HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 88
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE TEMPELREINIGING
BIJBELTEKST Mattheüs 21 Markus 11 Lukas
19 Johannes 12
Uit het evangelie volgens Lukas:
"En Jezus ging de tempel binnen en dreef allen uit, die verkochten en kochten in de tempel, en de tafels der wisselaars keerde Hij om en de stoelen van hen, die de duiven verkochten, en Hij zeide tot hen: Er staat geschreven: Mijn huis zal een bedehuis heten, maar gij maakt het tot een rovershol. En in de tempel kwamen blinden en lammen tot Hem en Hij genas hen.Toen de overpriesters en de schriftgeleerden de wonderwerken zagen, die Hij deed, en de kinderen, die in de tempel riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David! Namen zij dat kwalijk en zij zeiden tot Hem Hoort Gij wat dezen zeggen? Jezus zeide tot hen: Ja: hebt gij nooit gelezen: Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid.
De situatie bij de tempel
Naast de gewone bezoekers van de tempel, waren er anderen die met een duidelijke reden kwamen. De een kwam om een offer te brengen, de ander om te bidden, terwijl de volgende ook meteen zijn bijdrage voor de dienst des Heren kwam brengen. Voor al deze mensen moet het een bijzondere ervaring geweest zijn, dat zij zo dicht bij God aanwezig waren. Zij wisten, dat zij op heilige grond stonden, omdat God Zelf daar woonde. Het hele tempelterrein was heilige grond, gewijd aan de aanwezigheid van God en aan de dienst van God. Daarom moest dit ook op een bijzondere wijze gestalte gegeven worden.
De bezoekers van de tempel die een offer kwamen brengen, konden onmogelijk van huis een rund of schaap meenemen. Stel u voor, dat iemand uit Galilea naar de tempel in Jeruzalem, Judea kwam om een offer te brengen en de hele weg een schaap met zich mee liet lopen. Offerdieren moesten verkocht worden. Je kon moeilijk 100 kilometer komen lopen met een koe of een schaap achter je aan. Dat kon niet en dat hoefde ook niet. Bij de tempel waren handelaren die deze dieren verkochten. Van hen kocht je het dier dat je wilde offeren en dit bracht je naar de tempel.
Bezoekers van de tempel die hun jaarlijkse bijdrage kwamen betalen, hadden vaak niet de juiste muntsoort. Zoals wij in Zwitserland of Amerika niet met euro ‘s kunnen betalen, zo konden Joden uit Rome (of andere landen) hun bijdrage aan de tempel niet met de Romeinse munt (nota bene met het beeld van de keizer er op!) betalen. Daarom moest dit geld gewisseld worden. Ook dit kon bij de tempel gebeuren en ook dit was niet verkeerd. Vreemde valuta van Joden die uit andere landen naar Jeruzalem gekomen waren moest omgewisseld worden in de munt van de voorgeschreven tempelbelasting.
Wat wel verkeerd was, was dat de handelaren hun plekje buiten de tempelvoorhof verwisseld hadden voor een plekje in de voorhof. Zij leken zichzelf te beschouwen als ook in de heilige dienst te staan en daarom ook hun werk te mogen verrichten binnen de muren van de voorhof. Handel bij de tempel was absoluut noodzakelijk. Het ging hier echter niet om handel bij de tempel, maar handel in de tempel, dat is op het tempelterrein: de voorhof van de heidenen. De gezagsdragers, priesters en Sanhedrin hadden dit toegestaan. Nu was de tempel niet langer een plaats waar gebeden en geofferd werd, maar waar ook handel gedreven werd. Tegen de handel op deze plaats kwam de Here Jezus in opstand. Hij kwam niet in opstand tegen de handel, maar tegen de handel op het tempelterrein. Deze mensen behoorden hun werk buiten het tempelterrein te doen.
Deze handel was toegestaan op de pleinen en de andere plaatsen bij de tempel (dus buiten de tempelmuren). De handel was echter verplaatst naar het terrein binnen de muren. Waar de ene mens stond te bidden, stond de andere mens een rund te kopen of te verkopen. De waardigheid en de heiligheid van de tempel als woonplaats van God en plaats van gebed voor de mensen werd aangetast. Het was absoluut nodig dat er ten behoeve van de tempel handel gedreven werd. Het mocht echter niet op deze plaats.
Het derde dat er gebeurde was het feit, dat mensen die van buiten de ene kant van het tempelterrein naar een plaats buiten de andere kant van het tempelterrein moesten, niet de eerbied in acht namen om even om te lopen, maar gewoon over het tempelterrein liepen. Als zij van de stad naar de Olijfberg of omgekeerd moesten, was de snelste route via het tempelplein. Dat deden zij dan ook! Zij gebruikten het tempelterrein als doorgangsweg, als sluiproute (Marcus 11:16). Zo liepen zij hier soms met allerlei bagage te zeulen. Ze waren op het tempelterrein, maar niet om er te bidden, maar omdat het de kortste weg was.
De overheid moet geweten hebben, dat de door de Here Jezus uitgevoerde reiniging terecht was. Het is namelijk opmerkelijk, dat de levitische tempelwacht niet in actie kwam om de Here Jezus te beletten bij Zijn reinigingswerkzaamheden.
Jezus veroordeelde de gebruiken op grond van de Bijbel
De Heer verklaarde Zijn daden door te wijzen op het feit, dat de tempel bedoeld is als gebedshuis voor alle volken. De profeet Jesaja had aangekondigd, dat in het komende Messiaanse vrederijk een gebedshuis zou zijn niet alleen voor het volk Israël, maar voor alle volken. “En de vreemdelingen die zich bij de HERE aansloten om Hem te dienen, en om de Naam des HEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.” (Jesaja 56:6,7)
In dit verband moeten wij ook letten op een bepaalde profetie van Zacharia. De profeet Zacharia had van het Messiaanse vrederijk en van de tempel in die tijd geprofeteerd: “En er zal te dien dage geen Kanaäniet meer zijn in het huis van de HERE der heerscharen.” (Zacharia 14:21)
In onze vertaling staat, dat er in de eindtijd, dat is in de Messiaanse tijd, in de tempel geen Kanaäniet meer zal zijn. Het woord “Kanaäniet” is het woord dat letterlijk door Zacharia gebruikt wordt. Opmerkelijk is het echter, dat het door de joden vaak als “handelaar” vertaald wordt. Het waren namelijk vaak de Kanaänieten die dit soort handel dreven. Deze mensen zaten er alleen maar om handel te drijven en geld te verdienen, zoals de Arabieren in onze tijd ook graag allerlei Joodse souvenirs verkopen. Handel is handel. Maar zij dienen de God van de Joden niet. Zo waren in de tijd van de Bijbel de ongelovige Kanaänieten degenen die handel dreven in of bij de tempel. In feite verontreinigden zij als ongelovigen de dienst van God. In Nehemia 13:16-21 zien wij al een vergelijkbare situatie. Ook daar blijkt, dat het gaat om niet-joodse handelaren, die nota bene op sabbath hun waren aan de man brengen!
Realiseer u hierbij, dat de joden van nature geen handelaren zijn. Van oudsher hielden zij zich bezig met landbouw en veeteelt. Als gevolg van de antisemitische bepalingen konden zij, nadat zij uit hun land verdreven waren, hun eigen beroep niet meer uitoefenen en werden zij gedwongen in de handel te gaan.
Waarschijnlijk heeft het gebruikte woord beide betekenissen en deelt Zacharia ons mee, dat in het komende Messiaanse rijk er geen kooplieden meer zullen zitten in de tempel en dat er dan ook geen Kanaänieten meer in de tempel zullen zijn.
Geen heidense handelaren meer, wel gelovige heidenen in de dienst van God
In de tijd van het Messiaanse vrederijk zullen er geen handelaren meer in het huis des Heren gevonden worden. Terwijl er in vroeger tijden Gibeonieten (Kanaänieten!) in de tabernakel en in de tempel waren als waterdragers en houthakkers (zie Jozua 9), zal dat in het vrederijk niet meer het geval zijn. Uit de niet-joodse volken zullen er mensen zijn die met vreugde het geringste werk ten behoeve van de priesters en ten behoeve van de dienst van God gaan doen.
Jesaja kondigt dit aan: “En zij (de niet-joden) zullen al uw broeders brengen uit alle volken als een offer voor de HERE; op paarden en op wagens, op draagstoelen; op muildieren en op snelle kamelen, naar mijn heilige berg, naar Jeruzalem, zegt de HERE, zoals de Israëlieten het offer in rein vaatwerk naar het huis des HEREN brengen. En ook uit hen zal Ik er nemen tot priesters, tot Levieten, zegt de HERE.” (Jesaja 66:20,21) Jesaja zegt, dat God mensen zal nemen uit de niet-joden, die voor Hem bepaald werk in de toekomstige tempel zullen mogen verrichten. Zoals de Gibeonieten in de tempel mochten assisteren, zo zullen er opnieuw assistenten zijn uit de volkeren. Wat een eer zal het zijn, om als niet-jood dit prachtige werk voor God te mogen verrichten. Zoals er in onze tijd ook uit ons land jongens en meisjes zijn die als niet-joden een bepaalde tijd in een kibboets of in het Israëlische leger dienst doen om het volk van God terzijde te staan en dit als een hoge eer beschouwen, zo zal dit blijkbaar in het vrederijk op veel hoger niveau eveneens geschieden. Het zal dan zo’n hoge eer zijn om dit werk voor God te mogen verrichten, dat rabbijn Redak verwacht, dat het de aanzienlijken uit de volken zullen zijn, die dit werk gaan doen.
Wij zijn er sterk van overtuigd, dat wij aan de vooravond staan van de algehele terugkeer van de Israëlieten, de herbouw van de tempel en de wederkomst van de Here Jezus als Koning in het Messiaanse vrederijk. De Talmoed is ervan overtuigd, dat dit rijk zal komen als er 6000 jaar van de geschiedenis van de aarde verstreken is. De Talmoed zegt zelfs, dat vóór dat dat moment aanbreekt, de aardbodem van het land Israël weer gecultiveerd zal zijn. In onze tijd zien wij, dat dit voor een groot deel gebeurd is. Spoedig zullen, zoals de Bijbel zegt, de volkeren gaan meewerken om de ontheemde joden vanuit de gehele wereld naar Israël te brengen.
"En Jezus ging de tempel binnen en dreef allen uit, die verkochten en kochten in de tempel, en de tafels der wisselaars keerde Hij om en de stoelen van hen, die de duiven verkochten, en Hij zeide tot hen: Er staat geschreven: Mijn huis zal een bedehuis heten, maar gij maakt het tot een rovershol. En in de tempel kwamen blinden en lammen tot Hem en Hij genas hen.Toen de overpriesters en de schriftgeleerden de wonderwerken zagen, die Hij deed, en de kinderen, die in de tempel riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David! Namen zij dat kwalijk en zij zeiden tot Hem Hoort Gij wat dezen zeggen? Jezus zeide tot hen: Ja: hebt gij nooit gelezen: Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid.
De situatie bij de tempel
Naast de gewone bezoekers van de tempel, waren er anderen die met een duidelijke reden kwamen. De een kwam om een offer te brengen, de ander om te bidden, terwijl de volgende ook meteen zijn bijdrage voor de dienst des Heren kwam brengen. Voor al deze mensen moet het een bijzondere ervaring geweest zijn, dat zij zo dicht bij God aanwezig waren. Zij wisten, dat zij op heilige grond stonden, omdat God Zelf daar woonde. Het hele tempelterrein was heilige grond, gewijd aan de aanwezigheid van God en aan de dienst van God. Daarom moest dit ook op een bijzondere wijze gestalte gegeven worden.
De bezoekers van de tempel die een offer kwamen brengen, konden onmogelijk van huis een rund of schaap meenemen. Stel u voor, dat iemand uit Galilea naar de tempel in Jeruzalem, Judea kwam om een offer te brengen en de hele weg een schaap met zich mee liet lopen. Offerdieren moesten verkocht worden. Je kon moeilijk 100 kilometer komen lopen met een koe of een schaap achter je aan. Dat kon niet en dat hoefde ook niet. Bij de tempel waren handelaren die deze dieren verkochten. Van hen kocht je het dier dat je wilde offeren en dit bracht je naar de tempel.
Bezoekers van de tempel die hun jaarlijkse bijdrage kwamen betalen, hadden vaak niet de juiste muntsoort. Zoals wij in Zwitserland of Amerika niet met euro ‘s kunnen betalen, zo konden Joden uit Rome (of andere landen) hun bijdrage aan de tempel niet met de Romeinse munt (nota bene met het beeld van de keizer er op!) betalen. Daarom moest dit geld gewisseld worden. Ook dit kon bij de tempel gebeuren en ook dit was niet verkeerd. Vreemde valuta van Joden die uit andere landen naar Jeruzalem gekomen waren moest omgewisseld worden in de munt van de voorgeschreven tempelbelasting.
Wat wel verkeerd was, was dat de handelaren hun plekje buiten de tempelvoorhof verwisseld hadden voor een plekje in de voorhof. Zij leken zichzelf te beschouwen als ook in de heilige dienst te staan en daarom ook hun werk te mogen verrichten binnen de muren van de voorhof. Handel bij de tempel was absoluut noodzakelijk. Het ging hier echter niet om handel bij de tempel, maar handel in de tempel, dat is op het tempelterrein: de voorhof van de heidenen. De gezagsdragers, priesters en Sanhedrin hadden dit toegestaan. Nu was de tempel niet langer een plaats waar gebeden en geofferd werd, maar waar ook handel gedreven werd. Tegen de handel op deze plaats kwam de Here Jezus in opstand. Hij kwam niet in opstand tegen de handel, maar tegen de handel op het tempelterrein. Deze mensen behoorden hun werk buiten het tempelterrein te doen.
Deze handel was toegestaan op de pleinen en de andere plaatsen bij de tempel (dus buiten de tempelmuren). De handel was echter verplaatst naar het terrein binnen de muren. Waar de ene mens stond te bidden, stond de andere mens een rund te kopen of te verkopen. De waardigheid en de heiligheid van de tempel als woonplaats van God en plaats van gebed voor de mensen werd aangetast. Het was absoluut nodig dat er ten behoeve van de tempel handel gedreven werd. Het mocht echter niet op deze plaats.
Het derde dat er gebeurde was het feit, dat mensen die van buiten de ene kant van het tempelterrein naar een plaats buiten de andere kant van het tempelterrein moesten, niet de eerbied in acht namen om even om te lopen, maar gewoon over het tempelterrein liepen. Als zij van de stad naar de Olijfberg of omgekeerd moesten, was de snelste route via het tempelplein. Dat deden zij dan ook! Zij gebruikten het tempelterrein als doorgangsweg, als sluiproute (Marcus 11:16). Zo liepen zij hier soms met allerlei bagage te zeulen. Ze waren op het tempelterrein, maar niet om er te bidden, maar omdat het de kortste weg was.
De overheid moet geweten hebben, dat de door de Here Jezus uitgevoerde reiniging terecht was. Het is namelijk opmerkelijk, dat de levitische tempelwacht niet in actie kwam om de Here Jezus te beletten bij Zijn reinigingswerkzaamheden.
Jezus veroordeelde de gebruiken op grond van de Bijbel
De Heer verklaarde Zijn daden door te wijzen op het feit, dat de tempel bedoeld is als gebedshuis voor alle volken. De profeet Jesaja had aangekondigd, dat in het komende Messiaanse vrederijk een gebedshuis zou zijn niet alleen voor het volk Israël, maar voor alle volken. “En de vreemdelingen die zich bij de HERE aansloten om Hem te dienen, en om de Naam des HEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.” (Jesaja 56:6,7)
In dit verband moeten wij ook letten op een bepaalde profetie van Zacharia. De profeet Zacharia had van het Messiaanse vrederijk en van de tempel in die tijd geprofeteerd: “En er zal te dien dage geen Kanaäniet meer zijn in het huis van de HERE der heerscharen.” (Zacharia 14:21)
In onze vertaling staat, dat er in de eindtijd, dat is in de Messiaanse tijd, in de tempel geen Kanaäniet meer zal zijn. Het woord “Kanaäniet” is het woord dat letterlijk door Zacharia gebruikt wordt. Opmerkelijk is het echter, dat het door de joden vaak als “handelaar” vertaald wordt. Het waren namelijk vaak de Kanaänieten die dit soort handel dreven. Deze mensen zaten er alleen maar om handel te drijven en geld te verdienen, zoals de Arabieren in onze tijd ook graag allerlei Joodse souvenirs verkopen. Handel is handel. Maar zij dienen de God van de Joden niet. Zo waren in de tijd van de Bijbel de ongelovige Kanaänieten degenen die handel dreven in of bij de tempel. In feite verontreinigden zij als ongelovigen de dienst van God. In Nehemia 13:16-21 zien wij al een vergelijkbare situatie. Ook daar blijkt, dat het gaat om niet-joodse handelaren, die nota bene op sabbath hun waren aan de man brengen!
Realiseer u hierbij, dat de joden van nature geen handelaren zijn. Van oudsher hielden zij zich bezig met landbouw en veeteelt. Als gevolg van de antisemitische bepalingen konden zij, nadat zij uit hun land verdreven waren, hun eigen beroep niet meer uitoefenen en werden zij gedwongen in de handel te gaan.
Waarschijnlijk heeft het gebruikte woord beide betekenissen en deelt Zacharia ons mee, dat in het komende Messiaanse rijk er geen kooplieden meer zullen zitten in de tempel en dat er dan ook geen Kanaänieten meer in de tempel zullen zijn.
Geen heidense handelaren meer, wel gelovige heidenen in de dienst van God
In de tijd van het Messiaanse vrederijk zullen er geen handelaren meer in het huis des Heren gevonden worden. Terwijl er in vroeger tijden Gibeonieten (Kanaänieten!) in de tabernakel en in de tempel waren als waterdragers en houthakkers (zie Jozua 9), zal dat in het vrederijk niet meer het geval zijn. Uit de niet-joodse volken zullen er mensen zijn die met vreugde het geringste werk ten behoeve van de priesters en ten behoeve van de dienst van God gaan doen.
Jesaja kondigt dit aan: “En zij (de niet-joden) zullen al uw broeders brengen uit alle volken als een offer voor de HERE; op paarden en op wagens, op draagstoelen; op muildieren en op snelle kamelen, naar mijn heilige berg, naar Jeruzalem, zegt de HERE, zoals de Israëlieten het offer in rein vaatwerk naar het huis des HEREN brengen. En ook uit hen zal Ik er nemen tot priesters, tot Levieten, zegt de HERE.” (Jesaja 66:20,21) Jesaja zegt, dat God mensen zal nemen uit de niet-joden, die voor Hem bepaald werk in de toekomstige tempel zullen mogen verrichten. Zoals de Gibeonieten in de tempel mochten assisteren, zo zullen er opnieuw assistenten zijn uit de volkeren. Wat een eer zal het zijn, om als niet-jood dit prachtige werk voor God te mogen verrichten. Zoals er in onze tijd ook uit ons land jongens en meisjes zijn die als niet-joden een bepaalde tijd in een kibboets of in het Israëlische leger dienst doen om het volk van God terzijde te staan en dit als een hoge eer beschouwen, zo zal dit blijkbaar in het vrederijk op veel hoger niveau eveneens geschieden. Het zal dan zo’n hoge eer zijn om dit werk voor God te mogen verrichten, dat rabbijn Redak verwacht, dat het de aanzienlijken uit de volken zullen zijn, die dit werk gaan doen.
Wij zijn er sterk van overtuigd, dat wij aan de vooravond staan van de algehele terugkeer van de Israëlieten, de herbouw van de tempel en de wederkomst van de Here Jezus als Koning in het Messiaanse vrederijk. De Talmoed is ervan overtuigd, dat dit rijk zal komen als er 6000 jaar van de geschiedenis van de aarde verstreken is. De Talmoed zegt zelfs, dat vóór dat dat moment aanbreekt, de aardbodem van het land Israël weer gecultiveerd zal zijn. In onze tijd zien wij, dat dit voor een groot deel gebeurd is. Spoedig zullen, zoals de Bijbel zegt, de volkeren gaan meewerken om de ontheemde joden vanuit de gehele wereld naar Israël te brengen.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)