HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 117
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
JEZUS VOOR PILATUS
BIJBELTEKST Mattheüs 27 Markus 15 Lukas 23
Uit het evangelie volgens Lukas:
1 Ze stonden allen op en leidden hem voor aan Pilatus.
2 Daar brachten ze de volgende beschuldigingen tegen hem in: ‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen en dat hij van zichzelf zegt de messiaanse koning te zijn.’ 3 Pilatus vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het.’ 4 Daarop zei Pilatus tegen de hogepriesters en de samengeschoolde menigte: ‘Ik vind niets waaraan deze man schuldig is.’ 5 Maar ze bleven hardnekkig beweren: ‘In heel Judea ruit hij met zijn onderricht het volk op, van Galilea tot hier!’ 6 Toen Pilatus dit hoorde, vroeg hij aan Jezus of hij uit Galilea kwam, 7 en toen hij besefte dat hij onder Herodes’ gezag viel, stuurde hij hem naar Herodes, die op dat moment in Jeruzalem verbleef.
Uit het evangelie volgens Mattheüs:
1 De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. 2 Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. 3 Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug 4 en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ 5 Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. 6 De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: ‘We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.’ 7 Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. 8 Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker. 9 Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: ‘En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, 10 en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.’
11 Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze hem de vraag: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’ 12 Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen hem inbrachten, antwoordde hij niet één keer. 13 Daarop zei Pilatus tegen hem: ‘Hoort u niet wat deze getuigen allemaal tegen u inbrengen?’ 14 Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde.
Uit het evangelie volgens Markus:
1 Ze stonden allen op en leidden hem voor aan Pilatus.
2 Daar brachten ze de volgende beschuldigingen tegen hem in: ‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen en dat hij van zichzelf zegt de messiaanse koning te zijn.’ 3 Pilatus vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het.’ 4 Daarop zei Pilatus tegen de hogepriesters en de samengeschoolde menigte: ‘Ik vind niets waaraan deze man schuldig is.’ 5 Maar ze bleven hardnekkig beweren: ‘In heel Judea ruit hij met zijn onderricht het volk op, van Galilea tot hier!’ 6 Toen Pilatus dit hoorde, vroeg hij aan Jezus of hij uit Galilea kwam, 7 en toen hij besefte dat hij onder Herodes’ gezag viel, stuurde hij hem naar Herodes, die op dat moment in Jeruzalem verbleef.
Uit het evangelie volgens Mattheüs:
1 De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. 2 Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. 3 Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug 4 en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ 5 Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. 6 De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: ‘We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.’ 7 Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. 8 Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker. 9 Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: ‘En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, 10 en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.’
11 Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze hem de vraag: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’ 12 Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen hem inbrachten, antwoordde hij niet één keer. 13 Daarop zei Pilatus tegen hem: ‘Hoort u niet wat deze getuigen allemaal tegen u inbrengen?’ 14 Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde.
Uit het evangelie volgens Markus:
1 ’s Ochtends in
alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden
en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Na Jezus geboeid te
hebben, brachten ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus.
Vraag van Pilatus aan Jezus: bent u de Koning van de Joden?
Koning Adam
.
Mattheüs begint in het Grieks met de woorden: “Boek van de wording van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham”. Boek van de wording, een pretentieuze titel voor 17 verzen. Tenzij wij met bijbelse oren luisteren. Mattheüs wil verwijzen naar twee teksten in de Griekse Bijbel: Genesis 2:4 en 5:1. De eerste geeft antwoord op de vraag hoe de hemel en de aarde geworden zijn tot wat zij zijn: de goede schepping, de zondeval, de scheiding tussen geloof en ongeloof. De tweede tekst op de vraag hoe de zondige mensheid geworden is tot wat zij nu is.
De val van koning Adam is diep. Hij heeft zijn koningschap verzondigd en verspeeld. Koning Adam stond niet in zijn hemd, maar in zijn naaktheid. De Heere komt met de moederbelofte. Hij gaat voor een koning zorgen.
Koning Jezus
Mattheüs laat iets heel opmerkelijks zien. Hij verdeelt de geschiedenis in drie perioden: van Abraham tot David. Het lijkt uit te lopen op de van God geschonken koning. Maar wat laat de tweede periode zien? Het koningschap van David loopt vast in de ballingschap. En wat is het aangrijpende van de derde periode? Dat deze niet eindigt. Wat nu? God gaat dé Koning schenken. Jozef wordt aangesproken als de zoon van David (1:20). Het geslachtsregister eindigt bij Jozef, niet omdat Jezus uit Jozef is, maar omdat Jezus als de Koning komt vóór Davids huis.
Opmerkelijk is dat dan de geschiedenis volgt van de wijzen uit het oosten. Zij moeten in Jeruzalem openlijk proclameren dat de Koning van de Joden geboren is. Herodes verstaat het. Hij vraagt waar de Christus geboren zal worden. Hij weet dat het moet gaan om de aan David beloofde koning.
De Koning is anders
Het vervolg laat zien dat deze Koning anders is dan de Joden zich en dan wij ons voorstellen. Hij moet vluchten naar Egypte. Waarom? Om de weg van Israël te gaan, maar dan anders. Israël werd uit Egypte geroepen om een licht te zijn voor de volken. Israël ging in plaats daarvan de weg van de volken en kwam in ballingschap terecht en daarin is Israëls geschiedenis vastgelopen. Jezus gaat nu in ballingschap in Egypte.
Na de dood van Herodes roept God Zijn Zoon uit Egypte. Gods ware Knecht trekt als Israël op uit Egypte. De Koning komt tot Zijn volk. Waar gaat Hij heen? Naar Jeruzalem of Bethlehem? Nee, de intocht is incognito als een hulpeloos kind in het meest verachte deel: Galilea der heidenen. Zo zal Galilea een groot licht zien. Het is profetie van de weg die de ware Koning moet gaan. Hij moet de straf en de schuld dragen van koning Adam en van koning David.
Koninkrijk
Het woord Koninkrijk komt ongeveer vijftig keer voor in Mattheüs. Jezus begint Zijn prediking met (4:17): “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen”. Dan behandelt Mattheüs in de Bergrede de afkondiging van het geheim en van de grondwet van het Koninkrijk der hemelen (5-7). En hoe begint deze? Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen. Als een gouden sleutelwoord keert dit in de Bergrede terug (5:11,19, 20; 6:10,13; 33; 7:21).
In de rest van Mattheüs vinden we vele gelijkenissen en aspecten van het Koninkrijk der hemelen. Christus onderwijst dat dit koninkrijk zo anders is. Het gaat om een zaad dat sterft. Zo brengt het vrucht voort. De Koning Zelf gaat deze weg.
De ultieme bespotting van de Koning
Pilatus vraagt Jezus: “Bent u de Koning van de Joden?” Jezus antwoordt bevestigend (27:11). Daarmee lijkt Hij Zichzelf belachelijk te maken. De Joden leveren Hem uit. “Wij hebben geen koning dan de keizer”. Ja, maar we moeten het goed lezen. De 2e naamval “van de Joden”, kan vanuit het Grieks op twee manieren gelezen worden.
A. De Koning van de Joden. Hun eigendom. Zo wordt Hij verworpen, omdat Hij hun eigendom niet wilde zijn. Hij liet Zich geen koning maken. Dat zou de zondeval van de tweede koning Adam zijn.
B. De Koning voor de Joden. Ja, dat is Hij. En daarom gaat Hij deze weg tot het uiterste. Hij is de Koning van Israëls God gegeven.
Deze belijdenis komt Hem duur te staan. De soldaten, de heidenen die aan het begin kwamen als een belofte, gaan Hem verwerpen. Ze spotten met Hem als Koning. Wij doen met Koning Jezus, wat God niet deed met koning Adam: lachen in Zijn verderf.
De Koning draagt het oordeel. En zo vinden we boven Zijn kruis het opschrift als een aanklacht en als een bespotting: “Dit is Jezus, de Koning van de Joden” (27:37).
De koninklijke heerlijkheid
De Koning is de weg van het oordeel gegaan en wat is de heerlijkheid die Hij bereikt? Waar eindigt Mattheüs mee? Met: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (28:18). En deze Koning zendt Zijn herauten uit om het evangelie van het Koninkrijk alom te verkondigen. En Hij zegt de Zijnen toe: "Ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld”.
Het einde verklaart het begin. De Koning is werkelijk Immanuël, God met ons. De Kerk moet echter wel nauwkeurig de door de Koning in Zijn vernedering onthulde geheimen leren om de weg van de Koning en van het Koninkrijk met de Zijnen te verstaan. Wij moeten niet dromen van een aards Koninkrijk, noch in de kerk, noch in ons leven. De Koning neemt ons mee in Zijn weg, maar de uitkomst van Zijn weg is een zekere belofte voor ons. Zo wij met Hem lijden, wij zullen ook met Hem verheerlijkt worden. En op de nieuwe aarde zal de Koning schitteren in Zijn heerlijkheid. De hele aarde zal er vol van zijn. En wij zullen als koningen en priesters met Hem heersen en zingen: “Dit is, dit is mijn Koning!”
Vertel het aan de kinderen
Het was de dag nadat Jezus ’s avonds was verhoord voor de hogepriester. Daar hadden de overpriesters, de Schriftgeleerden en ouderlingen Hem vals beschuldigd – ze hadden van álles geroepen wat Hij gedaan zou hebben, terwijl de Heere Jezus ónschuldig was. En toen had Petrus Hem ’s nachts nog verloochend..
Maar het was nog niet klaar met de veroordeling van Jezus. De volgende morgen al vroeg kwamen de overpriesters, de ouderlingen en de Schriftgeleerden alweer vroeg bij elkaar. Ze wilden Jezus weg hebben, voordat het Paasfeest zou zijn. Dan wilden ze rustig het feest kunnen houden. En ze wilden niet dat de mensen die wél graag naar Jezus luisterden het zouden horen. Die zouden natuurlijk protesteren, zeggen dat ze Jezus níet moesten kruisigen, en daar hadden ze geen zin in. Daarom wilden ze Jezus zo snel mogelijk weg hebben.
De Romeinen waren de baas over het Joodse volk in die tijd, dus ze hadden toestemming nodig van de stadhouder Pilatus, om Jezus te mogen doden. Dus bonden ze Jezus en brachten Hem voor Pilatus.
Pilatus moest nu de zaak onderzoeken; hij moest kijken of Jezus werkelijk straf had verdiend. Hij hoorde de beschuldigingen aan die de Joden allemaal riepen. De één zei dit, de ander dat.. Wat Pilatus er in ieder geval wel uit begreep was dat deze man had gezegd dat Hij de Koning van de Joden zou zijn. Nou, dat was niet te zien! En zo te merken wilden deze Joden Hem ook helemaal niet als hun koning. Nou, dát vond hij eigenlijk wel goed, want híj, en de Romeinen wilden de baas blijven over de Joden. Dan moest er geen koning komen die de macht over ging nemen. Dan kwam er misschien weer oorlog. Nee, alsjeblieft niet iemand die over de Joden wilde regeren. Dat wilden de Romeinen blijven doen!
Pilatus besloot om dat in ieder geval eens na te vragen bij de Heere Jezus. En Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de Koning van de Joden?’ De Heere Jezus antwoordde: ‘Gij zegt het.’ Daarmee bedoelde Hij: Ik ben wel de Koning van de Joden, maar niet een aards koning zoals Herodus en andere koningen zijn geweest. Ik ben de hemelse Koning. Ik regeer niet alleen over een stukje van de aarde, maar over de hele wereld! Over hemel en aarde!
De overpriesters voelden wel aan dat dit niet genoeg was voor de doodstraf, als iemand zich alleen maar koning van de Joden noemde, en ze begonnen Jezus opnieuw met van alles te beschuldigen. . Maar Jezus zei niets meer. Pilatus snapte dat niet. Als die mensen nou over je staan te liegen, dan protesteer je toch?! Dan mag je je toch wel verdedigen?
Maar Jezus deed het niet. Hij zou gewillig sterven aan het kruis, om alle zonden van de wereld weg te dragen. Hij antwoordde niet met één woord. Zelfs niet toen de stadhouder Pilatus het aan Hem vroeg: ‘Antwoordt Gij niet? U ziet toch wat ze allemaal over U zeggen? Maar Jezus bleef stil. Hij wist wel dat Hij onschuldig was, maar Hij zou gewillig de straf voor de zonden dragen die jij en ik hadden verdiend. Al eeuwen geleden hadden profeten zoals Jesaja en Zacharia al voorzegd dat Hij zijn zou zoals een schaap dat geschoren moet worden. Die schapen geven geen kick, maar ondergaan het stil, totdat de schaapscheerder klaar is met het scheren van hun vacht. En heb je wel eens zo’n klein lammetje van dichtbij gezien? Als je die beetpakt zegt het niets, al zóu je het meenemen om te slachten; het lammetje hóór je niet..
Zó deed Jezus ook. Hij wíst dat Hij gedood zou worden, maar Hij zei helemaal niets. Hij heeft niets gezegd, niet gescholden of geklaagd. Hij was volmaakt gehoorzaam aan de Heere God, om zo Zijn volk te verlossen.
Pilatus vond het ondertussen maar erg vreemd dat deze man niets terug zei. Hij was wel wat anders gewend! Sommige moordenaars waren continue aan het schreeuwen en schelden, of ze beloofden juist dat ze het voortaan écht niet meer zouden doen, als ze maar weer vrijgelaten werden. Het verwonderde Pilatus dat Jezus zo rustig en gehoorzaam daar voor hem stond. Waarom waren die Joden dan toch zo boos; wat kon deze man nou voor verschrikkelijks hebben gedaan? Pilatus voelde wel dat de Joden om een of andere reden boos waren dat ze ook niet konden hebben dat het volk zo graag naar Jezus luisterde en meer bewondering voor deze Jezus had dan voor de Farizeeërs en Schriftgeleerden. Maar ondertussen stookten die ouderlingen en Schriftgeleerden alle mensen op die er nu bij waren, dat ze niet zouden rusten voordat ze Jezus gekruisigd hadden. Pilatus werd er bang van! Wat zouden ze hém doen als hij nu nee zou zeggen? Dan raakte hij zelf misschien z’n goede baan wel kwijt.. wat kan hij beginnen tegen al die boze mensen?
Eén ding zou hij nog kunnen proberen!
Het was een traditie om met het Paasfeest één misdadiger vrij te laten. Het volk mocht dan kiezen wie. Nu zat er juist een vreselijke misdadiger in de gevangenis; voor die man zou iedereen bang zijn. Deze man heette Bar-abbas, hij was een moordenaar. Het opgestookte volk begon te roepen dat Pilatus ook nu zo’n gevangene vrij zou laten..
Pilatus probeerde hiermee Jezus nog te redden, van Wie hij wel voelde dat hij láng niet zo’n erge misdadiger was als sommige van die moordenaars zoals Bar-abbas. En hij antwoordt het volk met een voorstel: ‘Wilt u, da ik dan dit paasfeest deze Koning der Joden loslaat?’
Maar de overpriesters hadden hem door, ze zagen hun hoop dat Jezus snel uit de weg geruimd zou zijn, al verdwijnen. Dát mocht niet gebeuren! Ze stookten de mensen op: ‘Niet doen! Niet luisteren! Deze Jezus moet gekruisigd worden!’ De mensen luisterden hiernaar, ook al door elkaar opgestookt.. zodat ze zeiden dat ze liever wilden dat Bar-abbas losgelaten zou worden. Dit móest ook zo gebeuren, want Jezus moest sterven aan het kruis, om ons te kunnen verlossen van de zonden.
Nu wist Pilatus het ook niet meer. Hij was bang dat hij nog veel ellende zou krijgen als hij die Farizeeërs en Schriftgeleerden hun zin niet gaf. ‘Wat wilt u dan dat ik met Hem doen zal?’, vroeg hij. En al die mensen riepen: ‘Kruis Hem! Kruis Hem!’
Pilatus probeerde nog een laatste keer het volk tot rede te brengen. ‘Wat heeft Hij dan verkeerd gedaan?!’ Maar de mensenmassa luisterde niet, ze bléven maar roepen: ‘Kruis Hem!’
Toen heeft Pilatus het opgegeven; hij heeft Bar-abbas vrijgelaten, en Jezus overgegeven aan het volk om gekruisigd te worden.
Wij vinden het heel erg hé, wat hier met Jezus gebeurd. Aan het kruis getimmerd te worden en zo op zo’n ellendige manier te sterven, dat is verschrikkelijk.
Vind je dat niet erg en gemeen van die Joden?
Maar besef je wel dat jij net zo erg bent als die Joden? En ik?!
Ja, ik ook! Elke keer als ik niet naar de Heere luister, als ik zonde doe, dan zeg ik eigenlijk ook: Kruisig Hem maar! Ik wil niet dat Hij Koning over mijn leven is! Weg met Hem! Ik ben ook schuldig aan de kruisdood van de Heere Jezus. Hij moest ook voor míjn zonden sterven aan het kruis. Want ik bén een zondig mens. Verloren. Ik heb ook verdiend dat ik aan het kruis zou sterven! En dat ik naar de hel zou gaan, omdat ik de Heere zoveel verdriet heb gedaan. Zo is het ook met jou. Jij hébt niet verdiend dat je naar de hemel gaat als je sterven moet… Maar zó lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, NIET verloren gaat, maar het eeuwig leven hebbe!
Dát is nou het heerlijke wonder van het Geloof!
Hier belooft de Heere: ook al heb je het niet verdiend.. als je gelooft in de Heere Jezus, en als je voor Hem wilt leven elke dag, dan mag je weten dat je niet meer die straf hoeft te dragen. Dan mag je bevrijd zijn van al je zonden, van al je verkeerde dingen van héél je zondige leven. Dan mag je een nieuw leven leven. Een leven waarin je steeds vraagt aan de Heere of je mag doen wat Hij goed vindt.
Dáárom ging Jezus die lijdensweg.
Dáárom heeft Hij niets gezegd toen iedereen Hem vals beschuldigde.
Dáárom heeft Hij zoveel pijn geleden terwijl Hij helemaal geen zonde had gedaan.
Om jou en mij te redden van de eeuwige dood die wij hadden verdiend!
Zo werd Jezus weggeleid door het volk. Ze namen Hem mee naar binnen in een zaal, waar ze Hem mishandelden en met Hem spotten. Ze deden Hem een purperen mantel aan. Purper is een paarsrode kleur, de kleur die koningen toen droegen. Ook doen ze een doornen kroon op Zijn hoofd. Waarschijnlijk was een soort kroon gevlochten van stekelige takken, zodat het natuurlijk pijn deed toen ze die op het hoofd van Jezus duwden. Toen de Heere Jezus daar zo stond, hebben de mensen met Hem gespot. Ze deden net alsof ze Jezus gingen aanbidden, en groetten hem: ‘Wees gegroet, gij Koning der Joden!’
Die mensen beseften niet dat Jezus maar één woord hoefde te spreken, en ze zouden allemaal dood zijn neergevallen. De Heere is almachtig! Maar Jezus had geduld. Hij had Zijn volk lief, en zou het dragen tot het einde toe, om dat volk te redden.
Toen dit een poosje had geduurd hebben ze de mantel weer uitgetrokken, de kroon weer afgedaan en mocht Jezus Zijn eigen kleren weer aan. Daarna hebben ze Hem meegenomen naar Golgotha. Daar zou Hij gekruisigd worden..
Vraag van Pilatus aan Jezus: bent u de Koning van de Joden?
Koning Adam
.
Mattheüs begint in het Grieks met de woorden: “Boek van de wording van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham”. Boek van de wording, een pretentieuze titel voor 17 verzen. Tenzij wij met bijbelse oren luisteren. Mattheüs wil verwijzen naar twee teksten in de Griekse Bijbel: Genesis 2:4 en 5:1. De eerste geeft antwoord op de vraag hoe de hemel en de aarde geworden zijn tot wat zij zijn: de goede schepping, de zondeval, de scheiding tussen geloof en ongeloof. De tweede tekst op de vraag hoe de zondige mensheid geworden is tot wat zij nu is.
De val van koning Adam is diep. Hij heeft zijn koningschap verzondigd en verspeeld. Koning Adam stond niet in zijn hemd, maar in zijn naaktheid. De Heere komt met de moederbelofte. Hij gaat voor een koning zorgen.
Koning Jezus
Mattheüs laat iets heel opmerkelijks zien. Hij verdeelt de geschiedenis in drie perioden: van Abraham tot David. Het lijkt uit te lopen op de van God geschonken koning. Maar wat laat de tweede periode zien? Het koningschap van David loopt vast in de ballingschap. En wat is het aangrijpende van de derde periode? Dat deze niet eindigt. Wat nu? God gaat dé Koning schenken. Jozef wordt aangesproken als de zoon van David (1:20). Het geslachtsregister eindigt bij Jozef, niet omdat Jezus uit Jozef is, maar omdat Jezus als de Koning komt vóór Davids huis.
Opmerkelijk is dat dan de geschiedenis volgt van de wijzen uit het oosten. Zij moeten in Jeruzalem openlijk proclameren dat de Koning van de Joden geboren is. Herodes verstaat het. Hij vraagt waar de Christus geboren zal worden. Hij weet dat het moet gaan om de aan David beloofde koning.
De Koning is anders
Het vervolg laat zien dat deze Koning anders is dan de Joden zich en dan wij ons voorstellen. Hij moet vluchten naar Egypte. Waarom? Om de weg van Israël te gaan, maar dan anders. Israël werd uit Egypte geroepen om een licht te zijn voor de volken. Israël ging in plaats daarvan de weg van de volken en kwam in ballingschap terecht en daarin is Israëls geschiedenis vastgelopen. Jezus gaat nu in ballingschap in Egypte.
Na de dood van Herodes roept God Zijn Zoon uit Egypte. Gods ware Knecht trekt als Israël op uit Egypte. De Koning komt tot Zijn volk. Waar gaat Hij heen? Naar Jeruzalem of Bethlehem? Nee, de intocht is incognito als een hulpeloos kind in het meest verachte deel: Galilea der heidenen. Zo zal Galilea een groot licht zien. Het is profetie van de weg die de ware Koning moet gaan. Hij moet de straf en de schuld dragen van koning Adam en van koning David.
Koninkrijk
Het woord Koninkrijk komt ongeveer vijftig keer voor in Mattheüs. Jezus begint Zijn prediking met (4:17): “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen”. Dan behandelt Mattheüs in de Bergrede de afkondiging van het geheim en van de grondwet van het Koninkrijk der hemelen (5-7). En hoe begint deze? Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen. Als een gouden sleutelwoord keert dit in de Bergrede terug (5:11,19, 20; 6:10,13; 33; 7:21).
In de rest van Mattheüs vinden we vele gelijkenissen en aspecten van het Koninkrijk der hemelen. Christus onderwijst dat dit koninkrijk zo anders is. Het gaat om een zaad dat sterft. Zo brengt het vrucht voort. De Koning Zelf gaat deze weg.
De ultieme bespotting van de Koning
Pilatus vraagt Jezus: “Bent u de Koning van de Joden?” Jezus antwoordt bevestigend (27:11). Daarmee lijkt Hij Zichzelf belachelijk te maken. De Joden leveren Hem uit. “Wij hebben geen koning dan de keizer”. Ja, maar we moeten het goed lezen. De 2e naamval “van de Joden”, kan vanuit het Grieks op twee manieren gelezen worden.
A. De Koning van de Joden. Hun eigendom. Zo wordt Hij verworpen, omdat Hij hun eigendom niet wilde zijn. Hij liet Zich geen koning maken. Dat zou de zondeval van de tweede koning Adam zijn.
B. De Koning voor de Joden. Ja, dat is Hij. En daarom gaat Hij deze weg tot het uiterste. Hij is de Koning van Israëls God gegeven.
Deze belijdenis komt Hem duur te staan. De soldaten, de heidenen die aan het begin kwamen als een belofte, gaan Hem verwerpen. Ze spotten met Hem als Koning. Wij doen met Koning Jezus, wat God niet deed met koning Adam: lachen in Zijn verderf.
De Koning draagt het oordeel. En zo vinden we boven Zijn kruis het opschrift als een aanklacht en als een bespotting: “Dit is Jezus, de Koning van de Joden” (27:37).
De koninklijke heerlijkheid
De Koning is de weg van het oordeel gegaan en wat is de heerlijkheid die Hij bereikt? Waar eindigt Mattheüs mee? Met: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (28:18). En deze Koning zendt Zijn herauten uit om het evangelie van het Koninkrijk alom te verkondigen. En Hij zegt de Zijnen toe: "Ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld”.
Het einde verklaart het begin. De Koning is werkelijk Immanuël, God met ons. De Kerk moet echter wel nauwkeurig de door de Koning in Zijn vernedering onthulde geheimen leren om de weg van de Koning en van het Koninkrijk met de Zijnen te verstaan. Wij moeten niet dromen van een aards Koninkrijk, noch in de kerk, noch in ons leven. De Koning neemt ons mee in Zijn weg, maar de uitkomst van Zijn weg is een zekere belofte voor ons. Zo wij met Hem lijden, wij zullen ook met Hem verheerlijkt worden. En op de nieuwe aarde zal de Koning schitteren in Zijn heerlijkheid. De hele aarde zal er vol van zijn. En wij zullen als koningen en priesters met Hem heersen en zingen: “Dit is, dit is mijn Koning!”
Vertel het aan de kinderen
Het was de dag nadat Jezus ’s avonds was verhoord voor de hogepriester. Daar hadden de overpriesters, de Schriftgeleerden en ouderlingen Hem vals beschuldigd – ze hadden van álles geroepen wat Hij gedaan zou hebben, terwijl de Heere Jezus ónschuldig was. En toen had Petrus Hem ’s nachts nog verloochend..
Maar het was nog niet klaar met de veroordeling van Jezus. De volgende morgen al vroeg kwamen de overpriesters, de ouderlingen en de Schriftgeleerden alweer vroeg bij elkaar. Ze wilden Jezus weg hebben, voordat het Paasfeest zou zijn. Dan wilden ze rustig het feest kunnen houden. En ze wilden niet dat de mensen die wél graag naar Jezus luisterden het zouden horen. Die zouden natuurlijk protesteren, zeggen dat ze Jezus níet moesten kruisigen, en daar hadden ze geen zin in. Daarom wilden ze Jezus zo snel mogelijk weg hebben.
De Romeinen waren de baas over het Joodse volk in die tijd, dus ze hadden toestemming nodig van de stadhouder Pilatus, om Jezus te mogen doden. Dus bonden ze Jezus en brachten Hem voor Pilatus.
Pilatus moest nu de zaak onderzoeken; hij moest kijken of Jezus werkelijk straf had verdiend. Hij hoorde de beschuldigingen aan die de Joden allemaal riepen. De één zei dit, de ander dat.. Wat Pilatus er in ieder geval wel uit begreep was dat deze man had gezegd dat Hij de Koning van de Joden zou zijn. Nou, dat was niet te zien! En zo te merken wilden deze Joden Hem ook helemaal niet als hun koning. Nou, dát vond hij eigenlijk wel goed, want híj, en de Romeinen wilden de baas blijven over de Joden. Dan moest er geen koning komen die de macht over ging nemen. Dan kwam er misschien weer oorlog. Nee, alsjeblieft niet iemand die over de Joden wilde regeren. Dat wilden de Romeinen blijven doen!
Pilatus besloot om dat in ieder geval eens na te vragen bij de Heere Jezus. En Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de Koning van de Joden?’ De Heere Jezus antwoordde: ‘Gij zegt het.’ Daarmee bedoelde Hij: Ik ben wel de Koning van de Joden, maar niet een aards koning zoals Herodus en andere koningen zijn geweest. Ik ben de hemelse Koning. Ik regeer niet alleen over een stukje van de aarde, maar over de hele wereld! Over hemel en aarde!
De overpriesters voelden wel aan dat dit niet genoeg was voor de doodstraf, als iemand zich alleen maar koning van de Joden noemde, en ze begonnen Jezus opnieuw met van alles te beschuldigen. . Maar Jezus zei niets meer. Pilatus snapte dat niet. Als die mensen nou over je staan te liegen, dan protesteer je toch?! Dan mag je je toch wel verdedigen?
Maar Jezus deed het niet. Hij zou gewillig sterven aan het kruis, om alle zonden van de wereld weg te dragen. Hij antwoordde niet met één woord. Zelfs niet toen de stadhouder Pilatus het aan Hem vroeg: ‘Antwoordt Gij niet? U ziet toch wat ze allemaal over U zeggen? Maar Jezus bleef stil. Hij wist wel dat Hij onschuldig was, maar Hij zou gewillig de straf voor de zonden dragen die jij en ik hadden verdiend. Al eeuwen geleden hadden profeten zoals Jesaja en Zacharia al voorzegd dat Hij zijn zou zoals een schaap dat geschoren moet worden. Die schapen geven geen kick, maar ondergaan het stil, totdat de schaapscheerder klaar is met het scheren van hun vacht. En heb je wel eens zo’n klein lammetje van dichtbij gezien? Als je die beetpakt zegt het niets, al zóu je het meenemen om te slachten; het lammetje hóór je niet..
Zó deed Jezus ook. Hij wíst dat Hij gedood zou worden, maar Hij zei helemaal niets. Hij heeft niets gezegd, niet gescholden of geklaagd. Hij was volmaakt gehoorzaam aan de Heere God, om zo Zijn volk te verlossen.
Pilatus vond het ondertussen maar erg vreemd dat deze man niets terug zei. Hij was wel wat anders gewend! Sommige moordenaars waren continue aan het schreeuwen en schelden, of ze beloofden juist dat ze het voortaan écht niet meer zouden doen, als ze maar weer vrijgelaten werden. Het verwonderde Pilatus dat Jezus zo rustig en gehoorzaam daar voor hem stond. Waarom waren die Joden dan toch zo boos; wat kon deze man nou voor verschrikkelijks hebben gedaan? Pilatus voelde wel dat de Joden om een of andere reden boos waren dat ze ook niet konden hebben dat het volk zo graag naar Jezus luisterde en meer bewondering voor deze Jezus had dan voor de Farizeeërs en Schriftgeleerden. Maar ondertussen stookten die ouderlingen en Schriftgeleerden alle mensen op die er nu bij waren, dat ze niet zouden rusten voordat ze Jezus gekruisigd hadden. Pilatus werd er bang van! Wat zouden ze hém doen als hij nu nee zou zeggen? Dan raakte hij zelf misschien z’n goede baan wel kwijt.. wat kan hij beginnen tegen al die boze mensen?
Eén ding zou hij nog kunnen proberen!
Het was een traditie om met het Paasfeest één misdadiger vrij te laten. Het volk mocht dan kiezen wie. Nu zat er juist een vreselijke misdadiger in de gevangenis; voor die man zou iedereen bang zijn. Deze man heette Bar-abbas, hij was een moordenaar. Het opgestookte volk begon te roepen dat Pilatus ook nu zo’n gevangene vrij zou laten..
Pilatus probeerde hiermee Jezus nog te redden, van Wie hij wel voelde dat hij láng niet zo’n erge misdadiger was als sommige van die moordenaars zoals Bar-abbas. En hij antwoordt het volk met een voorstel: ‘Wilt u, da ik dan dit paasfeest deze Koning der Joden loslaat?’
Maar de overpriesters hadden hem door, ze zagen hun hoop dat Jezus snel uit de weg geruimd zou zijn, al verdwijnen. Dát mocht niet gebeuren! Ze stookten de mensen op: ‘Niet doen! Niet luisteren! Deze Jezus moet gekruisigd worden!’ De mensen luisterden hiernaar, ook al door elkaar opgestookt.. zodat ze zeiden dat ze liever wilden dat Bar-abbas losgelaten zou worden. Dit móest ook zo gebeuren, want Jezus moest sterven aan het kruis, om ons te kunnen verlossen van de zonden.
Nu wist Pilatus het ook niet meer. Hij was bang dat hij nog veel ellende zou krijgen als hij die Farizeeërs en Schriftgeleerden hun zin niet gaf. ‘Wat wilt u dan dat ik met Hem doen zal?’, vroeg hij. En al die mensen riepen: ‘Kruis Hem! Kruis Hem!’
Pilatus probeerde nog een laatste keer het volk tot rede te brengen. ‘Wat heeft Hij dan verkeerd gedaan?!’ Maar de mensenmassa luisterde niet, ze bléven maar roepen: ‘Kruis Hem!’
Toen heeft Pilatus het opgegeven; hij heeft Bar-abbas vrijgelaten, en Jezus overgegeven aan het volk om gekruisigd te worden.
Wij vinden het heel erg hé, wat hier met Jezus gebeurd. Aan het kruis getimmerd te worden en zo op zo’n ellendige manier te sterven, dat is verschrikkelijk.
Vind je dat niet erg en gemeen van die Joden?
Maar besef je wel dat jij net zo erg bent als die Joden? En ik?!
Ja, ik ook! Elke keer als ik niet naar de Heere luister, als ik zonde doe, dan zeg ik eigenlijk ook: Kruisig Hem maar! Ik wil niet dat Hij Koning over mijn leven is! Weg met Hem! Ik ben ook schuldig aan de kruisdood van de Heere Jezus. Hij moest ook voor míjn zonden sterven aan het kruis. Want ik bén een zondig mens. Verloren. Ik heb ook verdiend dat ik aan het kruis zou sterven! En dat ik naar de hel zou gaan, omdat ik de Heere zoveel verdriet heb gedaan. Zo is het ook met jou. Jij hébt niet verdiend dat je naar de hemel gaat als je sterven moet… Maar zó lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, NIET verloren gaat, maar het eeuwig leven hebbe!
Dát is nou het heerlijke wonder van het Geloof!
Hier belooft de Heere: ook al heb je het niet verdiend.. als je gelooft in de Heere Jezus, en als je voor Hem wilt leven elke dag, dan mag je weten dat je niet meer die straf hoeft te dragen. Dan mag je bevrijd zijn van al je zonden, van al je verkeerde dingen van héél je zondige leven. Dan mag je een nieuw leven leven. Een leven waarin je steeds vraagt aan de Heere of je mag doen wat Hij goed vindt.
Dáárom ging Jezus die lijdensweg.
Dáárom heeft Hij niets gezegd toen iedereen Hem vals beschuldigde.
Dáárom heeft Hij zoveel pijn geleden terwijl Hij helemaal geen zonde had gedaan.
Om jou en mij te redden van de eeuwige dood die wij hadden verdiend!
Zo werd Jezus weggeleid door het volk. Ze namen Hem mee naar binnen in een zaal, waar ze Hem mishandelden en met Hem spotten. Ze deden Hem een purperen mantel aan. Purper is een paarsrode kleur, de kleur die koningen toen droegen. Ook doen ze een doornen kroon op Zijn hoofd. Waarschijnlijk was een soort kroon gevlochten van stekelige takken, zodat het natuurlijk pijn deed toen ze die op het hoofd van Jezus duwden. Toen de Heere Jezus daar zo stond, hebben de mensen met Hem gespot. Ze deden net alsof ze Jezus gingen aanbidden, en groetten hem: ‘Wees gegroet, gij Koning der Joden!’
Die mensen beseften niet dat Jezus maar één woord hoefde te spreken, en ze zouden allemaal dood zijn neergevallen. De Heere is almachtig! Maar Jezus had geduld. Hij had Zijn volk lief, en zou het dragen tot het einde toe, om dat volk te redden.
Toen dit een poosje had geduurd hebben ze de mantel weer uitgetrokken, de kroon weer afgedaan en mocht Jezus Zijn eigen kleren weer aan. Daarna hebben ze Hem meegenomen naar Golgotha. Daar zou Hij gekruisigd worden..
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)