HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 60
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE TRADITIE : REIN EN
ONREIN
BIJBELTEKST Mattheüs 15 Markus 7
Uit het evangelie volgens Lukas:
1 Toen kwamen er vanuit Jeruzalem farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen hem: 2 ‘Waarom overtreden uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ 3 Hij gaf hun ten antwoord: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie in stand te houden? 4 Want God heeft gezegd: “Toon eerbied voor uw vader en moeder,” en ook: “Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden.” 5 Maar u leert: “Wie tegen zijn vader of moeder zegt: ‘Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn, bestem ik tot offergave,’ 6 die hoeft zijn ouders geen eerbied te tonen.” Zo ontkracht u het woord van God uit eerbied voor uw eigen traditie. 7 Huichelaars, wat is Jesaja’s profetie toch toepasselijk op u:
8 “Dit volk eert mij met de lippen,
maar hun hart is ver van mij;
9 tevergeefs vereren ze mij,
want ze onderwijzen hun eigen leer,
voorschriften van mensen.”’
10 Nadat hij de mensen bij zich geroepen had, zei hij tegen hen: ‘Luister en kom tot inzicht. 11 Niet wat de mond in gaat maakt een mens onrein, maar wat de mond uit komt, dat maakt een mens onrein.’
12 Daarop kwamen de leerlingen bij hem en zeiden: ‘Weet u dat de farizeeën uw uitspraak gehoord hebben en dat ze die stuitend vinden?’ 13 Hij antwoordde: ‘Elke plant die niet door mijn hemelse Vader is geplant, zal met wortel en al worden uitgerukt. 14 Laat ze toch, die blinde blindengeleiders! Als de ene blinde de andere leidt, vallen ze samen in een kuil.’ 15 Toen stelde Petrus de vraag: ‘Wilt u ons die uitspraak uitleggen?’ 16 Jezus zei: ‘Begrijpen ook jullie het dan nog steeds niet? 17 Zien jullie dan niet in dat alles wat de mond in gaat in de maag terechtkomt en in de beerput weer verdwijnt? 18 Wat daarentegen de mond uit gaat komt uit het hart, en die dingen maken een mens onrein. 19 Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster. 20 Dat maakt een mens onrein, niet eten met ongewassen handen.’
1 Toen kwamen er vanuit Jeruzalem farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen hem: 2 ‘Waarom overtreden uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ 3 Hij gaf hun ten antwoord: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie in stand te houden? 4 Want God heeft gezegd: “Toon eerbied voor uw vader en moeder,” en ook: “Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden.” 5 Maar u leert: “Wie tegen zijn vader of moeder zegt: ‘Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn, bestem ik tot offergave,’ 6 die hoeft zijn ouders geen eerbied te tonen.” Zo ontkracht u het woord van God uit eerbied voor uw eigen traditie. 7 Huichelaars, wat is Jesaja’s profetie toch toepasselijk op u:
8 “Dit volk eert mij met de lippen,
maar hun hart is ver van mij;
9 tevergeefs vereren ze mij,
want ze onderwijzen hun eigen leer,
voorschriften van mensen.”’
10 Nadat hij de mensen bij zich geroepen had, zei hij tegen hen: ‘Luister en kom tot inzicht. 11 Niet wat de mond in gaat maakt een mens onrein, maar wat de mond uit komt, dat maakt een mens onrein.’
12 Daarop kwamen de leerlingen bij hem en zeiden: ‘Weet u dat de farizeeën uw uitspraak gehoord hebben en dat ze die stuitend vinden?’ 13 Hij antwoordde: ‘Elke plant die niet door mijn hemelse Vader is geplant, zal met wortel en al worden uitgerukt. 14 Laat ze toch, die blinde blindengeleiders! Als de ene blinde de andere leidt, vallen ze samen in een kuil.’ 15 Toen stelde Petrus de vraag: ‘Wilt u ons die uitspraak uitleggen?’ 16 Jezus zei: ‘Begrijpen ook jullie het dan nog steeds niet? 17 Zien jullie dan niet in dat alles wat de mond in gaat in de maag terechtkomt en in de beerput weer verdwijnt? 18 Wat daarentegen de mond uit gaat komt uit het hart, en die dingen maken een mens onrein. 19 Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster. 20 Dat maakt een mens onrein, niet eten met ongewassen handen.’
In de Bijbel zijn er teksten die
vaak aangehaald worden bij de discussie over wat wel en niet gegeten
mag worden.
Er zijn twee discussies; de één is vlees eten of vegetarisch zijn, en de ander over rein en onrein voedsel na het offer van Christus. In deze studie komen beide discussies aan bod. Op vijf momenten in de geschiedenis van de mens heeft God iets direct over het dieet gezegd; de schepping, de zondeval, de zondvloed, de notatie van Gods reinheidswetten door Mozes en de profetieën over het herstel van de schepping. Verder zijn er een aantal teksten in het nieuwe testament waarin de apostels iets hebben gezegd over voedsel en die voor discussie zorgen.
Er is veel onderzoek gedaan naar de verschillende soorten dieren en in hoeverre ze gezond zijn voor de mens. Toch is het geloof wat God vraagt in het onderwerp rein en onrein eenvoudig. Als de ontwerper van mijn auto zegt doe er benzine in, dan hoef ik ook niet voor de pret diesel uitproberen!.
Is het onderwerp van voedsel belangrijk voor een christen?
Ja, en dit zijn de belangrijkste redenen vanuit de Bijbel; voedsel in de Bijbel is nauw verbonden met gehoorzaamheid en vertrouwen op God. Hij wil dat we heilig en rein zijn omdat Hij heilig en rein is. Voedsel is ook een teken van Gods zorg voor onze fysieke gezondheid.
3 Johannes 2 “Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.”
De eerste verzoeking van de mens ging over voedsel
Gen 2:17 “maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.”
De eerste verzoeking van Jezus ging over voedsel
Mat 4:3 “En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden.”
Ons lichaam moet rein blijven (fysiek en geestelijk) het is een offer en een tempel
1Kor 6:19 “Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?” 1Kor 3:17 “Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!”Rom 12:1 “Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.”
De beloning aan het eind is o.a. voedsel uit de levensboom
Op 2:7 “Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.”
Op 22:14 “Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.”
Wat was het voedsel dat God aan de mens gaf voor de zondeval?
Genesis 1:29-30 “En God zeide: Zie, Ik geef u al het zaaddragend gewas op de gehele aarde en al het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal u tot spijze dienen. Maar aan al het gedierte der aarde en al het gevogelte des hemels en al wat op de aarde kruipt, waarin leven is, (geef Ik) al het groene kruid tot spijze; en het was alzo.”
Genesis 2:16,17 “En de HERE God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten…”
Wat was het voedsel dat God aan de mens gaf na de zondeval?
Nadat de mens in de zonde viel, werden de gewassen van het veld toegevoegd aan het dieet van het zaaddragend gewas en -vruchten en de mens werd verbannen uit het paradijs opdat hij niet van de levens boom zou eten.
Genesis 3:17-19 “En tot de mens zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.”
Wanneer werd er een onderscheid gemaakt tussen reine en onreine dieren?
Het is bekend dat het onderwerp ‘reine en onreine dieren’ nauw verbonden is met het offersysteem. Maar het is een vaak voorkomende misvatting dat het systeem van de offers begon toen God Abraham riep uit Ur der Chaldeeën of toen God Zijn oude volk uit Egypte bevrijde. Het offersysteem ging eigenlijk in werking vanaf het moment van de zonde. Het is Gods plan om de mens te redden. Er is geen redding zonder “het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Toen God de vloek uitsprak op de aarde heeft Hij ook verteld welke plan Hij voor de redding heeft:
Genesis 3:15 “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”.
Dit vers bevat behalve de letterlijke interactie tussen de mens en de slang ook het reddingsplan. Satan wordt ook ‘de oude slang’ genoemd (Op 12:9). Jezus (de Mensenzoon) versloeg Satan op het kruis en zal hem uitroeien en daarmee alle kwaad aan het eind (Joh 16:33, Rom 16:20, Op 20:10). Over de ‘hiel vermorzelen’ bestaat de uitleg dat gekruisigde mensen werden met een spijker door hun hielen genageld aan de boom of het kruis om het gewicht van het lichaam beter te verdelen tussen de handen en de voeten[1]. Dit is een letterlijke opvatting van het vers, maar er is ook een geestelijke toepassing. ‘De kop vermorzelen’ betekent: een einde maken aan iets. Satan kan niet winnen van Christus. In de dood van Christus had Satan hem verwond maar in dezelfde liefdevolle dood heeft Christus een einde gemaakt aan Satans klacht. De boete voor de zonde is betaald in Jezus.
Genesis 4:4 “ook Abel bracht er een van de eerstelingen zijner schapen, van hun vet; en de HERE sloeg acht op Abel en zijn offer”
Hebreeën 11:4 “Door het geloof heeft Abel Gode een beter offer gebracht dan Kaïn; hierdoor werd van hem getuigd, dat hij rechtvaardig was, daar God getuigenis gaf aan zijn gaven…”
Genesis 7:2-3 “Van alle reine dieren zult gij zeven paar nemen, het mannetje en zijn wijfje, maar van de dieren, die niet rein zijn, één paar, het mannetje en zijn wijfje; ook van het gevogelte des hemels zeven paar, mannetjes en wijfjes, om het geslacht in het leven te behouden op de gehele aarde.”
Genesis 8:20 “En Noach bouwde een altaar voor de HERE, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar.“
De opdracht die God aan Noach gaf omtrent de dieren was vóór de zondvloed. Dus vóór Abraham en Mozes. Hieruit blijkt dat Noach bekend was met reine en onreine dieren. Immers als Abels offer geaccepteerd werd, dan moet het hebben verwezen naar het lam van God, en dus moet hij hebben geweten welke dieren rein zijn en als symbool geofferd mogen worden. Zijn broer bracht een verkeerd offer, de vruchten zijn geen verwijzing naar “het lam van God” omdat ze geen rein bloed bevatten.
Na de zondvloed heeft God het volgende tegen Noach gezegd:
Genesis 9:2-4 “En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.”
Dit is de eerste plaats in de Bijbel waar God de mens toestemming gaf om dieren te eten. Hier staat ook voor het eerst dat de dieren voortaan bang zullen zijn voor de mens. Het originele dieet van de mens op de aarde; het groene kruid, de gewassen van het veld en de zaaddragende vruchten waren verwoest door het water op het moment dat God dit aan Noach had verteld. Dit is de context waarin deze toestemming werd gegeven. Noach moest van God voedsel meenemen in de ark (Gen 6:21) maar het voedsel op de aarde was verwoest. Het is niet de bedoeling hier dat Noach varkens, slangen en krokodillen gaat eten. Hij weet welke dieren rein en onrein zijn, want hij heeft zeven paar van elke rein dier meegenomen. God heeft het onderscheid tussen rein en onrein niet opgeheven met dit vers en dat legt Hij verderop in de Bijbel.
Bovendien als Noach en zijn familie onreine dieren zouden eten waarvan maar twee exemplaren zijn, dan zouden deze soorten niet meer bestaan! Terwijl Gods opdracht was om deze soorten op de aarde te bewaren (Gen 6:20, 7:3).
Welk voedsel heeft God Zijn volk gegeven na hun bevrijding?
Exodus 16:3-4 “en de Israëlieten zeiden tot hen: Och, dat wij door de hand des HEREN in het land Egypte gestorven waren, toen wij bij de vleespotten zaten en volop brood aten; want gij hebt ons in deze woestijn geleid om deze gehele gemeente van honger te doen omkomen. Toen zeide de HERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig is, opdat Ik het op de proef stelle, of het al dan niet wandelt naar mijn wet.”
Een vergeetachtig volk.
Ze beschuldigden God dat Hij ze in de woestijn wil ombrengen terwijl Hij wonderen heeft verricht om ze uit Eygypte te krijgen. Welke vleespotten en brood? Ze waren een verdrukt volk en slaven van Farao. Hij mishandelde ze en dode hun zonen (Ex 1:11,13-22).
God heeft het geklaag van het volk gehoord en een test voor gehoorzaamheid gegeven, niet met vies of rot eten, maar met brood uit de hemel “manna” dat smaakt naar honingkoek of oliegebak (Ex 16:31, Num 11:8). Mozes beloofde het volk vlees, want zij wilden vlees en God sprak een tweede keer:
Exodus 16:12 “Ik heb het gemor der Israëlieten gehoord; zeg tot hen: in de avondschemering zult gij vlees eten en in de morgen zult gij met brood verzadigd worden…”
Exodus 16:32 “Mozes zeide: Dit is wat de HERE geboden heeft: vul er een gomer mee, om het voor de toekomende geslachten te bewaren, opdat zij het brood zien, dat Ik u in de woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde.”
Exodus 16 vertelt hoe het volk ongehoorzaam was in de voedseltest om zich te houden aan Gods gebod (de Sabbat). De tien geboden waren nog niet genoteerd, maar het volk had er kennis van.
God heeft gezegd dat ze een ‘gomer’ (4,5 liter) van het “manna” moesten bewaren in een pot als getuigenis van Gods zorg voor Zijn volk. Merk op dat alleen het brood werd bewaard als een teken van de zorg. Dit en het feit dat God pas de tweede keer zei het volk vlees te geven, leidt me tot de conclusie dat Gods eerste bedoeling waarschijnlijk was ze alleen het brood te geven als voedsel. Maar omwille van Mozes die het moeilijk had met het volk, kregen zij vlees erbij. Het lusten van vlees was een zwakke punt bij het volk dat hen tot ondankbaarheid en ongehoorzaamheid leidde. Hun gulzig begeren en ontevredenheid met Gods gave is genoteerd in Psalmen 78 en Numeri 11. Het vlees dat God het volk gaf was in ieder geval rein vlees.
Numeri 11:4-6,13 “Het samenraapsel nu, dat zich onder hen bevond, werd met gulzig begeren vervuld; ook de Israëlieten begonnen weer te jammeren en zeiden: Wie geeft ons vlees te eten? Wij denken terug aan de vis, die wij in Egypte aten om niet, aan de komkommers en de meloenen, het look, de uien en het knoflook. Maar nu drogen wij uit, er is in het geheel niets, wij krijgen alleen dit man te zien…[Mozes zei] Vanwaar zou ik het vlees halen om aan dit gehele volk te geven? want zij jammeren tegen mij: Geef ons vlees te eten!”
Numeri 11:18,31,33,34 “Maar tot het volk zult gij zeggen: Heiligt u tegen morgen, dan zult gij vlees eten; gij hebt immers ten aanhoren des HEREN gejammerd: Wie zal ons vlees te eten geven? wij hadden het zo goed in Egypte. – De HERE zal u vlees geven en gij zult eten. Gij zult het niet één dag eten… maar een volle maand lang, totdat het uw neus uitkomt en gij ervan walgt – omdat gij de HERE hebt veracht, die in uw midden is en aldus voor zijn aangezicht hebt gejammerd: Waarom toch zijn wij uit Egypte getrokken? Toen stak er een wind op, door de HERE gezonden; die voerde kwakkels aan van de zee en strooide ze uit over de legerplaats, zodat zij een dagreis ver naar alle kanten rondom de legerplaats lagen, ongeveer twee ellen hoog boven de grond. Terwijl het vlees nog tussen hun tanden was, vóórdat het gekauwd was, ontbrandde de toorn des HEREN tegen het volk en de HERE sloeg het volk met een zeer zware slag… daar het gulzige volk begraven had.”
De notatie van Gods reinheidswet: een reflectie van Gods reinheid en heiligheid
In Leviticus 11 en Deuteronomium 14 heeft Mozes genoteerd welke dieren rein en onrein zijn. Zoals al eerder uitgelegd is, het concept rein en onrein dier is hier niet nieuw. God legt de nadruk op het feit dat Zijn volk heilig moet zijn omdat Hij heilig is en verbindt dit ook met voedsel.
Exodus 22:31 “Gij zult Mij heilige mensen zijn; vlees van dieren, die in het veld verscheurd zijn, zult gij niet eten, gij zult het voor de honden werpen.”
Leviticus 11:44-45 “Want Ik ben de HERE, uw God; heiligt u en weest heilig, want Ik ben heilig; verontreinigt uzelf niet door allerlei wemelend gedierte dat op de grond krioelt. Want Ik ben de HERE, die u uit het land Egypte heb doen trekken, om u tot een God te zijn; weest heilig, want Ik ben heilig.”
Het voorbeeld van Daniel en zijn vrienden
Het verhaal van Daniël en zijn drie vrienden staat in Daniël 1. Ze waren meegnomen naar Babylonië met velen anderen als vervulling van de profetie van de zeventig jaar ballingschap die de profeet Jeremia uitsprak. Daniël en zijn vrienden waren op jonge leeftijd uitgekozen om de koning van Babylonië te dienen. Ze kregen drie jaar lang opleiding in alle kennis en wijsheid van Babylonië. Hun namen werden veranderd in namen van afgoden, hun dieet werd aangepast in een dieet dat opgeofferd werd aan de afgoden, en hun opleiding was vertekend door afgoderij en tovenarij die de koning wenste in zijn raadsmannen. Toch ondanks dit grote aanslag op hun identiteit in een heidens land, stonden deze vier jonge mannen op voor God en zijn geboden. En God heeft ze rijkelijk gezegend hiervoor. Ze weigerden te eten van de konings tafel omdat minstens een deel van het eten opgeofferd zou zijn aan de afgoden. Daarvan eten zou gezien worden als eerbetoon aan de afgoden. Voedsel was weer een test voor gehoorzaamheid en trouw.
Daniël 1:5,8,9,15,20 “En de koning stelde voor hen een dagelijks rantsoen vast van de koninklijke tafel en van de wijn, die hij placht te drinken. Zo liet hij hen gedurende drie jaren opvoeden, na verloop waarvan zij bij de koning dienst moesten doen. Daniël nu nam zich voor, zich niet te verontreinigen met de koninklijke spijze of met de wijn die de koning placht te drinken; en hij verzocht de overste der hovelingen, dat hij zich niet zou behoeven te verontreinigen. Toen schonk God aan Daniël gunst en barmhartigheid bij de overste der hovelingen. En na verloop van tien dagen bleek hun uiterlijk schoner en zagen zij er welvarender uit dan al de knapen die van de koninklijke spijze gegeten hadden. In elke zaak, waarbij het aankwam op wijs inzicht en waarover de koning hen ondervroeg, bevond hij hen tienmaal voortreffelijker dan al de geleerden, al de bezweerders in zijn ganse rijk.”
Bij dit verhaal moet ik altijd denken aan de woorden van Jezus in de gelijkenis van de talenten en de trouwe en ontrouwe dienaars. Daniël en zijn vrienden werden over veel aangesteld en God heeft hen op wonderbaarlijke manier bijgestaan.
Matteüs 25:23 “Zijn heer zeide tot hem: Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.”
Heeft Jezus iets veranderd in het nieuwe testament?
Het leven en werk van Jezus wordt verteld door vier apostelen. Ze noteren hoe Jezus de discipelen zegent met het vissen (Luc 5:1-11), twee keer vissen en brood geeft aan de hongerige menigte (Mat 14 en 15) en hoe hij na de opstanding honing en vis kreeg te eten als geruststelling en bewijs voor de discipelen dat hij het was die opstond uit de dood (Luc 24:42-43). Is het dan in het licht van deze teksten mogelijk te stellen dat Jezus vis at toen hij op aarde was? Ja!
Was dat een reine vissoort? Ja, de reinheidswetten werden de mens gegeven met het offersysteem bij de zondeval. De God die ze gegeven heeft, zou ze niet breken omdat Hij nog steeds heilig is en rein ook in Zijn menselijke gedaante. De dood van Jezus betekent niet dat het onderscheid tussen rein en onrein vervallen is in de zin; verontreinig jezelf met opzet geestelijk en lichamelijk! Het is veranderd in de zin dat het evangelie ook aan onreine volken gebracht moet worden opdat zij ook rein worden! Bovendien zouden de discipelen hun Heer niets onreins aanbieden. Petrus zegt:
Handelingen 10:14 “want ik heb nog nooit iets gegeten, dat onheilig of onrein was.”
1 Petrus 1:15-16 “maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.”
De volgende uitspraak van Jezus wordt ook vaak aangehaald in deze discussie.
Matteüs 15:11 “Niet wat de mond binnengaat, maakt de mens onrein, maar wat de mond uitkomt, dat maakt de mens onrein.”
Het onderwerp in Matteüs 15:1-20 is niet zo zeer het eten,
maar het ceremonieel wassen voor het eten (vers 2). De Farizeeën leerden dat eten zonder ceremonieel wassen verontreinigt de eter. Jezus somt in vers 19 een lijst op van zonden die werkelijk iemand verontreinigen. In vers 20 zegt hij:“Dat zijn de dingen, die een mens onrein maken, maar het eten met ongewassen handen maakt een mens niet onrein.”
Hebben de discipelen iets veranderd aan het onderscheid tussen rein en onrein voedsel?
Één van de meest verkeerd begrepen teksten over rein en onrein voedsel is Handelingen 10:9-16. Petrus was op het dak van het huis aan het bidden en hij kreeg honger. God liet hem een visioen zien van een linnen kleed met onreine dieren. Drie keer hoorde Petrus de stem van God tegen hem zeggen: “Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.”
De meeste mensen stoppen hier met lezen en concluderen dat God hierbij het verschil tussen rein en onrein heeft opgeheven. Maar dit verhaal eindigt hier niet. Petrus legt zelf uit wat het visioen betekende. Petrus had zoals andere joden veel moeite met het evangelie verkondigen aan andere volken. Ook had hij moeite om met ze te eten (Gal 2:11-14). Daarom was een openbaring van God nodig om hem hierop te wijzen.
In Handelingen 11:1-18 legt Petrus uit aan andere joden dat het visioen betrekking had op het verspreiden van het evangelie onder onreine volken.
Handelingen 10:19,20,28,34,35 “En terwijl Petrus nog steeds over het gezicht nadacht, zeide de Geest: Zie, twee mannen zoeken naar u; sta dan op, ga naar beneden en reis, zonder bezwaar te maken, met hen mede, want Ik heb hen gezonden. En hij sprak tot hen: Gij weet, hoe het een Jood verboden is zich te voegen bij of te gaan tot een niet-Jood; doch mij heeft God doen zien, dat ik niemand onheilig of onrein mag noemen. En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig,”
Een ander plek waar de apostels iets over voedsel hebben gezegd is:
Handelingen 15:29 “onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hier voor wacht, zult gij wèl doen.”
Deze verduidelijking van de Heilige Geest en de apostels is gekomen nadat “de partij der Farizeeën die gelovig geworden waren” stelden dat “ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden”. Dit heeft voor grote discussie gezorgd in de gemeente vooral omdat Paulus en Barnabas hier tegen waren.
Hier gaat het dus niet om de tien geboden die met Gods finger geschreven zijn op de stenen platen en in de ark van het verbond werden bewaard (Ex 31:18; Deu 10,5). Het gaat om de ceremoniële wet die Mozes in een wetboek schreef en naast de ark van het verbond liet bewaren (Deu 31:9,24,26; Ex 24:3,7). Het is op dit punt ook duidelijk dat het onderscheid tussen rein en onrein geen wet van Mozes is maar in Genesis al bekend was en reflecteert de heiligheid van God! Dus het gaat hier ook niet om rein en onrein vlees zoals genoteerd in Leviticus 11. Want het onderscheid tussen rein en onrein en het offersysteem zijn lang voor Mozes en Abraham ingesteld in tegenstelling tot de besnijdenis.
De joodse gelovigen hadden er moeite mee dat de ceremonies die ze gewend waren niet langer toegepast werden, of ze waren bang dat niet-joden in hun hart niet bekeerd waren. De joodse gelovigen zagen deze ceremonies als een test zijn voor ware bekering. De ceremoniële wet was een schaduw van het offer van Christus. Toen Christus dood ging, zijn deze symbolen onnodig geworden.
Twee vragen zijn in deze kwestie van belang.
De eerste gaat over de besnijdenis en de ander gaat over vlees wat opgeofferd is aan afgoden. Dit vlees zou normaal gegeten worden, alleen vanwege de afgoden kwestie of een verkeerde slachtingmethode (verstikking of met bloed) is het onacceptabel geworden. Er is nergens aanwijzing dat deze discussie over reine en onreine dieren ging want dit was een bekend en aanvaard onderscheid.
Bepaalde teksten van Paulus worden ook vaak aangehaald in deze discussie. Bijvoorbeeld Romeinen 14:2,20. Ook deze verzen worden vaak uit de context gehaald. Er wordt beweerd dat Paulus vegetariërs zwakker beschouwt dan vleeseters. Of dat Paulus met “alles is wel rein” het verschil tussen reine en onreine dieren zoals God deze in Genesis heeft gegeven teniet doet.
Romeinen 14:3,14,20,21 “Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard. Ik weet en ben overtuigd in de Here Jezus, dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem, die iets onrein acht, is het onrein. Breek niet ter wille van spijs het werk Gods af; alles is wel rein, maar het is verkeerd voor een mens, als hij door zijn eten tot aanstoot is. Het is goed geen vlees te eten of wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot.”
1 Korinthiers 8:1,4,7,10,13 “Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. Maar niet bij allen is die kennis. Want sommigen, in hun geweten nog niet los van de afgod, eten (dit vlees) als afgodenoffer en hun geweten, dat zwak is, wordt erdoor besmet. Want indien iemand u, die kennis hebt, (aan tafel) ziet aanliggen in een afgodentempel, zal hij met zijn zwak geweten dan niet gestijfd worden tot het eten van offervlees? Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder geen aanstoot te geven.”
Over welke voedsel heeft Paulus het hier over?
Dit gaat niet over het eten van rein vlees vs. onrein vlees zoals deze genoteerd zijn in Leviticus 11, maar over het eten van vlees dat zelf rein zou zijn, maar onrein wordt beschouwd door opoffering aan afgoden.
Om Romeinen 14 goed te begrijpen raad ik je aan 1 Korinthiers 8 en 10 te lezen en 1 Timoteüs 4. Er zijn een aantal sleutelwoorden van belang om dit gedeelte te begrijpen. Deze woorden komen in de verschillende brieven voor.
“De zwakke” Rom 14:1,2; 1 Kor 8:7,9-12
“Afgoden” 1 Kor 8:1,4-7; 1 Kor 10:6,7,14,19-21
“Alles eten” Rom 14:14,20,22,23; 1 Kor 10:23; 1 Tim 4:3-5
Het thema in deze teksten is dat broeders elkaar niet zo moeten veroordelen in deze zaken, want God is de rechter en iedereen zal zichzelf verantwoorden tegenover Hem (Rom 14: 4,10-13). Ook dat broeders elkaar lief moeten hebben, geen aanstoot geven aan elkaar, en vooral geen struikelblok zijn voor anderen voor wie Christus is gestorven vanwege eigen eetlust (1 Kor 8:12-13).
Het is bekend dat christenen in de eerste eeuw voornamelijk bekeerde joden en bekeerde Grieken en Romeinen waren. In Romeinen 14:1-6 praat Paulus over de zwakken in het geloof. Dit zijn bekeerde heidenen (Romeinen of Grieken) die hiervoor in afgoderij geloofden of sterk er door beïnvloedt waren. Afgoderij is nauw verbonden met eten en drinken die aan de afgoden opgeofferd is, onzedelijkheid en hoererij (Num 25:1-2, 1 Kor 10:6-7 ). Deze groep gelovigen had er moeite mee de associatie van afgoderij met sommige voedselsoorten los te laten. Terwijl bekeerde joden er moeite mee hadden de ceremoniële wet van Mozes los te laten. Zo heeft ieder groep gelovigen zijn eigen uitdagingen.
Blijkbaar heeft een groep bekeerde heidenen ervoor gekozen om helemaal geen vlees te eten om het probleem van de associatie met afgoderij geheel te omzeilen. Paulus keurt dit niet af. Je kunt je beter helemaal onthouden van iets als je denkt toch er door te gaan twijfelen over afgoderij. Maar hij beschouwt het een zwak geweten en onwetendheid wanneer iemand de afgoden erkent als iets. Dan verontreinigt deze persoon zichzelf wanneer hij eet van wat er aan opgeofferd is (1 Kor 8:7).
Romeinen 14:14-20 gaat over voedsel van reine dieren die normaal gegeten zou worden dat eerst aan afgoden is opgeofferd en dus ceremonieel onrein is geworden (een voorbeeld zijn de stieren in Han 14:13). Paulus voert het argument dat voedsel (wat normaal rein zou zijn) is niet onrein in zichzelf omdat het aan afgoden is opgeofferd, want hij erkent de afgoden niet als een macht “er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén” (zie ook Jes 41:24,29; Jes 44:6-17).
Dus als iemand alleen God erkent en de afgoden als niets beschouwt, hoeft hij zich niet te twijfelen wanneer hij vlees koopt op de markt of bij iemand thuis eet. Mits niet verteld wordt dat het vlees opgeofferd is aan afgoden (1 Kor 10:25-32). Hij eet het met dankzegging en het vlees van reine dieren is niet onrein wanneer de oorsprong onbekend is. Maar als er verteld wordt dat het vlees aan afgoden opgeofferd is, dan moet hij het laten. Niet vanwege zijn eigen geweten (hij ziet de afgoden als niets), maar vanwege het zwakke geweten van een broeder die in twijfel gebracht kan worden. Hij mag geen aanstoot geven aan een broeder met een zwakker geweten.
Het schijnt ook dat sommige christenen zo ver gaan dat ze zelfs in tempels van afgoden gaan zitten eten (1 Kor 8:10). Paulus keurt dit af. Hij beschouwt dit als struikelblok voor een broeder met een zwak geweten die van afgoden offers gaat eten terwijl hij dit voedsel als eerbetoon aan hen ziet.
1 Timoteüs 4:1-5 “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn. 4 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt: 5 want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.”
Bedoelt hij dat ik dus God kan danken en een glas slangengif opdrinken als ik dat lekker zou vinden?
Nee, Het antwoord staat in vers 5. Het is voedsel dat geheiligd wordt door Gods woord en gebed. Dus rein voedsel zoals het vermeld staat in Gods woord en waarover mijn gebed verhoord wordt. Alles wat God rein heeft verklaard is goed en mag met dankzegging genuttigd worden, mits het geen struikelblok is voor mijn broeder.
De Bijbel waarschuwt ons voor mensen die zich rein verklaren terwijl ze God ongehoorzaam zijn en onrein voedsel eten.
Jesaja 66:17 “Zij die zich wijden en reinigen om zich naar de tuinen te begeven, iemand uit de kring achterna, en zij die vlees van zwijnen en muizen of ander onrein gedierte eten, samen zullen zij ten onder gaan – spreekt de HEER.”
Wat staat er over voedsel na het herstel van de schepping?
Er is geen dood meer op de nieuwe aarde! De dieren die nu gewend zijn zich te voeden met vlees van andere dieren worden vegetarisch en leven in harmonie samen. Het dieet van mens en dier wordt hersteld naar wat het was voor de zonde en de dood. Ook zal niets onreins nieuw Jeruzalem binnenkomen!
Slecht nieuws voor wie toch vlees zou willen? In feite zou deze persoon de gevolgen van de zonde nog steeds wensen op de nieuwe aarde. Dan zou deze persoon zich in de positie van het volk in de woestijn bevinden die het brood uit de hemel niet goed genoeg vond! God belooft ons dingen veel beter dan wat we hier kennen. Het probleem is alleen dat we deze niet kunnen voorstellen en dat onze smaak en eetlust vertekend zijn door deze gevallen wereld.
Jesaja 65:17-25 “Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg – zegt de HEER.”
Jesaja 11:6-9 “Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden… Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken.”
Openbaring 21:1,2,4,10,27 “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is…en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan….En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God…En in haar zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij, die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.”
1 Korinthiers 2:9 “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.“
Conclusie
De Bijbel verbiedt niemand om rein vlees te eten. Het onderscheid tussen rein en onrein heeft niet met de ceremoniële wet te maken maar is al aan het eerste mensengezin gegeven na de zondeval. Het reflecteert de heiligheid en reinheid van God, het offer van Christus en onze heiligheid als Zijn volk.
Het dieet dat God aan de mens gaf voor de zondeval en wat Hij gaat herstellen op de nieuwe aarde is plantaardig. Als je ervoor kiest om je ook op dit gebied te reformeren naar het Goddelijke model voor voedsel, dat is jouw keuze. Belangrijk is dat we elkaar geen aanstoot geven met onze eetlust en uit liefde handelen.
1 Korinthiers 10: 23-33 “Dus of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God.”
Er zijn twee discussies; de één is vlees eten of vegetarisch zijn, en de ander over rein en onrein voedsel na het offer van Christus. In deze studie komen beide discussies aan bod. Op vijf momenten in de geschiedenis van de mens heeft God iets direct over het dieet gezegd; de schepping, de zondeval, de zondvloed, de notatie van Gods reinheidswetten door Mozes en de profetieën over het herstel van de schepping. Verder zijn er een aantal teksten in het nieuwe testament waarin de apostels iets hebben gezegd over voedsel en die voor discussie zorgen.
Er is veel onderzoek gedaan naar de verschillende soorten dieren en in hoeverre ze gezond zijn voor de mens. Toch is het geloof wat God vraagt in het onderwerp rein en onrein eenvoudig. Als de ontwerper van mijn auto zegt doe er benzine in, dan hoef ik ook niet voor de pret diesel uitproberen!.
Is het onderwerp van voedsel belangrijk voor een christen?
Ja, en dit zijn de belangrijkste redenen vanuit de Bijbel; voedsel in de Bijbel is nauw verbonden met gehoorzaamheid en vertrouwen op God. Hij wil dat we heilig en rein zijn omdat Hij heilig en rein is. Voedsel is ook een teken van Gods zorg voor onze fysieke gezondheid.
3 Johannes 2 “Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.”
De eerste verzoeking van de mens ging over voedsel
Gen 2:17 “maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.”
De eerste verzoeking van Jezus ging over voedsel
Mat 4:3 “En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden.”
Ons lichaam moet rein blijven (fysiek en geestelijk) het is een offer en een tempel
1Kor 6:19 “Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?” 1Kor 3:17 “Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!”Rom 12:1 “Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.”
De beloning aan het eind is o.a. voedsel uit de levensboom
Op 2:7 “Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.”
Op 22:14 “Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.”
Wat was het voedsel dat God aan de mens gaf voor de zondeval?
Genesis 1:29-30 “En God zeide: Zie, Ik geef u al het zaaddragend gewas op de gehele aarde en al het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal u tot spijze dienen. Maar aan al het gedierte der aarde en al het gevogelte des hemels en al wat op de aarde kruipt, waarin leven is, (geef Ik) al het groene kruid tot spijze; en het was alzo.”
Genesis 2:16,17 “En de HERE God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten…”
Wat was het voedsel dat God aan de mens gaf na de zondeval?
Nadat de mens in de zonde viel, werden de gewassen van het veld toegevoegd aan het dieet van het zaaddragend gewas en -vruchten en de mens werd verbannen uit het paradijs opdat hij niet van de levens boom zou eten.
Genesis 3:17-19 “En tot de mens zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.”
Wanneer werd er een onderscheid gemaakt tussen reine en onreine dieren?
Het is bekend dat het onderwerp ‘reine en onreine dieren’ nauw verbonden is met het offersysteem. Maar het is een vaak voorkomende misvatting dat het systeem van de offers begon toen God Abraham riep uit Ur der Chaldeeën of toen God Zijn oude volk uit Egypte bevrijde. Het offersysteem ging eigenlijk in werking vanaf het moment van de zonde. Het is Gods plan om de mens te redden. Er is geen redding zonder “het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Toen God de vloek uitsprak op de aarde heeft Hij ook verteld welke plan Hij voor de redding heeft:
Genesis 3:15 “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”.
Dit vers bevat behalve de letterlijke interactie tussen de mens en de slang ook het reddingsplan. Satan wordt ook ‘de oude slang’ genoemd (Op 12:9). Jezus (de Mensenzoon) versloeg Satan op het kruis en zal hem uitroeien en daarmee alle kwaad aan het eind (Joh 16:33, Rom 16:20, Op 20:10). Over de ‘hiel vermorzelen’ bestaat de uitleg dat gekruisigde mensen werden met een spijker door hun hielen genageld aan de boom of het kruis om het gewicht van het lichaam beter te verdelen tussen de handen en de voeten[1]. Dit is een letterlijke opvatting van het vers, maar er is ook een geestelijke toepassing. ‘De kop vermorzelen’ betekent: een einde maken aan iets. Satan kan niet winnen van Christus. In de dood van Christus had Satan hem verwond maar in dezelfde liefdevolle dood heeft Christus een einde gemaakt aan Satans klacht. De boete voor de zonde is betaald in Jezus.
Genesis 4:4 “ook Abel bracht er een van de eerstelingen zijner schapen, van hun vet; en de HERE sloeg acht op Abel en zijn offer”
Hebreeën 11:4 “Door het geloof heeft Abel Gode een beter offer gebracht dan Kaïn; hierdoor werd van hem getuigd, dat hij rechtvaardig was, daar God getuigenis gaf aan zijn gaven…”
Genesis 7:2-3 “Van alle reine dieren zult gij zeven paar nemen, het mannetje en zijn wijfje, maar van de dieren, die niet rein zijn, één paar, het mannetje en zijn wijfje; ook van het gevogelte des hemels zeven paar, mannetjes en wijfjes, om het geslacht in het leven te behouden op de gehele aarde.”
Genesis 8:20 “En Noach bouwde een altaar voor de HERE, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar.“
De opdracht die God aan Noach gaf omtrent de dieren was vóór de zondvloed. Dus vóór Abraham en Mozes. Hieruit blijkt dat Noach bekend was met reine en onreine dieren. Immers als Abels offer geaccepteerd werd, dan moet het hebben verwezen naar het lam van God, en dus moet hij hebben geweten welke dieren rein zijn en als symbool geofferd mogen worden. Zijn broer bracht een verkeerd offer, de vruchten zijn geen verwijzing naar “het lam van God” omdat ze geen rein bloed bevatten.
Na de zondvloed heeft God het volgende tegen Noach gezegd:
Genesis 9:2-4 “En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.”
Dit is de eerste plaats in de Bijbel waar God de mens toestemming gaf om dieren te eten. Hier staat ook voor het eerst dat de dieren voortaan bang zullen zijn voor de mens. Het originele dieet van de mens op de aarde; het groene kruid, de gewassen van het veld en de zaaddragende vruchten waren verwoest door het water op het moment dat God dit aan Noach had verteld. Dit is de context waarin deze toestemming werd gegeven. Noach moest van God voedsel meenemen in de ark (Gen 6:21) maar het voedsel op de aarde was verwoest. Het is niet de bedoeling hier dat Noach varkens, slangen en krokodillen gaat eten. Hij weet welke dieren rein en onrein zijn, want hij heeft zeven paar van elke rein dier meegenomen. God heeft het onderscheid tussen rein en onrein niet opgeheven met dit vers en dat legt Hij verderop in de Bijbel.
Bovendien als Noach en zijn familie onreine dieren zouden eten waarvan maar twee exemplaren zijn, dan zouden deze soorten niet meer bestaan! Terwijl Gods opdracht was om deze soorten op de aarde te bewaren (Gen 6:20, 7:3).
Welk voedsel heeft God Zijn volk gegeven na hun bevrijding?
Exodus 16:3-4 “en de Israëlieten zeiden tot hen: Och, dat wij door de hand des HEREN in het land Egypte gestorven waren, toen wij bij de vleespotten zaten en volop brood aten; want gij hebt ons in deze woestijn geleid om deze gehele gemeente van honger te doen omkomen. Toen zeide de HERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig is, opdat Ik het op de proef stelle, of het al dan niet wandelt naar mijn wet.”
Een vergeetachtig volk.
Ze beschuldigden God dat Hij ze in de woestijn wil ombrengen terwijl Hij wonderen heeft verricht om ze uit Eygypte te krijgen. Welke vleespotten en brood? Ze waren een verdrukt volk en slaven van Farao. Hij mishandelde ze en dode hun zonen (Ex 1:11,13-22).
God heeft het geklaag van het volk gehoord en een test voor gehoorzaamheid gegeven, niet met vies of rot eten, maar met brood uit de hemel “manna” dat smaakt naar honingkoek of oliegebak (Ex 16:31, Num 11:8). Mozes beloofde het volk vlees, want zij wilden vlees en God sprak een tweede keer:
Exodus 16:12 “Ik heb het gemor der Israëlieten gehoord; zeg tot hen: in de avondschemering zult gij vlees eten en in de morgen zult gij met brood verzadigd worden…”
Exodus 16:32 “Mozes zeide: Dit is wat de HERE geboden heeft: vul er een gomer mee, om het voor de toekomende geslachten te bewaren, opdat zij het brood zien, dat Ik u in de woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde.”
Exodus 16 vertelt hoe het volk ongehoorzaam was in de voedseltest om zich te houden aan Gods gebod (de Sabbat). De tien geboden waren nog niet genoteerd, maar het volk had er kennis van.
God heeft gezegd dat ze een ‘gomer’ (4,5 liter) van het “manna” moesten bewaren in een pot als getuigenis van Gods zorg voor Zijn volk. Merk op dat alleen het brood werd bewaard als een teken van de zorg. Dit en het feit dat God pas de tweede keer zei het volk vlees te geven, leidt me tot de conclusie dat Gods eerste bedoeling waarschijnlijk was ze alleen het brood te geven als voedsel. Maar omwille van Mozes die het moeilijk had met het volk, kregen zij vlees erbij. Het lusten van vlees was een zwakke punt bij het volk dat hen tot ondankbaarheid en ongehoorzaamheid leidde. Hun gulzig begeren en ontevredenheid met Gods gave is genoteerd in Psalmen 78 en Numeri 11. Het vlees dat God het volk gaf was in ieder geval rein vlees.
Numeri 11:4-6,13 “Het samenraapsel nu, dat zich onder hen bevond, werd met gulzig begeren vervuld; ook de Israëlieten begonnen weer te jammeren en zeiden: Wie geeft ons vlees te eten? Wij denken terug aan de vis, die wij in Egypte aten om niet, aan de komkommers en de meloenen, het look, de uien en het knoflook. Maar nu drogen wij uit, er is in het geheel niets, wij krijgen alleen dit man te zien…[Mozes zei] Vanwaar zou ik het vlees halen om aan dit gehele volk te geven? want zij jammeren tegen mij: Geef ons vlees te eten!”
Numeri 11:18,31,33,34 “Maar tot het volk zult gij zeggen: Heiligt u tegen morgen, dan zult gij vlees eten; gij hebt immers ten aanhoren des HEREN gejammerd: Wie zal ons vlees te eten geven? wij hadden het zo goed in Egypte. – De HERE zal u vlees geven en gij zult eten. Gij zult het niet één dag eten… maar een volle maand lang, totdat het uw neus uitkomt en gij ervan walgt – omdat gij de HERE hebt veracht, die in uw midden is en aldus voor zijn aangezicht hebt gejammerd: Waarom toch zijn wij uit Egypte getrokken? Toen stak er een wind op, door de HERE gezonden; die voerde kwakkels aan van de zee en strooide ze uit over de legerplaats, zodat zij een dagreis ver naar alle kanten rondom de legerplaats lagen, ongeveer twee ellen hoog boven de grond. Terwijl het vlees nog tussen hun tanden was, vóórdat het gekauwd was, ontbrandde de toorn des HEREN tegen het volk en de HERE sloeg het volk met een zeer zware slag… daar het gulzige volk begraven had.”
De notatie van Gods reinheidswet: een reflectie van Gods reinheid en heiligheid
In Leviticus 11 en Deuteronomium 14 heeft Mozes genoteerd welke dieren rein en onrein zijn. Zoals al eerder uitgelegd is, het concept rein en onrein dier is hier niet nieuw. God legt de nadruk op het feit dat Zijn volk heilig moet zijn omdat Hij heilig is en verbindt dit ook met voedsel.
Exodus 22:31 “Gij zult Mij heilige mensen zijn; vlees van dieren, die in het veld verscheurd zijn, zult gij niet eten, gij zult het voor de honden werpen.”
Leviticus 11:44-45 “Want Ik ben de HERE, uw God; heiligt u en weest heilig, want Ik ben heilig; verontreinigt uzelf niet door allerlei wemelend gedierte dat op de grond krioelt. Want Ik ben de HERE, die u uit het land Egypte heb doen trekken, om u tot een God te zijn; weest heilig, want Ik ben heilig.”
Het voorbeeld van Daniel en zijn vrienden
Het verhaal van Daniël en zijn drie vrienden staat in Daniël 1. Ze waren meegnomen naar Babylonië met velen anderen als vervulling van de profetie van de zeventig jaar ballingschap die de profeet Jeremia uitsprak. Daniël en zijn vrienden waren op jonge leeftijd uitgekozen om de koning van Babylonië te dienen. Ze kregen drie jaar lang opleiding in alle kennis en wijsheid van Babylonië. Hun namen werden veranderd in namen van afgoden, hun dieet werd aangepast in een dieet dat opgeofferd werd aan de afgoden, en hun opleiding was vertekend door afgoderij en tovenarij die de koning wenste in zijn raadsmannen. Toch ondanks dit grote aanslag op hun identiteit in een heidens land, stonden deze vier jonge mannen op voor God en zijn geboden. En God heeft ze rijkelijk gezegend hiervoor. Ze weigerden te eten van de konings tafel omdat minstens een deel van het eten opgeofferd zou zijn aan de afgoden. Daarvan eten zou gezien worden als eerbetoon aan de afgoden. Voedsel was weer een test voor gehoorzaamheid en trouw.
Daniël 1:5,8,9,15,20 “En de koning stelde voor hen een dagelijks rantsoen vast van de koninklijke tafel en van de wijn, die hij placht te drinken. Zo liet hij hen gedurende drie jaren opvoeden, na verloop waarvan zij bij de koning dienst moesten doen. Daniël nu nam zich voor, zich niet te verontreinigen met de koninklijke spijze of met de wijn die de koning placht te drinken; en hij verzocht de overste der hovelingen, dat hij zich niet zou behoeven te verontreinigen. Toen schonk God aan Daniël gunst en barmhartigheid bij de overste der hovelingen. En na verloop van tien dagen bleek hun uiterlijk schoner en zagen zij er welvarender uit dan al de knapen die van de koninklijke spijze gegeten hadden. In elke zaak, waarbij het aankwam op wijs inzicht en waarover de koning hen ondervroeg, bevond hij hen tienmaal voortreffelijker dan al de geleerden, al de bezweerders in zijn ganse rijk.”
Bij dit verhaal moet ik altijd denken aan de woorden van Jezus in de gelijkenis van de talenten en de trouwe en ontrouwe dienaars. Daniël en zijn vrienden werden over veel aangesteld en God heeft hen op wonderbaarlijke manier bijgestaan.
Matteüs 25:23 “Zijn heer zeide tot hem: Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.”
Heeft Jezus iets veranderd in het nieuwe testament?
Het leven en werk van Jezus wordt verteld door vier apostelen. Ze noteren hoe Jezus de discipelen zegent met het vissen (Luc 5:1-11), twee keer vissen en brood geeft aan de hongerige menigte (Mat 14 en 15) en hoe hij na de opstanding honing en vis kreeg te eten als geruststelling en bewijs voor de discipelen dat hij het was die opstond uit de dood (Luc 24:42-43). Is het dan in het licht van deze teksten mogelijk te stellen dat Jezus vis at toen hij op aarde was? Ja!
Was dat een reine vissoort? Ja, de reinheidswetten werden de mens gegeven met het offersysteem bij de zondeval. De God die ze gegeven heeft, zou ze niet breken omdat Hij nog steeds heilig is en rein ook in Zijn menselijke gedaante. De dood van Jezus betekent niet dat het onderscheid tussen rein en onrein vervallen is in de zin; verontreinig jezelf met opzet geestelijk en lichamelijk! Het is veranderd in de zin dat het evangelie ook aan onreine volken gebracht moet worden opdat zij ook rein worden! Bovendien zouden de discipelen hun Heer niets onreins aanbieden. Petrus zegt:
Handelingen 10:14 “want ik heb nog nooit iets gegeten, dat onheilig of onrein was.”
1 Petrus 1:15-16 “maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.”
De volgende uitspraak van Jezus wordt ook vaak aangehaald in deze discussie.
Matteüs 15:11 “Niet wat de mond binnengaat, maakt de mens onrein, maar wat de mond uitkomt, dat maakt de mens onrein.”
Het onderwerp in Matteüs 15:1-20 is niet zo zeer het eten,
maar het ceremonieel wassen voor het eten (vers 2). De Farizeeën leerden dat eten zonder ceremonieel wassen verontreinigt de eter. Jezus somt in vers 19 een lijst op van zonden die werkelijk iemand verontreinigen. In vers 20 zegt hij:“Dat zijn de dingen, die een mens onrein maken, maar het eten met ongewassen handen maakt een mens niet onrein.”
Hebben de discipelen iets veranderd aan het onderscheid tussen rein en onrein voedsel?
Één van de meest verkeerd begrepen teksten over rein en onrein voedsel is Handelingen 10:9-16. Petrus was op het dak van het huis aan het bidden en hij kreeg honger. God liet hem een visioen zien van een linnen kleed met onreine dieren. Drie keer hoorde Petrus de stem van God tegen hem zeggen: “Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.”
De meeste mensen stoppen hier met lezen en concluderen dat God hierbij het verschil tussen rein en onrein heeft opgeheven. Maar dit verhaal eindigt hier niet. Petrus legt zelf uit wat het visioen betekende. Petrus had zoals andere joden veel moeite met het evangelie verkondigen aan andere volken. Ook had hij moeite om met ze te eten (Gal 2:11-14). Daarom was een openbaring van God nodig om hem hierop te wijzen.
In Handelingen 11:1-18 legt Petrus uit aan andere joden dat het visioen betrekking had op het verspreiden van het evangelie onder onreine volken.
Handelingen 10:19,20,28,34,35 “En terwijl Petrus nog steeds over het gezicht nadacht, zeide de Geest: Zie, twee mannen zoeken naar u; sta dan op, ga naar beneden en reis, zonder bezwaar te maken, met hen mede, want Ik heb hen gezonden. En hij sprak tot hen: Gij weet, hoe het een Jood verboden is zich te voegen bij of te gaan tot een niet-Jood; doch mij heeft God doen zien, dat ik niemand onheilig of onrein mag noemen. En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig,”
Een ander plek waar de apostels iets over voedsel hebben gezegd is:
Handelingen 15:29 “onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hier voor wacht, zult gij wèl doen.”
Deze verduidelijking van de Heilige Geest en de apostels is gekomen nadat “de partij der Farizeeën die gelovig geworden waren” stelden dat “ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden”. Dit heeft voor grote discussie gezorgd in de gemeente vooral omdat Paulus en Barnabas hier tegen waren.
Hier gaat het dus niet om de tien geboden die met Gods finger geschreven zijn op de stenen platen en in de ark van het verbond werden bewaard (Ex 31:18; Deu 10,5). Het gaat om de ceremoniële wet die Mozes in een wetboek schreef en naast de ark van het verbond liet bewaren (Deu 31:9,24,26; Ex 24:3,7). Het is op dit punt ook duidelijk dat het onderscheid tussen rein en onrein geen wet van Mozes is maar in Genesis al bekend was en reflecteert de heiligheid van God! Dus het gaat hier ook niet om rein en onrein vlees zoals genoteerd in Leviticus 11. Want het onderscheid tussen rein en onrein en het offersysteem zijn lang voor Mozes en Abraham ingesteld in tegenstelling tot de besnijdenis.
De joodse gelovigen hadden er moeite mee dat de ceremonies die ze gewend waren niet langer toegepast werden, of ze waren bang dat niet-joden in hun hart niet bekeerd waren. De joodse gelovigen zagen deze ceremonies als een test zijn voor ware bekering. De ceremoniële wet was een schaduw van het offer van Christus. Toen Christus dood ging, zijn deze symbolen onnodig geworden.
Twee vragen zijn in deze kwestie van belang.
De eerste gaat over de besnijdenis en de ander gaat over vlees wat opgeofferd is aan afgoden. Dit vlees zou normaal gegeten worden, alleen vanwege de afgoden kwestie of een verkeerde slachtingmethode (verstikking of met bloed) is het onacceptabel geworden. Er is nergens aanwijzing dat deze discussie over reine en onreine dieren ging want dit was een bekend en aanvaard onderscheid.
Bepaalde teksten van Paulus worden ook vaak aangehaald in deze discussie. Bijvoorbeeld Romeinen 14:2,20. Ook deze verzen worden vaak uit de context gehaald. Er wordt beweerd dat Paulus vegetariërs zwakker beschouwt dan vleeseters. Of dat Paulus met “alles is wel rein” het verschil tussen reine en onreine dieren zoals God deze in Genesis heeft gegeven teniet doet.
Romeinen 14:3,14,20,21 “Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard. Ik weet en ben overtuigd in de Here Jezus, dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem, die iets onrein acht, is het onrein. Breek niet ter wille van spijs het werk Gods af; alles is wel rein, maar het is verkeerd voor een mens, als hij door zijn eten tot aanstoot is. Het is goed geen vlees te eten of wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot.”
1 Korinthiers 8:1,4,7,10,13 “Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. Maar niet bij allen is die kennis. Want sommigen, in hun geweten nog niet los van de afgod, eten (dit vlees) als afgodenoffer en hun geweten, dat zwak is, wordt erdoor besmet. Want indien iemand u, die kennis hebt, (aan tafel) ziet aanliggen in een afgodentempel, zal hij met zijn zwak geweten dan niet gestijfd worden tot het eten van offervlees? Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder geen aanstoot te geven.”
Over welke voedsel heeft Paulus het hier over?
Dit gaat niet over het eten van rein vlees vs. onrein vlees zoals deze genoteerd zijn in Leviticus 11, maar over het eten van vlees dat zelf rein zou zijn, maar onrein wordt beschouwd door opoffering aan afgoden.
Om Romeinen 14 goed te begrijpen raad ik je aan 1 Korinthiers 8 en 10 te lezen en 1 Timoteüs 4. Er zijn een aantal sleutelwoorden van belang om dit gedeelte te begrijpen. Deze woorden komen in de verschillende brieven voor.
“De zwakke” Rom 14:1,2; 1 Kor 8:7,9-12
“Afgoden” 1 Kor 8:1,4-7; 1 Kor 10:6,7,14,19-21
“Alles eten” Rom 14:14,20,22,23; 1 Kor 10:23; 1 Tim 4:3-5
Het thema in deze teksten is dat broeders elkaar niet zo moeten veroordelen in deze zaken, want God is de rechter en iedereen zal zichzelf verantwoorden tegenover Hem (Rom 14: 4,10-13). Ook dat broeders elkaar lief moeten hebben, geen aanstoot geven aan elkaar, en vooral geen struikelblok zijn voor anderen voor wie Christus is gestorven vanwege eigen eetlust (1 Kor 8:12-13).
Het is bekend dat christenen in de eerste eeuw voornamelijk bekeerde joden en bekeerde Grieken en Romeinen waren. In Romeinen 14:1-6 praat Paulus over de zwakken in het geloof. Dit zijn bekeerde heidenen (Romeinen of Grieken) die hiervoor in afgoderij geloofden of sterk er door beïnvloedt waren. Afgoderij is nauw verbonden met eten en drinken die aan de afgoden opgeofferd is, onzedelijkheid en hoererij (Num 25:1-2, 1 Kor 10:6-7 ). Deze groep gelovigen had er moeite mee de associatie van afgoderij met sommige voedselsoorten los te laten. Terwijl bekeerde joden er moeite mee hadden de ceremoniële wet van Mozes los te laten. Zo heeft ieder groep gelovigen zijn eigen uitdagingen.
Blijkbaar heeft een groep bekeerde heidenen ervoor gekozen om helemaal geen vlees te eten om het probleem van de associatie met afgoderij geheel te omzeilen. Paulus keurt dit niet af. Je kunt je beter helemaal onthouden van iets als je denkt toch er door te gaan twijfelen over afgoderij. Maar hij beschouwt het een zwak geweten en onwetendheid wanneer iemand de afgoden erkent als iets. Dan verontreinigt deze persoon zichzelf wanneer hij eet van wat er aan opgeofferd is (1 Kor 8:7).
Romeinen 14:14-20 gaat over voedsel van reine dieren die normaal gegeten zou worden dat eerst aan afgoden is opgeofferd en dus ceremonieel onrein is geworden (een voorbeeld zijn de stieren in Han 14:13). Paulus voert het argument dat voedsel (wat normaal rein zou zijn) is niet onrein in zichzelf omdat het aan afgoden is opgeofferd, want hij erkent de afgoden niet als een macht “er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén” (zie ook Jes 41:24,29; Jes 44:6-17).
Dus als iemand alleen God erkent en de afgoden als niets beschouwt, hoeft hij zich niet te twijfelen wanneer hij vlees koopt op de markt of bij iemand thuis eet. Mits niet verteld wordt dat het vlees opgeofferd is aan afgoden (1 Kor 10:25-32). Hij eet het met dankzegging en het vlees van reine dieren is niet onrein wanneer de oorsprong onbekend is. Maar als er verteld wordt dat het vlees aan afgoden opgeofferd is, dan moet hij het laten. Niet vanwege zijn eigen geweten (hij ziet de afgoden als niets), maar vanwege het zwakke geweten van een broeder die in twijfel gebracht kan worden. Hij mag geen aanstoot geven aan een broeder met een zwakker geweten.
Het schijnt ook dat sommige christenen zo ver gaan dat ze zelfs in tempels van afgoden gaan zitten eten (1 Kor 8:10). Paulus keurt dit af. Hij beschouwt dit als struikelblok voor een broeder met een zwak geweten die van afgoden offers gaat eten terwijl hij dit voedsel als eerbetoon aan hen ziet.
1 Timoteüs 4:1-5 “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn. 4 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt: 5 want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.”
Bedoelt hij dat ik dus God kan danken en een glas slangengif opdrinken als ik dat lekker zou vinden?
Nee, Het antwoord staat in vers 5. Het is voedsel dat geheiligd wordt door Gods woord en gebed. Dus rein voedsel zoals het vermeld staat in Gods woord en waarover mijn gebed verhoord wordt. Alles wat God rein heeft verklaard is goed en mag met dankzegging genuttigd worden, mits het geen struikelblok is voor mijn broeder.
De Bijbel waarschuwt ons voor mensen die zich rein verklaren terwijl ze God ongehoorzaam zijn en onrein voedsel eten.
Jesaja 66:17 “Zij die zich wijden en reinigen om zich naar de tuinen te begeven, iemand uit de kring achterna, en zij die vlees van zwijnen en muizen of ander onrein gedierte eten, samen zullen zij ten onder gaan – spreekt de HEER.”
Wat staat er over voedsel na het herstel van de schepping?
Er is geen dood meer op de nieuwe aarde! De dieren die nu gewend zijn zich te voeden met vlees van andere dieren worden vegetarisch en leven in harmonie samen. Het dieet van mens en dier wordt hersteld naar wat het was voor de zonde en de dood. Ook zal niets onreins nieuw Jeruzalem binnenkomen!
Slecht nieuws voor wie toch vlees zou willen? In feite zou deze persoon de gevolgen van de zonde nog steeds wensen op de nieuwe aarde. Dan zou deze persoon zich in de positie van het volk in de woestijn bevinden die het brood uit de hemel niet goed genoeg vond! God belooft ons dingen veel beter dan wat we hier kennen. Het probleem is alleen dat we deze niet kunnen voorstellen en dat onze smaak en eetlust vertekend zijn door deze gevallen wereld.
Jesaja 65:17-25 “Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg – zegt de HEER.”
Jesaja 11:6-9 “Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden… Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken.”
Openbaring 21:1,2,4,10,27 “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is…en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan….En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God…En in haar zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij, die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.”
1 Korinthiers 2:9 “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.“
Conclusie
De Bijbel verbiedt niemand om rein vlees te eten. Het onderscheid tussen rein en onrein heeft niet met de ceremoniële wet te maken maar is al aan het eerste mensengezin gegeven na de zondeval. Het reflecteert de heiligheid en reinheid van God, het offer van Christus en onze heiligheid als Zijn volk.
Het dieet dat God aan de mens gaf voor de zondeval en wat Hij gaat herstellen op de nieuwe aarde is plantaardig. Als je ervoor kiest om je ook op dit gebied te reformeren naar het Goddelijke model voor voedsel, dat is jouw keuze. Belangrijk is dat we elkaar geen aanstoot geven met onze eetlust en uit liefde handelen.
1 Korinthiers 10: 23-33 “Dus of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God.”
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)