.
9 En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was.
10 Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
» meer11 En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre.
12 En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land.
13 Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden.
De drie koningen, ook wel genoemd : Wijzen uit het Oosten
De Wijzen uit het Oosten zijn de drie wijzen (magiërs) die er door koning Herodes rond het jaar nul op uit waren gestuurd om de voorspelde geboorte van een messias (koning der Joden) te ontdekken en aan hem door te geven, zodat deze bedreiging van zijn troon op tijd verhinderd kon worden.
Deze Drie Koningen vonden de voorspelde messias aan de hand van het schijnsel van de Ster van Bethlehem, om vervolgens zó door het wonder van de geboorte van het kindje Jezus bevangen te worden, dat zij hun oorspronkelijke opdracht van koning Herodes verzaakten.
De Drie Koningen (Caspar, Balthazar en Melchior) droegen geschenken bij zich (goud, wierook en mirre), en hadden al een lange reis achter de rug voordat zij Jezus werkelijk vonden, temeer daar zij in eerste instantie naar een paleis zochten om de nieuwe koning te vinden. De bijbel beschrijft hoe een ster de wijzen bij een huis brengt, dus geen stal.
Mogelijk duurde het twee jaar vanaf het moment dat de Ster van Bethlehem de geboorte van Jezus aankondigde, en reisden de wijzen lang rond voordat zij het kindje Jezus (geen baby meer) in een huis in Nazareth (niet Bethlehem) vonden.
De Twaalf Dagen van Kerstmis is de periode tussen de geboorte van Jezus (1e Kertsdag) en de dag dat de Drie Wijzen de kribbe van Jezus bereikten (Epifanie).
De geboorteverhalen in de vier evangelieën
Toen de joods-christelijke evangelisten hun evangelies schreven, konden zij teruggrijpen op deze bijbelse manier van vertellen en verbeelden. En zij doen dat met name rond de twee hoofdfiguren in het evangelies: Johannes de Doper en Jezus. Beider geboorte wordt door een engel van Godswege aangekondigd. Elisabeth was ook al over de leeftijd heen om nog kinderen te kunnen krijgen (vgl. Sara). Maria had geen man.
Wie de vier evangelies naast elkaar legt (Markus, Mattheus, Lukas en Johannes), merkt meteen al hoe ieder Jezus op een eigen manier in zijn evangelie binnenvoert. Zo geeft ieder een eigen geloofsvisie op Jezus, gebruik makend van de geloofsverhalen, zoals die al in de joodse schriften bestonden.
Markus
Markus is het oudste evangelie van de vier. Markus geeft helemaal geen geboorte- of jeugdverhalen over Jezus. Hij leidt Jezus zijn evangelie binnen als volwassen man, die zich door Johannes de Doper laat dopen.
Wel horen we in Markus' verhaal over Jezus' doop enkele beelden, die we bij de andere evangelisten in hun geboorteverhalen aantreffen: De hemel scheurt open, Gods Geest daalt op Jezus neer, en een stem klinkt uit de hemel: "Gij zijt mijn zoon, mijn geliefde, in u heb Ik mijn welbehagen".
Johannes
Johannes kent ook geen jeugdverhalen over Jezus. Ook hij begint met Jezus' doop door Johannes in de Jordaan. Wel laat Johannes daaraan een plechtig voorwoord voorafgaan, dat rijmt op de eerste woorden van het scheppingsverhaal in Genesis: "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God".
Een diepe geloofsbeschouwing, waarin Johannes de geloofsbetekenis van heel Jezus' leven en sterven verwoordt in woorden uit het scheppingsverhaal: Zoals God heel de schepping draagt, zo wel heel bijzonder deze Jezus, door leven en dood heen.
"Het Woord (van God) is vlees geworden en heeft onder ons gewoond". En zoals Jezus, worden allen die in hem geloven, kinderen van God: "niet uit bloed, noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren".
Mattheus
Mattheus heeft wel verhalen over Jezus' geboorte en jeugd, maar toch weer heel anders dan Lukas. Mattheus neemt het refrein op uit het boek Genesis: "Dit is de lijst van verwekkingen van hemel en aarde" (Gen. 2,4), "...van Adam" (Gen. 5,1), "...van Noach" (Gen.6,9), "...van Noachs zonen" (Gen. 10,1), "...van Sem" (Gen. 11,10), "...van Terach" (Gen. 11,27), de vader van Abraham, in wie het verhaal begint van God met Israël temidden van de volkeren.
Door met diezelfde zin zijn evangelie te beginnen, "Dit is het boek van de verwekking van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham" trekt Mattheus de theologische lijn van Genesis door: zoals God Israel verwekte temidden van de volken, zo verwekt Hij Jezus temidden van Israel.
Daarover vertelt Mattheus in zijn eerste hoofdstuk.
Hij begint met een lang geslachtsregister "van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham...", met als refrein het woord: verwekken van een kind door de vader. Hij componeert die lijst in 3 x 14 geslachten, symbool van de volheid, d.w.z. heel Gods weg met mensen tot dan toe vindt zijn vervulling in deze Jezus. Mattheus werkt met deze lijst naar een speciaal effect toe: één lange lijst van "verwekkingen" door een mens/man, die bij Jezus ineens wordt onderbroken:
"Zadok verwekte Achim, Achim verwekte Eliud, Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Matthan, Matthan verwekte Jakob, Jakob verwekte Jozef... Je zou dan verwachten: "Jozef verwekte Jezus...", nee, dan vervolgt Mattheus:
"...de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, die Christus genoemd wordt".
Dat roept bij de lezer de vraag op: Wie verwekte dan Jezus bij Maria? Jozef blijkbaar niet, maar wie dan wel?
En op die vraag gaat Mattheus verder in in 1,18-25. Daar krijgt Jozef over zijn zwangere verloofde van Gods engel te horen: "Schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is van de heilige Geest".
Anders dan bij Lukas, waar Maria de hoofdrol speelt, is bij Mattheus Jozef de hoofdpersoon in de verhalen. Dat heeft ook te maken met de lezers, joden-christenen, voor wie Mattheus zijn boek schreef. In hun cultuur speelde de man de hoofdrol in het familiegebeuren. En zo staat Jozef hier in het middelpunt: Aan hem verschijnt de engel die hem zegt zijn zwangere verloofde niet te verstoten maar tot zich te nemen. "Wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest". Mattheus' verhaal is geen geboorte- maar een verwekkingsverhaal van Jezus, niet verwekt door Jozef maar uit de heilige Geest. Niet de aardse maar de hemelse Vader staat hier centraal. En daarmee plaatst Mattheus
Jezus heel nadrukkelijk op de lijn van Gods "verwekkingen" door heel de mensengeschiedenis heen.
Jozef stamde uit het geslacht van David met Bethlehem als geboortestad. Vandaar dat ook Jezus daar geboren wordt als "zoon van David". En zoals in Israel gebruikelijk, is 't Jozef, de vader, die het kind de naam geeft en daarmee opneemt in zijn geslacht, het koninklijke geslacht van David. Met in zijn achterhoofd het visioen van Jesaja 60, vertelt Mattheus dan over de wijzen (magiërs, sterrenwichelaars - heidenser kan 't niet) uit het oosten, die namens alle volken de van God verwekte nieuwgeboren koning der Joden komen aanbidden. Als koning Herodes het kind bedreigt, krijgt Jozef van een engel de opdracht uit te wijken naar Egypte. Pas na Herodes' dood komt het gezin terug en vestigt zich in Nazareth.
Zouden we onze kerststal alleen uit de verhalen van Mattheus opbouwen, dan levert hij ons de beeldjes van Jozef, Maria, het kind, een huis, een ster en de wijzen uit het oosten.
De andere beeldjes (engelen, herders en schapen) komen uit Lukas.
Lukas
Lukas vertelt ons het geboorteverhaal, zoals we dat in de kerstnacht horen. Lukas vertelt ons geen verwekkings- maar een geboorte-verhaal. Niet Jozef, maar Maria is de hoofdpersoon in zijn verha-len. Ook dat heeft te maken met de lezers voor wie hij zijn evangelie schrijft: vooral niet-joden, grieken, romeinen, bij wie de vrouw een veel meer geëmancipeerde rol vervulde in de hele huishouding. Vandaar de hoofrol voor Maria bij Lukas:
Aan haar verschijnt de engel. Zij bezoekt daarna haar oude, ook zwangere nicht Elisabeth. Maria zingt het Magnificat. En Maria baart haar eerstgeboren zoon - na een tocht van Nazareth naar Bethlehem. Daar krijgen de herders van de engelen het goede nieuws van Jezus' geboorte. En als zij het kind begroet hebben, bewaart Maria al deze woorden in haar hart.
Bij Lukas dus geen wijzen uit het oosten, wel herders met hun schapen. Geen ster, maar wel engelen uit de hemel. Geen koning Herodes op de achtergrond, maar keizer Augustus die zijn volkstelling uitschreef. Zoals Mattheus voor zijn joodse lezers de tegenmacht symboliseert in de joodse koning Herodes, zo staat bij Lukas, schrijvend voor zijn romeinse lezers, de romeinse keizer Augustus model voor de machthebbers, die de komst van Gods koninkrijk proberen te frustreren.
Zo schrijft iedere evangelist op zijn eigen manier, voor zijn eigen lezers En ieder maakt ook op eigen manier gebruik van de oude verhalen en beelden uit de joodse schriften om Jezus in zijn evangelie binnen te leiden.
Het begin beschreven in beelden van het einde
Het oudste evangelie, Markus, kent helemaal geen geboorte- of jeugdverhalen over Jezus. Het ging de evangelisten vooral om Jezus' volwassen zending als messias en zijn weg door lijden en kruisdood heen naar de Vader.
Als later vraag komt naar: Hoe is 't ooit met Jezus begonnen? ontstaat de behoefte aan verhalen over het begin. Historisch was daarover weinig meer bekend. Mattheus, Lukas en Johannes schreven waarschijnlijk na het jaar 70. Hun antwoord op de vraag: Hoe is 't begonnen, is dan ook niet bedoeld als een historische beschrijving, maar als een geloofs-verkondiging over Jezus: Zoals Hij door de dood heen naar de Vader terugkeerde, zo is Hij ook uit de Vader verwekt / geboren. Het licht van Pasen schijnt als het ware terug naar zijn geboorte. Zoals de geboorteverhalen al verwijzen naar het einde.
Voorbeelden:
- Engelen kondigen bij het graf zijn verrijzenis aan, zoals ze ook zijn geboorte aankondigen.
- De schande van het kruis rijmt op de kribbe / voerbak voor dieren, waarin het kind werd neergelegd.
- Zoals Herodes en de leiders van het volk na Jezus' verrijzenis vergaderen om dit feit te ontkennen, zo vergaderen zij bij Jezus' geboorte om de nieuwe koning uit de weg te ruimen.
- Zoals Jezus' dode lichaam in doeken werd gewikkeld en in een graf gelegd, zo wordt het kind bij zijn geboorte in doeken gewikkeld en neergelegd in een kribbe.
- Zoals de doden met kruiden als mirre werden begraven, zo komen de wijzen uit het oosten er al mee aan bij zijn geboorte.
- Zoals God Jezus uit de dood ten leven wekte, zo is Hij ook de verwekker van dit kind van meet af aan.
Welke beeldjes uit de kerststal ontbreken nog?
Lukas' evangelie vertelt wel over schapen en herders, maar niet over een os en ezel. Toch vinden we die al terug in oude kerstafbeeldingen uit de 6e eeuw. Hoe kwam men aan deze dieren? Als Origenes, een grote bijbelgeleerde uit de 3e eeuw, mediteert over de kribbe, waarin het kind Jezus werd neergelegd, schiet hem de Jesaja-tekst (1,3) te binnen: "Ik heb kinderen grootgebracht - zegt God, - maar zij zijn van mij afvallig geworden. Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israel heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht". Origenes ziet in de os en de ezel de mensen die Jezus later wél hebben erkend en hem trouw zijn gebleven, merendeels niet-joden uit het romeinse rijk van die dagen. Met alle gevaar voor een beginnend antisemitisme in
Christelijke kring
In Deuteronomium 22,10 staat een verbod om os en ezel in één span voor de ploeg te brengen (de os werd gezien als rein, de ezel als onrein dier). Dat ze rond de kribbe toch broederlijk samen staan, lijkt al het begin van de vervulling van Jesaja's visioen dat alle mensen en dieren in Jeruzalem zullen samenkomen in het einde der tijden (Jes. 60):
"Over u, Jeruzalem gaat Gods licht op, volkeren komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad. Gij zult het zien en stralen van vreugde. De schatten der zee worden naar u gebracht.
Een vloed van kamelen zal u bedekken, drommedarissen van Midjan en Efa. Alle bewoners uit Sjeba komen naar u toe, met goud en wierook beladen. Zij allen verkondigen de lof van de Heer".
Deze tekst stond ook model voor Mattheus' verhaal over de wijzen uit het oosten, die het kind komen aanbidden. Vandaar worden de "wijzen" uit Mattheus dikwijls verwisseld met de "koningen" uit Jesaja. Hun geschenken, goud en wierook, zijn dezelfde, waaraan Mattheus één toevoegt: mirre. Dat werd gebruikte bij het afleggen van een dode. M.a.w. Jezus' weg naar zijn koningschap was een weg naar het kruis, waar boven zijn hoofd geschreven stond: "Deze (gekruisigde) is Jezus, koning der Joden". Geen succesverhaal naar menselijke maat, maar een weg van trouw aan God en mensen tot het trieste einde, toen zijn lichaam van het kruis werd afgenomen, verzorgd met mirre, en in een graf werd neergelegd. Waarna het paasverhaal vertelt hoe God "Ja" zegt op deze weg van Jezus en hem niet prijs geeft aan de dood maar hem ook door de dood vooruit gaat. Zo vertelt Mattheus ons al aan het begin van zijn evangelie hoe Jezus' koninklijke weg een weg zal zijn tot op het kruis, in trouw aan God en mensen, een richtingwijzer voor ons, die - in Jezus' spoor - willen groeien tot mensen naar Gods hart.
En wie de boven genoemde tekst van Jesaja goed leest, weet dan ook meteen waar de kamelen bij de kerststal vandaan komen.
Verhalen en beelden, die in ieder evangelie anders klinken, maar die ons tesamen willen doen geloven in dit mensenkind naar Gods hart, Jezus, die ons een weg wijst hoe ook wij mogen groeien tot mensen naar Gods hart.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)