HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 57
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE BLINDGEBOREN MAN
GENEZEN
BIJBELTEKST JOHANNES 9
Uit het evangelie volgens
Johannes:
1 In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was. 2 Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’ 3 ‘Hij niet en zijn ouders ook niet,’ was het antwoord van Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. 4 Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. 5 Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht voor de wereld.’ 6 Na deze woorden spuwde hij op de grond. Met het speeksel maakte hij wat modder, hij streek die op de ogen van de blinde 7 en zei tegen hem: ‘Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar.’ (Siloam is in onze taal ‘gezondene’.) De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien.
8 Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden: ‘Is dat niet de man die altijd zat te bedelen?’ 9 De een zei: ‘Ja, die is het,’ en de ander: ‘Nee, maar hij lijkt er wel op.’ De man zelf zei: ‘Ik ben het echt.’ 10 Toen vroegen ze: ‘Hoe zijn je ogen opengegaan?’ 11 Hij zei: ‘Iemand die Jezus heet, maakte wat modder, streek die op mijn ogen en zei: “Ga naar Siloam om u te wassen.” Ik ging erheen, en toen ik me gewassen had kon ik zien.’ 12 Ze vroegen: ‘Waar is die man?’ ‘Dat weet ik niet,’ zei hij.
13 Toen namen ze de man die blind geweest was mee naar de farizeeën. 14 De dag dat Jezus modder gemaakt had en zijn ogen geopend had, was namelijk een sabbat. 15 Ook de farizeeën vroegen hoe het kwam dat hij kon zien. En weer vertelde hij: ‘Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan, ik heb me gewassen en nu kan ik zien.’ 16 Sommige farizeeën meenden: ‘Zo iemand komt niet van God, want hij houdt zich niet aan de sabbat,’ maar anderen zeiden: ‘Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen?’ Er ontstond verdeeldheid. 17 Daarop vroegen ze aan de blinde: ‘Wat denk jij van die man? Het zijn immers jouw ogen die hij genezen heeft.’ ‘Hij is een profeet,’ was zijn antwoord.
18 Maar de Joden wilden niet geloven dat hij blind geweest was en nu kon zien. Ze riepen zijn ouders 19 en vroegen hun: ‘Is dat uw zoon die blind geboren zou zijn? Hoe kan hij dan nu zien?’ 20 ‘Dit is onze zoon,’ zeiden zijn ouders, ‘en hij is blind geboren, dat weten we zeker. 21 Maar hoe hij nu kan zien, dat weten we niet, en wie zijn ogen geopend heeft, weten we ook niet. Vraag het hem zelf maar. Hij is oud genoeg om voor zichzelf te spreken.’ 22 Dat zeiden de ouders omdat ze bang waren voor de Joden, omdat die toen al besloten hadden dat ze iedereen die Jezus als de messias zou erkennen uit de synagoge zouden zetten. 23 Daarom zeiden de ouders dus dat hij oud genoeg was en dat ze het hem zelf moesten vragen.
24 Toen riepen ze de man die blind geweest was weer bij zich. ‘Geef Gód de eer,’ zeiden ze, ‘die man is een zondaar, dat weten we toch.’ 25 ‘Of hij een zondaar is weet ik niet,’ zei hij, ‘maar één ding weet ik wel: ik was blind en nu kan ik zien.’ 26 Ze drongen aan: ‘Wat heeft hij met je gedaan? Hoe heeft hij je ogen geopend?’ 27 ‘Dat heb ik u toch al verteld,’ zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen? Wilt u soms leerling van hem worden?’ 28 Nu vielen ze tegen hem uit: ‘Je bent zelf een leerling van hem! Wij zijn leerlingen van Mozes. 29 Van Mozes weten we dat God met hem gesproken heeft, maar van deze man weten we niet waar hij vandaan komt.’ 30 De man antwoordde: ‘Wat vreemd dat u niet begrijpt waar hij vandaan komt, terwijl hij mijn ogen geopend heeft. 31 We weten dat God niet naar zondaars luistert, maar wel naar iemand die vroom is en zijn wil doet. 32 Dat de ogen van iemand die blind geboren is geopend worden – dat is nog nooit vertoond! 33 Als die man niet van God kwam, zou hij dit toch niet hebben kunnen doen?’ 34 Toen riepen ze: ‘Jij, sinds je geboorte een en al zonde, wil jij ons de les lezen?’ En ze joegen hem weg.
35 Jezus hoorde dat en zocht hem op. Hij vroeg: ‘Gelooft u in de Mensenzoon?’ 36 ‘Als ik wist wie het was, heer, zou ik in hem geloven,’ zei hij. 37 ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem,’ zei Jezus. 38 Toen zei de man: ‘Ik geloof, Heer,’ en hij boog zich voor Jezus neer. 39 Jezus zei: ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden.’ 40 Een paar farizeeën die bij hem stonden en dat hoorden, zeiden: ‘Wij zijn toch zeker niet blind!’ 41 ‘Was u maar blind,’ zei Jezus, ‘dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde.’
1 In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was. 2 Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’ 3 ‘Hij niet en zijn ouders ook niet,’ was het antwoord van Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. 4 Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. 5 Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht voor de wereld.’ 6 Na deze woorden spuwde hij op de grond. Met het speeksel maakte hij wat modder, hij streek die op de ogen van de blinde 7 en zei tegen hem: ‘Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar.’ (Siloam is in onze taal ‘gezondene’.) De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien.
8 Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden: ‘Is dat niet de man die altijd zat te bedelen?’ 9 De een zei: ‘Ja, die is het,’ en de ander: ‘Nee, maar hij lijkt er wel op.’ De man zelf zei: ‘Ik ben het echt.’ 10 Toen vroegen ze: ‘Hoe zijn je ogen opengegaan?’ 11 Hij zei: ‘Iemand die Jezus heet, maakte wat modder, streek die op mijn ogen en zei: “Ga naar Siloam om u te wassen.” Ik ging erheen, en toen ik me gewassen had kon ik zien.’ 12 Ze vroegen: ‘Waar is die man?’ ‘Dat weet ik niet,’ zei hij.
13 Toen namen ze de man die blind geweest was mee naar de farizeeën. 14 De dag dat Jezus modder gemaakt had en zijn ogen geopend had, was namelijk een sabbat. 15 Ook de farizeeën vroegen hoe het kwam dat hij kon zien. En weer vertelde hij: ‘Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan, ik heb me gewassen en nu kan ik zien.’ 16 Sommige farizeeën meenden: ‘Zo iemand komt niet van God, want hij houdt zich niet aan de sabbat,’ maar anderen zeiden: ‘Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen?’ Er ontstond verdeeldheid. 17 Daarop vroegen ze aan de blinde: ‘Wat denk jij van die man? Het zijn immers jouw ogen die hij genezen heeft.’ ‘Hij is een profeet,’ was zijn antwoord.
18 Maar de Joden wilden niet geloven dat hij blind geweest was en nu kon zien. Ze riepen zijn ouders 19 en vroegen hun: ‘Is dat uw zoon die blind geboren zou zijn? Hoe kan hij dan nu zien?’ 20 ‘Dit is onze zoon,’ zeiden zijn ouders, ‘en hij is blind geboren, dat weten we zeker. 21 Maar hoe hij nu kan zien, dat weten we niet, en wie zijn ogen geopend heeft, weten we ook niet. Vraag het hem zelf maar. Hij is oud genoeg om voor zichzelf te spreken.’ 22 Dat zeiden de ouders omdat ze bang waren voor de Joden, omdat die toen al besloten hadden dat ze iedereen die Jezus als de messias zou erkennen uit de synagoge zouden zetten. 23 Daarom zeiden de ouders dus dat hij oud genoeg was en dat ze het hem zelf moesten vragen.
24 Toen riepen ze de man die blind geweest was weer bij zich. ‘Geef Gód de eer,’ zeiden ze, ‘die man is een zondaar, dat weten we toch.’ 25 ‘Of hij een zondaar is weet ik niet,’ zei hij, ‘maar één ding weet ik wel: ik was blind en nu kan ik zien.’ 26 Ze drongen aan: ‘Wat heeft hij met je gedaan? Hoe heeft hij je ogen geopend?’ 27 ‘Dat heb ik u toch al verteld,’ zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen? Wilt u soms leerling van hem worden?’ 28 Nu vielen ze tegen hem uit: ‘Je bent zelf een leerling van hem! Wij zijn leerlingen van Mozes. 29 Van Mozes weten we dat God met hem gesproken heeft, maar van deze man weten we niet waar hij vandaan komt.’ 30 De man antwoordde: ‘Wat vreemd dat u niet begrijpt waar hij vandaan komt, terwijl hij mijn ogen geopend heeft. 31 We weten dat God niet naar zondaars luistert, maar wel naar iemand die vroom is en zijn wil doet. 32 Dat de ogen van iemand die blind geboren is geopend worden – dat is nog nooit vertoond! 33 Als die man niet van God kwam, zou hij dit toch niet hebben kunnen doen?’ 34 Toen riepen ze: ‘Jij, sinds je geboorte een en al zonde, wil jij ons de les lezen?’ En ze joegen hem weg.
35 Jezus hoorde dat en zocht hem op. Hij vroeg: ‘Gelooft u in de Mensenzoon?’ 36 ‘Als ik wist wie het was, heer, zou ik in hem geloven,’ zei hij. 37 ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem,’ zei Jezus. 38 Toen zei de man: ‘Ik geloof, Heer,’ en hij boog zich voor Jezus neer. 39 Jezus zei: ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden.’ 40 Een paar farizeeën die bij hem stonden en dat hoorden, zeiden: ‘Wij zijn toch zeker niet blind!’ 41 ‘Was u maar blind,’ zei Jezus, ‘dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde.’
Het
Johannes-evangelie is geschreven rond een aantal wonderbare tekenen,
die de Here Jezus verrichtte. Hierdoor toonde Hij Zijn volk iets van
Zijn heerlijkheid.
De genezing van de blindgeborene in Johannes 9 is zo'n teken. Van dit hoofdstuk wordt, met name in evangelisatiediensten, dankbaar gebruik gemaakt. Dit ligt voor de hand: de achtergrond en de genezing brengt ons achtereenvolgens bij de werkelijke verhouding van de natuurlijke mens ten opzichte van God en Zijn genadevolle verlossing.
De blinde gaat weer zien
Bij het ouder worden krijgt menigeen velerlei lichamelijke kwalen en kwaaltjes. Veel senioren krijgen bijvoorbeeld last van staar, het zicht wordt duidelijk minder, de blik wordt wazig. Vroeger was dat heel ernstig, tegenwoordig kan de specialist met de vergevorderde techniek in veel gevallen zorgen dat de aangedane mens weer beter kan zien.
Zien en niet-zien. Het evangelie beschrijft vandaag het verhaal van een blindgeboren man. Het verhaal zit knap in elkaar, is vakkundig geënsceneerd. En het gaat niet alleen om de genezing van de blinde van destijds, ook wij van 2008 worden bij de genezing betrokken, want Jezus zegt ook voor ons het licht te zijn. Aan ieder van ons vraagt hij om een keuze te maken tussen de weg van het licht of de weg van de duisternis, aan ieder van ons vraagt hij te kiezen voor hém als het licht van de wereld, hij wil ons in zijn licht het ware leven tonen, de weg naar God.
Het verhaal is een knappe compositie van de evangelist Johannes. Hij heeft een eigen bewerking gemaakt van een uitzonderlijke gebeurtenis. Opvallend is het namelijk dat de andere evangelisten niets zeggen over de spectaculaire genezing van een blindgeborene. De schrijver Johannes heeft waarschijnlijk gebruikt gemaakt van een boekje dat over wonderen van Jezus handelde. Hij heeft uit dat boekje het verhaal van de genezing van een blinde overgenomen, maar er wel zijn eigen betekenis, zijn eigen verstaan aan toegevoegd. Want het gaat bij Johannes méér om het woord van Jezus, het gaat bij hem méér om de geestelijke zin van het gebeuren dan om de feitelijke toedracht. Het verhaal is in ieder geval geen loutere geschiedschrijving.
De situatie speelt zich af in de onmiddellijke omgeving van de tempel te Jeruzalem, het centrum van de joodse religie. En de genezing vindt uitgerekend plaats op sabbat. Op sabbat was het verboden om de handelingen te verrichten die Jezus deed: met speeksel slijm maken en met het slijk de ogen zalven. Wellicht had Jezus tactisch gezien beter kunnen wachten met de genezing tot ná de sabbat, maar hij heeft als man van God blijkbaar de behoefte om mensen onmiddellijk te genezen, de liefde staat boven de wet. Zijn redenering is eenvoudig: de mens is er niet voor de sabbat, de sabbat is er voor de mens.
De man in kwestie is blindgeboren. Is dat zijn eigen schuld of de schuld van zijn ouders? In Jezus’ tijd, maar helaas ook nog wel in de onze, redeneerde men veelal: wie met lijden te maken krijgt, heeft het er zelf naar gemaakt, en zo niet, dan is zijn ziekte de schuld van zijn ouders. Tussen zonde en lijden bestond - zo meende men - een oorzakelijk verband, het een kwam voort uit het ander, een soort akelige wet van Murphy.
Jezus breekt met deze argumentatie. Hij vindt het niet juist om blindheid te zien als straf van God. Lijden en ziekte horen bij het leven. En al gaan lijden en ziekte niet buiten God om, Jezus roept in geen geval God ter verantwoording. God is in zijn beleving de algoede Vader, de onverdeeld Goede, die blijvend leven geeft aan ieder mens, die voor iedere mens een vader is. Jezus geneest dan ook niet in eigen naam, hij geneest in naam van God. De blinde genezen is voor Jezus een werk Gods, een verheerlijking van God die buiten alle kwaad staat, die geen kwaad toegekend mag worden, die de goedheid zelf is.
Jezus geneest met geest en kracht omdat hij God zeer nabij weet. Hij zegt immers - Johannes 8:12 - ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt, gaat zijn weg niet in duisternis, maar zal het ware levenslicht bezitten.’
Met deze Ik-ben-uitspraak: ‘Ik ben het licht voor de wereld’ plaatst Jezus zich op de hoogte van God, wiens naam is: Ik ben, Ik zal er zijn voor jullie.
Bij de blindgeborene gebeurt de godservaring in etappes. Eerst komt hij niet verder dan te zeggen: het is de mens die Jezus heet, dan herkent hij Jezus als een profeet, vervolgens erkent hij Jezus als een man die van God komt, en tenslotte belijdt hij Jezus als de Mensenzoon, als de Messias. In een kort tijdsbestek komt de genezen blinde tot een diepe geloofsbeleving. Hij komt tot het heldere zien dat Jezus heel dicht bij God staat, in Gods licht staat.
De blindgeborene kan steeds helderder zien, maar deze vreugde heeft ook haar schaduwkant, want het verhaal vertelt dat de genezen mens tot randfiguur wordt gemaakt, buitengesloten wordt en zelfs als ketter wordt weggezet.
De genezene kiest immers nadrukkelijk voor Jezus, tegen de opleggende opvattingen van de religieuze leiders in. De leiders proberen Jezus tot zondaar te bestempelen, maar de genezen man gaat daarin niet met hen mee. En als hij in zijn weerwoord ronduit zegt: ‘Als Jezus niet van God komt, had hij dit nooit gekund’, wordt hij buiten de gemeenschap geplaatst.
En zelfs de ouders willen liever niet zien hoe hun zoon genezen is. Uit angst dat ze zelf buitengesloten zullen worden, houden ze zich op de vlakte en zeggen ze tot de autoriteiten: ‘Vraag het hem zelf, hij is oud genoeg om voor zichzelf te spreken.’
De meesten van ons hebben óók wel een zekere godservaring. Het kan een prachtig landschap zijn, of een ontluikende lentebloem die de mens tot diepere gedachten brengt. En een fijne relatie toont aan dat er meer is dan de begeerde materie van de wereld, zo is de geboorte van een kind te verwonderlijk om niet aan God te denken. Velen van ons voelen zich ook door het lezen van een goed boek, het kan de bijbel zijn, op weg gezet naar het Mysterie dat God is. En niet te vergeten hoe God is te ervaren juist in degene die aan de kant geschoven wordt, in de arme, de vluchteling, de moslim, de als farizeeër bestempelde mens.
Het verhaal van de genezen blinde laat zien dat de mens alleen tot God kan komen als hij Jezus niet alleen met zijn verstand, maar vooral met zijn hart ontmoet. Alleen de openstaande liefde doet God kennen en ervaren. Tot geloof komt de mens niet alleen met argumenten. Geloven is allereerst de vrucht van de doorlééfde ontmoeting met de liefde, ván de liefde. Tot geloof komen is niet allereerst een zaak van theologie, maar van het bewust beleven en doorléven van het leven zelf. Vanuit het beleven en doorléven leert de mens de dingen in tijd en waarde te zíén, ze te plaatsen en te aanvaarden met het besef: het is goed zoals het is.
Jezus zocht de genezen blinde op en vroeg hem: ‘Gelooft u in de Mensenzoon?’
‘Als ik wist wie het was, Heer, zou ik in hem geloven’, antwoordde hij. ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem’, zei Jezus. En de man beleed: ‘Ik geloof, Heer.’
Ik geloof, Heer. Het is ons heiligste woord: Ik geloof. Het is het licht van de wereld zíén, en in ons toelaten zoals het van God voor ons is bedoeld.
De genezing van de blindgeborene in Johannes 9 is zo'n teken. Van dit hoofdstuk wordt, met name in evangelisatiediensten, dankbaar gebruik gemaakt. Dit ligt voor de hand: de achtergrond en de genezing brengt ons achtereenvolgens bij de werkelijke verhouding van de natuurlijke mens ten opzichte van God en Zijn genadevolle verlossing.
De blinde gaat weer zien
Bij het ouder worden krijgt menigeen velerlei lichamelijke kwalen en kwaaltjes. Veel senioren krijgen bijvoorbeeld last van staar, het zicht wordt duidelijk minder, de blik wordt wazig. Vroeger was dat heel ernstig, tegenwoordig kan de specialist met de vergevorderde techniek in veel gevallen zorgen dat de aangedane mens weer beter kan zien.
Zien en niet-zien. Het evangelie beschrijft vandaag het verhaal van een blindgeboren man. Het verhaal zit knap in elkaar, is vakkundig geënsceneerd. En het gaat niet alleen om de genezing van de blinde van destijds, ook wij van 2008 worden bij de genezing betrokken, want Jezus zegt ook voor ons het licht te zijn. Aan ieder van ons vraagt hij om een keuze te maken tussen de weg van het licht of de weg van de duisternis, aan ieder van ons vraagt hij te kiezen voor hém als het licht van de wereld, hij wil ons in zijn licht het ware leven tonen, de weg naar God.
Het verhaal is een knappe compositie van de evangelist Johannes. Hij heeft een eigen bewerking gemaakt van een uitzonderlijke gebeurtenis. Opvallend is het namelijk dat de andere evangelisten niets zeggen over de spectaculaire genezing van een blindgeborene. De schrijver Johannes heeft waarschijnlijk gebruikt gemaakt van een boekje dat over wonderen van Jezus handelde. Hij heeft uit dat boekje het verhaal van de genezing van een blinde overgenomen, maar er wel zijn eigen betekenis, zijn eigen verstaan aan toegevoegd. Want het gaat bij Johannes méér om het woord van Jezus, het gaat bij hem méér om de geestelijke zin van het gebeuren dan om de feitelijke toedracht. Het verhaal is in ieder geval geen loutere geschiedschrijving.
De situatie speelt zich af in de onmiddellijke omgeving van de tempel te Jeruzalem, het centrum van de joodse religie. En de genezing vindt uitgerekend plaats op sabbat. Op sabbat was het verboden om de handelingen te verrichten die Jezus deed: met speeksel slijm maken en met het slijk de ogen zalven. Wellicht had Jezus tactisch gezien beter kunnen wachten met de genezing tot ná de sabbat, maar hij heeft als man van God blijkbaar de behoefte om mensen onmiddellijk te genezen, de liefde staat boven de wet. Zijn redenering is eenvoudig: de mens is er niet voor de sabbat, de sabbat is er voor de mens.
De man in kwestie is blindgeboren. Is dat zijn eigen schuld of de schuld van zijn ouders? In Jezus’ tijd, maar helaas ook nog wel in de onze, redeneerde men veelal: wie met lijden te maken krijgt, heeft het er zelf naar gemaakt, en zo niet, dan is zijn ziekte de schuld van zijn ouders. Tussen zonde en lijden bestond - zo meende men - een oorzakelijk verband, het een kwam voort uit het ander, een soort akelige wet van Murphy.
Jezus breekt met deze argumentatie. Hij vindt het niet juist om blindheid te zien als straf van God. Lijden en ziekte horen bij het leven. En al gaan lijden en ziekte niet buiten God om, Jezus roept in geen geval God ter verantwoording. God is in zijn beleving de algoede Vader, de onverdeeld Goede, die blijvend leven geeft aan ieder mens, die voor iedere mens een vader is. Jezus geneest dan ook niet in eigen naam, hij geneest in naam van God. De blinde genezen is voor Jezus een werk Gods, een verheerlijking van God die buiten alle kwaad staat, die geen kwaad toegekend mag worden, die de goedheid zelf is.
Jezus geneest met geest en kracht omdat hij God zeer nabij weet. Hij zegt immers - Johannes 8:12 - ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt, gaat zijn weg niet in duisternis, maar zal het ware levenslicht bezitten.’
Met deze Ik-ben-uitspraak: ‘Ik ben het licht voor de wereld’ plaatst Jezus zich op de hoogte van God, wiens naam is: Ik ben, Ik zal er zijn voor jullie.
Bij de blindgeborene gebeurt de godservaring in etappes. Eerst komt hij niet verder dan te zeggen: het is de mens die Jezus heet, dan herkent hij Jezus als een profeet, vervolgens erkent hij Jezus als een man die van God komt, en tenslotte belijdt hij Jezus als de Mensenzoon, als de Messias. In een kort tijdsbestek komt de genezen blinde tot een diepe geloofsbeleving. Hij komt tot het heldere zien dat Jezus heel dicht bij God staat, in Gods licht staat.
De blindgeborene kan steeds helderder zien, maar deze vreugde heeft ook haar schaduwkant, want het verhaal vertelt dat de genezen mens tot randfiguur wordt gemaakt, buitengesloten wordt en zelfs als ketter wordt weggezet.
De genezene kiest immers nadrukkelijk voor Jezus, tegen de opleggende opvattingen van de religieuze leiders in. De leiders proberen Jezus tot zondaar te bestempelen, maar de genezen man gaat daarin niet met hen mee. En als hij in zijn weerwoord ronduit zegt: ‘Als Jezus niet van God komt, had hij dit nooit gekund’, wordt hij buiten de gemeenschap geplaatst.
En zelfs de ouders willen liever niet zien hoe hun zoon genezen is. Uit angst dat ze zelf buitengesloten zullen worden, houden ze zich op de vlakte en zeggen ze tot de autoriteiten: ‘Vraag het hem zelf, hij is oud genoeg om voor zichzelf te spreken.’
De meesten van ons hebben óók wel een zekere godservaring. Het kan een prachtig landschap zijn, of een ontluikende lentebloem die de mens tot diepere gedachten brengt. En een fijne relatie toont aan dat er meer is dan de begeerde materie van de wereld, zo is de geboorte van een kind te verwonderlijk om niet aan God te denken. Velen van ons voelen zich ook door het lezen van een goed boek, het kan de bijbel zijn, op weg gezet naar het Mysterie dat God is. En niet te vergeten hoe God is te ervaren juist in degene die aan de kant geschoven wordt, in de arme, de vluchteling, de moslim, de als farizeeër bestempelde mens.
Het verhaal van de genezen blinde laat zien dat de mens alleen tot God kan komen als hij Jezus niet alleen met zijn verstand, maar vooral met zijn hart ontmoet. Alleen de openstaande liefde doet God kennen en ervaren. Tot geloof komt de mens niet alleen met argumenten. Geloven is allereerst de vrucht van de doorlééfde ontmoeting met de liefde, ván de liefde. Tot geloof komen is niet allereerst een zaak van theologie, maar van het bewust beleven en doorléven van het leven zelf. Vanuit het beleven en doorléven leert de mens de dingen in tijd en waarde te zíén, ze te plaatsen en te aanvaarden met het besef: het is goed zoals het is.
Jezus zocht de genezen blinde op en vroeg hem: ‘Gelooft u in de Mensenzoon?’
‘Als ik wist wie het was, Heer, zou ik in hem geloven’, antwoordde hij. ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem’, zei Jezus. En de man beleed: ‘Ik geloof, Heer.’
Ik geloof, Heer. Het is ons heiligste woord: Ik geloof. Het is het licht van de wereld zíén, en in ons toelaten zoals het van God voor ons is bedoeld.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)