HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 114
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
EED
VAN KAJAFAS EN VERLOCHENING VAN PETRUS
BIJBELTEKST Mattheüs 26 Markus 14 Lukas
22 Johannes 18
Uit het evangelie volgens Markus:
53 Jezus werd meegevoerd naar het huis van de hogepriester om te worden voorgeleid, en alle hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden kwamen daar bijeen. 54 Petrus volgde hem op een afstand tot op de binnenplaats van het huis van de hogepriester, waar hij tussen de knechten ging zitten en zich warmde aan het vuur.
55 De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden iemand een getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood konden veroordelen, maar dat lukte hun niet; 56 want hoewel veel mensen een valse verklaring aflegden, waren hun getuigenissen niet eensluidend. 57 Toen kwamen er een paar met de volgende valse verklaring: 58 ‘We hebben hem horen zeggen: “Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is.”’ 59 Maar ook op dit punt waren de getuigenverklaringen niet afdoende. 60 De hogepriester stond op en vroeg Jezus: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’ 61 Maar hij bleef zwijgen en antwoordde niet. Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’ 62 Jezus zei: ‘Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ 63 De hogepriester scheurde zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? 64 U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende. 65 Toen begonnen sommigen hem te bespuwen; ze blinddoekten hem en sloegen hem in het gezicht en zeiden tegen hem: ‘Profeteer nu maar!’, en ook de dienaren onthaalden hem op vuistslagen.
66 Terwijl Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam een van de dienstmeisjes van de hogepriester voorbij. 67 Toen ze Petrus bij het vuur zag zitten, keek ze hem aan en zei: ‘Jij was ook bij die Jezus van Nazaret!’ 68 Maar hij ontkende dat en zei: ‘Ik weet niet waar je het over hebt, ik begrijp echt niet wat je bedoelt.’ Hij ging naar buiten, naar het voorportaal, en er kraaide een haan. (14:68) naar het voorportaal, en er kraaide een haan – Andere handschriften lezen: ‘naar het voorportaal’.69 Toen het meisje hem daar weer zag, zei ze opnieuw, nu tegen de omstanders: ‘Hij is een van hen!’ 70 Maar hij ontkende het weer. En algauw zeiden ook de omstanders tegen Petrus: ‘Je bent wel degelijk een van hen, jij komt immers ook uit Galilea.’ 71 Maar hij begon te vloeken en zwoer: ‘Ik ken die man over wie jullie het hebben niet!’ 72 En meteen kraaide de haan voor de tweede keer. En Petrus herinnerde zich dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Voordat een haan tweemaal heeft gekraaid, zul je mij driemaal verloochenen.’ En toen hem dat te binnen schoot, begon hij te huilen.
Waarvoor hebben we nog getuigen nodig?
Kajafas laat nu verder alle beschuldigingen, die de valse getuigen naar voren hebben gebracht, rusten. Het gaat nu om de hoofdvraag: ‘Ik bezweer U bij de levende God dat U ons zegt of U de Messias bent, de Zoon van God?’ (Mat 26:63).
De formulering die Kajafas gebruikt "Ik bezweer U bij de levende God " is de gebruikelijke die in een rechtzaak wordt gehanteerd. De rechter spreekt de eedsformule uit, de beklaagde antwoord bevestigend. Op deze vraag een bevestigend antwoord geven, betekent de dood en de verlossing van Zijn volk, een ontkennend antwoord betekent waarschijnlijk Zijn vrijlating, maar in ieder geval de vernietiging van Zijn volk. Christus geeft dan ook het enige antwoord dat afdoende is: ‘U hebt het gezegd.’
Eenmaal eerder had Christus dit aan zijn discipelen in het geheim meegedeeld (Mat 16:15-20), nu verkondigd Hij het openlijk aan de vertegenwoordigers van het volk. Maar voegt er ook iets aan toe: ‘Maar Ik zeg u: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien, gezeten aan de rechterhand van de Macht en komend op de wolken van de hemel.’ (Mat 26:64; Mark 14:52). Dit is een verwijzing naar de profetie (Ps 110:1; 118;11; Dan 7:13).
Het Sanhedrin heeft in spanning toegeluisterd. De beslissende uitspraak is gekomen, en Kajafas roept uit: ‘Hij heeft God gelasterd. Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt nu toch de godslastering gehoord. Wat vindt u?’ (Mat 26:65). Het misdrijf is dat Hij God lasterde en daarop staat maar één straf: ‘Hij verdient de doodstraf.’ (Lev 24:16). Slechts één man stemt hier niet mee in: Jozef van Arimathea (Luk 23:51), zeer waarschijnlijk tot grote ergenis van de anderen
Teksten over Jezus als God:
Filippenzen 2:
5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.
6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast,
7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens.
Johannes 1:
1 ¶ In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
2 Het was in het begin bij God.
3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.
4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.
Johannes 1:
18 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
Johannes 5:
18 Vanaf dat moment probeerden de Joden hem te doden, omdat hij niet alleen de sabbat ondermijnde, maar bovendien God zijn eigen Vader noemde, en zichzelf zo aan God gelijkstelde.
Johannes 10:
29 Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, 30 en de Vader en ik zijn één.’
Romeinen 9:
5 omwille van het volk dat van de aartsvaders afstamt en waaruit Christus is voortgekomen. God, die boven alles verheven is, zij geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
5 hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen. (NBG vertaling – helderder)
Titus 2:
13 in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.
2 Petrus 1:
1 ¶ Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en van onze redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij.
1 ¶ Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus: (NBG vertaling)
1 Johannes 5:
20 We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de Waarachtige te kennen. En wij zijn in de Waarachtige, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, hij is het eeuwige leven.
Hebreeërs 1:
1 ¶ Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, 2 maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. 3 In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit,
1 Timoteüs 3:
16 Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken,
vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit.
Johannes 6:
45 Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.” Iedereen die naar de Vader luistert en van hem leert komt bij mij.
Johannes 8:
58 ‘Waarachtig, ik verzeker u, ‘antwoordde Jezus, ‘van voordat Abraham er was, ben ik er.’
Johannes 10:
33 ‘Voor een goede daad zullen we u niet stenigen, ‘antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!’
Johannes 14:
9 Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien?
Markus 2:
6 Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf:
7 Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven!
Lukas 7:
47 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ 48 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ 49 Zijn tafelgenoten dachten bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft?
Johannes 20:
28 Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’
Matteüs 26:
63 Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de messias bent, de Zoon van God.’
64 Jezus antwoordde: ‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel.’
65 Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe hij God lastert.
66 Wat denkt u?’ Ze antwoordden: ‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’
53 Jezus werd meegevoerd naar het huis van de hogepriester om te worden voorgeleid, en alle hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden kwamen daar bijeen. 54 Petrus volgde hem op een afstand tot op de binnenplaats van het huis van de hogepriester, waar hij tussen de knechten ging zitten en zich warmde aan het vuur.
55 De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden iemand een getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood konden veroordelen, maar dat lukte hun niet; 56 want hoewel veel mensen een valse verklaring aflegden, waren hun getuigenissen niet eensluidend. 57 Toen kwamen er een paar met de volgende valse verklaring: 58 ‘We hebben hem horen zeggen: “Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is.”’ 59 Maar ook op dit punt waren de getuigenverklaringen niet afdoende. 60 De hogepriester stond op en vroeg Jezus: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’ 61 Maar hij bleef zwijgen en antwoordde niet. Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’ 62 Jezus zei: ‘Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ 63 De hogepriester scheurde zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? 64 U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende. 65 Toen begonnen sommigen hem te bespuwen; ze blinddoekten hem en sloegen hem in het gezicht en zeiden tegen hem: ‘Profeteer nu maar!’, en ook de dienaren onthaalden hem op vuistslagen.
66 Terwijl Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam een van de dienstmeisjes van de hogepriester voorbij. 67 Toen ze Petrus bij het vuur zag zitten, keek ze hem aan en zei: ‘Jij was ook bij die Jezus van Nazaret!’ 68 Maar hij ontkende dat en zei: ‘Ik weet niet waar je het over hebt, ik begrijp echt niet wat je bedoelt.’ Hij ging naar buiten, naar het voorportaal, en er kraaide een haan. (14:68) naar het voorportaal, en er kraaide een haan – Andere handschriften lezen: ‘naar het voorportaal’.69 Toen het meisje hem daar weer zag, zei ze opnieuw, nu tegen de omstanders: ‘Hij is een van hen!’ 70 Maar hij ontkende het weer. En algauw zeiden ook de omstanders tegen Petrus: ‘Je bent wel degelijk een van hen, jij komt immers ook uit Galilea.’ 71 Maar hij begon te vloeken en zwoer: ‘Ik ken die man over wie jullie het hebben niet!’ 72 En meteen kraaide de haan voor de tweede keer. En Petrus herinnerde zich dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Voordat een haan tweemaal heeft gekraaid, zul je mij driemaal verloochenen.’ En toen hem dat te binnen schoot, begon hij te huilen.
Waarvoor hebben we nog getuigen nodig?
Kajafas laat nu verder alle beschuldigingen, die de valse getuigen naar voren hebben gebracht, rusten. Het gaat nu om de hoofdvraag: ‘Ik bezweer U bij de levende God dat U ons zegt of U de Messias bent, de Zoon van God?’ (Mat 26:63).
De formulering die Kajafas gebruikt "Ik bezweer U bij de levende God " is de gebruikelijke die in een rechtzaak wordt gehanteerd. De rechter spreekt de eedsformule uit, de beklaagde antwoord bevestigend. Op deze vraag een bevestigend antwoord geven, betekent de dood en de verlossing van Zijn volk, een ontkennend antwoord betekent waarschijnlijk Zijn vrijlating, maar in ieder geval de vernietiging van Zijn volk. Christus geeft dan ook het enige antwoord dat afdoende is: ‘U hebt het gezegd.’
Eenmaal eerder had Christus dit aan zijn discipelen in het geheim meegedeeld (Mat 16:15-20), nu verkondigd Hij het openlijk aan de vertegenwoordigers van het volk. Maar voegt er ook iets aan toe: ‘Maar Ik zeg u: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien, gezeten aan de rechterhand van de Macht en komend op de wolken van de hemel.’ (Mat 26:64; Mark 14:52). Dit is een verwijzing naar de profetie (Ps 110:1; 118;11; Dan 7:13).
Het Sanhedrin heeft in spanning toegeluisterd. De beslissende uitspraak is gekomen, en Kajafas roept uit: ‘Hij heeft God gelasterd. Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt nu toch de godslastering gehoord. Wat vindt u?’ (Mat 26:65). Het misdrijf is dat Hij God lasterde en daarop staat maar één straf: ‘Hij verdient de doodstraf.’ (Lev 24:16). Slechts één man stemt hier niet mee in: Jozef van Arimathea (Luk 23:51), zeer waarschijnlijk tot grote ergenis van de anderen
Teksten over Jezus als God:
Filippenzen 2:
5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.
6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast,
7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens.
Johannes 1:
1 ¶ In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
2 Het was in het begin bij God.
3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.
4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.
Johannes 1:
18 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
Johannes 5:
18 Vanaf dat moment probeerden de Joden hem te doden, omdat hij niet alleen de sabbat ondermijnde, maar bovendien God zijn eigen Vader noemde, en zichzelf zo aan God gelijkstelde.
Johannes 10:
29 Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, 30 en de Vader en ik zijn één.’
Romeinen 9:
5 omwille van het volk dat van de aartsvaders afstamt en waaruit Christus is voortgekomen. God, die boven alles verheven is, zij geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
5 hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen. (NBG vertaling – helderder)
Titus 2:
13 in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.
2 Petrus 1:
1 ¶ Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en van onze redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij.
1 ¶ Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus: (NBG vertaling)
1 Johannes 5:
20 We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de Waarachtige te kennen. En wij zijn in de Waarachtige, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, hij is het eeuwige leven.
Hebreeërs 1:
1 ¶ Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, 2 maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. 3 In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit,
1 Timoteüs 3:
16 Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken,
vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit.
Johannes 6:
45 Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.” Iedereen die naar de Vader luistert en van hem leert komt bij mij.
Johannes 8:
58 ‘Waarachtig, ik verzeker u, ‘antwoordde Jezus, ‘van voordat Abraham er was, ben ik er.’
Johannes 10:
33 ‘Voor een goede daad zullen we u niet stenigen, ‘antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!’
Johannes 14:
9 Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien?
Markus 2:
6 Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf:
7 Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven!
Lukas 7:
47 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ 48 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ 49 Zijn tafelgenoten dachten bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft?
Johannes 20:
28 Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’
Matteüs 26:
63 Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de messias bent, de Zoon van God.’
64 Jezus antwoordde: ‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel.’
65 Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe hij God lastert.
66 Wat denkt u?’ Ze antwoordden: ‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’
DOOR PETRUS
VERLOOCHEND
Petrus: zijn oorspronkelijke naam is Simon. Hij en zijn vader en broers waren vissers, afkomstig uit Kafarnaum. Petrus is aanvankelijk een discipel van Johannes de Doper geweest, maar door zijn broer Andreas aan Jezus voorgesteld.
Hij had een vurig karakter, hij treedt heel vaak op de voorgrond. Soms verliest hij door zijn vurigheid wel eens de realiteit, wanneer hij verklaart Jezus nooit te zullen verloochenen. Hij zou wel voor Hem willen sterven. Hij wil ook niet dat Jezus zijn voeten wast; hij slaat Malchus een oor af.
Maar Petrus is ook vurig en hartstochtelijk in zijn belijden. Hij behoorde bij de drie discipelen die Jezus het liefst dicht bij zich had.
Rechtszitting: er vinden twee rechtszittingen plaats, een onofficiële in de nacht in het paleis van Kajafas en een officiële in de morgen in de rechtszaal. Volgens de wet mag het hooggerechtshof alleen overdag samenkomen om een vonnis uit te spreken. Het is ongehoord dat het hof in de nacht samenkomt. Men heeft grote haast en wil Jezus zo spoedig mogelijk laten terechtstellen, voordat het volk op de hoogte komt van zijn arrestatie.
- Petrus durft wel. Hij weet heel goed dat hij in het paleis van Kajafas gevaar loopt herkend te worden, met alle nare gevolgen van dien. Hij heeft immers net in Getsemane het oor van Malchus eraf geslagen, hij loopt het risico dat ze zich op hem zullen wreken.
- Petrus raakt steeds verder in zijn verloochening. Eerst doet hij net of hij de vraag van het dienstmeisje niet begrijpt en probeert van onderwerp te veranderen. Daarna verklaart hij onder ede dat hij Jezus niet kent om tenslotte onder ede Jezus zelfs te verloochenen. petrus zondigt uit vrees voor zijn leven. Hij is zich plotseling bewust van het grote gevaar dat hij loopt.
- Petrus verloochent Jezus ten aanhoren van veel getuigen. Hij durft op dat moment niet vrijmoedig voor zijn geloof uit te komen. Gelukkig is het bij deze ene keer gebleven. Hij heeft het niet uit boosheid, maar eerder uit zwakheid en angst gedaan.
Petrus: zijn oorspronkelijke naam is Simon. Hij en zijn vader en broers waren vissers, afkomstig uit Kafarnaum. Petrus is aanvankelijk een discipel van Johannes de Doper geweest, maar door zijn broer Andreas aan Jezus voorgesteld.
Hij had een vurig karakter, hij treedt heel vaak op de voorgrond. Soms verliest hij door zijn vurigheid wel eens de realiteit, wanneer hij verklaart Jezus nooit te zullen verloochenen. Hij zou wel voor Hem willen sterven. Hij wil ook niet dat Jezus zijn voeten wast; hij slaat Malchus een oor af.
Maar Petrus is ook vurig en hartstochtelijk in zijn belijden. Hij behoorde bij de drie discipelen die Jezus het liefst dicht bij zich had.
Rechtszitting: er vinden twee rechtszittingen plaats, een onofficiële in de nacht in het paleis van Kajafas en een officiële in de morgen in de rechtszaal. Volgens de wet mag het hooggerechtshof alleen overdag samenkomen om een vonnis uit te spreken. Het is ongehoord dat het hof in de nacht samenkomt. Men heeft grote haast en wil Jezus zo spoedig mogelijk laten terechtstellen, voordat het volk op de hoogte komt van zijn arrestatie.
- Petrus durft wel. Hij weet heel goed dat hij in het paleis van Kajafas gevaar loopt herkend te worden, met alle nare gevolgen van dien. Hij heeft immers net in Getsemane het oor van Malchus eraf geslagen, hij loopt het risico dat ze zich op hem zullen wreken.
- Petrus raakt steeds verder in zijn verloochening. Eerst doet hij net of hij de vraag van het dienstmeisje niet begrijpt en probeert van onderwerp te veranderen. Daarna verklaart hij onder ede dat hij Jezus niet kent om tenslotte onder ede Jezus zelfs te verloochenen. petrus zondigt uit vrees voor zijn leven. Hij is zich plotseling bewust van het grote gevaar dat hij loopt.
- Petrus verloochent Jezus ten aanhoren van veel getuigen. Hij durft op dat moment niet vrijmoedig voor zijn geloof uit te komen. Gelukkig is het bij deze ene keer gebleven. Hij heeft het niet uit boosheid, maar eerder uit zwakheid en angst gedaan.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)