HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 72
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE DAGLONER
BIJBELTEKST Mattheüs 20
Uit het evangelie volgens
Mattheüs:
1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13 Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’
Pas op als je denkt vooraan te staan
Er was een landheer, die er vroeg op uittrok om dagloners te zoeken die in zijn wijngaard zouden kunnen werken. 's Ochtends vroeg huurde hij hen in en sprak een faire vergoeding af, een normaal dagloon af: één denarie. Drie uur later ging hij weer naar de markt, zag daar nog anderen werkloos staan en nodigde hen ook uit om te komen werken. Met hen sprak hij géén exacte vergoeding af. Hij had toen alleen gezegd: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.”Aan het eind van de dag ging de landheer nog eens naar de markt. Weer trof hij er arbeiders
aan. “Waarom staan jullie daar?”Die zeiden hem dat ze daar nog steeds stonden omdat niemand ze in dienst had willen nemen. “Dan neem ik jullie. Ga ook maar naar mijn wijngaard.”
Tot zover is er geen enkel probleem. Het werk moet gedaan worden. En iedereen kan meewerken. Ook degenen die achter blijven, die de treurige situatie mee maken dat niemand hen ziet staan, ook die worden door deze ruimhartige landheer uitgenodigd bij hem te komen werken. Of je nu veel voor elkaar krijgt of niet zoveel, iedereen kan meedoen. Het probleem ontstaat pas als de uitbetaling plaatsvindt. Die uitbetaling begint namelijk bij degenen die als laatste de wijngaard binnenkwamen.
De arbeiders dus die maar een uurtje in de wijngaard gewerkt hebben, die krijgen als eerste hun loon. Dat is misschien nog tot daaraan toe. Moeilijker blijkt het te worden als de arbeiders die niemand wilde hebben en die maar zo kort in de wijngaard gewerkt hebben evenveel blijken te krijgen als de landheer bij het ochtendkrieken met de eerste lichting werkers had afgesproken als loon naar werken: één denarie. Tot hun teleurstelling zien de arbeiders die het eerst gekomen waren dat ook zij nog steeds hetzelfde afgesproken loon krijgen. Ze beklagen zich bij de landheer. “Die
laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het de hele dag onder de brandende zon hebben volgehouden.”
Als de landheer vervolgens zegt dat hij toch niet onrechtvaardig is, omdat dit nu eenmaal het afgesproken loon was. Het loon waar de werkers die de hele dag hadden gewerkt 's ochtends toch mee ingestemd hadden? Dat klopt natuurlijk wel. Maar als de landheer zegt dat het hem toch vrij staat als hij die laatst gekomen arbeiders evenveel wil geven – als de landheer dat zegt, dan krijgen wij toch ook een ongemakkelijk gevoel, net als die dagloners van de hele dag. Je kunt het gevoel krijgen dat er misschien geen speld tussen te krijgen is, maar dat er desondanks toch ook iets niet klopt. De verbazing en ergernis van de werkers die de hele dag gewerkt hebben is ook onze verbazing en ergernis.
Waar komt dat ongemakkelijke gevoel dan vandaan? De dagloners die de hele dag gewerkt hebben krijgen precies het loon dat met hen is afgesproken. Normaal zouden ze daar dan ook geen enkel probleem mee hebben. Maar het loon lijkt wel bijna te verdampen op het moment dat je het gaat vergelijken met anderen, die minder lang gewerkt hebben. Het ongemakkelijke gevoel ontstaat dus doordat wij vanuit onszelf diep van binnen altijd geneigd zijn om je eigen situatie te vergelijken met de situatie van anderen. En kennelijk vind je dan al snel dat je vast wel tekort komt. Er schijnen namelijk maar heel weinig mensen te zijn die vinden dat ze onterecht veel te veel hebben.
In de gelijkenis van de wijngaard en de dagloners blijkt dat iedereen evenveel krijgt. Het gaat er niet om hoe hard of hoe lang je hebt kunnen werken. Het gaat er niet om hoeveel je voor elkaar hebt gekregen. Iedereen blijkt te wordt beloond. Alleen: wie zelf denkt helemaal vooraan te staan in het koninkrijk van God, ziet opeens dat hij of zij als laatste uitbetaald krijgt. En wie denkt enorm veel werk verzet te hebben, veel meer dan de meeste anderen, blijkt dezelfde beloning te krijgen, als die anderen. Maar wie met lege handen komt, omdat ie tot dan toe door iedereen genegeerd is, diegene blijkt dáár eerste rang te staan.
Deze gelijkenis, dit verhaal is het antwoord op een vraag. Het is de vraag van Petrus, een van de leerlingen van Jezus. Hij had Jezus gevraagd: “Alles hebben we achtergelaten: ons werk, onze familie, onze geboortestreek. Alles hebben we achtergelaten om u te volgen. Wat levert het ons op? Waar kunnen we naar uitzien?” En het antwoord luidt: Iedereen krijgt evenveel – ook degenen die misschien niet, om bepaalde redenen, zoveel hebben opgegeven als jullie. Pas op als je denkt vooraan te staan.
1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13 Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’
Pas op als je denkt vooraan te staan
Er was een landheer, die er vroeg op uittrok om dagloners te zoeken die in zijn wijngaard zouden kunnen werken. 's Ochtends vroeg huurde hij hen in en sprak een faire vergoeding af, een normaal dagloon af: één denarie. Drie uur later ging hij weer naar de markt, zag daar nog anderen werkloos staan en nodigde hen ook uit om te komen werken. Met hen sprak hij géén exacte vergoeding af. Hij had toen alleen gezegd: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.”Aan het eind van de dag ging de landheer nog eens naar de markt. Weer trof hij er arbeiders
aan. “Waarom staan jullie daar?”Die zeiden hem dat ze daar nog steeds stonden omdat niemand ze in dienst had willen nemen. “Dan neem ik jullie. Ga ook maar naar mijn wijngaard.”
Tot zover is er geen enkel probleem. Het werk moet gedaan worden. En iedereen kan meewerken. Ook degenen die achter blijven, die de treurige situatie mee maken dat niemand hen ziet staan, ook die worden door deze ruimhartige landheer uitgenodigd bij hem te komen werken. Of je nu veel voor elkaar krijgt of niet zoveel, iedereen kan meedoen. Het probleem ontstaat pas als de uitbetaling plaatsvindt. Die uitbetaling begint namelijk bij degenen die als laatste de wijngaard binnenkwamen.
De arbeiders dus die maar een uurtje in de wijngaard gewerkt hebben, die krijgen als eerste hun loon. Dat is misschien nog tot daaraan toe. Moeilijker blijkt het te worden als de arbeiders die niemand wilde hebben en die maar zo kort in de wijngaard gewerkt hebben evenveel blijken te krijgen als de landheer bij het ochtendkrieken met de eerste lichting werkers had afgesproken als loon naar werken: één denarie. Tot hun teleurstelling zien de arbeiders die het eerst gekomen waren dat ook zij nog steeds hetzelfde afgesproken loon krijgen. Ze beklagen zich bij de landheer. “Die
laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het de hele dag onder de brandende zon hebben volgehouden.”
Als de landheer vervolgens zegt dat hij toch niet onrechtvaardig is, omdat dit nu eenmaal het afgesproken loon was. Het loon waar de werkers die de hele dag hadden gewerkt 's ochtends toch mee ingestemd hadden? Dat klopt natuurlijk wel. Maar als de landheer zegt dat het hem toch vrij staat als hij die laatst gekomen arbeiders evenveel wil geven – als de landheer dat zegt, dan krijgen wij toch ook een ongemakkelijk gevoel, net als die dagloners van de hele dag. Je kunt het gevoel krijgen dat er misschien geen speld tussen te krijgen is, maar dat er desondanks toch ook iets niet klopt. De verbazing en ergernis van de werkers die de hele dag gewerkt hebben is ook onze verbazing en ergernis.
Waar komt dat ongemakkelijke gevoel dan vandaan? De dagloners die de hele dag gewerkt hebben krijgen precies het loon dat met hen is afgesproken. Normaal zouden ze daar dan ook geen enkel probleem mee hebben. Maar het loon lijkt wel bijna te verdampen op het moment dat je het gaat vergelijken met anderen, die minder lang gewerkt hebben. Het ongemakkelijke gevoel ontstaat dus doordat wij vanuit onszelf diep van binnen altijd geneigd zijn om je eigen situatie te vergelijken met de situatie van anderen. En kennelijk vind je dan al snel dat je vast wel tekort komt. Er schijnen namelijk maar heel weinig mensen te zijn die vinden dat ze onterecht veel te veel hebben.
In de gelijkenis van de wijngaard en de dagloners blijkt dat iedereen evenveel krijgt. Het gaat er niet om hoe hard of hoe lang je hebt kunnen werken. Het gaat er niet om hoeveel je voor elkaar hebt gekregen. Iedereen blijkt te wordt beloond. Alleen: wie zelf denkt helemaal vooraan te staan in het koninkrijk van God, ziet opeens dat hij of zij als laatste uitbetaald krijgt. En wie denkt enorm veel werk verzet te hebben, veel meer dan de meeste anderen, blijkt dezelfde beloning te krijgen, als die anderen. Maar wie met lege handen komt, omdat ie tot dan toe door iedereen genegeerd is, diegene blijkt dáár eerste rang te staan.
Deze gelijkenis, dit verhaal is het antwoord op een vraag. Het is de vraag van Petrus, een van de leerlingen van Jezus. Hij had Jezus gevraagd: “Alles hebben we achtergelaten: ons werk, onze familie, onze geboortestreek. Alles hebben we achtergelaten om u te volgen. Wat levert het ons op? Waar kunnen we naar uitzien?” En het antwoord luidt: Iedereen krijgt evenveel – ook degenen die misschien niet, om bepaalde redenen, zoveel hebben opgegeven als jullie. Pas op als je denkt vooraan te staan.
Het is gewoon oneerlijk.
De mannen die om vijf uur ’s middags aan het werk gaan, verdienen voor dat laatste uurtje net zoveel als de mannen die ‘ s morgens vroeg om zes uur al op het werk zijn verschenen. Iedereen krijgt een dagloon. Dat is gewoon niet eerlijk.
Stel je voor dat jij en nog dertig andere mensen hetzelfde werk doen. Jij en tien anderen werken hele dagen, 40 uur in de week. De anderen werken halve dagen. Ze komen niet verder dan twintig uur. Dat is allemaal goed te overzien. Maar het probleem ontstaat op het moment dat je de mensen die maar twintig uur in de week werken hetzelfde loon zou geven als degenen die veertig uur werken. Jij zou je samen met je collega’s bij de baas melden om hard te protesteren. En het telefoontje naar de vakbond en de media had je al gepleegd.
We zijn daar gevoelig voor geworden. Moet je kijken wat er gebeurt wanneer de voorzitter van de koepel van woningbouwcorporaties vertrekt met een zak van een miljoen euro’s bij zich. En dat zijn opvolger drie dagen in de week gaat werken voor twee ton. De balkenende-norm voor vijf dagen werken ligt daar nog een stuk onder. Zulke gebeurtenissen roepen heftige reacties op. Je vraagt je af of je op die manier wel zou willen vertrekken of aan een nieuwe baan beginnen. Het geld weegt toch niet op tegen alle schade in je beeldvorming.
Je wilt een loon ontvangen overeenkomstig je prestatie. En je wilt niet dat anderen heel gemakkelijk hun dagloon incasseren. Als Jezus dat bedoelt met vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten, is dat niet een boodschap waar jij je plezierig bij voelt. Alsof je er genoegen mee moet nemen dat mensen die als laatsten aankomen, bij het uitdelen vooraan staan. Mensen die als laatste komen kunnen beter achter in de rij aansluiten en niet voordringen. Dat accepteer je niet in de rij voor de kassa en ook niet in het koninkrijk van God. Iedereen moet wel zijn plaats weten. Eigenlijk worden de mensen die zo laat op het werk komen door de wijnboer beter behandeld. Ze krijgen een veel hoger loon per uur. Het is gewoon niet eerlijk.
En als ik dit verhaal moet gaan toepassen op het koninkrijk of de kerk, vind ik het ook niet eerlijk. Mensen die veel later tot geloof komen hoeven bijvoorbeeld niet twee keer op zondag naar de kerk. Of sturen hun kind niet naar een gereformeerde school. Mensen die later in de gemeente aankomen krijgen een andere en meer soepele behandeling. Dat is gewoon niet eerlijk.
God handelt heel willekeurig en hard.
Het is duidelijk dat het in deze gelijkenis om God gaat. Het Koninkrijk der hemelen is als een landheer die dagloners zoekt voor zijn wijngaard. Het koninkrijk wordt vergeleken met een mens. Die mens is niemand anders dan de koning, God zelf. Hij geeft een dagloon aan mensen die maar een uur hebben gewerkt. Dat wekt de indruk dat God heel willekeurig is. Hij doet gewoon maar.
De landheer legt de wijngaard niet aan, zoals in een andere gelijkenis. Hij nodigt de mensen uit in de wijngaard te komen werken. Denk ook aan wat Jezus hiervoor zegt tegen de rijke jongeman: Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden. Hij zegt ook: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan. Het gaat om het binnengaan van het koninkrijk. De mensen gaan in de wijngaard werken.
Je hebt mensen die op tijd beginnen. Zij zijn er vroeg bij. Later gaat de landheer weer naar de markt om dagloners uit te nodigen te komen werken. Hij doet dat enkele keren, zelfs nog om 17.00 u, ongeveer een uur voor zonsondergang. Net alsof er in dat ene uurtje nog zoveel gedaan kan worden.
Ik vereenzelvig me met de mensen die er vroeg bij zijn. Ik ben vanaf mijn jeugd in de gemeente van Christus opgegroeid. Ik ben typisch een christen die in de kerk zit en hier helemaal op zijn plek is. Je bent vertrouwd met de kerk. Je hebt er altijd deel van uitgemaakt. Ik zou haast zeggen: je weet niet beter.
Ik vind het prima dat er mensen bij komen. Ik begrijp ook wel dat mensen zich op allerlei tijdstippen tot Jezus bekeren. Dat is het probleem niet. Ik weet ook wel dat mensen zich nog heel laat bekeren. De dominee heeft dat wel eens meegemaakt. Ik ken er een paar verhalen over. En ik lees ook in de bijbel dat de engelen in de hemel zich verheugen over één zondaar die tot inkeer komt. Maar ik merk er niet zoveel van dat het gebeurt. Afgelopen week vroeg iemand het me nog: wanneer gebeurt het nou dat mensen tot bekering komen? Misschien heb ik er wel geen last van omdat het zo weinig gebeurt.
Voor mij is het een probleem dat iedereen dezelfde beloning krijgt. Dat wil er bij mij niet in. Iemand die de hele dag niet is gekomen krijgt aan het einde van de dag voor een uurtje werken nog een compleet dagloon. En iedereen is er ook nog bij. Ze zien het allemaal. De mensen die de hele dag in de brandende zon hebben gewerkt denken natuurlijk dat er voor hen veel meer in zit. Als mensen die een uurtje hebben gewerkt al een dagloon krijgen, is hun loon vast ook met de factor twee of drie hoger geworden. Eigenlijk is het gewoon hard, dat wanneer jij aan de beurt bent, je nog maar een denarie krijgt, een gewoon dagloon. Niets extra’s voor je inspanningen. Maar eerst ben je wel lekker gemaakt.
Zou God echt aan iedereen hetzelfde loon geven? Ook aan degenen die al heel lang meedoen en die al een heleboel als christen hebben meegemaakt. Christenen die hebben geleden of die veel voor hun geloof hebben overgehad.
Zou God je zo behandelen? Misschien zijn er mensen die denken dat God te goed is voor deze wereld. Hij geeft iedereen het zelfde. Dat is toch mooi. Maar ik weet liever waar ik aan toe ben. Ik wil een beloning waar ik ook voor kan werken. Eigenlijk voel ik dat ik nu bij mijn diepste moeite kom: hoe betrouwbaar is God? Wanneer hoor je er bij Hem wel bij en wanneer niet? Dat zou ik wel eens willen weten. Is God wel zo goed als altijd wordt gezegd? Staat dit verhaal wel op zichzelf of is er meer aan de hand. Is God niet iemand die heel willekeurig en hard handelt?
Toch is God bij uitstek goed.
Jezus vertelt in deze gelijkenis hoe goed God is. Hij is helemaal goed. God heeft geen verkeerde bedoelingen. Hij behandelt de werkers die er op het eerste uur al waren, niet onrechtvaardig.
Toch gaat het dieper dan dat God niet onrechtvaardig is, wanneer Hij zich gewoon aan de afspraken houdt. Hij heeft met de werkers van het laatste uur een denarie dagloon afgesproken. Maar goedheid is meer dan dat je je aan de afspraken houdt.
Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? Het is een kort zinnetje maar het is wel de sleutel om deze gelijkenis te openen. Het is op zich al vreemd dat iemand die goede dingen doet bij iemand anders kwaad bloed zet. Maar het komt voor. Dat heb je zelf misschien ook wel meegemaakt. Jezus gaat nog een stapje verder: Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? De landheer doet niet iets goeds. Het is ook niet zo dat hij eindelijk iets goeds doet. Maar hij is goed. Dat gaat veel verder. De landheer is goed.
De jongeman stelde Jezus een vraag: Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven? En dan zegt Jezus: Er is er maar één die goed is. De koning is goed. God is goed en Hij doet goed. Dat is een thema in dit hele gedeelte: God is bij uitstek goed. En tegelijk wordt zichtbaar en voelbaar hoe confronterend dat is. Bij die jongeman en in de gelijkenis. Voor de mensen die dit verhaal lezen of horen.
Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? De landheer doet met zijn geld wat Hij wil. Hij geeft iedereen een gelijke beloning. Je wordt door de landheer niet beoordeeld op je prestatie, hoeveel uren je in de zon hebt gewerkt en hoeveel manden vol druiven je hebt verwerkt. God nodigt je uit in zijn koninkrijk. Je bent allemaal welkom, op elk tijdstip. En God deelt uit van zijn genade. Die genade is voor alle mensen. Die genade is niet méér voor de mensen van het eerste uur. God is vol genade voor iedereen. Hij deelt in overvloed uit.
Jezus toont in deze gelijkenis de goedheid van God. Die is indrukwekkend. Hij is bij uitstek goed.
Gods koninkrijk is niet van deze wereld.
Het is een uitspraak van Jezus voor Pontius Pilatus. Mijn koninkrijk hoort niet bij deze wereld. Anders hadden mijn leerlingen wel gevochten om de arrestatie te verhinderen. Het koninkrijk van de hemel heeft een totaal andere stijl dan de rijken van deze wereld. Gods goedheid laat het ook zien. De landheer gaat die dag een aantal keren naar de markt om dagloners te huren voor het werk in de wijngaard. Zelfs om 17.00 u staan er nog mannen die de indruk wekken dat ze er al de hele dag staan. De landheer vraagt hen: Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk.
Hun antwoord is duidelijk een leugen: Niemand wilde ons in dienst nemen. De landheer zelf is al een aantal keren langs geweest en heeft steeds iedereen uitgenodigd. Maar hij zegt niet dat ze liegen. Hij wordt niet boos. Hij zegt: Gaan jullie ook maar naar de wijngaard. Zelfs het uitschot van de dagloners die als het even kan zo laat mogelijk aan de slag gaan, nodigt Hij uit. Ze krijgen allemaal hetzelfde loon. Dat loon is nodig om die dag voor hun gezin te kunnen zorgen. Ook degenen die liegen over hun dagbesteding deelt hij dat loon uit. Als ik met de maatstaven van onze samenleving kijk klopt er niets van. Dan is hier iemand gek geworden.
Gods koninkrijk is heel anders dan deze wereld. Hij nodigt mensen uit bij Hem te horen. Hij laat ziet wat het betekent dat je geen geweld gebruikt. Zijn koninkrijk van genade is voor iedereen, ook voor mensen die er eerst niet aan willen. Mensen die niet op de uitnodiging ingaan en blijven afwachten. Mensen die zeggen dat ze hier later nog wel eens over willen nadenken.
Je mag op grond van deze gelijkenis niet zeggen dat je je keuze wel kunt uitstellen. Je kunt ook om 17.00 nog wel aan het werk. Je kunt ook tien minuten voor sluitingstijd de winkel nog binnenlopen. Het gaat in deze gelijkenis om het gelijke loon dat God aan iedereen uitdeelt. En de reacties van de mensen op die gelijke beloning. Iedereen leeft van dezelfde royale genade van God. Geen mens is meer. Geen mens is minder.
In het koninkrijk van God gaat het niet om prestaties, eerzucht of hebzucht: je wilt meer loon omdat je meer hebt gedaan. Omdat je als christen meer hebt geleden of een hogere prestatie hebt neergezet. Misschien denk je dat je vromer hebt geleefd en dat anderen het een stuk minder doen. Ze zijn misschien niet laat op hun werk verschenen maar ze lopen er wel elke dag de kantjes bij af. Je leeft allemaal van dezelfde genade van God. De vraag is of je dat wil. Als ik me steeds meer ga herkennen in de eerste werkers in de wijngaard, loop ik ook aan tegen de goedheid van God. Gods Koninkrijk is niet van deze wereld. Met hebzucht, egoïsme en eerzucht bereik je in het koninkrijk van God niets. Dat ga ik ook steeds meer ontdekken. Het is geweldig.
Prijs de goedheid van God.
De landheer laat alle dagloners er bij zijn wanneer de loonzakjes worden uitgedeeld. Hij begint zelfs met degenen die er als laatste bij zijn gekomen en geeft het hetzelfde dagloon. Het is zijn bedoeling dat ze allemaal zijn goedheid gaan prijzen. Alleen dan zul je niet tot de laatsten behoren.
De eersten worden de laatsten omdat ze struikelen. Ze zijn boos over de toelating tot het koninkrijk van anderen. Voor Joden was het geweldig moeilijk wanneer heidenen tot het geloof kwamen en ze dezelfde positie als zij zouden krijgen. Je dacht dat je een geweldige stamboom had vanaf Abraham en nu lijkt het erop alsof dat er niet meer toe doed.
Wij lezen de gelijkenis vandaag. Velen van ons zouden deze gelijkenis ook als de eerste werkers kunnen lezen. Je bent immers opgegroeid in de kerk. Zoals het hier gaat is je eigen, al zul je ook wel wat kanttekeningen hebben. Maar het is wel jouw vertrouwde omgeving. Het zijn de afspraken waarbij jij je veilig voelt. Het is jouw cultuur waarin je je vaak thuis voelt.
Hoe ga je met elkaar om? Vanuit de positie van een christen die het allemaal weet en kent. Een christen die geen verrassingen meer meemaakt. Je oordeelt misschien over anderen die er altijd op los hebben geleefd. Of over mensen die de indruk wekken oppervlakkig te leven. Hoe ga je als werkers in de wijngaard met elkaar om? Hoe kijk jij aan tegen mensen die om 12.00 u binnenlopen of om 17.00 u? Gemeenteleden die niet alle happeningen bezoeken, die niet zo actief en betrokken zijn als jij. Gemeenteleden die zich niet aan de gereformeerde regels houden. Die hun kinderen gwoon naar een andere school laten gaan dan jij. Of die een heel ander gedrag vertonen. Vind je het erg dat mensen die later tot geloof komen, soms ook andere keuzen maken. Inderdaad niet altijd twee keer naar de kerk gaan. Heb je het gevoel dat jij dan ook niet meer gaat. Ben je boos over zulke ontwikkelingen?
Kun je nog verrast zijn over het loon dat God uitdeelt aan iedereen? Het loon van zijn genade voor mensen die vroeg zijn en laat. Kun je nog verrast zijn door de genade en de goedheid van de Heer?
Als je nog verrast kunt zijn, leer je elke keer weer van God. Je laat je steeds weer verrassen door zijn genade. Allereerst voor jezelf. Jij moet het ook helemaal van die genade hebben. Ik ook. Het is voor mij elke keer weer een verrassing dat God het met mij wil doen. Ook met mij. Ik leer elke dag van God, van zijn liefde en genade. Ik prijs zijn goedheid.
Ik leer van anderen. Ik leer van u en jou. Ik leer van mijn catechisanten en ik verwonder me over de weg van God in hun leven. Ik verwonder me dat de Heer jongeren die op grote afstand van hem leefden weer trekt naar Christus, door zijn genade. Ik leer van u die al zo lang met de Heer leeft en die in de ouderdom wijsheid hebben ontvangen. Ik leer van jullie allemaal over God. God wijst mij zo de weg.
Ik leer van hen die bezig zijn God te leren kennen. Ik leer van hun vragen. Waarom sprong Jezus niet van dat kruis af, vroeg iemand me afgelopen week. Waarom gaat het in de kerk altijd over zonde? Ook door zulke vragen blijft de kerk van Christus leven. Door zulke vragen en de antwoorden die ik daarop zoek, ga ik steeds weer ontdekken dat ik God zal prijzen. Mijn leven lang.
Ik raak steeds dieper onder de indruk van Gods goedheid voor de werkers van het vroege èn het late uur. Ik ga de Heer prijzen die elke keer weer zijn licht doet schijnen op de levens van mensen. Wat een genade. Ik prijs Hem.
Zo blijf je dichtbij Hem!
De mannen die om vijf uur ’s middags aan het werk gaan, verdienen voor dat laatste uurtje net zoveel als de mannen die ‘ s morgens vroeg om zes uur al op het werk zijn verschenen. Iedereen krijgt een dagloon. Dat is gewoon niet eerlijk.
Stel je voor dat jij en nog dertig andere mensen hetzelfde werk doen. Jij en tien anderen werken hele dagen, 40 uur in de week. De anderen werken halve dagen. Ze komen niet verder dan twintig uur. Dat is allemaal goed te overzien. Maar het probleem ontstaat op het moment dat je de mensen die maar twintig uur in de week werken hetzelfde loon zou geven als degenen die veertig uur werken. Jij zou je samen met je collega’s bij de baas melden om hard te protesteren. En het telefoontje naar de vakbond en de media had je al gepleegd.
We zijn daar gevoelig voor geworden. Moet je kijken wat er gebeurt wanneer de voorzitter van de koepel van woningbouwcorporaties vertrekt met een zak van een miljoen euro’s bij zich. En dat zijn opvolger drie dagen in de week gaat werken voor twee ton. De balkenende-norm voor vijf dagen werken ligt daar nog een stuk onder. Zulke gebeurtenissen roepen heftige reacties op. Je vraagt je af of je op die manier wel zou willen vertrekken of aan een nieuwe baan beginnen. Het geld weegt toch niet op tegen alle schade in je beeldvorming.
Je wilt een loon ontvangen overeenkomstig je prestatie. En je wilt niet dat anderen heel gemakkelijk hun dagloon incasseren. Als Jezus dat bedoelt met vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten, is dat niet een boodschap waar jij je plezierig bij voelt. Alsof je er genoegen mee moet nemen dat mensen die als laatsten aankomen, bij het uitdelen vooraan staan. Mensen die als laatste komen kunnen beter achter in de rij aansluiten en niet voordringen. Dat accepteer je niet in de rij voor de kassa en ook niet in het koninkrijk van God. Iedereen moet wel zijn plaats weten. Eigenlijk worden de mensen die zo laat op het werk komen door de wijnboer beter behandeld. Ze krijgen een veel hoger loon per uur. Het is gewoon niet eerlijk.
En als ik dit verhaal moet gaan toepassen op het koninkrijk of de kerk, vind ik het ook niet eerlijk. Mensen die veel later tot geloof komen hoeven bijvoorbeeld niet twee keer op zondag naar de kerk. Of sturen hun kind niet naar een gereformeerde school. Mensen die later in de gemeente aankomen krijgen een andere en meer soepele behandeling. Dat is gewoon niet eerlijk.
God handelt heel willekeurig en hard.
Het is duidelijk dat het in deze gelijkenis om God gaat. Het Koninkrijk der hemelen is als een landheer die dagloners zoekt voor zijn wijngaard. Het koninkrijk wordt vergeleken met een mens. Die mens is niemand anders dan de koning, God zelf. Hij geeft een dagloon aan mensen die maar een uur hebben gewerkt. Dat wekt de indruk dat God heel willekeurig is. Hij doet gewoon maar.
De landheer legt de wijngaard niet aan, zoals in een andere gelijkenis. Hij nodigt de mensen uit in de wijngaard te komen werken. Denk ook aan wat Jezus hiervoor zegt tegen de rijke jongeman: Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden. Hij zegt ook: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan. Het gaat om het binnengaan van het koninkrijk. De mensen gaan in de wijngaard werken.
Je hebt mensen die op tijd beginnen. Zij zijn er vroeg bij. Later gaat de landheer weer naar de markt om dagloners uit te nodigen te komen werken. Hij doet dat enkele keren, zelfs nog om 17.00 u, ongeveer een uur voor zonsondergang. Net alsof er in dat ene uurtje nog zoveel gedaan kan worden.
Ik vereenzelvig me met de mensen die er vroeg bij zijn. Ik ben vanaf mijn jeugd in de gemeente van Christus opgegroeid. Ik ben typisch een christen die in de kerk zit en hier helemaal op zijn plek is. Je bent vertrouwd met de kerk. Je hebt er altijd deel van uitgemaakt. Ik zou haast zeggen: je weet niet beter.
Ik vind het prima dat er mensen bij komen. Ik begrijp ook wel dat mensen zich op allerlei tijdstippen tot Jezus bekeren. Dat is het probleem niet. Ik weet ook wel dat mensen zich nog heel laat bekeren. De dominee heeft dat wel eens meegemaakt. Ik ken er een paar verhalen over. En ik lees ook in de bijbel dat de engelen in de hemel zich verheugen over één zondaar die tot inkeer komt. Maar ik merk er niet zoveel van dat het gebeurt. Afgelopen week vroeg iemand het me nog: wanneer gebeurt het nou dat mensen tot bekering komen? Misschien heb ik er wel geen last van omdat het zo weinig gebeurt.
Voor mij is het een probleem dat iedereen dezelfde beloning krijgt. Dat wil er bij mij niet in. Iemand die de hele dag niet is gekomen krijgt aan het einde van de dag voor een uurtje werken nog een compleet dagloon. En iedereen is er ook nog bij. Ze zien het allemaal. De mensen die de hele dag in de brandende zon hebben gewerkt denken natuurlijk dat er voor hen veel meer in zit. Als mensen die een uurtje hebben gewerkt al een dagloon krijgen, is hun loon vast ook met de factor twee of drie hoger geworden. Eigenlijk is het gewoon hard, dat wanneer jij aan de beurt bent, je nog maar een denarie krijgt, een gewoon dagloon. Niets extra’s voor je inspanningen. Maar eerst ben je wel lekker gemaakt.
Zou God echt aan iedereen hetzelfde loon geven? Ook aan degenen die al heel lang meedoen en die al een heleboel als christen hebben meegemaakt. Christenen die hebben geleden of die veel voor hun geloof hebben overgehad.
Zou God je zo behandelen? Misschien zijn er mensen die denken dat God te goed is voor deze wereld. Hij geeft iedereen het zelfde. Dat is toch mooi. Maar ik weet liever waar ik aan toe ben. Ik wil een beloning waar ik ook voor kan werken. Eigenlijk voel ik dat ik nu bij mijn diepste moeite kom: hoe betrouwbaar is God? Wanneer hoor je er bij Hem wel bij en wanneer niet? Dat zou ik wel eens willen weten. Is God wel zo goed als altijd wordt gezegd? Staat dit verhaal wel op zichzelf of is er meer aan de hand. Is God niet iemand die heel willekeurig en hard handelt?
Toch is God bij uitstek goed.
Jezus vertelt in deze gelijkenis hoe goed God is. Hij is helemaal goed. God heeft geen verkeerde bedoelingen. Hij behandelt de werkers die er op het eerste uur al waren, niet onrechtvaardig.
Toch gaat het dieper dan dat God niet onrechtvaardig is, wanneer Hij zich gewoon aan de afspraken houdt. Hij heeft met de werkers van het laatste uur een denarie dagloon afgesproken. Maar goedheid is meer dan dat je je aan de afspraken houdt.
Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? Het is een kort zinnetje maar het is wel de sleutel om deze gelijkenis te openen. Het is op zich al vreemd dat iemand die goede dingen doet bij iemand anders kwaad bloed zet. Maar het komt voor. Dat heb je zelf misschien ook wel meegemaakt. Jezus gaat nog een stapje verder: Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? De landheer doet niet iets goeds. Het is ook niet zo dat hij eindelijk iets goeds doet. Maar hij is goed. Dat gaat veel verder. De landheer is goed.
De jongeman stelde Jezus een vraag: Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven? En dan zegt Jezus: Er is er maar één die goed is. De koning is goed. God is goed en Hij doet goed. Dat is een thema in dit hele gedeelte: God is bij uitstek goed. En tegelijk wordt zichtbaar en voelbaar hoe confronterend dat is. Bij die jongeman en in de gelijkenis. Voor de mensen die dit verhaal lezen of horen.
Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? De landheer doet met zijn geld wat Hij wil. Hij geeft iedereen een gelijke beloning. Je wordt door de landheer niet beoordeeld op je prestatie, hoeveel uren je in de zon hebt gewerkt en hoeveel manden vol druiven je hebt verwerkt. God nodigt je uit in zijn koninkrijk. Je bent allemaal welkom, op elk tijdstip. En God deelt uit van zijn genade. Die genade is voor alle mensen. Die genade is niet méér voor de mensen van het eerste uur. God is vol genade voor iedereen. Hij deelt in overvloed uit.
Jezus toont in deze gelijkenis de goedheid van God. Die is indrukwekkend. Hij is bij uitstek goed.
Gods koninkrijk is niet van deze wereld.
Het is een uitspraak van Jezus voor Pontius Pilatus. Mijn koninkrijk hoort niet bij deze wereld. Anders hadden mijn leerlingen wel gevochten om de arrestatie te verhinderen. Het koninkrijk van de hemel heeft een totaal andere stijl dan de rijken van deze wereld. Gods goedheid laat het ook zien. De landheer gaat die dag een aantal keren naar de markt om dagloners te huren voor het werk in de wijngaard. Zelfs om 17.00 u staan er nog mannen die de indruk wekken dat ze er al de hele dag staan. De landheer vraagt hen: Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk.
Hun antwoord is duidelijk een leugen: Niemand wilde ons in dienst nemen. De landheer zelf is al een aantal keren langs geweest en heeft steeds iedereen uitgenodigd. Maar hij zegt niet dat ze liegen. Hij wordt niet boos. Hij zegt: Gaan jullie ook maar naar de wijngaard. Zelfs het uitschot van de dagloners die als het even kan zo laat mogelijk aan de slag gaan, nodigt Hij uit. Ze krijgen allemaal hetzelfde loon. Dat loon is nodig om die dag voor hun gezin te kunnen zorgen. Ook degenen die liegen over hun dagbesteding deelt hij dat loon uit. Als ik met de maatstaven van onze samenleving kijk klopt er niets van. Dan is hier iemand gek geworden.
Gods koninkrijk is heel anders dan deze wereld. Hij nodigt mensen uit bij Hem te horen. Hij laat ziet wat het betekent dat je geen geweld gebruikt. Zijn koninkrijk van genade is voor iedereen, ook voor mensen die er eerst niet aan willen. Mensen die niet op de uitnodiging ingaan en blijven afwachten. Mensen die zeggen dat ze hier later nog wel eens over willen nadenken.
Je mag op grond van deze gelijkenis niet zeggen dat je je keuze wel kunt uitstellen. Je kunt ook om 17.00 nog wel aan het werk. Je kunt ook tien minuten voor sluitingstijd de winkel nog binnenlopen. Het gaat in deze gelijkenis om het gelijke loon dat God aan iedereen uitdeelt. En de reacties van de mensen op die gelijke beloning. Iedereen leeft van dezelfde royale genade van God. Geen mens is meer. Geen mens is minder.
In het koninkrijk van God gaat het niet om prestaties, eerzucht of hebzucht: je wilt meer loon omdat je meer hebt gedaan. Omdat je als christen meer hebt geleden of een hogere prestatie hebt neergezet. Misschien denk je dat je vromer hebt geleefd en dat anderen het een stuk minder doen. Ze zijn misschien niet laat op hun werk verschenen maar ze lopen er wel elke dag de kantjes bij af. Je leeft allemaal van dezelfde genade van God. De vraag is of je dat wil. Als ik me steeds meer ga herkennen in de eerste werkers in de wijngaard, loop ik ook aan tegen de goedheid van God. Gods Koninkrijk is niet van deze wereld. Met hebzucht, egoïsme en eerzucht bereik je in het koninkrijk van God niets. Dat ga ik ook steeds meer ontdekken. Het is geweldig.
Prijs de goedheid van God.
De landheer laat alle dagloners er bij zijn wanneer de loonzakjes worden uitgedeeld. Hij begint zelfs met degenen die er als laatste bij zijn gekomen en geeft het hetzelfde dagloon. Het is zijn bedoeling dat ze allemaal zijn goedheid gaan prijzen. Alleen dan zul je niet tot de laatsten behoren.
De eersten worden de laatsten omdat ze struikelen. Ze zijn boos over de toelating tot het koninkrijk van anderen. Voor Joden was het geweldig moeilijk wanneer heidenen tot het geloof kwamen en ze dezelfde positie als zij zouden krijgen. Je dacht dat je een geweldige stamboom had vanaf Abraham en nu lijkt het erop alsof dat er niet meer toe doed.
Wij lezen de gelijkenis vandaag. Velen van ons zouden deze gelijkenis ook als de eerste werkers kunnen lezen. Je bent immers opgegroeid in de kerk. Zoals het hier gaat is je eigen, al zul je ook wel wat kanttekeningen hebben. Maar het is wel jouw vertrouwde omgeving. Het zijn de afspraken waarbij jij je veilig voelt. Het is jouw cultuur waarin je je vaak thuis voelt.
Hoe ga je met elkaar om? Vanuit de positie van een christen die het allemaal weet en kent. Een christen die geen verrassingen meer meemaakt. Je oordeelt misschien over anderen die er altijd op los hebben geleefd. Of over mensen die de indruk wekken oppervlakkig te leven. Hoe ga je als werkers in de wijngaard met elkaar om? Hoe kijk jij aan tegen mensen die om 12.00 u binnenlopen of om 17.00 u? Gemeenteleden die niet alle happeningen bezoeken, die niet zo actief en betrokken zijn als jij. Gemeenteleden die zich niet aan de gereformeerde regels houden. Die hun kinderen gwoon naar een andere school laten gaan dan jij. Of die een heel ander gedrag vertonen. Vind je het erg dat mensen die later tot geloof komen, soms ook andere keuzen maken. Inderdaad niet altijd twee keer naar de kerk gaan. Heb je het gevoel dat jij dan ook niet meer gaat. Ben je boos over zulke ontwikkelingen?
Kun je nog verrast zijn over het loon dat God uitdeelt aan iedereen? Het loon van zijn genade voor mensen die vroeg zijn en laat. Kun je nog verrast zijn door de genade en de goedheid van de Heer?
Als je nog verrast kunt zijn, leer je elke keer weer van God. Je laat je steeds weer verrassen door zijn genade. Allereerst voor jezelf. Jij moet het ook helemaal van die genade hebben. Ik ook. Het is voor mij elke keer weer een verrassing dat God het met mij wil doen. Ook met mij. Ik leer elke dag van God, van zijn liefde en genade. Ik prijs zijn goedheid.
Ik leer van anderen. Ik leer van u en jou. Ik leer van mijn catechisanten en ik verwonder me over de weg van God in hun leven. Ik verwonder me dat de Heer jongeren die op grote afstand van hem leefden weer trekt naar Christus, door zijn genade. Ik leer van u die al zo lang met de Heer leeft en die in de ouderdom wijsheid hebben ontvangen. Ik leer van jullie allemaal over God. God wijst mij zo de weg.
Ik leer van hen die bezig zijn God te leren kennen. Ik leer van hun vragen. Waarom sprong Jezus niet van dat kruis af, vroeg iemand me afgelopen week. Waarom gaat het in de kerk altijd over zonde? Ook door zulke vragen blijft de kerk van Christus leven. Door zulke vragen en de antwoorden die ik daarop zoek, ga ik steeds weer ontdekken dat ik God zal prijzen. Mijn leven lang.
Ik raak steeds dieper onder de indruk van Gods goedheid voor de werkers van het vroege èn het late uur. Ik ga de Heer prijzen die elke keer weer zijn licht doet schijnen op de levens van mensen. Wat een genade. Ik prijs Hem.
Zo blijf je dichtbij Hem!
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)