HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 63
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE VERHEERLIJKING OP
DE BERG
BIJBELTEKST Mattheüs 17 Markus 9 Lukas 9
Uit het evangelie volgens Lukas:
18 Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij hem waren, stelde hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ 19 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’ 20 Hij zei tegen hen: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’ 21 Hij beval hun op strenge toon dat tegen niemand te zeggen. 22 Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de derde dag zal hij uit de dood worden opgewekt.’
23 Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. 24 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. 25 Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar zichzelf verliest of schaadt? 26 Wie zich schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in de stralende luister die hemzelf, de Vader en de heilige engelen omgeeft. 27 Ik verzeker jullie dat sommigen die hier aanwezig zijn niet zullen sterven voor ze het koninkrijk van God hebben gezien.’
28 Ongeveer acht dagen nadat hij dit had gezegd ging hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. 29 Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. 30 Opeens stonden er twee mannen met hem te praten: het waren Mozes en Elia, 31 die in hemelse luister verschenen waren. Ze spraken over het levenseinde dat hij in Jeruzalem zou moeten volbrengen. 32 Petrus en de beide anderen waren in een diepe slaap gevallen; toen ze wakker schoten, zagen ze de luister die Jezus omgaf en de twee mannen die bij hem stonden. 33 Toen de mannen zich van hem wilden verwijderen, zei Petrus tegen Jezus: ‘Meester, het is goed dat wij hier zijn, laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia,’ maar hij wist niet wat hij zei. 34 Terwijl hij nog aan het spreken was, kwam er een wolk aandrijven, die een schaduw over hen wierp; ze werden bang toen de wolk hen omhulde. 35 Er klonk een stem uit de wolk, die zei: ‘Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ 36 Toen de stem verstomd was, was Jezus weer alleen. Ze zwegen over het voorval en vertelden in die tijd aan niemand wat ze hadden gezien.
37 Toen ze de volgende dag de berg afdaalden, kwam een grote menigte Jezus tegemoet. 38 Opeens begon een man in de menigte luid te roepen: ‘Meester, ik smeek u, help mijn zoon, want hij is mijn enige kind. 39 Telkens weer neemt een geest bezit van hem, en dan begint hij opeens te schreeuwen en krijgt hij stuiptrekkingen en komt het schuim hem op de lippen te staan. En de geest wil hem pas loslaten wanneer hij hem bont en blauw heeft geslagen. 40 Ik heb uw leerlingen gesmeekt om hem uit te drijven, maar dat konden ze niet.’ 41 Jezus zei: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik bij jullie blijven en jullie nog verdragen? Breng uw zoon hier.’ 42 Terwijl de jongen naar hem toe liep, gooide de demon hem op de grond en liet hem stuiptrekken. Maar Jezus sprak de onreine geest op strenge toon toe, genas de jongen en gaf hem terug aan zijn vader. 43 Allen waren met stomheid geslagen vanwege de grootheid van God.
Terwijl iedereen nog onder de indruk was van zijn daden, zei Jezus tegen zijn leerlingen: 44 ‘Onthoud wat ik tegen jullie zeg: de Mensenzoon zal aan de mensen uitgeleverd worden.’ 45 Maar ze begrepen deze uitspraak niet; de betekenis bleef voor hen verborgen, en ze durfden hem niet naar de zin van die uitspraak te vragen.
46 Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was. 47 Jezus merkte wat hen bezighield en hij nam een kind bij zich, dat hij naast zich neerzette. 48 Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ 49 Daarop zei Johannes: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten, omdat hij u niet samen met ons volgt.’ 50 Jezus zei tegen hem: ‘Verhinder het niet! Want wie niet tegen jullie is, is voor jullie.’
18 Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij hem waren, stelde hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ 19 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’ 20 Hij zei tegen hen: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’ 21 Hij beval hun op strenge toon dat tegen niemand te zeggen. 22 Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de derde dag zal hij uit de dood worden opgewekt.’
23 Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. 24 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. 25 Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar zichzelf verliest of schaadt? 26 Wie zich schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in de stralende luister die hemzelf, de Vader en de heilige engelen omgeeft. 27 Ik verzeker jullie dat sommigen die hier aanwezig zijn niet zullen sterven voor ze het koninkrijk van God hebben gezien.’
28 Ongeveer acht dagen nadat hij dit had gezegd ging hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. 29 Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. 30 Opeens stonden er twee mannen met hem te praten: het waren Mozes en Elia, 31 die in hemelse luister verschenen waren. Ze spraken over het levenseinde dat hij in Jeruzalem zou moeten volbrengen. 32 Petrus en de beide anderen waren in een diepe slaap gevallen; toen ze wakker schoten, zagen ze de luister die Jezus omgaf en de twee mannen die bij hem stonden. 33 Toen de mannen zich van hem wilden verwijderen, zei Petrus tegen Jezus: ‘Meester, het is goed dat wij hier zijn, laten we drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia,’ maar hij wist niet wat hij zei. 34 Terwijl hij nog aan het spreken was, kwam er een wolk aandrijven, die een schaduw over hen wierp; ze werden bang toen de wolk hen omhulde. 35 Er klonk een stem uit de wolk, die zei: ‘Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ 36 Toen de stem verstomd was, was Jezus weer alleen. Ze zwegen over het voorval en vertelden in die tijd aan niemand wat ze hadden gezien.
37 Toen ze de volgende dag de berg afdaalden, kwam een grote menigte Jezus tegemoet. 38 Opeens begon een man in de menigte luid te roepen: ‘Meester, ik smeek u, help mijn zoon, want hij is mijn enige kind. 39 Telkens weer neemt een geest bezit van hem, en dan begint hij opeens te schreeuwen en krijgt hij stuiptrekkingen en komt het schuim hem op de lippen te staan. En de geest wil hem pas loslaten wanneer hij hem bont en blauw heeft geslagen. 40 Ik heb uw leerlingen gesmeekt om hem uit te drijven, maar dat konden ze niet.’ 41 Jezus zei: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik bij jullie blijven en jullie nog verdragen? Breng uw zoon hier.’ 42 Terwijl de jongen naar hem toe liep, gooide de demon hem op de grond en liet hem stuiptrekken. Maar Jezus sprak de onreine geest op strenge toon toe, genas de jongen en gaf hem terug aan zijn vader. 43 Allen waren met stomheid geslagen vanwege de grootheid van God.
Terwijl iedereen nog onder de indruk was van zijn daden, zei Jezus tegen zijn leerlingen: 44 ‘Onthoud wat ik tegen jullie zeg: de Mensenzoon zal aan de mensen uitgeleverd worden.’ 45 Maar ze begrepen deze uitspraak niet; de betekenis bleef voor hen verborgen, en ze durfden hem niet naar de zin van die uitspraak te vragen.
46 Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was. 47 Jezus merkte wat hen bezighield en hij nam een kind bij zich, dat hij naast zich neerzette. 48 Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ 49 Daarop zei Johannes: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten, omdat hij u niet samen met ons volgt.’ 50 Jezus zei tegen hem: ‘Verhinder het niet! Want wie niet tegen jullie is, is voor jullie.’
Matthëus 17, 1 - 9
En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen. En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht. En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende. En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet. En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen.
De verheerlijking op de berg uit Markus 9
2 En zes dagen later nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes mede en leidde hen een hoge berg op, hen alleen. En zijn gedaante veranderde voor hun ogen, 3 en zijn klederen werden schitterend, hel wit, zoals geen voller op aarde ze kan maken. 4 En hun verscheen Elia met Mozes en zij waren in gesprek met Jezus. 5 En Petrus antwoordde en zeide tot Jezus: Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, laten wij drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een. 6 Want hij wist niet, wat hij antwoorden moest, want zij waren zeer bevreesd. 7 En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en er klonk een stem uit de wolk: Deze is mijn Zoon, de geliefde, hoort naar Hem. 8 En opeens, rondkijkende, zagen zij niemand meer bij zich dan Jezus alleen.
9 En terwijl zij van de berg afdaalden, verbood Hij hun, dat zij iemand zouden vertellen, hetgeen zij gezien hadden, voordat de Zoon des mensen uit de doden zou zijn opgestaan. 10 En zij hielden dit woord vast en trachtten onder elkander te weten te komen, wat het was, uit de doden opstaan. 11 En zij vroegen Hem en zeiden: Waarom zeggen de schriftgeleerden, dat Elia eerst moet komen? 12 Hij zeide tot hen: Elia komt wel eerst en herstelt alles; maar hoe staat er dan geschreven van de Zoon des mensen, dat Hij veel moet lijden, en dat Hij veracht zal worden? 13 Maar Ik zeg u: ook is Elia gekomen, en zij hebben met hem gedaan wat zij wilden, gelijk van hem geschreven staat.
De gedaanteverandering (transfiguratie)
Het verhaal van de verheerlijking op de berg, ook wel genoemd de gedaanteverandering (transfiguratie), heeft een zeer centrale plaats in de evangeliën. Er komt immers iets van Jezus’ betekenis en functie in tot uiting, zijn goed bewaarde geheim wordt even openbaar. Aan de andere kant is de geschiedenis echt exceptioneel, daar men eigenlijk niet goed weet hoe men zich het vertelde moet voorstellen. Het hele stuk werkt hierdoor fascinerend, en de Oosters Orthodoxe kerken hebben dan ook een prachtige icoon van het Schriftgedeelte gemaakt. Een van de oudste exemplaren ervan kan men bewonderen in het beroemde Sint-Catharina klooster aan de Sinai.
Op de icoon ziet men onderaan, juist beneden de top van een berg, drie neergehurkte of knielende figuren, Petrus en Jakobus en de jonge Johannes in het midden. Zij wijzen naar het gebeuren of mediteren. Boven hen, op de top van de berg, staan languit drie andere figuren. Rechts, een jonge baardeloze Mozes, met de stenen wetstafelen in een arm. Links, een harige en oude profeet Elia. In het midden, met de voeten die eigenlijk lichtjes boven de bergtop zweven, de verheerlijkte Heer. Zoals alle andere figuren draagt hij een aureool, maar hij alleen staat ook nog voluit in een ovale goud-lichtende mandorla. Het felle licht van de mandorla schiet kruisgewijs en overhoeks naar de drie discipelen en naar Elia en Mozes. Mooi, sober, en indrukwekkend!
Om de diepzinnige tekst van de evangelist Lucas goed te verstaan, moet men letten op het schijnbaar onbeduidende eerste vers van ons gedeelte. De geleerde kerkvader Origenes (gestorven 254) merkt op dat zes dagen herinneren aan de scheppingsdagen en zo de huidige wereld symboliseren, de dagen erna slaan dan op hetgeen na deze wereld gebeurt. De transfiguratie en de berg stellen zo het Koninkrijk van God voor (1). Wij zouden het niet op deze manier willen zeggen, maar Origenes heeft gelijk wanneer hij achter de woorden iets bijzonders zoekt. De achtste dag is een technische aanduiding voor de zondag, die tevens de dag van Gods Rijk is, en van bijzondere openbaringen (Johannes 20,26 Openbaring 1,10). De berg wordt traditioneel geïdentificeerd met de Tabor in Galilea. Men heeft in het verhaal echter te maken met een geestelijke openbaringsberg, en dat kan de onbekende Tabor niet zijn, wel de Sinai van Mozes en Elia. Wij hebben hier dus te maken met een speciale openbaringstijd en met een speciale openbaringsplaats.
Maar men moet ongetwijfeld nog een stap verder gaan. Het verhaal van 3+1 mannen die een openbaring krijgen, doet sterk denken aan hetgeen de joodse litteratuur vertelt over 3+1 rabbijnen, die opstijgen naar het paradijs (Tosefta Chagiga 2,3v). Men heeft daar te doen met geheime mystieke oefeningen, misschien in groep beoefend, die tot doel hebben God te aanschouwen in de hemel. Het verhaal vertelt dat enkel rabbi Aqiva (gestorven in 135) in vrede opstijgt en in vrede neerdaalt, en zonder kwade gevolgen verder leeft. De drie anderen sterven of worden krankzinnig. Onze geschiedenis van de transfiguratie, heeft het waarschijnlijk ook over esoterische mystieke oefeningen, waar een voorbereidingsperiode van zeven dagen, met vasten en bidden, deel van uitmaakt. Pas op de achtste dag komt de mystieke reis naar de Sinai, en de ontmoeting met Mozes en Elia, en tenslotte met God zelf. Achteraf mag over deze ervaringen niets verteld worden. Op gelijke wijze hoorden wij in de lezing uit Exodus, dat Mozes pas op de sabbat, na zes dagen van voorbereiding, God ontmoet.
In ons gedeelte spreekt de verheerlijkte Jezus, met stralend wit gelaat en kleren, met Mozes en Elia. Hoe kan dit? Wat betekent dit? Waarom die twee? Het eerste wat men hierover moet zeggen is dat Mozes en Elia niet gestorven zijn zoals alle andere mensen. Over Mozes wordt wel gezegd dat hij sterft op de berg Nebo en dat God hem begraaft, maar er wordt aan toegevoegd dat niemand de plaats van zijn graf kent (Deuteronomium 34,5v). Is hij dan misschien niet echt gestorven en heeft God hem soms enkel verborgen? Elia sterft helemaal niet, maar wordt in een vurige wagen met paarden ten hemel gevoerd (2Koningen 2,11v). Daarbij komt dat beide mannen profeet genoemd worden en dat men blijkbaar hun wederkomst aan het einde der tijden kan verwachten. Over Mozes wordt dit, weliswaar op een raadselachtige manier, gezegd in Deuteronomium 18,15. Over Elia vindt men dit zeer duidelijk in de laatste verzen van het boek Maleachi. Wanneer in de geschiedenis van de transfiguratie Mozes en Elia zo verschijnen, dan betekent dit dat het einde der tijden komende is.
In de tweede plaats dient opgemerkt dat de figuren van Mozes en Elia, de eerste twee afdelingen van de Hebreeuwse bijbel afsluiten. De profeet Mozes, die in Gods naam aan Israël de wetten heeft gegeven, sluit de Thora af aan het einde van Deuteronomium. De profeet Elia, van zijn kant, duikt geheel onverwacht op aan het einde van Maleachi, en sluit zo de Profeten of Neviim af, de tweede afdeling van de joodse Schrift. Met Mozes en Elia spreken, betekent dan met de Thora en de Neviim praten, of dialogiseren met de belangrijkste delen van de Hebreeuwse Schrift. Met hen van gedachten wisselen is uiteindelijk praten met God over zijn bedoelingen met Israël en de wereld, over de uiteindelijke zin van alle dingen. Waar gaat het allemaal naartoe? En meer bepaald, welke rol speelt Jezus daarin?
Ten derde symboliseert de berg Sinai het verbond van God met zijn volk Israël. Maar Mozes en Elia op die berg symboliseren tegelijk ook de breuk van dit verbond, en het gevaar dat hieruit voortvloeit voor de profeet en middelaar. Bij Mozes moet men denken aan hetgeen gebeurt tussen de twee lezingen uit Exodus in, namelijk het voorval met het gouden kalf. Dit doet Mozes’ gezag wankelen en brengt hem in gevaar. Bij Elia is het zo, dat hij uit puur levensgevaar naar de Sinai vlucht, om er zijn beklag bij God te doen. Het volk heeft het verbond verbroken en zoekt alle profeten uit te roeien, ook hem (1Koningen 19,10 & 14).
In de vierde en laatste plaats, zijn de beide profeten uiteindelijk verbonden met het heil van het volk Israël. Mozes is dit als leider van de eschatologische uittocht uit de slavernij. Elia is de aankondiger van het Rijk Gods, die vooraf alles in orde komt maken. Globaal genomen symboliseren de beide mannen hier de uittocht en het beloofde land van de eindtijd!
De volgende vraag luidt, waarover spreekt Jezus met Mozes en Elia? Wat is het brandende probleem dat hen samen bezighoudt? De tekst zegt: over zijn uitgang (exodos), die hij te Jeruzalem zou volbrengen. Het zinnetje komt alleen bij Lucas voor en bevat een woordspeling, die voor ons perfect verstaanbaar is, op het Griekse woord exodos. Maar wij moeten eerst aandacht schenken aan het begrip Jeruzalem. Volgens de evangeliën speelt het eerste deel van Jezus’ leven zich in hoofdzaak af in Galilea. Het kortere tweede deel draait rond de stad Jeruzalem. Bij Lucas vindt de overgang plaats in 9,51; vanaf dat ogenblik is Jezus volledig op de hoofdstad gericht. Wat zal deze hem brengen? De erkenning en het aanvaarden van zijn goddelijke opdracht? En zo dan de triomf in het joodse land en de hele joodse wereld? In een merkwaardig vers uit het Lucasevangelie (13,33) stelt Jezus vast dat een profeet in Jeruzalem moet omkomen. Jeruzalem voorspelt dus weinig goeds voor hem.
Het woordje exodos betekent uitgang, uitweg, uittocht, en kan gebruikt worden als een eufemisme voor de dood. Het uitgaan uit het leven betekent sterven. Deze zin heeft het woord hier ongetwijfeld. Jezus spreekt dus met Mozes en Elia over zijn dood te Jeruzalem. Moet die dood wel, en zo ja, wat is de zin ervan? De tekst geeft niet meer uitleg, maar het levensgevaar van Mozes en Elia dat verband houdt met verbondsbreuk van de kant van de mensen, heeft hier alles mee te maken. Er is verder een kleine kans dat het woord exodos ook zinspeelt op Jezus’ opstanding en hemelvaart (zie 9,51).
Het woord exodos kan echter tegelijk slaan op de uittocht uit Egypte, juist zoals de naam van het bijbelboek Exodus. Hier spreekt Jezus dan niet over de uittocht uit het verleden, maar over de komende uittocht van de Messiaanse tijd. Mozes en Elia als terugkerende figuren, kunnen allerlei vertellen over de bevrijding uit het verleden en de bevrijding van de toekomst. De Messiaanse uittocht zal blijkbaar door Jezus zelf geleid worden. Hij zal het volk verlossen uit het land, en het tijdperk, van dood en zonde. Hij zal het voeren naar de Messiaanse tijd en het Rijk van God. Of om het kort te zeggen met de beide betekenissen van exodos, de dood van Jezus te Jeruzalem, betekent het heil van het volk, de bevrijding uit de slavernij. Dit is de weg die hij moet gaan. In navolging van Mozes en Elia. Volgens de Schriften. Een andere weg is er niet.
Nog een laatste punt vraagt onze aandacht, in dit verhaal van Jezus’ verheerlijking op de berg. Jezus overlegt met Mozes en Elia, en samen komen zij tot een besluit. Maar waar is God in dit alles? Laat hij de mensen zo maar doen, of dwingt hij hen op despotische wijze in een bepaalde richting?... Eens te meer heeft de apostel Petrus niets van het gebeuren begrepen. Petrus is eigenlijk een triomfalist, hij houdt van de glorie en de glitter. Hij wil met drie tenten, de drie verheerlijkte figuren vasthouden, hij wil er een show van maken voor tijd en eeuwigheid. Petrus is echt een kind van onze tijd. Hij wil niets weten van Jezus’ gaan naar de dood (zie Marcus 8,32v). Op dat ogenblik grijpt God in. Hij verschijnt in een wolk, juist zoals bij Mozes op de Sinai. En de stem uit de wolk zegt tot de discipelen, hoort naar hem. Hoort naar Jezus, hij heeft het bij het rechte eind. Luistert niet naar de onzin van Petrus. De stem van God neemt het op voor Jezus, tegen Petrus. De stem spreekt niet tot Jezus zelf, want die heeft het goed begrepen, maar tot de discipelen, die dreigen af te dwalen door Petrus’ opmerkingen.
De stem uit de wolk zegt verder, deze is mijn Zoon, de uitverkorene. Deze uitspraak lijkt sterk op de hemelse stem bij Jezus’ doop, maar daar was zij gericht tot Jezus zelf, in de tweede persoon. Hier is de vorm van het gezegde typisch voor Lucas, hij alleen gebruikt het woord uitverkorene. Dit woord is een zinspeling op Jesaja 42,1 het begin van het eerste lied over de lijdende knecht des Heren. Het Zoon van God zijn, houdt zeker heerlijkheid en glorie in, wij hebben het gezien. Maar aan de andere kant betekent deze bijzondere Godsrelatie, het lijden van de knecht des Heren. Beide zijn aan elkaar gebonden. En het is dit lijden, dit gaan naar de dood, dat het heil voor het volk zal meebrengen. God zelf sanctioneert hier dus met de hemelstem, datgene wat Jezus, Mozes en Elia onder elkaar hebben uitgemaakt. De exodos of dood van Jezus, betekent de exodos of bevrijding van het volk. Er is geen andere weg naar de toekomst van de wereld.
En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen. En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht. En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende. En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet. En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen.
De verheerlijking op de berg uit Markus 9
2 En zes dagen later nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes mede en leidde hen een hoge berg op, hen alleen. En zijn gedaante veranderde voor hun ogen, 3 en zijn klederen werden schitterend, hel wit, zoals geen voller op aarde ze kan maken. 4 En hun verscheen Elia met Mozes en zij waren in gesprek met Jezus. 5 En Petrus antwoordde en zeide tot Jezus: Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, laten wij drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een. 6 Want hij wist niet, wat hij antwoorden moest, want zij waren zeer bevreesd. 7 En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en er klonk een stem uit de wolk: Deze is mijn Zoon, de geliefde, hoort naar Hem. 8 En opeens, rondkijkende, zagen zij niemand meer bij zich dan Jezus alleen.
9 En terwijl zij van de berg afdaalden, verbood Hij hun, dat zij iemand zouden vertellen, hetgeen zij gezien hadden, voordat de Zoon des mensen uit de doden zou zijn opgestaan. 10 En zij hielden dit woord vast en trachtten onder elkander te weten te komen, wat het was, uit de doden opstaan. 11 En zij vroegen Hem en zeiden: Waarom zeggen de schriftgeleerden, dat Elia eerst moet komen? 12 Hij zeide tot hen: Elia komt wel eerst en herstelt alles; maar hoe staat er dan geschreven van de Zoon des mensen, dat Hij veel moet lijden, en dat Hij veracht zal worden? 13 Maar Ik zeg u: ook is Elia gekomen, en zij hebben met hem gedaan wat zij wilden, gelijk van hem geschreven staat.
De gedaanteverandering (transfiguratie)
Het verhaal van de verheerlijking op de berg, ook wel genoemd de gedaanteverandering (transfiguratie), heeft een zeer centrale plaats in de evangeliën. Er komt immers iets van Jezus’ betekenis en functie in tot uiting, zijn goed bewaarde geheim wordt even openbaar. Aan de andere kant is de geschiedenis echt exceptioneel, daar men eigenlijk niet goed weet hoe men zich het vertelde moet voorstellen. Het hele stuk werkt hierdoor fascinerend, en de Oosters Orthodoxe kerken hebben dan ook een prachtige icoon van het Schriftgedeelte gemaakt. Een van de oudste exemplaren ervan kan men bewonderen in het beroemde Sint-Catharina klooster aan de Sinai.
Op de icoon ziet men onderaan, juist beneden de top van een berg, drie neergehurkte of knielende figuren, Petrus en Jakobus en de jonge Johannes in het midden. Zij wijzen naar het gebeuren of mediteren. Boven hen, op de top van de berg, staan languit drie andere figuren. Rechts, een jonge baardeloze Mozes, met de stenen wetstafelen in een arm. Links, een harige en oude profeet Elia. In het midden, met de voeten die eigenlijk lichtjes boven de bergtop zweven, de verheerlijkte Heer. Zoals alle andere figuren draagt hij een aureool, maar hij alleen staat ook nog voluit in een ovale goud-lichtende mandorla. Het felle licht van de mandorla schiet kruisgewijs en overhoeks naar de drie discipelen en naar Elia en Mozes. Mooi, sober, en indrukwekkend!
Om de diepzinnige tekst van de evangelist Lucas goed te verstaan, moet men letten op het schijnbaar onbeduidende eerste vers van ons gedeelte. De geleerde kerkvader Origenes (gestorven 254) merkt op dat zes dagen herinneren aan de scheppingsdagen en zo de huidige wereld symboliseren, de dagen erna slaan dan op hetgeen na deze wereld gebeurt. De transfiguratie en de berg stellen zo het Koninkrijk van God voor (1). Wij zouden het niet op deze manier willen zeggen, maar Origenes heeft gelijk wanneer hij achter de woorden iets bijzonders zoekt. De achtste dag is een technische aanduiding voor de zondag, die tevens de dag van Gods Rijk is, en van bijzondere openbaringen (Johannes 20,26 Openbaring 1,10). De berg wordt traditioneel geïdentificeerd met de Tabor in Galilea. Men heeft in het verhaal echter te maken met een geestelijke openbaringsberg, en dat kan de onbekende Tabor niet zijn, wel de Sinai van Mozes en Elia. Wij hebben hier dus te maken met een speciale openbaringstijd en met een speciale openbaringsplaats.
Maar men moet ongetwijfeld nog een stap verder gaan. Het verhaal van 3+1 mannen die een openbaring krijgen, doet sterk denken aan hetgeen de joodse litteratuur vertelt over 3+1 rabbijnen, die opstijgen naar het paradijs (Tosefta Chagiga 2,3v). Men heeft daar te doen met geheime mystieke oefeningen, misschien in groep beoefend, die tot doel hebben God te aanschouwen in de hemel. Het verhaal vertelt dat enkel rabbi Aqiva (gestorven in 135) in vrede opstijgt en in vrede neerdaalt, en zonder kwade gevolgen verder leeft. De drie anderen sterven of worden krankzinnig. Onze geschiedenis van de transfiguratie, heeft het waarschijnlijk ook over esoterische mystieke oefeningen, waar een voorbereidingsperiode van zeven dagen, met vasten en bidden, deel van uitmaakt. Pas op de achtste dag komt de mystieke reis naar de Sinai, en de ontmoeting met Mozes en Elia, en tenslotte met God zelf. Achteraf mag over deze ervaringen niets verteld worden. Op gelijke wijze hoorden wij in de lezing uit Exodus, dat Mozes pas op de sabbat, na zes dagen van voorbereiding, God ontmoet.
In ons gedeelte spreekt de verheerlijkte Jezus, met stralend wit gelaat en kleren, met Mozes en Elia. Hoe kan dit? Wat betekent dit? Waarom die twee? Het eerste wat men hierover moet zeggen is dat Mozes en Elia niet gestorven zijn zoals alle andere mensen. Over Mozes wordt wel gezegd dat hij sterft op de berg Nebo en dat God hem begraaft, maar er wordt aan toegevoegd dat niemand de plaats van zijn graf kent (Deuteronomium 34,5v). Is hij dan misschien niet echt gestorven en heeft God hem soms enkel verborgen? Elia sterft helemaal niet, maar wordt in een vurige wagen met paarden ten hemel gevoerd (2Koningen 2,11v). Daarbij komt dat beide mannen profeet genoemd worden en dat men blijkbaar hun wederkomst aan het einde der tijden kan verwachten. Over Mozes wordt dit, weliswaar op een raadselachtige manier, gezegd in Deuteronomium 18,15. Over Elia vindt men dit zeer duidelijk in de laatste verzen van het boek Maleachi. Wanneer in de geschiedenis van de transfiguratie Mozes en Elia zo verschijnen, dan betekent dit dat het einde der tijden komende is.
In de tweede plaats dient opgemerkt dat de figuren van Mozes en Elia, de eerste twee afdelingen van de Hebreeuwse bijbel afsluiten. De profeet Mozes, die in Gods naam aan Israël de wetten heeft gegeven, sluit de Thora af aan het einde van Deuteronomium. De profeet Elia, van zijn kant, duikt geheel onverwacht op aan het einde van Maleachi, en sluit zo de Profeten of Neviim af, de tweede afdeling van de joodse Schrift. Met Mozes en Elia spreken, betekent dan met de Thora en de Neviim praten, of dialogiseren met de belangrijkste delen van de Hebreeuwse Schrift. Met hen van gedachten wisselen is uiteindelijk praten met God over zijn bedoelingen met Israël en de wereld, over de uiteindelijke zin van alle dingen. Waar gaat het allemaal naartoe? En meer bepaald, welke rol speelt Jezus daarin?
Ten derde symboliseert de berg Sinai het verbond van God met zijn volk Israël. Maar Mozes en Elia op die berg symboliseren tegelijk ook de breuk van dit verbond, en het gevaar dat hieruit voortvloeit voor de profeet en middelaar. Bij Mozes moet men denken aan hetgeen gebeurt tussen de twee lezingen uit Exodus in, namelijk het voorval met het gouden kalf. Dit doet Mozes’ gezag wankelen en brengt hem in gevaar. Bij Elia is het zo, dat hij uit puur levensgevaar naar de Sinai vlucht, om er zijn beklag bij God te doen. Het volk heeft het verbond verbroken en zoekt alle profeten uit te roeien, ook hem (1Koningen 19,10 & 14).
In de vierde en laatste plaats, zijn de beide profeten uiteindelijk verbonden met het heil van het volk Israël. Mozes is dit als leider van de eschatologische uittocht uit de slavernij. Elia is de aankondiger van het Rijk Gods, die vooraf alles in orde komt maken. Globaal genomen symboliseren de beide mannen hier de uittocht en het beloofde land van de eindtijd!
De volgende vraag luidt, waarover spreekt Jezus met Mozes en Elia? Wat is het brandende probleem dat hen samen bezighoudt? De tekst zegt: over zijn uitgang (exodos), die hij te Jeruzalem zou volbrengen. Het zinnetje komt alleen bij Lucas voor en bevat een woordspeling, die voor ons perfect verstaanbaar is, op het Griekse woord exodos. Maar wij moeten eerst aandacht schenken aan het begrip Jeruzalem. Volgens de evangeliën speelt het eerste deel van Jezus’ leven zich in hoofdzaak af in Galilea. Het kortere tweede deel draait rond de stad Jeruzalem. Bij Lucas vindt de overgang plaats in 9,51; vanaf dat ogenblik is Jezus volledig op de hoofdstad gericht. Wat zal deze hem brengen? De erkenning en het aanvaarden van zijn goddelijke opdracht? En zo dan de triomf in het joodse land en de hele joodse wereld? In een merkwaardig vers uit het Lucasevangelie (13,33) stelt Jezus vast dat een profeet in Jeruzalem moet omkomen. Jeruzalem voorspelt dus weinig goeds voor hem.
Het woordje exodos betekent uitgang, uitweg, uittocht, en kan gebruikt worden als een eufemisme voor de dood. Het uitgaan uit het leven betekent sterven. Deze zin heeft het woord hier ongetwijfeld. Jezus spreekt dus met Mozes en Elia over zijn dood te Jeruzalem. Moet die dood wel, en zo ja, wat is de zin ervan? De tekst geeft niet meer uitleg, maar het levensgevaar van Mozes en Elia dat verband houdt met verbondsbreuk van de kant van de mensen, heeft hier alles mee te maken. Er is verder een kleine kans dat het woord exodos ook zinspeelt op Jezus’ opstanding en hemelvaart (zie 9,51).
Het woord exodos kan echter tegelijk slaan op de uittocht uit Egypte, juist zoals de naam van het bijbelboek Exodus. Hier spreekt Jezus dan niet over de uittocht uit het verleden, maar over de komende uittocht van de Messiaanse tijd. Mozes en Elia als terugkerende figuren, kunnen allerlei vertellen over de bevrijding uit het verleden en de bevrijding van de toekomst. De Messiaanse uittocht zal blijkbaar door Jezus zelf geleid worden. Hij zal het volk verlossen uit het land, en het tijdperk, van dood en zonde. Hij zal het voeren naar de Messiaanse tijd en het Rijk van God. Of om het kort te zeggen met de beide betekenissen van exodos, de dood van Jezus te Jeruzalem, betekent het heil van het volk, de bevrijding uit de slavernij. Dit is de weg die hij moet gaan. In navolging van Mozes en Elia. Volgens de Schriften. Een andere weg is er niet.
Nog een laatste punt vraagt onze aandacht, in dit verhaal van Jezus’ verheerlijking op de berg. Jezus overlegt met Mozes en Elia, en samen komen zij tot een besluit. Maar waar is God in dit alles? Laat hij de mensen zo maar doen, of dwingt hij hen op despotische wijze in een bepaalde richting?... Eens te meer heeft de apostel Petrus niets van het gebeuren begrepen. Petrus is eigenlijk een triomfalist, hij houdt van de glorie en de glitter. Hij wil met drie tenten, de drie verheerlijkte figuren vasthouden, hij wil er een show van maken voor tijd en eeuwigheid. Petrus is echt een kind van onze tijd. Hij wil niets weten van Jezus’ gaan naar de dood (zie Marcus 8,32v). Op dat ogenblik grijpt God in. Hij verschijnt in een wolk, juist zoals bij Mozes op de Sinai. En de stem uit de wolk zegt tot de discipelen, hoort naar hem. Hoort naar Jezus, hij heeft het bij het rechte eind. Luistert niet naar de onzin van Petrus. De stem van God neemt het op voor Jezus, tegen Petrus. De stem spreekt niet tot Jezus zelf, want die heeft het goed begrepen, maar tot de discipelen, die dreigen af te dwalen door Petrus’ opmerkingen.
De stem uit de wolk zegt verder, deze is mijn Zoon, de uitverkorene. Deze uitspraak lijkt sterk op de hemelse stem bij Jezus’ doop, maar daar was zij gericht tot Jezus zelf, in de tweede persoon. Hier is de vorm van het gezegde typisch voor Lucas, hij alleen gebruikt het woord uitverkorene. Dit woord is een zinspeling op Jesaja 42,1 het begin van het eerste lied over de lijdende knecht des Heren. Het Zoon van God zijn, houdt zeker heerlijkheid en glorie in, wij hebben het gezien. Maar aan de andere kant betekent deze bijzondere Godsrelatie, het lijden van de knecht des Heren. Beide zijn aan elkaar gebonden. En het is dit lijden, dit gaan naar de dood, dat het heil voor het volk zal meebrengen. God zelf sanctioneert hier dus met de hemelstem, datgene wat Jezus, Mozes en Elia onder elkaar hebben uitgemaakt. De exodos of dood van Jezus, betekent de exodos of bevrijding van het volk. Er is geen andere weg naar de toekomst van de wereld.
Sint Catharina klooster:
Op slechts een uur rijden van Taba vind je één van de meest opvallende bezienswaardigheden van het Sinaï-schiereiland terug, namelijk het Sint Catharina klooster. Dit eeuwenoude klooster is volgens de overlevering gelegen aan de voet van de berg waar Mozes de braamstruiken zag branden en waar hij van God een openbaring kreeg van de 10 geboden. Deze gebeurtenis is een belangrijk feit voor zowel de Joodse als de Christelijke geloofsgemeenschap en het is dus niet verwonderlijk dat hier een bedevaartsoord en later dus een klooster ontstond.
Het klooster zelf werd in de 6de eeuw van onze jaartelling gebouwd, tussen het jaar 548 en het jaar 565, in het midden van de Sinaï aan de voet van de Djebel Moesa (de Mozesberg) en bezit verschillende onschatbare verzamelingen manuscripten, relicten en iconen, enkel overtroffen door die van het Vaticaan. Het klooster werd opgericht op de plaats van een vroegere kapel, waar bedevaarders op zoek naar openbaringen van God samenkwamen.
Het klooster werd door keizer Jusitinianus I van Byzantium gebouwd om de monniken bescherming te bieden. Tot de schatten van het klooster behoren waardevolle handschriften uit de vroege geschiedenis van het christendom. Het meest waardevolle onderdeel daarvan was de Codex Sinaiticus, een bijbel uit de 4e eeuw. Vandaag is dit handschrift echter onderdeel van de verzameling van het Brittish Museum in Londen. De ingang van het klooster en de muren in het zuiden en westen zijn nog oorspronkelijk, de andere muren zijn na een aardbeving in de 14e eeuw herbouwd. De markante klokkentoren dateert uit 1871, de 9 klokken zijn een gift van Tsaar Alexander II
Het klooster wordt gedomineerd door de Kerk van de Transfiguratie, ook wel St. Catharinakerk genoemd. De heiligste plaats van het klooster is de Kapel van het Brandende Braambos, recht achter het koor van de kerk (basiliek)De struik die hier nog te zien is schijnt een stek te zijn van het bijbelse braambos. Om het klooster tegen moslims te beschermen werd in 1106 een moskee opgericht.
Op slechts een uur rijden van Taba vind je één van de meest opvallende bezienswaardigheden van het Sinaï-schiereiland terug, namelijk het Sint Catharina klooster. Dit eeuwenoude klooster is volgens de overlevering gelegen aan de voet van de berg waar Mozes de braamstruiken zag branden en waar hij van God een openbaring kreeg van de 10 geboden. Deze gebeurtenis is een belangrijk feit voor zowel de Joodse als de Christelijke geloofsgemeenschap en het is dus niet verwonderlijk dat hier een bedevaartsoord en later dus een klooster ontstond.
Het klooster zelf werd in de 6de eeuw van onze jaartelling gebouwd, tussen het jaar 548 en het jaar 565, in het midden van de Sinaï aan de voet van de Djebel Moesa (de Mozesberg) en bezit verschillende onschatbare verzamelingen manuscripten, relicten en iconen, enkel overtroffen door die van het Vaticaan. Het klooster werd opgericht op de plaats van een vroegere kapel, waar bedevaarders op zoek naar openbaringen van God samenkwamen.
Het klooster werd door keizer Jusitinianus I van Byzantium gebouwd om de monniken bescherming te bieden. Tot de schatten van het klooster behoren waardevolle handschriften uit de vroege geschiedenis van het christendom. Het meest waardevolle onderdeel daarvan was de Codex Sinaiticus, een bijbel uit de 4e eeuw. Vandaag is dit handschrift echter onderdeel van de verzameling van het Brittish Museum in Londen. De ingang van het klooster en de muren in het zuiden en westen zijn nog oorspronkelijk, de andere muren zijn na een aardbeving in de 14e eeuw herbouwd. De markante klokkentoren dateert uit 1871, de 9 klokken zijn een gift van Tsaar Alexander II
Het klooster wordt gedomineerd door de Kerk van de Transfiguratie, ook wel St. Catharinakerk genoemd. De heiligste plaats van het klooster is de Kapel van het Brandende Braambos, recht achter het koor van de kerk (basiliek)De struik die hier nog te zien is schijnt een stek te zijn van het bijbelse braambos. Om het klooster tegen moslims te beschermen werd in 1106 een moskee opgericht.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)