HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 009
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE TWAALFJARIGE JEZUS
IN DE TEMPEL
BIJBELTEKST
Uit het evangelie volgens Lukas 2
:
41 En Zijn ouders reisden alle jaar naar Jeruzalem, op het feest van pascha.
42 En toen Hij twaalf jaren oud geworden was, en zij naar Jeruzalem opgegaan waren, naar de gewoonte van den feestdag;
43 En de dagen aldaar voleindigd hadden, toen zij wederkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn moeder wisten het niet.
44 Maar menende, dat Hij in het gezelschap op den weg was, gingen zij een dagreize, en zochten Hem onder de magen, en onder de bekenden.
45 En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom naar Jeruzalem, Hem zoekende.
meer46 En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende.
47 En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden.
48 En zij, Hem ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: Kind! waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht.
49 En Hij zeide tot hen: Wat is het, dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders?
50 En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak.
51 En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart.
52 En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen.
Over de twaalf-jarige in de tempel en Maria
Als Maria en Jozef de twaalf-jarige Jezus in de tempel terugvinden, en Maria verwijtend vraagt: ,,Mijn Kind, waarom hebt Gij ons dit aangedaan?”, — dan antwoordt Hij: ,,Waarom hebt ge Mij gezocht? Wist ge dan niet, dat Ik in het huis van Mijn Vader moet zijn?” — ,,Maar zij begrepen het woord niet, dat Hij tot hen sprak. Nu ging Hij met hen naar Nazareth terug. En Hij was hun onderdanig. Zijn moeder bewaarde dit alles in haar hart” (Lucas 2 : 48—51).
Er gaat een eigenaardige bekoring uit van dit tafereel, waarin de Twaalf-jarige tot Zijn moeder verwijtende woorden spreekt. Wij moeten de innerlijke melodie horen en mogen niet bij het uiterlijke woord blijven staan. De vraag van de moeder: ,,Mijn Kind, waarom. .. .“ is de uitdrukking van moederlijke bezorgdheid en angst. Het recht van de moeder geeft haar de lieflijke vrijmoedigheid, God Zelf ter verantwoording te roepen. Maar ook het antwoord van Jezus is vervuld van lieflijkheid en bekoring. Jozef en Maria kenden immers zijn Messiaanse zending; zij wisten echter nog niet, dat die nu reeds zou beginnen.
Maria had in haar moederlijkheid al te zeer het oog gericht op de mensheid van Jezus; maar Zijn antwoord heft haar op tot het aanschouwen van Zijn goddelijke natuur. Daarom is er in dit woord van Jezus volstrekt niets oneerbiedigs tegenover Zijn moeder. God onderricht Zijn schepselen. Hij openbaart hun een nieuwe zijde van Zijn wezen, van Zijn zending. De profeten en de heiligen beschouwen dat als een genade.
Het verdere verloop van het evangelieverhaal, de gehoorzaamheid van Jezus, die mee teruggaat naar Nazareth, is het beste bewijs, dat Hij met Zijn antwoord Maria niet heeft willen afwijzen, maar wilde verheffen. Zijn woorden komen niet voort uit hardheid tegen Zijn moeder, maar uit openbarende, schenkende liefde.
Om eens over na te denken
Heb je er wel eens bij stil gestaan hoe de Here Jezus opgegroeid is? Hoe was Hij als baby? Als kind? Als puber? Misschien vind je dat een vreemde vraag? Ik geloof dat Hij echt de Zoon van God was. Maar tegelijkertijd geloof ik ook dat Hij echt mens, helemaal mens was. (Maar wel zonder te zondigen!) Hij begint als een baby in een kribbe. Een baby die niets weet, die niet kan praten en die huilt als Hij honger krijgt. Als Hij wat groter wordt, moet Hij leren lopen en leren praten. Hij gaat spelen en net als alle andere kinderen leert Hij spelenderwijs van alles. In de evangeliën komen we trouwens ook de namen van vier broers tegen en er wordt ook nog over zijn zussen gesproken. Blijkbaar is Hij de oudste in een redelijk groot gezin. Verder weten we ook dat Jozef timmerman was en dat Jezus zijn vader bij de uitoefening van zijn beroep geholpen zal hebben. In Nazareth zeggen de mensen later tegen elkaar over Jezus: ‘Is dit niet de timmerman?’ Zo hebben ze Hem blijkbaar gekend. Maar veel meer dan dit weten we eerlijk gezegd niet over de jeugd van Jezus.
Alleen hebben we nog dat ene verhaal. Al heel snel in de geschiedenis kregen mensen het gevoel dat dit toch wel te karig was en zo zijn er nog een aantal verhalen bij gekomen. Die zijn veel uitvoeriger, soms zelfs fantastisch. In de meest letterlijke zin van het woord. Te veel menselijke versiering.
Vertel het aan de kinderen - Over de 12-jarige Jezus in de tempel
Jozef en Maria woonden nog steeds in Bethlehem met het kindje Jezus.
Toen Jezus 40 dagen oud was gingen zij naar de tempel in Jeruzalem. De tempel was het huis van God en stond in die grote mooie stad Jeruzalem. Alle Israëlieten gingen met hun oudste
zoon naar de priester in de tempel. De priester legde dan zijn handen op het kindje en zegende het. Het was net of de ouders het kind teruggaven aan God.
Maria en Jozef wilden dat ook graag doen. Ze waren zo dankbaar voor hun zoon Jezus en ze wilden God daarvoor danken in de tempel en Hem vragen of Hij voor hun kindje zorgen
wilde.
Het was de gewoonte dat de ouders dan ook een offer brachten ter ere van God.
Rijke mensen offerden een lam en arme mensen een duif.
Jozef en Maria waren arme mensen en zij offerden 2 duiven.
Maria hield het kindje omhoog en de priester legde zijn handen op Jezus en zegende hem, zoals hij met alle pasgeboren kindjes deed. Hij wist helemaal niet dat dit kindje dat hij zegende niet zo maar een kindje was, maar de lang beloofde Zaligmaker.
Daar kwam een oude man aanlopen, zijn naam was Simeon. Hij was vaak in de tempel en diende God.
Zijn ogen straalden en hij keek zo gelukkig. Hij ging direct naar het kindje Jezus toe en keek hem vol liefde aan. "Dit is de Zaligmaker, die God ons heeft beloofd", juichte hij. De tranen rolden over zijn wangen van blijdschap. Daar had hij zo lang op gewacht en het duurde zo lang dat hij er verdrietig van was geworden. Maar God had hem beloofd, dat Simeon eerst de Zaligmaker zou mogen zien, voordat hij zou sterven.
En nu was het zo ver. Hij nam het kindje Jezus in Zijn armen en zei: "Nu wil ik wel sterven Here, want nu heb ik de Zaligmaker gezien". En zijn blijde woorden werden een lofzang voor God.
Hij zei dat Jezus heel veel mensen gelukkig zou maken, maar dat niet iedereen zou geloven dat Hij de Messias was.
Tegen Maria zei hij, dat ze eens heel veel verdriet zou hebben.
Maria begreep het niet, maar zij bewaarde al die woorden in haar hart.
Maria en Jozef keken elkaar vol verwondering aan. Hoe kon deze oude man nu weten dat Jezus de beloofde Messias, de Zaligmaker was?
Toen kwam er een oude vrouw aanlopen, het was Anna een profetes. Zij was veel in de tempel om te bidden tot God. En ook zij juichte van blijdschap. "Dit is de Zaligmaker, die God heeft beloofd . Oh wat ben ik nu blij en gelukkig".
En vol blijdschap ging zij aan iedereen vertellen dat de Zaligmaker gekomen was, die iedereen gelukkig zou maken.
Jezus was nog maar heel klein en nu maakte Hij al mensen gelukkig. Zijn ouders, Jozef en
Maria en de herders, die gekomen waren om Hem te aanbidden. En nu Simeon en Anna, die beide oude mensen, die heel hun leven God hadden gediend.
Maria en Jozef gingen weer terug naar huis.
In hun hart was blijdschap omdat dit kindje, waar zij voor mochten zorgen, de Redder zou worden van alle mensen.
Over zoeken en vinden
De nuchterheid van de bijbel is dan meer op zijn plaats. Een beperkt aantal sobere gegevens en het blijft verder een mysterie: In Hem is God naar deze wereld gekomen! Hij is Gods Zoon maar ook echt mens! Opgegroeid in Nazareth. Een dorpje achteraf. En Hij heeft daar veel moeten leren. En dan horen we dus over zijn jeugd dat Hij op twaalfjarige leeftijd met zijn ouders naar Jeruzalem gaat. Om daar het joodse paasfeest te vieren. Een week lang! Ruim honderdduizend mensen kwamen daar samen om dit feest te vieren. Het feest van de bevrijding uit Egypte. Een belevenis. Jozef en Maria ondernemen ieder jaar de reis van Nazareth naar Jeruzalem. En het zou best zo kunnen zijn dat Jezus al vaker mee geweest is. Ik vind het wel opvallend om hier te lezen dat Jozef en Maria Jezus meenemen. Blijkbaar hebben ze hun kind vertrouwd gemaakt met het geloof in de God van Israël. Blijkbaar hebben ze hun zoon geleerd om de weg van Gods geboden te bewandelen. Blijkbaar hebben ze Hem in aanraking gebracht met de grote daden van God: Hij is onze Bevrijder!
Meer dan ooit vaders en moeders nodig
We mogen ervan overtuigd zijn dat vaders en moeders hierin hun kinderen bij de hand mogen nemen en samen met hen op weg mogen gaan. Jozef en Maria zeiden niet: ‘Ga maar naar Jeruzalem en zoek het daar maar uit!’ Ze zeiden: ‘Ga je mee met ons? Dan gaan we met elkaar?’ Vaders en moeders gaan voorop. Ik geloof dat we meer dan ooit vaders en moeders nodig hebben die hun kleinere kinderen bij de hand nemen! Als we praten over geloofsopvoeding dan praten we als volwassenen allereerst over ons eigen geloof: Hoe ben je daar zelf mee bezig? Wat straal je zelf uit? Wordt de liefde van God zichtbaar in ons doen en laten? Een concreet voorbeeld: Als je zelf één keer in de twee maanden naar de kerk komt, dan zullen je kinderen later er naar alle waarschijnlijkheid nog twee keer per jaar komen en je kleinkinderen zullen niet meer naar de kerk komen. Nu weet ik wel: Geloven is veel meer dan naar de kerk gaan. Maar dan nog: Hoe groot is uw betrokkenheid en hoe brengen we dat op onze kinderen en kleinkinderen over? Dat is een hele verantwoordelijkheid!
Onze zorg bij God brengen
Natuurlijk loop je tegen grenzen op. Kinderen en jongeren haken af. Er worden andere keuzes gemaakt. Ondanks de betrokkenheid van ouders. Geloven zit nu eenmaal niet in de genen ingebakken. We merken dat vaders en moeders daarmee kunnen worstelen en ook met een gevoel van tekort schieten rond blijven lopen. Dat zal herkenbaar zijn. Ook al heb je op jouw manier je uiterste best gedaan. Ik geloof dat we die pijn en die zorg bij God mogen brengen: ‘Hemelse Vader, houdt U onze kinderen vast en doorbreek de muur van afstandelijkheid of onverschilligheid. We leggen de namen van onze kinderen in uw hand en pleiten op uw trouw!’ Zullen we dat met elkaar en heel persoonlijk blijven bidden? En zullen we proberen onze kinderen bij de hand te nemen als ze daar nog voor open staan? Zo nemen Jozef en Maria in ieder geval de twaalfjarige Jezus mee naar Jeruzalem en ze laten Hem delen in hun enthousiasme voor God! (En wat dat betreft moet ik zeggen dat we bevoorrecht zijn met zoveel kinderen en jongeren die er in de kerk zijn!)
Samen op weg
Maar dan? Als de feestelijkheden na een week voorbij zijn vertrekt iedereen weer naar zijn of haar woonplaats. Mensen uit dezelfde woonplaats reisden als groep. Dat was nu eenmaal veiliger. Ook de groep met bestemming Nazareth vertrekt en pas na een dag reizen komen Jozef en Maria er achter dat Jezus er niet bij is. Misschien vraagt u zich af hoe dat nu toch mogelijk is? Pas na een dag komen ze er achter? Die vraag mag ons beziggehouden en de enige logische verklaring komen we in een oud boek tegen: Daar werd de opmerking gemaakt dat mannen en vrouwen enigszins apart reisden. De mannen bij de mannen en de vrouwen bij de vrouwen. De kinderen liepen er door heen. Jozef zou dan gedacht hebben dat Jezus bij Maria zou zijn. En Maria zou gedacht hebben dat Jezus bij Jozef zou zijn. En daarom komen ze er pas tegen de avond achter dat Jezus ontbreekt. Nu zou dit de verklaring kunnen zijn maar helemaal zeker is dat ook weer niet. In ieder geval staat vast: Na een dag reizen komen Jozef en Maria tot de ontdekking dat Jezus er niet is.
Machteloosheid en moedeloosheid
Kun je de schrik en de angst en de paniek van deze ouders voorstellen? Dat moet onvoorstelbaar zijn geweest. Wie van u wel eens iemand kwijt is geweest (bijvoorbeeld een kind op het strand of in een druk winkelcentrum) zal zich er in herkennen. Al snel merken Jozef en Maria dat Jezus zich niet in het reisgezelschap van Nazareth bevindt en daarom gaan ze direct terug naar Jeruzalem. Blijkbaar hebben ze daar veel kennissen en familieleden waar ze navraag kunnen doen. Want we hebben gelezen dat ze drie dagen aan het zoeken zijn naar hun twaalfjarige zoon: ‘Is Jezus bij jullie?’ (We moeten wel rekening houden met de joodse manier van tellen. Dag één is de reis richting Nazareth en weer terug naar Jeruzalem, dag twee is een dag zoeken in Jeruzalem en dag drie is de dag van het vinden.) Het moet een vreselijke tijd voor Jozef en Maria zijn geweest. Vol machteloosheid en moedeloosheid. Ze zijn op zoek naar hun zoon maar kunnen Hem in de drukke stad niet vinden. Dan ga je als vanzelf aan het allerergste denken: ‘Als Hij maar niet ...! En waarom hebben we niet beter opgelet ...!’
Waar zoek je Jezus
Jozef en Maria. Ze zoeken op de verkeerde plaatsen naar Jezus. Hetzelfde zal trouwens later nog een keer gebeuren. Opvallend eigenlijk. Na het lijden en sterven van Jezus komen na drie dagen verschillende vrouwen naar zijn graf toe. Maar ook daar vinden ze de Here Jezus niet. Een engel zegt: ‘Wat zoekt gij de Levende bij de doden. Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt!’ Dat is de verrassende boodschap van het evangelie: Jezus breekt door grenzen heen. Zelfs door de grens van de dood. De Zoon van God overwint de macht van zonde en dood! Wil je Hem vinden? Ben je op zoek naar Hem? Hij is de Levende! Meer nog: Hij is op zoek naar jou! De rollen worden omgedraaid! Hij heeft jouw op het oog! Waar je dan ook bent! Hij wil jouw leven nieuw maken! Hij biedt je vergeving aan! Dat is een boodschap waar we mee verder kunnen gaan. Misschien is het goed om daar voor jezelf nog eens over na te denken? Waar zoek ik Jezus en wil ik me door Hem laten vinden? Sta ik open voor Hem en zijn liefde?
Over zijn en groeien
In ieder geval: Na hun intensieve zoektocht komen Jozef en Maria Jezus eindelijk tegen. In de tempel. In één van de bijvertrekken. Die twaalfjarige jongen is daar in gesprek met de leraren van de wet. Jezus stelt hun de ene vraag na de andere. Dat moet u niet vreemd vinden en nog veel minder uitleggen als eigenwijsheid. Deze vorm van onderwijs was nu eenmaal gebruikelijk: De leerling stelt vragen en de leraar antwoord. En andersom. En zijn leraren zijn verbaasd over het inzicht dat deze jongen heeft. Daar moet u dus niet van maken dat Jezus hen de les gelezen heeft en ook niet dat Hij als een eigenwijs jongetje de mensen om Hem heen liet merken hoeveel Hij al wist. (In dat geval zouden de mensen zich niet verbaasd maar eerder geërgerd hebben!) Maar door zijn vragen en antwoorden viel het de mensen op dat Hij op zijn jonge leeftijd al een bijzondere band met zijn hemelse Vader heeft. En een bijzonder inzicht in wat die Vader in de geschiedenis van zijn volk had gedaan. Maar Maria? Zij weet niet wat ze ziet als ze Jezus in de tempel aantreft. Opgelucht. Blij. Maar ook boos en verward.
Ik moet bezig zijn met de dingen van mijn Vader!
En Maria zegt dan, zoals elke moeder ook vandaag zou doen: ‘Kind, waarom heb je ons dit aangedaan? Je vader en ik zoeken je met smart!’ Haar verwijt aan het adres van haar twaalfjarige zoon is goed te begrijpen. Maar dan volgt er weer zo’n merkwaardig antwoord voor een jongen van twaalf jaar: ‘Waarom hebben jullie naar mij gezocht! Wisten jullie niet dat Ik bezig moest zijn met de dingen van mijn Vader?’ Jezus reageert eigenlijk verbaasd op het verwijt van zijn moeder. Maar tegelijkertijd is het een opmerking waarin een vreemde diepte zit voor zo’n jonge knul. Dit zijn trouwens de eerste woorden die we in de bijbel van Jezus tegen komen! ‘Ik moet bezig zijn met de dingen van mijn Vader!’ Hoort u het: God in de hemel is zijn Vader! In deze allereerste uitspraak noemt Jezus God al zijn Vader! Hij is er zich blijkbaar nu al van bewust dat Hij een bijzondere relatie met God heeft. Maria noemt in haar verwijt Jozef nog zijn vader maar Jezus zegt: ‘God is mijn Vader!’ Dat is geheim van zijn komst op deze wereld: Gods Zoon is mens geworden! Een groot wonder!
Hij is niet onze zoon, maar Hij is Gods Zoon!
Vooral als we ons nu realiseren dat Hij mens geworden is om ons bij de Vader thuis te brengen! Als we ons realiseren dat Hij mens geworden is om de gebroken relatie tussen God en ons te herstellen door aan het kruis te sterven! Als we ons realiseren dat we door het geloof in Hem mogen zeggen: Abba Vader! Geweldig! Dit woord van Jezus! En daarin wordt ook duidelijk dat Hij het verlangen heeft om met de dingen van zijn Vader bezig te zijn. Zijn leven moet toegewijd zijn aan zijn hemelse Vader. Alleen dan zal het tot zijn recht komen. Daar wil Hij mee bezig zijn en daar wil Hij in groeien. Daarom heeft Hij op dat moment de keuze gemaakt om in Jeruzalem te blijven. Zijn hemelse Vader staat nummer één in zijn leven. Jezus wil luisteren naar zijn stem en Hij is op zoek naar zijn Vaders bedoeling met zijn leven. Dat is een uitspraak die je aan het denken zet. Maria en Jozef zullen er op hun manier mee geworsteld hebben. Dat hebben we ook gelezen. En het zal hun ook steeds duidelijker geworden zijn: ‘Hij is niet onze zoon, maar Hij is Gods Zoon! Daar ligt zijn prioriteit!’
Je leven richten op God
En dat zal best een hele moeilijke weg voor hen geweest zijn. Als ouders hebben ze Jezus steeds meer moeten loslaten. En Maria was er bij toen Hij als Gods Zoon aan dat kruis gestorven is: ‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest!’ (Dat waren eigenlijk de woorden van een kinderlijk gebed en misschien heeft zij die woorden aan Jezus geleerd toen Hij nog een kleine jongen was?) Maar ook wij gaan aan de slag met deze allereerste woorden van Jezus en worden bepaald bij de prioriteiten in ons leven: Bezig zijn met de dingen van God! Dat heeft met ons hele leven te maken en beperkt zich niet alleen tot een zondagmorgen. En er zijn ook geen leeftijdgrenzen aan verbonden. Dat geldt voor iemand van 12 jaar maar ook voor iemand van 44 jaar. Bezig zijn met de dingen van God! In het vertrouwen dat zijn Vaderhart naar ons uitgaat. Vol van genade en vergeving. Ik hoop dat je van daaruit je leven richt op God: ‘Wat is uw bedoeling met mijn leven? Ik wil mijn oor bij uw geboden te luisteren leggen?’ Dat is niet altijd makkelijk en het vraagt tijd en keuzes ... Ook de ander komt in zicht ...
Groeien in ontwikkeling en geloofsvertrouwen
Nog twee dingen. Allereerst dit: God staat nummer één in het leven van deze twaalfjarige jongen: ‘Hij is mijn Vader!’ Maar vervolgens gaat Hij in gehoorzaamheid weer mee terug naar Nazareth. Dat is eigenlijk heel nuchter. Als God nummer één in ons leven staat dan wordt er niet van ons verwacht dat we andere mensen zonder meer afschrijven. Dan is er ruimte voor bijvoorbeeld gehoorzaamheid. Kinderen tegenover hun ouders. ‘Eert uw vader en uw moeder! Heb respect voor je ouders!’ Maar ook andersom: Ouders moeten zich met liefde en zorg op hun kinderen richten en hen de ruimte geven om te groeien naar volwassenheid! En dan in de tweede plaats nog dit: Ook Jezus zal nog verder moeten groeien in zijn ontwikkeling en in zijn geloofsvertrouwen. We hebben in het laatste vers gelezen: ‘Hij nam toe in wijsheid en grootte en genade, bij God en mensen!’ Door de jaren heen in Nazareth wordt Hij gevormd. Hij neemt toe in wijsheid. Hij wordt een volwassen man.
Geloven in groei
Hij groeit ook in zijn relatie met zijn hemelse Vader en Hij weet zich steeds meer afhankelijk van Hem! Leven van genade! En steeds meer mensen gaan Hem waarderen en komen onder de indruk van wie Hij is! En op dertigjarige leeftijd zal deze Jezus voor het voetlicht treden als de Zoon van God die gekomen is mensen te redden en bij de Vader thuis te brengen! Ik hoop dat wij persoonlijk en als gemeente ook zullen groeien in onze liefde voor God, voor elkaar en voor mensen om ons heen ... Geloven in groei ... Onlosmakelijk met elkaar verbonden ...
Verhaal voor de kinderen
Jezus groeide op en werd een grote jongen. Hij woonde in het stadje Nazareth bij zijn ouders Jozef en Maria. Iedereen hield van Hem en de andere kinderen wilden graag met Hem spelen. Hij deed niemand kwaad en gehoorzaamde zijn ouders altijd.
Toen Hij 12 jaar oud was mocht Hij voor het eerst mee naar de tempel in Jeruzalem. Ieder jaar werd daar feest gevierd, Paasfeest. Alle mensen uit het hele land gingen dan op reis naar Jeruzalem om God te loven en te prijzen. Ze dankten God en dachten er aan dat Hij hen vroeger uit het lang Egypte had geleid. Nu mocht Jezus voor de eerste keer mee naar Jeruzalem omdat Hij 12 jaar was. Hij vond het heerlijk, want nu zou Hij ook die prachtige tempel mogen zien en daar ook Zijn Vader in de Hemel mogen loven en prijzen. Het was een grote vrolijke stoet mensen die met elkaar liederen zongen. Zij trokken door het prachtige land met bloemen, akkers met golvend koren, mooie riviertjes en soms ook dorre streken. Eindelijk kwamen ze op een heuvel en vanaf die plaats kon je de stad Jeruzalem zien liggen. Jezus werd er stil van, zo mooi was de aanblik van die stad. Tussen al die mooi witte gebouwen zag Hij ook het blinkende gouden dak van de tempel. Het feest duurde 7 dagen en al die tijd bleven Jozef, Maria en Jezus in Jeruzalem.
Toen het feest voorbij was begonnen ze weer aan de lange reis naar huis, net als al die andere mensen. En weer gingen ze daar in een grote blije optocht van mensen. Jezus liep niet bij Jozef en Maria, maar dat vonden zij niet erg. Ze dachten dat Jezus wel met de andere kinderen meeliep bij familie of vrienden. Als het donker werd zou Hij wel naar hen toe komen. Maar toen het avond werd en al helemaal donker, was Jezus nog niet teruggekeerd bij z'n ouders. Maria en Jozef werden heel ongerust en gingen overal zoeken, langs die hele lange rij mensen en ze vroegen aan iedere bekende: "Hebben jullie Jezus gezien?" Maar niemand had Jezus gezien en ten einde raad gingen Jozef en Maria weer helemaal terug naar Jeruzalem. Zou Jezus dan toch niet mee terug zijn gegaan? Zou Hij nog in Jeruzalem zijn? Ze zochten overal in de stad en ze vroegen aan iedereen of ze Jezus hadden gezien, maar ze vonden Hem nergens. Tenslotte kwamen ze bij de tempel. Zouden ze daar dan maar eens gaan kijken? Ze gingen naar binnen en kwamen in een grote zaal waar de priesters en schriftgeleerden les gaven uit de Bijbel. En daar…..midden tussen die wijze, geleerde mensen…..daar zat Jezus. De mannen die om Hem heen zaten keken Hem vol bewondering aan. Ze stonden versteld van zijn verstand en de wijze vragen, die Hij stelde. Maar Maria zag dat niet, ze rende naar Jezus toe en sloot Hem in haar armen. "Waarom ben je niet met ons mee gegaan terug naar huis? Je hebt ons zo ongerust gemaakt, we hebben 3 dagen lang naar je gezocht?" Jezus keek Zijn moeder aan en zei: "Wist u dan niet dat ik moest zijn in het Huis van Mijn Vader? " Toen begreep Maria het, Jezus was helemaal niet ongehoorzaam geweest. Maar zij had helemaal vergeten dat Jezus de Zoon van God was. God was Zijn Vader en Jezus wilde graag zijn in de tempel, het Huis van Zijn Vader. Gehoorzaam ging Jezus weer mee naar huis met Maria en Jozef.
Hij bleef in Nazareth wonen bij Maria en Jozef. Hij speelde en leerde, groeide op en Hij leek net als de andere kinderen en mensen. Maar er was één heel groot verschil, want Jezus deed nooit iets dat verkeerd was. Dat kwam omdat Hij de Zoon van God was.
De
twaalfjarige Jezus in de tempel
41 En Zijn ouders reisden alle jaar naar Jeruzalem, op het feest van pascha.
42 En toen Hij twaalf jaren oud geworden was, en zij naar Jeruzalem opgegaan waren, naar de gewoonte van den feestdag;
43 En de dagen aldaar voleindigd hadden, toen zij wederkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn moeder wisten het niet.
44 Maar menende, dat Hij in het gezelschap op den weg was, gingen zij een dagreize, en zochten Hem onder de magen, en onder de bekenden.
45 En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom naar Jeruzalem, Hem zoekende.
meer46 En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende.
47 En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden.
48 En zij, Hem ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: Kind! waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht.
49 En Hij zeide tot hen: Wat is het, dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders?
50 En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak.
51 En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart.
52 En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen.
Over de twaalf-jarige in de tempel en Maria
Als Maria en Jozef de twaalf-jarige Jezus in de tempel terugvinden, en Maria verwijtend vraagt: ,,Mijn Kind, waarom hebt Gij ons dit aangedaan?”, — dan antwoordt Hij: ,,Waarom hebt ge Mij gezocht? Wist ge dan niet, dat Ik in het huis van Mijn Vader moet zijn?” — ,,Maar zij begrepen het woord niet, dat Hij tot hen sprak. Nu ging Hij met hen naar Nazareth terug. En Hij was hun onderdanig. Zijn moeder bewaarde dit alles in haar hart” (Lucas 2 : 48—51).
Er gaat een eigenaardige bekoring uit van dit tafereel, waarin de Twaalf-jarige tot Zijn moeder verwijtende woorden spreekt. Wij moeten de innerlijke melodie horen en mogen niet bij het uiterlijke woord blijven staan. De vraag van de moeder: ,,Mijn Kind, waarom. .. .“ is de uitdrukking van moederlijke bezorgdheid en angst. Het recht van de moeder geeft haar de lieflijke vrijmoedigheid, God Zelf ter verantwoording te roepen. Maar ook het antwoord van Jezus is vervuld van lieflijkheid en bekoring. Jozef en Maria kenden immers zijn Messiaanse zending; zij wisten echter nog niet, dat die nu reeds zou beginnen.
Maria had in haar moederlijkheid al te zeer het oog gericht op de mensheid van Jezus; maar Zijn antwoord heft haar op tot het aanschouwen van Zijn goddelijke natuur. Daarom is er in dit woord van Jezus volstrekt niets oneerbiedigs tegenover Zijn moeder. God onderricht Zijn schepselen. Hij openbaart hun een nieuwe zijde van Zijn wezen, van Zijn zending. De profeten en de heiligen beschouwen dat als een genade.
Het verdere verloop van het evangelieverhaal, de gehoorzaamheid van Jezus, die mee teruggaat naar Nazareth, is het beste bewijs, dat Hij met Zijn antwoord Maria niet heeft willen afwijzen, maar wilde verheffen. Zijn woorden komen niet voort uit hardheid tegen Zijn moeder, maar uit openbarende, schenkende liefde.
Om eens over na te denken
Heb je er wel eens bij stil gestaan hoe de Here Jezus opgegroeid is? Hoe was Hij als baby? Als kind? Als puber? Misschien vind je dat een vreemde vraag? Ik geloof dat Hij echt de Zoon van God was. Maar tegelijkertijd geloof ik ook dat Hij echt mens, helemaal mens was. (Maar wel zonder te zondigen!) Hij begint als een baby in een kribbe. Een baby die niets weet, die niet kan praten en die huilt als Hij honger krijgt. Als Hij wat groter wordt, moet Hij leren lopen en leren praten. Hij gaat spelen en net als alle andere kinderen leert Hij spelenderwijs van alles. In de evangeliën komen we trouwens ook de namen van vier broers tegen en er wordt ook nog over zijn zussen gesproken. Blijkbaar is Hij de oudste in een redelijk groot gezin. Verder weten we ook dat Jozef timmerman was en dat Jezus zijn vader bij de uitoefening van zijn beroep geholpen zal hebben. In Nazareth zeggen de mensen later tegen elkaar over Jezus: ‘Is dit niet de timmerman?’ Zo hebben ze Hem blijkbaar gekend. Maar veel meer dan dit weten we eerlijk gezegd niet over de jeugd van Jezus.
Alleen hebben we nog dat ene verhaal. Al heel snel in de geschiedenis kregen mensen het gevoel dat dit toch wel te karig was en zo zijn er nog een aantal verhalen bij gekomen. Die zijn veel uitvoeriger, soms zelfs fantastisch. In de meest letterlijke zin van het woord. Te veel menselijke versiering.
Vertel het aan de kinderen - Over de 12-jarige Jezus in de tempel
Jozef en Maria woonden nog steeds in Bethlehem met het kindje Jezus.
Toen Jezus 40 dagen oud was gingen zij naar de tempel in Jeruzalem. De tempel was het huis van God en stond in die grote mooie stad Jeruzalem. Alle Israëlieten gingen met hun oudste
zoon naar de priester in de tempel. De priester legde dan zijn handen op het kindje en zegende het. Het was net of de ouders het kind teruggaven aan God.
Maria en Jozef wilden dat ook graag doen. Ze waren zo dankbaar voor hun zoon Jezus en ze wilden God daarvoor danken in de tempel en Hem vragen of Hij voor hun kindje zorgen
wilde.
Het was de gewoonte dat de ouders dan ook een offer brachten ter ere van God.
Rijke mensen offerden een lam en arme mensen een duif.
Jozef en Maria waren arme mensen en zij offerden 2 duiven.
Maria hield het kindje omhoog en de priester legde zijn handen op Jezus en zegende hem, zoals hij met alle pasgeboren kindjes deed. Hij wist helemaal niet dat dit kindje dat hij zegende niet zo maar een kindje was, maar de lang beloofde Zaligmaker.
Daar kwam een oude man aanlopen, zijn naam was Simeon. Hij was vaak in de tempel en diende God.
Zijn ogen straalden en hij keek zo gelukkig. Hij ging direct naar het kindje Jezus toe en keek hem vol liefde aan. "Dit is de Zaligmaker, die God ons heeft beloofd", juichte hij. De tranen rolden over zijn wangen van blijdschap. Daar had hij zo lang op gewacht en het duurde zo lang dat hij er verdrietig van was geworden. Maar God had hem beloofd, dat Simeon eerst de Zaligmaker zou mogen zien, voordat hij zou sterven.
En nu was het zo ver. Hij nam het kindje Jezus in Zijn armen en zei: "Nu wil ik wel sterven Here, want nu heb ik de Zaligmaker gezien". En zijn blijde woorden werden een lofzang voor God.
Hij zei dat Jezus heel veel mensen gelukkig zou maken, maar dat niet iedereen zou geloven dat Hij de Messias was.
Tegen Maria zei hij, dat ze eens heel veel verdriet zou hebben.
Maria begreep het niet, maar zij bewaarde al die woorden in haar hart.
Maria en Jozef keken elkaar vol verwondering aan. Hoe kon deze oude man nu weten dat Jezus de beloofde Messias, de Zaligmaker was?
Toen kwam er een oude vrouw aanlopen, het was Anna een profetes. Zij was veel in de tempel om te bidden tot God. En ook zij juichte van blijdschap. "Dit is de Zaligmaker, die God heeft beloofd . Oh wat ben ik nu blij en gelukkig".
En vol blijdschap ging zij aan iedereen vertellen dat de Zaligmaker gekomen was, die iedereen gelukkig zou maken.
Jezus was nog maar heel klein en nu maakte Hij al mensen gelukkig. Zijn ouders, Jozef en
Maria en de herders, die gekomen waren om Hem te aanbidden. En nu Simeon en Anna, die beide oude mensen, die heel hun leven God hadden gediend.
Maria en Jozef gingen weer terug naar huis.
In hun hart was blijdschap omdat dit kindje, waar zij voor mochten zorgen, de Redder zou worden van alle mensen.
Over zoeken en vinden
De nuchterheid van de bijbel is dan meer op zijn plaats. Een beperkt aantal sobere gegevens en het blijft verder een mysterie: In Hem is God naar deze wereld gekomen! Hij is Gods Zoon maar ook echt mens! Opgegroeid in Nazareth. Een dorpje achteraf. En Hij heeft daar veel moeten leren. En dan horen we dus over zijn jeugd dat Hij op twaalfjarige leeftijd met zijn ouders naar Jeruzalem gaat. Om daar het joodse paasfeest te vieren. Een week lang! Ruim honderdduizend mensen kwamen daar samen om dit feest te vieren. Het feest van de bevrijding uit Egypte. Een belevenis. Jozef en Maria ondernemen ieder jaar de reis van Nazareth naar Jeruzalem. En het zou best zo kunnen zijn dat Jezus al vaker mee geweest is. Ik vind het wel opvallend om hier te lezen dat Jozef en Maria Jezus meenemen. Blijkbaar hebben ze hun kind vertrouwd gemaakt met het geloof in de God van Israël. Blijkbaar hebben ze hun zoon geleerd om de weg van Gods geboden te bewandelen. Blijkbaar hebben ze Hem in aanraking gebracht met de grote daden van God: Hij is onze Bevrijder!
Meer dan ooit vaders en moeders nodig
We mogen ervan overtuigd zijn dat vaders en moeders hierin hun kinderen bij de hand mogen nemen en samen met hen op weg mogen gaan. Jozef en Maria zeiden niet: ‘Ga maar naar Jeruzalem en zoek het daar maar uit!’ Ze zeiden: ‘Ga je mee met ons? Dan gaan we met elkaar?’ Vaders en moeders gaan voorop. Ik geloof dat we meer dan ooit vaders en moeders nodig hebben die hun kleinere kinderen bij de hand nemen! Als we praten over geloofsopvoeding dan praten we als volwassenen allereerst over ons eigen geloof: Hoe ben je daar zelf mee bezig? Wat straal je zelf uit? Wordt de liefde van God zichtbaar in ons doen en laten? Een concreet voorbeeld: Als je zelf één keer in de twee maanden naar de kerk komt, dan zullen je kinderen later er naar alle waarschijnlijkheid nog twee keer per jaar komen en je kleinkinderen zullen niet meer naar de kerk komen. Nu weet ik wel: Geloven is veel meer dan naar de kerk gaan. Maar dan nog: Hoe groot is uw betrokkenheid en hoe brengen we dat op onze kinderen en kleinkinderen over? Dat is een hele verantwoordelijkheid!
Onze zorg bij God brengen
Natuurlijk loop je tegen grenzen op. Kinderen en jongeren haken af. Er worden andere keuzes gemaakt. Ondanks de betrokkenheid van ouders. Geloven zit nu eenmaal niet in de genen ingebakken. We merken dat vaders en moeders daarmee kunnen worstelen en ook met een gevoel van tekort schieten rond blijven lopen. Dat zal herkenbaar zijn. Ook al heb je op jouw manier je uiterste best gedaan. Ik geloof dat we die pijn en die zorg bij God mogen brengen: ‘Hemelse Vader, houdt U onze kinderen vast en doorbreek de muur van afstandelijkheid of onverschilligheid. We leggen de namen van onze kinderen in uw hand en pleiten op uw trouw!’ Zullen we dat met elkaar en heel persoonlijk blijven bidden? En zullen we proberen onze kinderen bij de hand te nemen als ze daar nog voor open staan? Zo nemen Jozef en Maria in ieder geval de twaalfjarige Jezus mee naar Jeruzalem en ze laten Hem delen in hun enthousiasme voor God! (En wat dat betreft moet ik zeggen dat we bevoorrecht zijn met zoveel kinderen en jongeren die er in de kerk zijn!)
Samen op weg
Maar dan? Als de feestelijkheden na een week voorbij zijn vertrekt iedereen weer naar zijn of haar woonplaats. Mensen uit dezelfde woonplaats reisden als groep. Dat was nu eenmaal veiliger. Ook de groep met bestemming Nazareth vertrekt en pas na een dag reizen komen Jozef en Maria er achter dat Jezus er niet bij is. Misschien vraagt u zich af hoe dat nu toch mogelijk is? Pas na een dag komen ze er achter? Die vraag mag ons beziggehouden en de enige logische verklaring komen we in een oud boek tegen: Daar werd de opmerking gemaakt dat mannen en vrouwen enigszins apart reisden. De mannen bij de mannen en de vrouwen bij de vrouwen. De kinderen liepen er door heen. Jozef zou dan gedacht hebben dat Jezus bij Maria zou zijn. En Maria zou gedacht hebben dat Jezus bij Jozef zou zijn. En daarom komen ze er pas tegen de avond achter dat Jezus ontbreekt. Nu zou dit de verklaring kunnen zijn maar helemaal zeker is dat ook weer niet. In ieder geval staat vast: Na een dag reizen komen Jozef en Maria tot de ontdekking dat Jezus er niet is.
Machteloosheid en moedeloosheid
Kun je de schrik en de angst en de paniek van deze ouders voorstellen? Dat moet onvoorstelbaar zijn geweest. Wie van u wel eens iemand kwijt is geweest (bijvoorbeeld een kind op het strand of in een druk winkelcentrum) zal zich er in herkennen. Al snel merken Jozef en Maria dat Jezus zich niet in het reisgezelschap van Nazareth bevindt en daarom gaan ze direct terug naar Jeruzalem. Blijkbaar hebben ze daar veel kennissen en familieleden waar ze navraag kunnen doen. Want we hebben gelezen dat ze drie dagen aan het zoeken zijn naar hun twaalfjarige zoon: ‘Is Jezus bij jullie?’ (We moeten wel rekening houden met de joodse manier van tellen. Dag één is de reis richting Nazareth en weer terug naar Jeruzalem, dag twee is een dag zoeken in Jeruzalem en dag drie is de dag van het vinden.) Het moet een vreselijke tijd voor Jozef en Maria zijn geweest. Vol machteloosheid en moedeloosheid. Ze zijn op zoek naar hun zoon maar kunnen Hem in de drukke stad niet vinden. Dan ga je als vanzelf aan het allerergste denken: ‘Als Hij maar niet ...! En waarom hebben we niet beter opgelet ...!’
Waar zoek je Jezus
Jozef en Maria. Ze zoeken op de verkeerde plaatsen naar Jezus. Hetzelfde zal trouwens later nog een keer gebeuren. Opvallend eigenlijk. Na het lijden en sterven van Jezus komen na drie dagen verschillende vrouwen naar zijn graf toe. Maar ook daar vinden ze de Here Jezus niet. Een engel zegt: ‘Wat zoekt gij de Levende bij de doden. Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt!’ Dat is de verrassende boodschap van het evangelie: Jezus breekt door grenzen heen. Zelfs door de grens van de dood. De Zoon van God overwint de macht van zonde en dood! Wil je Hem vinden? Ben je op zoek naar Hem? Hij is de Levende! Meer nog: Hij is op zoek naar jou! De rollen worden omgedraaid! Hij heeft jouw op het oog! Waar je dan ook bent! Hij wil jouw leven nieuw maken! Hij biedt je vergeving aan! Dat is een boodschap waar we mee verder kunnen gaan. Misschien is het goed om daar voor jezelf nog eens over na te denken? Waar zoek ik Jezus en wil ik me door Hem laten vinden? Sta ik open voor Hem en zijn liefde?
Over zijn en groeien
In ieder geval: Na hun intensieve zoektocht komen Jozef en Maria Jezus eindelijk tegen. In de tempel. In één van de bijvertrekken. Die twaalfjarige jongen is daar in gesprek met de leraren van de wet. Jezus stelt hun de ene vraag na de andere. Dat moet u niet vreemd vinden en nog veel minder uitleggen als eigenwijsheid. Deze vorm van onderwijs was nu eenmaal gebruikelijk: De leerling stelt vragen en de leraar antwoord. En andersom. En zijn leraren zijn verbaasd over het inzicht dat deze jongen heeft. Daar moet u dus niet van maken dat Jezus hen de les gelezen heeft en ook niet dat Hij als een eigenwijs jongetje de mensen om Hem heen liet merken hoeveel Hij al wist. (In dat geval zouden de mensen zich niet verbaasd maar eerder geërgerd hebben!) Maar door zijn vragen en antwoorden viel het de mensen op dat Hij op zijn jonge leeftijd al een bijzondere band met zijn hemelse Vader heeft. En een bijzonder inzicht in wat die Vader in de geschiedenis van zijn volk had gedaan. Maar Maria? Zij weet niet wat ze ziet als ze Jezus in de tempel aantreft. Opgelucht. Blij. Maar ook boos en verward.
Ik moet bezig zijn met de dingen van mijn Vader!
En Maria zegt dan, zoals elke moeder ook vandaag zou doen: ‘Kind, waarom heb je ons dit aangedaan? Je vader en ik zoeken je met smart!’ Haar verwijt aan het adres van haar twaalfjarige zoon is goed te begrijpen. Maar dan volgt er weer zo’n merkwaardig antwoord voor een jongen van twaalf jaar: ‘Waarom hebben jullie naar mij gezocht! Wisten jullie niet dat Ik bezig moest zijn met de dingen van mijn Vader?’ Jezus reageert eigenlijk verbaasd op het verwijt van zijn moeder. Maar tegelijkertijd is het een opmerking waarin een vreemde diepte zit voor zo’n jonge knul. Dit zijn trouwens de eerste woorden die we in de bijbel van Jezus tegen komen! ‘Ik moet bezig zijn met de dingen van mijn Vader!’ Hoort u het: God in de hemel is zijn Vader! In deze allereerste uitspraak noemt Jezus God al zijn Vader! Hij is er zich blijkbaar nu al van bewust dat Hij een bijzondere relatie met God heeft. Maria noemt in haar verwijt Jozef nog zijn vader maar Jezus zegt: ‘God is mijn Vader!’ Dat is geheim van zijn komst op deze wereld: Gods Zoon is mens geworden! Een groot wonder!
Hij is niet onze zoon, maar Hij is Gods Zoon!
Vooral als we ons nu realiseren dat Hij mens geworden is om ons bij de Vader thuis te brengen! Als we ons realiseren dat Hij mens geworden is om de gebroken relatie tussen God en ons te herstellen door aan het kruis te sterven! Als we ons realiseren dat we door het geloof in Hem mogen zeggen: Abba Vader! Geweldig! Dit woord van Jezus! En daarin wordt ook duidelijk dat Hij het verlangen heeft om met de dingen van zijn Vader bezig te zijn. Zijn leven moet toegewijd zijn aan zijn hemelse Vader. Alleen dan zal het tot zijn recht komen. Daar wil Hij mee bezig zijn en daar wil Hij in groeien. Daarom heeft Hij op dat moment de keuze gemaakt om in Jeruzalem te blijven. Zijn hemelse Vader staat nummer één in zijn leven. Jezus wil luisteren naar zijn stem en Hij is op zoek naar zijn Vaders bedoeling met zijn leven. Dat is een uitspraak die je aan het denken zet. Maria en Jozef zullen er op hun manier mee geworsteld hebben. Dat hebben we ook gelezen. En het zal hun ook steeds duidelijker geworden zijn: ‘Hij is niet onze zoon, maar Hij is Gods Zoon! Daar ligt zijn prioriteit!’
Je leven richten op God
En dat zal best een hele moeilijke weg voor hen geweest zijn. Als ouders hebben ze Jezus steeds meer moeten loslaten. En Maria was er bij toen Hij als Gods Zoon aan dat kruis gestorven is: ‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest!’ (Dat waren eigenlijk de woorden van een kinderlijk gebed en misschien heeft zij die woorden aan Jezus geleerd toen Hij nog een kleine jongen was?) Maar ook wij gaan aan de slag met deze allereerste woorden van Jezus en worden bepaald bij de prioriteiten in ons leven: Bezig zijn met de dingen van God! Dat heeft met ons hele leven te maken en beperkt zich niet alleen tot een zondagmorgen. En er zijn ook geen leeftijdgrenzen aan verbonden. Dat geldt voor iemand van 12 jaar maar ook voor iemand van 44 jaar. Bezig zijn met de dingen van God! In het vertrouwen dat zijn Vaderhart naar ons uitgaat. Vol van genade en vergeving. Ik hoop dat je van daaruit je leven richt op God: ‘Wat is uw bedoeling met mijn leven? Ik wil mijn oor bij uw geboden te luisteren leggen?’ Dat is niet altijd makkelijk en het vraagt tijd en keuzes ... Ook de ander komt in zicht ...
Groeien in ontwikkeling en geloofsvertrouwen
Nog twee dingen. Allereerst dit: God staat nummer één in het leven van deze twaalfjarige jongen: ‘Hij is mijn Vader!’ Maar vervolgens gaat Hij in gehoorzaamheid weer mee terug naar Nazareth. Dat is eigenlijk heel nuchter. Als God nummer één in ons leven staat dan wordt er niet van ons verwacht dat we andere mensen zonder meer afschrijven. Dan is er ruimte voor bijvoorbeeld gehoorzaamheid. Kinderen tegenover hun ouders. ‘Eert uw vader en uw moeder! Heb respect voor je ouders!’ Maar ook andersom: Ouders moeten zich met liefde en zorg op hun kinderen richten en hen de ruimte geven om te groeien naar volwassenheid! En dan in de tweede plaats nog dit: Ook Jezus zal nog verder moeten groeien in zijn ontwikkeling en in zijn geloofsvertrouwen. We hebben in het laatste vers gelezen: ‘Hij nam toe in wijsheid en grootte en genade, bij God en mensen!’ Door de jaren heen in Nazareth wordt Hij gevormd. Hij neemt toe in wijsheid. Hij wordt een volwassen man.
Geloven in groei
Hij groeit ook in zijn relatie met zijn hemelse Vader en Hij weet zich steeds meer afhankelijk van Hem! Leven van genade! En steeds meer mensen gaan Hem waarderen en komen onder de indruk van wie Hij is! En op dertigjarige leeftijd zal deze Jezus voor het voetlicht treden als de Zoon van God die gekomen is mensen te redden en bij de Vader thuis te brengen! Ik hoop dat wij persoonlijk en als gemeente ook zullen groeien in onze liefde voor God, voor elkaar en voor mensen om ons heen ... Geloven in groei ... Onlosmakelijk met elkaar verbonden ...
Verhaal voor de kinderen
Jezus groeide op en werd een grote jongen. Hij woonde in het stadje Nazareth bij zijn ouders Jozef en Maria. Iedereen hield van Hem en de andere kinderen wilden graag met Hem spelen. Hij deed niemand kwaad en gehoorzaamde zijn ouders altijd.
Toen Hij 12 jaar oud was mocht Hij voor het eerst mee naar de tempel in Jeruzalem. Ieder jaar werd daar feest gevierd, Paasfeest. Alle mensen uit het hele land gingen dan op reis naar Jeruzalem om God te loven en te prijzen. Ze dankten God en dachten er aan dat Hij hen vroeger uit het lang Egypte had geleid. Nu mocht Jezus voor de eerste keer mee naar Jeruzalem omdat Hij 12 jaar was. Hij vond het heerlijk, want nu zou Hij ook die prachtige tempel mogen zien en daar ook Zijn Vader in de Hemel mogen loven en prijzen. Het was een grote vrolijke stoet mensen die met elkaar liederen zongen. Zij trokken door het prachtige land met bloemen, akkers met golvend koren, mooie riviertjes en soms ook dorre streken. Eindelijk kwamen ze op een heuvel en vanaf die plaats kon je de stad Jeruzalem zien liggen. Jezus werd er stil van, zo mooi was de aanblik van die stad. Tussen al die mooi witte gebouwen zag Hij ook het blinkende gouden dak van de tempel. Het feest duurde 7 dagen en al die tijd bleven Jozef, Maria en Jezus in Jeruzalem.
Toen het feest voorbij was begonnen ze weer aan de lange reis naar huis, net als al die andere mensen. En weer gingen ze daar in een grote blije optocht van mensen. Jezus liep niet bij Jozef en Maria, maar dat vonden zij niet erg. Ze dachten dat Jezus wel met de andere kinderen meeliep bij familie of vrienden. Als het donker werd zou Hij wel naar hen toe komen. Maar toen het avond werd en al helemaal donker, was Jezus nog niet teruggekeerd bij z'n ouders. Maria en Jozef werden heel ongerust en gingen overal zoeken, langs die hele lange rij mensen en ze vroegen aan iedere bekende: "Hebben jullie Jezus gezien?" Maar niemand had Jezus gezien en ten einde raad gingen Jozef en Maria weer helemaal terug naar Jeruzalem. Zou Jezus dan toch niet mee terug zijn gegaan? Zou Hij nog in Jeruzalem zijn? Ze zochten overal in de stad en ze vroegen aan iedereen of ze Jezus hadden gezien, maar ze vonden Hem nergens. Tenslotte kwamen ze bij de tempel. Zouden ze daar dan maar eens gaan kijken? Ze gingen naar binnen en kwamen in een grote zaal waar de priesters en schriftgeleerden les gaven uit de Bijbel. En daar…..midden tussen die wijze, geleerde mensen…..daar zat Jezus. De mannen die om Hem heen zaten keken Hem vol bewondering aan. Ze stonden versteld van zijn verstand en de wijze vragen, die Hij stelde. Maar Maria zag dat niet, ze rende naar Jezus toe en sloot Hem in haar armen. "Waarom ben je niet met ons mee gegaan terug naar huis? Je hebt ons zo ongerust gemaakt, we hebben 3 dagen lang naar je gezocht?" Jezus keek Zijn moeder aan en zei: "Wist u dan niet dat ik moest zijn in het Huis van Mijn Vader? " Toen begreep Maria het, Jezus was helemaal niet ongehoorzaam geweest. Maar zij had helemaal vergeten dat Jezus de Zoon van God was. God was Zijn Vader en Jezus wilde graag zijn in de tempel, het Huis van Zijn Vader. Gehoorzaam ging Jezus weer mee naar huis met Maria en Jozef.
Hij bleef in Nazareth wonen bij Maria en Jozef. Hij speelde en leerde, groeide op en Hij leek net als de andere kinderen en mensen. Maar er was één heel groot verschil, want Jezus deed nooit iets dat verkeerd was. Dat kwam omdat Hij de Zoon van God was.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)