HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 65
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593under
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE VERLOREN PENNING -
HET VERLOREN SCHAAP
BIJBELTEKST Lukas 15
Uit het evangelie volgens Lukas:
1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
8 En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’
11 Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12 De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.
25 De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. 26 Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’
1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
8 En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? 9 En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: “Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.” 10 Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.’
11 Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12 De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.
25 De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. 26 Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’
Het verloren schaap
De Heere Jezus wil ons helpen om dingen beter te begrijpen door een verhaal te vertellen met een voorbeeld uit het dagelijks leven. De discipelen snapten eerst ook niet waarom de Heere Jezus in gelijkenissen vertelde aan de mensen, en toen ze het Hem vroegen antwoordde Jezus: ‘Om dat het u gegeven is de verborgenheden van Mijn Koninkrijk te leren, maar anderen is het niet gegeven.’ Je moet je voorstellen dat als de Heere Jezus op straat liep en begon te vertellen, er héél veel mensen op Hem afkwamen, om Hem te horen. Maar niet altijd met goede bedoelingen, dat weten jullie wel hè, want tenslotte is de Hij gekruisigd. Vooral de Farizeën en Schriftgeleerden waren er vaak bij, als de Heere Jezus ging vertellen. Maar zij waren er alleen maar op uit om de Heere Jezus te pakken te nemen; ze wachtten erop tot ze Hem vals konden beschuldigen, door iets wat Hij zou zeggen of zou doen.
Maar nu vertelde de Heere Jezus verhálen! Over onkruid, over een verloren schaap, over de talenten.. Daar konden ze vaak niet veel op zeggen, want ze dachten er niet verder over na of wilden niet de betekenis van zo’n verhaal gaan begrijpen. Maar de mensen die met hun hárt luisterden, of die niet zo vijandig alleen maar op zoek waren naar een woord waarop ze de Heere Jezus konden pakken, díe hoorden niet alleen maar een verhaaltje! Nee, zo’n verhaal dat de Heere Jezus vertelt heeft altijd ook juist een bijzondere diepere betekenis. De Heilige Geest werkt in het hart van zondaren, zodat zij iets van die diepere bedoeling gaan begrijpen. Hierdoor kunnen ze Gods Woord steeds beter leren begrijpen, terwijl Zijn vijanden alleen een verhaal horen, waar ze niks kwaads over kunnen zeggen.
Vandaag staan er een heleboel tollenaars en zondaars om de Heere Jezus heen. Ze hadden gehoord dat de Heere Jezus in de buurt was, en dat nieuws gaat als een lopend vuurtje door de hele buurt heen.
Als jij een bepaalde ziekte hebt waar je niet van genezen kan, en je hoort van een bijzondere arts die in jouw woonplaats komt.. Nou, dan zou jij denk ik ook koste wat kost willen zorgen dat je bij die arts kon komen!
Zo moet dat voor deze tollenaars en zondaars, in ieder geval voor een aantal van hen, ook zijn geweest. Ze voelen wel dat dit niet zómaar een profeet of een medicijnman is.. Hier is iets ánders aan de hand. Ze hebben vast ook iets gevoeld van de grote liefde die de Heere Jezus voor hen had. Heel veel mensen wilden niks met hen te maken hebben, of behandelden hen minderwaardig. Maar de Heere Jezus heeft hen écht lief! Daarom luisteren ze ook graag naar Zijn verhalen, en de Heere Jezus maakt dat ze ook de bijzondere betekenis ervan begrijpen. Terwijl de Farizeeën het misschien wel dwaas vonden; als je dan belangrijk bent, ga je dan een verhaal vertellen over een schaap dat kwijt is?! Ja!! En het is één van de mooiste en fijnste verhalen in de bijbel.
Verhaal : Een herder had 100 schapen
De herder was een trouwe herder, die elk schaap en elk lammetje van zijn kudde kende, en lief had. Een paar keer op een dag ging hij de hele kudde door, en liet zijn ogen over ieder schaapje heengaan: zijn ze er allemaal? Is er niets mis met één van de schapen? Continue waakte hij bij zijn schapen als ze aan het grazen waren. Om een schaap dat afdwaalde terug te roepen, of een wild dier weg te jagen. Net als David zal hij een slinger gehad hebben, zodat hij de dieren kon laten schrikken. Maar op een dag, als de herder met zijn schapen door een woestijn trekt, raakt er toch een schaap weg. Dom schaap!
Om juist in die eenzame woestijn, waar bijna nergens water of wat eten te vinden is, af te dwalen! Misschien dacht het dat het ergens wat schaduw zag door de bedrieglijke zon, die er zo fel scheen! Wat het ook is, in ieder geval raakt het zijn herder en de rest van de kudde kwijt.
Maar de herder heeft al snel in de gaten dat zijn kudde niet compleet is. Zoals hij vaker doet, laat hij zijn ogen over de hele kudde gaan, en automatisch telt hij weer: 58.. 96..99. Hè?! Is dat waar? Mist er nu een schaap? Hij telt voor de zekerheid nog een keer over, en dan weet hij het zeker: er is één schaap kwijt!
De herder bedenkt zich niet. Hij laat de 99 schapen achter, en gaat op zoek naar zijn verloren schaap. Hij weet dat als hij dat niet snel doet, dat het schaap dan zal sterven; een schaap is niet in staat om zelf de weg te vinden, en bovendien zal het omkomen van de dorst in die hete woestijn! Hoe lang hij ook moet zoeken, hij zal niet rusten voordat hij het gevonden heeft, en het veilig bij de kudde en de herder is.
En na een poosje zoeken víndt de herder het dier, hulpeloos ergens in die woestijn. Liefdevol pakt de herder zijn schaapje op, en legt het op zijn schouders, zodat het niet het hele eind nog terug weer hoeft te lopen. Hij is niet boos op het schaap omdat het van hem wegliep.. alleen maar blij, omdat het schaap weer bij hem is.
Thuisgekomen met zijn kudde roept hij zelfs zijn vrienden en zijn buren bij elkaar, om het terugvinden van zijn schaap te vieren: ‘Weest blij met mij,’ zegt de herder, ‘want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was!’
‘Ik zeg ulieden,’ zo besluit de Heere Jezus de gelijkenis aan de mensen om Hem heen, die stil hebben staan luisteren; ‘Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over 99 rechtvaardigen die de bekering niet nodig hebben.’
Met die rechtvaardigen bedoelt de Heere Jezus de mensen die denken dat zij het niet nodig hebben om door de Heere bekeerd te worden ‘om door de Heere gewassen te worden van hun zonden. Bijv een Farizeeër, die vond dat hij in de hemel kon komen omdat hij zo netjes leefde, en zich zo goed aan al de wetten kon houden. Of jij, als je denkt dat het vast wel in orde is als je een keer naar de kerk gaat en ’s avonds even bidt.. De Heere heeft niks aan die rechtvaardigen! Want ze zíjn ook eigenlijk helemaal niet rechtvaardig!
De Heere wil graag dat we belijden dat we zondaren zijn. Dat wij het juist helemaal níet verdienen dat we ooit in de hemel kunnen komen, omdat we het elke keer weer verpesten door dat we stééds wéér zonden doen. Tot díe mensen, tot díe kinderen zegt de Heere Jezus: ‘Kom tot Mij, want Ik houd van jou! Ik wil je zonden vergeven, Ik wil je herder zijn!’ Zoals die herder voor zijn schapen zorgt, zo zorgt de Heere Jezus voor ieder kind die roept tot Hem.
Dat schaap dat kwijt was is misschien wel erg bang geweest, en heeft geblèrd in die droge eenzame woestijn.. en hoopte dat zijn herder hem zou horen..
Roep maar tot de Heere, of Hij je redden wil. Hoe vér je ook bent afgedwaald, de Heere zal naar je zoeken tot je gevonden bent. Dan zal Hij je dragen en helpen, totdat je niet meer kwijt kán raken, straks bij de Heere in het nieuwe Paradijs!
De Heere Jezus wil ons helpen om dingen beter te begrijpen door een verhaal te vertellen met een voorbeeld uit het dagelijks leven. De discipelen snapten eerst ook niet waarom de Heere Jezus in gelijkenissen vertelde aan de mensen, en toen ze het Hem vroegen antwoordde Jezus: ‘Om dat het u gegeven is de verborgenheden van Mijn Koninkrijk te leren, maar anderen is het niet gegeven.’ Je moet je voorstellen dat als de Heere Jezus op straat liep en begon te vertellen, er héél veel mensen op Hem afkwamen, om Hem te horen. Maar niet altijd met goede bedoelingen, dat weten jullie wel hè, want tenslotte is de Hij gekruisigd. Vooral de Farizeën en Schriftgeleerden waren er vaak bij, als de Heere Jezus ging vertellen. Maar zij waren er alleen maar op uit om de Heere Jezus te pakken te nemen; ze wachtten erop tot ze Hem vals konden beschuldigen, door iets wat Hij zou zeggen of zou doen.
Maar nu vertelde de Heere Jezus verhálen! Over onkruid, over een verloren schaap, over de talenten.. Daar konden ze vaak niet veel op zeggen, want ze dachten er niet verder over na of wilden niet de betekenis van zo’n verhaal gaan begrijpen. Maar de mensen die met hun hárt luisterden, of die niet zo vijandig alleen maar op zoek waren naar een woord waarop ze de Heere Jezus konden pakken, díe hoorden niet alleen maar een verhaaltje! Nee, zo’n verhaal dat de Heere Jezus vertelt heeft altijd ook juist een bijzondere diepere betekenis. De Heilige Geest werkt in het hart van zondaren, zodat zij iets van die diepere bedoeling gaan begrijpen. Hierdoor kunnen ze Gods Woord steeds beter leren begrijpen, terwijl Zijn vijanden alleen een verhaal horen, waar ze niks kwaads over kunnen zeggen.
Vandaag staan er een heleboel tollenaars en zondaars om de Heere Jezus heen. Ze hadden gehoord dat de Heere Jezus in de buurt was, en dat nieuws gaat als een lopend vuurtje door de hele buurt heen.
Als jij een bepaalde ziekte hebt waar je niet van genezen kan, en je hoort van een bijzondere arts die in jouw woonplaats komt.. Nou, dan zou jij denk ik ook koste wat kost willen zorgen dat je bij die arts kon komen!
Zo moet dat voor deze tollenaars en zondaars, in ieder geval voor een aantal van hen, ook zijn geweest. Ze voelen wel dat dit niet zómaar een profeet of een medicijnman is.. Hier is iets ánders aan de hand. Ze hebben vast ook iets gevoeld van de grote liefde die de Heere Jezus voor hen had. Heel veel mensen wilden niks met hen te maken hebben, of behandelden hen minderwaardig. Maar de Heere Jezus heeft hen écht lief! Daarom luisteren ze ook graag naar Zijn verhalen, en de Heere Jezus maakt dat ze ook de bijzondere betekenis ervan begrijpen. Terwijl de Farizeeën het misschien wel dwaas vonden; als je dan belangrijk bent, ga je dan een verhaal vertellen over een schaap dat kwijt is?! Ja!! En het is één van de mooiste en fijnste verhalen in de bijbel.
Verhaal : Een herder had 100 schapen
De herder was een trouwe herder, die elk schaap en elk lammetje van zijn kudde kende, en lief had. Een paar keer op een dag ging hij de hele kudde door, en liet zijn ogen over ieder schaapje heengaan: zijn ze er allemaal? Is er niets mis met één van de schapen? Continue waakte hij bij zijn schapen als ze aan het grazen waren. Om een schaap dat afdwaalde terug te roepen, of een wild dier weg te jagen. Net als David zal hij een slinger gehad hebben, zodat hij de dieren kon laten schrikken. Maar op een dag, als de herder met zijn schapen door een woestijn trekt, raakt er toch een schaap weg. Dom schaap!
Om juist in die eenzame woestijn, waar bijna nergens water of wat eten te vinden is, af te dwalen! Misschien dacht het dat het ergens wat schaduw zag door de bedrieglijke zon, die er zo fel scheen! Wat het ook is, in ieder geval raakt het zijn herder en de rest van de kudde kwijt.
Maar de herder heeft al snel in de gaten dat zijn kudde niet compleet is. Zoals hij vaker doet, laat hij zijn ogen over de hele kudde gaan, en automatisch telt hij weer: 58.. 96..99. Hè?! Is dat waar? Mist er nu een schaap? Hij telt voor de zekerheid nog een keer over, en dan weet hij het zeker: er is één schaap kwijt!
De herder bedenkt zich niet. Hij laat de 99 schapen achter, en gaat op zoek naar zijn verloren schaap. Hij weet dat als hij dat niet snel doet, dat het schaap dan zal sterven; een schaap is niet in staat om zelf de weg te vinden, en bovendien zal het omkomen van de dorst in die hete woestijn! Hoe lang hij ook moet zoeken, hij zal niet rusten voordat hij het gevonden heeft, en het veilig bij de kudde en de herder is.
En na een poosje zoeken víndt de herder het dier, hulpeloos ergens in die woestijn. Liefdevol pakt de herder zijn schaapje op, en legt het op zijn schouders, zodat het niet het hele eind nog terug weer hoeft te lopen. Hij is niet boos op het schaap omdat het van hem wegliep.. alleen maar blij, omdat het schaap weer bij hem is.
Thuisgekomen met zijn kudde roept hij zelfs zijn vrienden en zijn buren bij elkaar, om het terugvinden van zijn schaap te vieren: ‘Weest blij met mij,’ zegt de herder, ‘want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was!’
‘Ik zeg ulieden,’ zo besluit de Heere Jezus de gelijkenis aan de mensen om Hem heen, die stil hebben staan luisteren; ‘Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over 99 rechtvaardigen die de bekering niet nodig hebben.’
Met die rechtvaardigen bedoelt de Heere Jezus de mensen die denken dat zij het niet nodig hebben om door de Heere bekeerd te worden ‘om door de Heere gewassen te worden van hun zonden. Bijv een Farizeeër, die vond dat hij in de hemel kon komen omdat hij zo netjes leefde, en zich zo goed aan al de wetten kon houden. Of jij, als je denkt dat het vast wel in orde is als je een keer naar de kerk gaat en ’s avonds even bidt.. De Heere heeft niks aan die rechtvaardigen! Want ze zíjn ook eigenlijk helemaal niet rechtvaardig!
De Heere wil graag dat we belijden dat we zondaren zijn. Dat wij het juist helemaal níet verdienen dat we ooit in de hemel kunnen komen, omdat we het elke keer weer verpesten door dat we stééds wéér zonden doen. Tot díe mensen, tot díe kinderen zegt de Heere Jezus: ‘Kom tot Mij, want Ik houd van jou! Ik wil je zonden vergeven, Ik wil je herder zijn!’ Zoals die herder voor zijn schapen zorgt, zo zorgt de Heere Jezus voor ieder kind die roept tot Hem.
Dat schaap dat kwijt was is misschien wel erg bang geweest, en heeft geblèrd in die droge eenzame woestijn.. en hoopte dat zijn herder hem zou horen..
Roep maar tot de Heere, of Hij je redden wil. Hoe vér je ook bent afgedwaald, de Heere zal naar je zoeken tot je gevonden bent. Dan zal Hij je dragen en helpen, totdat je niet meer kwijt kán raken, straks bij de Heere in het nieuwe Paradijs!
De verloren penning
Het betreft een vrouw die tien penningen bezit. Voor één penning moest je in die tijd een dag werken op het land. En de vrouw verliest tot haar groot verdriet één penning. Misschien wel van tafel gevallen. Ze laat het er echter niet bij zitten, maar gaat op zoek. En ze doet dat naarstiglijk, anders gezegd: met grote ijver. Ze steekt een kaars aan om bij te lichten en neemt een bezem om de vloer aan te vegen. Velen zouden de moeite niet nemen, maar zij wel. Voor haar had het muntje blijkbaar grote waarde. En ze vindt wat ze zoekt en is zo opgetogen zodat ze vriendinnen en buren erbij roept om samen met haar blij te zijn. Bijna dezelfde toepassing kunnen we maken als bij de gelijkenis van het verloren schaap. Er is blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert. Blijdschap bij God. Kan dat? Er staat in de Bijbel ook dat God verdrietig is. In de dagen van Noach lezen we dat het God berouwde dat Hij de mens gemaakt had en dat het Hem smartte aan Zijn hart. We mogen niet al te menselijk denken over God, maar tegelijkertijd spreekt de Bijbel wel op menselijke wijze over verdriet en vreugde bij God. Waarom? Om ons Gods wil te leren. God haat de zonde maar zoekt de zondaar. Wij zijn voor God niet minder verloren dan het verdwaalde schaap of de gevallen penning. En de verloren penning was dan wel verloren, maar gelukkig niet onvindbaar. Dit geldt toch ook van ons. Hoe diep onze val in Adam ook is, voor de Heere zijn we niet onvindbaar. Hij zoekt, zoals de vrouw zocht. Spurgeon zegt erbij dat de Heere daarbij gebruik maakt van de bezem van de wet en de kaars van het Evangelie. Of we deze gelijkenis zo mogen toepassen weet ik niet, maar de gedachte op zich is wel Bijbels. Het is wel eens goed als de bezem erdoor gaat. Van de apostelen werd ook gezegd dat ze de wereld in rep en roer brachten. Maar tegelijkertijd dan ook het licht van het Evangelie voorhouden. En wat een wonder als verloren zondaren gevonden worden aan de voeten van de Heere Jezus. Dan is er blijdschap in de hemel, maar ook blijdschap in ons hart. Ken je die blijdschap? Echte blijdschap mag je ervaren als je met Psalm 113: 4 mag zingen: ‘Wie is aan onze God gelijk, die armen opricht uit het slijk!
De verloren zoon
Jezus Christus leefde in Israel en ging om met slechte mensen, hoewel hijzelf een voorbeeldig leven leidde. Sommige andere mensen stoorden zich aan hem. Aan hen vertelt Jezus het verhaal van de zoon die zijn vaderlijk huis verlaat en na een losbandig leven tot inkeer komt en tot zijn vader terugkeert. "Ik zeg u, dat er zo blijdschap in de hemel zal zijn over een zondaar die zich bekeert."
Jezus ging om met tollenaars en zondaars (slechte mensen). Tollenaars inden belasting voor de toenmalige Romeinse bezettingsmacht. Zogeheten farizeeen en schriftgeleerden stoorden zich aan zijn gedrag. De farizeeen vormden een strenge Joodse sekte die strikt volgens Gods regels en bepaalde tradities wilden leven. Schriftgeleerden waren geleerden die veel studie maakten van de Bijbel. Het volgende gedeelte, dat Jezus tot hen spreekt, is te vinden in de Bijbel.
Al de tollenaars en de zondaars nu kwamen telkens naar Hem toe om Hem te horen. En de farizeeen en de schriftgeleerden mopperden en zeiden: Deze ontvangt zondaars en eet met hen.
Hij nu sprak tot hen deze gelijkenis en zei: Welk mens onder u, die honderd schapen heeft en een daarvan verliest, laat niet de negenennegentig in de woestijn achter en gaat het verlorene na, totdat hij het vindt? En als hij het vindt, legt hij het blij op zijn schouders. En wanneer hij thuis komt, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: Weest blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden dat verloren was. Ik zeg u, dat er zo blijdschap in de hemel zal zijn over een zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben.
Of welke vrouw steekt niet, als zij tien drachmen heeft en een drachme verliest, een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij die vindt? En als zij die heeft gevonden, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Weest blij met mij, want ik heb de drachme gevonden die ik had verloren. Zo, zeg Ik u, ontstaat er blijdschap voor de engelen van God over een zondaar die zich bekeert.
Hij nu zei: Iemand had twee zonen. En de jongste van hen zei tot zijn vader: Vader, geef mij het deel van het bezit dat mij toekomt. En hij verdeelde het vermogen onder hen.
En na niet vele dagen pakte de jongste zoon alles bijeen en ging op reis naar een ver land en bracht daar zijn bezit door in een losbandig leven.
Toen hij nu alles had verteerd, kwam er een zware hongersnood in dat land en hij begon gebrek te lijden. En hij ging heen en vervoegde zich bij een van de burgers van dat land, en die zond hem op zijn velden om varkens te weiden. En hij begeerde zich te verzadigen met de peuleschillen die de varkens aten, en niemand gaf ze hem.
Toen kwam hij tot zichzelf en zei: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben overvloed aan broden, en ik verga hier van honger. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten; maak mij als een van uw dagloners.
En hij stond op en ging naar zijn vader. Toen hij nu nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen, en hij liep snel op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem innig.
De zoon nu zei tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten.
De vader echter zei tot zijn slaven: Haalt vlug het beste kleed tevoorschijn en trekt het hem aan, en doet een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten, en haalt het gemeste kalf, slacht het en laten wij eten en vrolijk zijn; want deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn.
Nu was zijn oudste zoon op het veld; en toen hij terugkeerde en het huis naderde, hoorde hij muziek en dans; en hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat kon zijn. Deze nu zei tot hem: Uw broer is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond heeft teruggekregen. Hij echter werd toornig en wilde niet naar binnen gaan.
Zijn vader nu ging naar buiten en spoorde hem aan. Hij antwoordde echter en zei tot zijn vader: Zie, zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw gebod overtreden, en mij hebt u nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn. Nu echter die zoon van u gekomen is, die uw vermogen met hoeren heeft opgemaakt, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.
Hij echter zei tot hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is het jouwe. Wij nu moesten vrolijk en blij zijn, want deze broer van jou was dood en is levend geworden, en hij was verloren en is gevonden.
Het betreft een vrouw die tien penningen bezit. Voor één penning moest je in die tijd een dag werken op het land. En de vrouw verliest tot haar groot verdriet één penning. Misschien wel van tafel gevallen. Ze laat het er echter niet bij zitten, maar gaat op zoek. En ze doet dat naarstiglijk, anders gezegd: met grote ijver. Ze steekt een kaars aan om bij te lichten en neemt een bezem om de vloer aan te vegen. Velen zouden de moeite niet nemen, maar zij wel. Voor haar had het muntje blijkbaar grote waarde. En ze vindt wat ze zoekt en is zo opgetogen zodat ze vriendinnen en buren erbij roept om samen met haar blij te zijn. Bijna dezelfde toepassing kunnen we maken als bij de gelijkenis van het verloren schaap. Er is blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert. Blijdschap bij God. Kan dat? Er staat in de Bijbel ook dat God verdrietig is. In de dagen van Noach lezen we dat het God berouwde dat Hij de mens gemaakt had en dat het Hem smartte aan Zijn hart. We mogen niet al te menselijk denken over God, maar tegelijkertijd spreekt de Bijbel wel op menselijke wijze over verdriet en vreugde bij God. Waarom? Om ons Gods wil te leren. God haat de zonde maar zoekt de zondaar. Wij zijn voor God niet minder verloren dan het verdwaalde schaap of de gevallen penning. En de verloren penning was dan wel verloren, maar gelukkig niet onvindbaar. Dit geldt toch ook van ons. Hoe diep onze val in Adam ook is, voor de Heere zijn we niet onvindbaar. Hij zoekt, zoals de vrouw zocht. Spurgeon zegt erbij dat de Heere daarbij gebruik maakt van de bezem van de wet en de kaars van het Evangelie. Of we deze gelijkenis zo mogen toepassen weet ik niet, maar de gedachte op zich is wel Bijbels. Het is wel eens goed als de bezem erdoor gaat. Van de apostelen werd ook gezegd dat ze de wereld in rep en roer brachten. Maar tegelijkertijd dan ook het licht van het Evangelie voorhouden. En wat een wonder als verloren zondaren gevonden worden aan de voeten van de Heere Jezus. Dan is er blijdschap in de hemel, maar ook blijdschap in ons hart. Ken je die blijdschap? Echte blijdschap mag je ervaren als je met Psalm 113: 4 mag zingen: ‘Wie is aan onze God gelijk, die armen opricht uit het slijk!
De verloren zoon
Jezus Christus leefde in Israel en ging om met slechte mensen, hoewel hijzelf een voorbeeldig leven leidde. Sommige andere mensen stoorden zich aan hem. Aan hen vertelt Jezus het verhaal van de zoon die zijn vaderlijk huis verlaat en na een losbandig leven tot inkeer komt en tot zijn vader terugkeert. "Ik zeg u, dat er zo blijdschap in de hemel zal zijn over een zondaar die zich bekeert."
Jezus ging om met tollenaars en zondaars (slechte mensen). Tollenaars inden belasting voor de toenmalige Romeinse bezettingsmacht. Zogeheten farizeeen en schriftgeleerden stoorden zich aan zijn gedrag. De farizeeen vormden een strenge Joodse sekte die strikt volgens Gods regels en bepaalde tradities wilden leven. Schriftgeleerden waren geleerden die veel studie maakten van de Bijbel. Het volgende gedeelte, dat Jezus tot hen spreekt, is te vinden in de Bijbel.
Al de tollenaars en de zondaars nu kwamen telkens naar Hem toe om Hem te horen. En de farizeeen en de schriftgeleerden mopperden en zeiden: Deze ontvangt zondaars en eet met hen.
Hij nu sprak tot hen deze gelijkenis en zei: Welk mens onder u, die honderd schapen heeft en een daarvan verliest, laat niet de negenennegentig in de woestijn achter en gaat het verlorene na, totdat hij het vindt? En als hij het vindt, legt hij het blij op zijn schouders. En wanneer hij thuis komt, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: Weest blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden dat verloren was. Ik zeg u, dat er zo blijdschap in de hemel zal zijn over een zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben.
Of welke vrouw steekt niet, als zij tien drachmen heeft en een drachme verliest, een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij die vindt? En als zij die heeft gevonden, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Weest blij met mij, want ik heb de drachme gevonden die ik had verloren. Zo, zeg Ik u, ontstaat er blijdschap voor de engelen van God over een zondaar die zich bekeert.
Hij nu zei: Iemand had twee zonen. En de jongste van hen zei tot zijn vader: Vader, geef mij het deel van het bezit dat mij toekomt. En hij verdeelde het vermogen onder hen.
En na niet vele dagen pakte de jongste zoon alles bijeen en ging op reis naar een ver land en bracht daar zijn bezit door in een losbandig leven.
Toen hij nu alles had verteerd, kwam er een zware hongersnood in dat land en hij begon gebrek te lijden. En hij ging heen en vervoegde zich bij een van de burgers van dat land, en die zond hem op zijn velden om varkens te weiden. En hij begeerde zich te verzadigen met de peuleschillen die de varkens aten, en niemand gaf ze hem.
Toen kwam hij tot zichzelf en zei: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben overvloed aan broden, en ik verga hier van honger. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten; maak mij als een van uw dagloners.
En hij stond op en ging naar zijn vader. Toen hij nu nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen, en hij liep snel op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem innig.
De zoon nu zei tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten.
De vader echter zei tot zijn slaven: Haalt vlug het beste kleed tevoorschijn en trekt het hem aan, en doet een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten, en haalt het gemeste kalf, slacht het en laten wij eten en vrolijk zijn; want deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn.
Nu was zijn oudste zoon op het veld; en toen hij terugkeerde en het huis naderde, hoorde hij muziek en dans; en hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat kon zijn. Deze nu zei tot hem: Uw broer is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond heeft teruggekregen. Hij echter werd toornig en wilde niet naar binnen gaan.
Zijn vader nu ging naar buiten en spoorde hem aan. Hij antwoordde echter en zei tot zijn vader: Zie, zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw gebod overtreden, en mij hebt u nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn. Nu echter die zoon van u gekomen is, die uw vermogen met hoeren heeft opgemaakt, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.
Hij echter zei tot hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is het jouwe. Wij nu moesten vrolijk en blij zijn, want deze broer van jou was dood en is levend geworden, en hij was verloren en is gevonden.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)