HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 135
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE VERSCHIJNING VAN
JEZUS AAN ZIJN MOEDER MARIA
Hier is géén BIJBELTEKST beschikbaar
De verschijningen van Jezus
ná de opstanding uit de dood
Na zijn opstanding is Jezus verschenen aan meer dan 500 mensen op meerdere gelegenheden. Jezus heeft met hen gepraat en gegeten. Ze zagen Jezus niet alleen, maar ze konden Hem ook aanraken. Althans; dit zegt de Bijbel. We hebben al wel gezien dat de Bijbel betrouwbaar is, maar we willen er hier met een gezonde redenatie naar kijken.
Er wordt niet specifiek melding germaakt van een verschijning aan zijn moeder Maria. Toch is het aannemelijk te veronderstellen dat zij Jezus heeft gezien ná de opstanding. Zij was bij de groep die na de hemelvaart bijeen kwam in een bovenzaal.
Onder verschillende omstandigheden beleefden verschillende individuen en groepen verschijningen van de opgestane Jezus
1. Paulus’ lijst van ooggetuigen van Jezus’ verschijningen na zijn opstanding garandeert dat ze echt gebeurd zijn. Paulus meldt dat Jezus verscheen aan Petrus, toen aan zijn groep vertrouwelingen die bekend stonden als de twaalf; toen verscheen hij aan een groep van 500 discipelen tegelijk, toen aan zijn jongere broer Jacobus die tot dat moment blijkbaar geen gelovige was, daarna aan alle apostelen. Tenslotte, voegt Paulus toe, “verscheen hij ook aan mij,” toen Paulus nog een vervolger van de vroege Jezusbeweging was (1 Kor. 15.5-8). Gegeven de vroege datum van Paulus’ informatie en zijn bekendheid met de betrokken mensen, kunnen we deze verschijningen niet afschrijven als legendarisch.
2. De evangelien bieden weer een meervoudig, onafhankelijk getuigenis. Zo wordt de verschijning aan Petrus betuigd door Lucas en Paulus; de verschijning aan de twaalf door Lucas, Johannes en Paulus; en de verschijning aan de vrouwen door Mattheüs en Johannes. Zelfs de sceptische Duitse nieuwtestamenticus Gerd Lüdemann besluit, “We kunnen als historisch zeker aannemen dat Petrus en de discipelen na Jezus’ dood verschijningen zagen waarin Jezus aan hen verscheen als de verrezen Christus.”10
Paulus, eerst een fanatieke vervolger van Jezus en later een fanatieke volger van Jezus, schrijft een brief en refereert hierin naar een geloofsbelijdenis, die toen al bestond. Deze geloofsbelijdenis is zeer kort na Jezus dood geschreven en bevat o.a. een deel over de verschijningen van Jezus:
‘…, en dat Hij (Jezus) is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de 12 leerlingen. Daarna is Hij verschenen aan meer dan 500 broeders en zusters tegelijk, van wie er enkele gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is Hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. En op het laatst is Hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was.’ (1 Korintiërs 15:5-9)
Deze tekst is geschreven in de tijd kort na Jezus sterven. Mensen konden dus nog steeds navraag doen bij de personen die hier bij naam worden genoemd. Paulus nodigt de lezers van de brief er praktisch tot uit: De meesten van de 500 leven nu nog… Met andere woorden: Je kunt ze nu nog opzoeken en aan de tand voelen. Hij zou deze namen niet genoemd hebben als hij niet wist dat ze hem zouden steunen. Maar niemand heeft deze verschijningen ooit in twijfel kunnen trekken.
Naast deze personen, zijn er nog meer mensen die Jezus na zijn dood en voor Zijn Hemelvaart gezien hebben. Jezus verscheen:
aan Maria Magdalena (Johannes 20:10-18);
aan de andere vrouwen (Matteüs 28:8-10);
aan Kleopas en een andere discipel op weg naar Emmaüs (Lucas 24:13-32);
aan 11 discipelen en anderen (Lucas 24:33-49);
aan 10 apostelen en anderen, zonder Thomas (Johannes 20:19-23);
aan Thomas en de andere apostelen (Johannes 20:26-30);
aan 7 apostelen (Johannes 21:1-14);
aan de discipelen (Matteüs 28:16-20);
en Hij was bij de apostelen op de Olijfberg voor Zijn Hemelvaart (Lucas 24:50-52 en Handelingen 1:4-9).
Historisch is bewezen dat deze gegevens gebaseerd zijn op ‘materiaal uit zeer vroege bronnen’. De vermeldingen waren dus net als bij de geloofsbelijdenis nog te controleren bij de personen die genoemd worden. Legendevorming is hierdoor onmogelijk. Wanneer leugens werden verteld, zou niemand dit gelooft hebben. Toch gebeurde dit in grote getale, ondanks tegenwerking, toch…
De getuigenverklaring van al deze mensen is ontzettend overtuigend. Sir Edward Clarke, een rechter van het Britse Hooggerechtshof, die een grondige rechtskundige analyse van de eerste paasdag heeft uitgevoerd zegt:
‘Voor mij is het bewijs doorslaggevend. Ettelijke malen heb ik aan het Hooggerechtshof vonnis geveld op grond bewijsmateriaal dat bij lange na niet zo overtuigend was. Als jurist accepteer ik het bewijsmateriaal van het Evangelie onvoorwaardelijk als de getuigenverklaring van waarheidlievende mannen over feiten die zij hard konden maken.’ (Michael Green, blz. 34)
Hallucinaties?
Waren de verschijningen misschien hallucinaties? Nee, want hallucinaties zijn persoonlijke gebeurtenissen. Slechts één persoon kan een specifieke hallucinatie op een moment zien. Toch zien, als we de Evangeliën er bij pakken, meerdere mensen tegelijkertijd Jezus. Een specifieke hallucinatie is niet op te roepen bij iemand. Bovendien aten, praten en wandelden ze met Jezus en konden ze Hem aanraken. Het is dus uitgesloten dat deze mensen hallucinaties zagen. Bovendien konden ze het controleren; wanneer ze Jezus hadden gezien, konden ze controleren of het graf leeg was. En dat was het… Ook mensen die niet konden of wilden geloven in Jezus of de opstanding (o.a. Thomas en Paulus), zagen Jezus en veranderden compleet.
‘Zelfs de meest sceptische historici zijn het erover eens dat […] de opstanding van Jezus uit de dood voor de eerste christenen een geschiedkundig feit was, het eigenlijke fundament van het christelijke geloof, en geen mythisch begrip dat ontsproten was aan de creatieve fantasie van gelovigen.’ (Carl Braaten, blz. 78)
De verschijningen zijn niet anders te verklaren dan dat Jezus echt leefde na Zijn dood. Alle andere verklaringen zijn minder waarschijnlijk dan een werkelijke opstanding van Jezus. We zagen bijvoorbeeld ook al dat de Bijbel zeer betrouwbaar is. Daarnaast zijn er ook nog aanvullende bewijzen voor de opstanding van Jezus.
MARIA
Maria was de vrouw van Jozef en de moeder van Jezus Christus, die in haar verwekt was door de Heilige Geest toen ze maagd was. Ze wordt vaak genoemd de 'Maagd Maria' hoewel nergens in de bijbel deze twee woorden bij elkaar staan als een echte naam (Matt. 2:11; Matt. 1:23; Luk. 1:27; Hand. 1:14).
Er is weinig bekend over haar persoonlijke geschiedenis. Haar stamboom staat vermeld in Luk. 3 (zie hieronder). Ze was uit de stam van Juda een rechtstreekse afstammelinge van David (Psalm 132:11; Luk. 1:32). Door haar huwelijk was ze familie van Elisabet, die een afstammelinge was van Aaron (Luk. 1:36).
Toen Maria in Nazaret woonde, bij haar ouders, voordat ze de vrouw werd van Jozef, kondigde de engel Gabriël haar aan, dat ze de moeder zou worden van de beloofde Messias (Luk. 1:35). Hierna ging ze haar nicht Elisabet, opzoeken die getrouwd was met Zacharias (waarschijnlijk in Jutta, Jozua 15:55; 21:16, in de buurt van Maon), op aanzienlijke afstand, ongeveer 100 mijl van Nazaret vandaan. Bij het binnenkomen werd ze onmiddellijk gegroet door Elisabet als de moeder van haar Heer. Elisabet begon meteen haar lofzang te zingen (Luk. 1:46-56; vergelijk 1 Sam. 2:1-10). Na drie maanden keerde Maria terug naar Nazaret, naar haar eigen huis.
Jozef werd op bovennatuurlijke wijze ingelicht (Matt. 1:18-25) over haar conditie en hij nam haar mee naar zijn eigen huis. Spoedig hierna kwam het bevel van keizer Augustus (Luk. 2:1) waarin stond, dat ze naar Betlehem (Micha 5:2), moesten gaan, ongeveer 80 of 90 mijl van Nazaret vandaan en toen ze daar waren zochten ze onderdak in een herberg of khan die bedoeld was voor vreemdelingen (Luk. 2:6,7). Maar aangezien de herberg overvol was, moest Maria zich terugtrekken in een plaats tussen het vee en daar bracht ze haar zoon ter wereld, die Jezus genoemd werd (Matt. 1:21), omdat Hij zijn volk zou redden van de zonden.
Hierna volgt het opdragen in de tempel, de vlucht naar Egypte, en het volgende jaar de terugkeer naar Nazaret, waar het gezin zich vestigde (Matt. 2). Daar heeft Maria, de vrouw van Jozef de timmerman, dertig jaar gewoond, bezig in haar eigen nederige omgeving, peinzend over de vreemde dingen die haar overkomen waren. Slechts één gebeurtenis is opgetekend over deze jaren, namelijk toen ze samen naar Jeruzalem gingen Jezus was toen twaalf jaar en zijn ouders raakten Hem kwijt. Ze vonden Hem tussen de geleerden in de tempel (Luk. 2:41-52). Misschien stierf Jozef in deze periode, want hij wordt verder niet meer genoemd.
Na het begin van de openbare bediening van onze Heer wordt er weinig aandacht meer geschonken aan Maria. Ze was bij de bruiloft in Kana. Anderhalf jaar later vinden we Maria in Kapernaüm (Matt. 12:46,48,49), waar Christus deze gedenkwaardige woorden sprak: "Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders en zusters? En hij strekte zijn hand uit naar zijn discipelen en zeide: 'Zie mijn moeder en mijn broeders!' De volgende keer, dat we wat van haar horen is bij het kruis met haar zuster Maria, en Maria Magdalena, en Salome, en andere vrouwen (Joh. 19:26). Vanaf dat uur nam Johannes haar bij zich in huis. Ze was bij de kleine groep in de opperkamer na de hemelvaart (Hand 1:14). Vanaf deze tijd verdwijnt ze volledig van het toneel. Het wanneer en hoe van haar dood is totaal onbekend.
Maria, de moeder des Heeren
In het dorpje Nazareth woonde een jonge vrouw. Zij had nooit kunnen denken dat zij een belangrijk persoon zou zijn in het geloof. Zij had nooit gedacht dat zij zo vereerd zou worden door mensen en al helemaal niet dat ze de moeder van de Heere Jezus zou worden.
Ze was maar een eenvoudige vrouw van ongeveer 17 jaar. Toch zou haar leven drastisch te komen veranderen. Jullie weten al over wie het gaat. Maria de moeder van de Heere Jezus.
De Griekse naam Maria komt van de Hebreeuwse naam Mirjam. Deze namen lezen we veel in de Bijbel. Denk maar aan Mirjam de zus van Mozes, Maria Magdelena, Maria van Betthanie, Maria van Klopas, Maria van Rome en nog meer.
Over de moeder van de Heere Jezus weten we niet veel zeker. Waarschijnlijk heette haar vader Helis. Dit kunnen we afleiden, omdat er 2 geslachtsregisters van de Heere Jezus in de Bijbel staan. Een gaat er van Adam naar Jezus en een gaat er van Jezus naar Adam. Vermoedelijk is de ene geslachtsregister van Jozef en de andere van Maria.
Maria was in elk geval geen enigst kind. Een zus van Maria was Salome. Salome is de moeder van Johannes en Jakobus, 2 mannen die later discipelen van Jezus worden.
Maria komt uit de stam van David, net als haar man Jozef. Ze stonden niet hoog op de maatschappelijke ladder. Jozef was maar een timmerman, een allerdaags beroep.
Ze woonden ook in een veracht dorpje. Al wordt Nazareth een stad genoemd, het is een dorp dat weinig betekend. Nathanael, een discipel van Jezus zegt als hij onder de vijgenboom zit: kan uit Nazareth iets goeds komen?
Het is dus niet logisch dat Jezus nu net bij die mensen geboren zal worden. Maria is dan ook erg verbaasd als ze de engel Gabriel op bezoek krijgt. Hij komt vertellen dat ze een kind zal krijgen. Dat is al wonder apart, omdat ze nog een maagd was, maar het wordt nog een groter wonder, want ze moet het kindje JEZUS noemen. Het zal de Zoon van God zijn. Gelukkig is Maria niet zo ongelovig als Sara en Zacherias. Ze vraagt hoe het zal gebeuren. Ze krijgt als antwoord: dit zal door de kracht van de Heilige Geest gebeuren. Na dit antwoord mag ze zeggen: “Uw dienstmaagd heeft gehoord, mij geschiede naar Uw Woord”.
Het wordt nog duidelijker als ook Elizabeth haar zegent onder de vrouwen. En dan mag Maria haar God loven en zingt ze de bekende woorden uit de lofzang van Maria.
Het leven van Maria is er niet makkelijker op geworden sinds ze de moeder van Gods Zoon is geworden.
Het begint al als de Heere Jezus nog maar 8 dagen oud is en moeten worden besneden. Jezus kwam ook als mens op aarde en moest dus gewoon besneden worden.
Een man, Simeon, zegent de ouders en Jezus zelf. Daarna spreekt hij tot Maria onder andere: en ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan”. Hij duidt hier op de band die Maria met Jezus heeft. Het is haar natuurlijke kind en ze zal Hem straks zien lijden en sterven.
De volgende geschiedenis over Maria is pas 12 jaar later. Jullie kennen allemaal de geschiedenis. Het gaat over Jezus in de tempel. Daar lezen we voor het eerst dat Maria vergeet wie Haar Zoon is, namelijk de Zoon van God. Ze spreekt Hem op zijn gedrag aan omdat zij bang was, terwijl de wil van Zijn Vader deed. Daarom wijst Hij ook op Maria’s fout en zegt:”Wist gij niet dat Ik de dingen moest doen Mijns Vaders”.
Vervolgens zien we haar weer op de bruiloft te Kana. Ook hier moet ze weer leren dat haar Kind de Zoon van God is. Hij beslist wanneer er wat gebeurt. Dat moeten we niet vergeten. Wij denken soms dat we wel weten wat er moet gebeuren. We weten het wel beter dan hoe God het nu doet. Maar we moeten blijven bedenken aan het antwoord dat Maria toen kreeg:”Mijn ure is nog niet gekomen”. God weet wel wanneer iets het beste voor ons is.
Ondanks deze terechtwijzingen blijkt Maria niet volmaakt wat Roomsen denken. Als Jezus op een dag staat te prediken en nog niet heeft te vergeten, komt Maria. Ze weet dat hij nog niet heeft gegeten. Ze wilt hem dit vertellen, maar ze komt niet door de menigte. Dan zeggen andere mensen dat zijn moeder er is en Hem wilt spreken. Weer krijgt ze een berisping.
Hij zegt: wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders. Die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is Mijn broeders, zusters en moeder.
Jezus onderscheidt Maria niet van alle andere mensen. Zij is net zo goed een persoon ontvangen en geboren in schuld. Dit moet Hij haar vaak laten weten.
Dit wil niet zeggen dat Jezus niet van Maria hield. Toen Hij aan het kruis hing om te sterven, stond Maria er bij. Ze zag hoe haar Zoon daar aan het kruis hing met zijn handen er aan genageld. Het moet haar pijn hebben gedaan. Pijn zoals alle moeders zouden hebben. Dat wist Jezus ook en daarom zegt Hij ook tegen Maria: vrouw, zie Uw zoon’, en tegen Johannes, zijn discipel: zie Uw moeder’. Jezus zorgt zelfs tijdens zijn laatste minuten op aarde voor zijn moeder die ook een Kind van God was. Hieruit blijkt zijn liefde voor Maria.
De laatste keer dat we in de Bijbel lezen over Maria is in Handelingen. Samen met de discipelen en de andere vrouwen verwacht zij met haar zonen de komst van de Heilige Geest. Het valt op dat Lukas eerst de discipelen, daarna de vrouwen en als laatst Maria. Dat betekent dat Maria zich onder de leiding van de discipelen heeft gevoegd. Er is geen sprake van een ereplaats voor de moeder des Heere.
We weten niet hoe Maria aan haar eind is gekomen. Dat kunnen we nergens lezen en is het dus ook niet belangrijk.
Wij geloven dat Maria ook als een zondig mens is geboren. Ondanks het feit dat ze moeder van de Heere Jezus is, blijft ze een gewoon mens. Dit is niet overal zo. De Rooms-katholieken geloven iets anders.
Dat Maria is uitverkoren door God omdat ze de moeder van Jezus wordt, geloven de roomsen en de christenen allebei. Daarna komt het verschil. De roomsen geloven dat Maria al heilig en volmaakt is geboren. Bij haar geboorte zou ze de erfzonde niet hebben mee gekregen van haar ouders. Tijdens haar leven zou ze ook geen persoonlijke zonde kennen. De roomsen geloven dus dat Maria niet dezelfde plaats in neemt als alle andere mensen op deze aarde. Zij is heilig verklaard door de paus. Ze gaan zelfs zo ver om te ze zeggen dat Maria een voorbemiddelaar is. Dat wil zeggen dat Maria een tussenpersoon is tussen de Heere Jezus en de mensen. Ze zou dus mee werken aan de genade van de mensen op de aarde.
Dit komt duidelijk naar voren in de praktijk van hun geloof.
In de kerken van de rooms katholieken hebben ze bijvoorbeeld beelden van Maria. Deze beelden staan er ter verering van Maria. Ook bidden de roomsen tot Maria, bijvoorbeeld als een persoon is overleden. Tijdens de mis die ze dan opdragen, bidden ze aan Maria of zij er voor wil zorgen dat het allemaal goed komt met de overledene. Ze geloven dat er iets is tussen de hemel en de hel en de mensen die daar zijn kunnen nog geholpen worden door Maria.
Ook in de Bijbel wordt Maria zalig gesproken door een vrouw uit de schare. Ze prijst Maria omdat zij Jezus ter wereld heeft mogen brengen, opvoeden en verzorgen. De Heere Jezus wil niet dat zijn moeder op een menselijke wijze gehuldigd wordt. Hij ontkent niet wat de vrouw zegt, maar wijst aan op grond waarvan iemand zalig geprezen mag worden. “Zalig zijn zij die het Woord Gods horen en bewaren”. Daarom mogen we dus Maria niet zalig spreken. Het gaat er niet om dat zij de moeder van God is, maar dat ze, net als ieder ander, Gods Woord moet horen en bewaren.
Alleen daardoor kunnen we zalig worden.
Na zijn opstanding is Jezus verschenen aan meer dan 500 mensen op meerdere gelegenheden. Jezus heeft met hen gepraat en gegeten. Ze zagen Jezus niet alleen, maar ze konden Hem ook aanraken. Althans; dit zegt de Bijbel. We hebben al wel gezien dat de Bijbel betrouwbaar is, maar we willen er hier met een gezonde redenatie naar kijken.
Er wordt niet specifiek melding germaakt van een verschijning aan zijn moeder Maria. Toch is het aannemelijk te veronderstellen dat zij Jezus heeft gezien ná de opstanding. Zij was bij de groep die na de hemelvaart bijeen kwam in een bovenzaal.
Onder verschillende omstandigheden beleefden verschillende individuen en groepen verschijningen van de opgestane Jezus
1. Paulus’ lijst van ooggetuigen van Jezus’ verschijningen na zijn opstanding garandeert dat ze echt gebeurd zijn. Paulus meldt dat Jezus verscheen aan Petrus, toen aan zijn groep vertrouwelingen die bekend stonden als de twaalf; toen verscheen hij aan een groep van 500 discipelen tegelijk, toen aan zijn jongere broer Jacobus die tot dat moment blijkbaar geen gelovige was, daarna aan alle apostelen. Tenslotte, voegt Paulus toe, “verscheen hij ook aan mij,” toen Paulus nog een vervolger van de vroege Jezusbeweging was (1 Kor. 15.5-8). Gegeven de vroege datum van Paulus’ informatie en zijn bekendheid met de betrokken mensen, kunnen we deze verschijningen niet afschrijven als legendarisch.
2. De evangelien bieden weer een meervoudig, onafhankelijk getuigenis. Zo wordt de verschijning aan Petrus betuigd door Lucas en Paulus; de verschijning aan de twaalf door Lucas, Johannes en Paulus; en de verschijning aan de vrouwen door Mattheüs en Johannes. Zelfs de sceptische Duitse nieuwtestamenticus Gerd Lüdemann besluit, “We kunnen als historisch zeker aannemen dat Petrus en de discipelen na Jezus’ dood verschijningen zagen waarin Jezus aan hen verscheen als de verrezen Christus.”10
Paulus, eerst een fanatieke vervolger van Jezus en later een fanatieke volger van Jezus, schrijft een brief en refereert hierin naar een geloofsbelijdenis, die toen al bestond. Deze geloofsbelijdenis is zeer kort na Jezus dood geschreven en bevat o.a. een deel over de verschijningen van Jezus:
‘…, en dat Hij (Jezus) is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de 12 leerlingen. Daarna is Hij verschenen aan meer dan 500 broeders en zusters tegelijk, van wie er enkele gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is Hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. En op het laatst is Hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was.’ (1 Korintiërs 15:5-9)
Deze tekst is geschreven in de tijd kort na Jezus sterven. Mensen konden dus nog steeds navraag doen bij de personen die hier bij naam worden genoemd. Paulus nodigt de lezers van de brief er praktisch tot uit: De meesten van de 500 leven nu nog… Met andere woorden: Je kunt ze nu nog opzoeken en aan de tand voelen. Hij zou deze namen niet genoemd hebben als hij niet wist dat ze hem zouden steunen. Maar niemand heeft deze verschijningen ooit in twijfel kunnen trekken.
Naast deze personen, zijn er nog meer mensen die Jezus na zijn dood en voor Zijn Hemelvaart gezien hebben. Jezus verscheen:
aan Maria Magdalena (Johannes 20:10-18);
aan de andere vrouwen (Matteüs 28:8-10);
aan Kleopas en een andere discipel op weg naar Emmaüs (Lucas 24:13-32);
aan 11 discipelen en anderen (Lucas 24:33-49);
aan 10 apostelen en anderen, zonder Thomas (Johannes 20:19-23);
aan Thomas en de andere apostelen (Johannes 20:26-30);
aan 7 apostelen (Johannes 21:1-14);
aan de discipelen (Matteüs 28:16-20);
en Hij was bij de apostelen op de Olijfberg voor Zijn Hemelvaart (Lucas 24:50-52 en Handelingen 1:4-9).
Historisch is bewezen dat deze gegevens gebaseerd zijn op ‘materiaal uit zeer vroege bronnen’. De vermeldingen waren dus net als bij de geloofsbelijdenis nog te controleren bij de personen die genoemd worden. Legendevorming is hierdoor onmogelijk. Wanneer leugens werden verteld, zou niemand dit gelooft hebben. Toch gebeurde dit in grote getale, ondanks tegenwerking, toch…
De getuigenverklaring van al deze mensen is ontzettend overtuigend. Sir Edward Clarke, een rechter van het Britse Hooggerechtshof, die een grondige rechtskundige analyse van de eerste paasdag heeft uitgevoerd zegt:
‘Voor mij is het bewijs doorslaggevend. Ettelijke malen heb ik aan het Hooggerechtshof vonnis geveld op grond bewijsmateriaal dat bij lange na niet zo overtuigend was. Als jurist accepteer ik het bewijsmateriaal van het Evangelie onvoorwaardelijk als de getuigenverklaring van waarheidlievende mannen over feiten die zij hard konden maken.’ (Michael Green, blz. 34)
Hallucinaties?
Waren de verschijningen misschien hallucinaties? Nee, want hallucinaties zijn persoonlijke gebeurtenissen. Slechts één persoon kan een specifieke hallucinatie op een moment zien. Toch zien, als we de Evangeliën er bij pakken, meerdere mensen tegelijkertijd Jezus. Een specifieke hallucinatie is niet op te roepen bij iemand. Bovendien aten, praten en wandelden ze met Jezus en konden ze Hem aanraken. Het is dus uitgesloten dat deze mensen hallucinaties zagen. Bovendien konden ze het controleren; wanneer ze Jezus hadden gezien, konden ze controleren of het graf leeg was. En dat was het… Ook mensen die niet konden of wilden geloven in Jezus of de opstanding (o.a. Thomas en Paulus), zagen Jezus en veranderden compleet.
‘Zelfs de meest sceptische historici zijn het erover eens dat […] de opstanding van Jezus uit de dood voor de eerste christenen een geschiedkundig feit was, het eigenlijke fundament van het christelijke geloof, en geen mythisch begrip dat ontsproten was aan de creatieve fantasie van gelovigen.’ (Carl Braaten, blz. 78)
De verschijningen zijn niet anders te verklaren dan dat Jezus echt leefde na Zijn dood. Alle andere verklaringen zijn minder waarschijnlijk dan een werkelijke opstanding van Jezus. We zagen bijvoorbeeld ook al dat de Bijbel zeer betrouwbaar is. Daarnaast zijn er ook nog aanvullende bewijzen voor de opstanding van Jezus.
MARIA
Maria was de vrouw van Jozef en de moeder van Jezus Christus, die in haar verwekt was door de Heilige Geest toen ze maagd was. Ze wordt vaak genoemd de 'Maagd Maria' hoewel nergens in de bijbel deze twee woorden bij elkaar staan als een echte naam (Matt. 2:11; Matt. 1:23; Luk. 1:27; Hand. 1:14).
Er is weinig bekend over haar persoonlijke geschiedenis. Haar stamboom staat vermeld in Luk. 3 (zie hieronder). Ze was uit de stam van Juda een rechtstreekse afstammelinge van David (Psalm 132:11; Luk. 1:32). Door haar huwelijk was ze familie van Elisabet, die een afstammelinge was van Aaron (Luk. 1:36).
Toen Maria in Nazaret woonde, bij haar ouders, voordat ze de vrouw werd van Jozef, kondigde de engel Gabriël haar aan, dat ze de moeder zou worden van de beloofde Messias (Luk. 1:35). Hierna ging ze haar nicht Elisabet, opzoeken die getrouwd was met Zacharias (waarschijnlijk in Jutta, Jozua 15:55; 21:16, in de buurt van Maon), op aanzienlijke afstand, ongeveer 100 mijl van Nazaret vandaan. Bij het binnenkomen werd ze onmiddellijk gegroet door Elisabet als de moeder van haar Heer. Elisabet begon meteen haar lofzang te zingen (Luk. 1:46-56; vergelijk 1 Sam. 2:1-10). Na drie maanden keerde Maria terug naar Nazaret, naar haar eigen huis.
Jozef werd op bovennatuurlijke wijze ingelicht (Matt. 1:18-25) over haar conditie en hij nam haar mee naar zijn eigen huis. Spoedig hierna kwam het bevel van keizer Augustus (Luk. 2:1) waarin stond, dat ze naar Betlehem (Micha 5:2), moesten gaan, ongeveer 80 of 90 mijl van Nazaret vandaan en toen ze daar waren zochten ze onderdak in een herberg of khan die bedoeld was voor vreemdelingen (Luk. 2:6,7). Maar aangezien de herberg overvol was, moest Maria zich terugtrekken in een plaats tussen het vee en daar bracht ze haar zoon ter wereld, die Jezus genoemd werd (Matt. 1:21), omdat Hij zijn volk zou redden van de zonden.
Hierna volgt het opdragen in de tempel, de vlucht naar Egypte, en het volgende jaar de terugkeer naar Nazaret, waar het gezin zich vestigde (Matt. 2). Daar heeft Maria, de vrouw van Jozef de timmerman, dertig jaar gewoond, bezig in haar eigen nederige omgeving, peinzend over de vreemde dingen die haar overkomen waren. Slechts één gebeurtenis is opgetekend over deze jaren, namelijk toen ze samen naar Jeruzalem gingen Jezus was toen twaalf jaar en zijn ouders raakten Hem kwijt. Ze vonden Hem tussen de geleerden in de tempel (Luk. 2:41-52). Misschien stierf Jozef in deze periode, want hij wordt verder niet meer genoemd.
Na het begin van de openbare bediening van onze Heer wordt er weinig aandacht meer geschonken aan Maria. Ze was bij de bruiloft in Kana. Anderhalf jaar later vinden we Maria in Kapernaüm (Matt. 12:46,48,49), waar Christus deze gedenkwaardige woorden sprak: "Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders en zusters? En hij strekte zijn hand uit naar zijn discipelen en zeide: 'Zie mijn moeder en mijn broeders!' De volgende keer, dat we wat van haar horen is bij het kruis met haar zuster Maria, en Maria Magdalena, en Salome, en andere vrouwen (Joh. 19:26). Vanaf dat uur nam Johannes haar bij zich in huis. Ze was bij de kleine groep in de opperkamer na de hemelvaart (Hand 1:14). Vanaf deze tijd verdwijnt ze volledig van het toneel. Het wanneer en hoe van haar dood is totaal onbekend.
Maria, de moeder des Heeren
In het dorpje Nazareth woonde een jonge vrouw. Zij had nooit kunnen denken dat zij een belangrijk persoon zou zijn in het geloof. Zij had nooit gedacht dat zij zo vereerd zou worden door mensen en al helemaal niet dat ze de moeder van de Heere Jezus zou worden.
Ze was maar een eenvoudige vrouw van ongeveer 17 jaar. Toch zou haar leven drastisch te komen veranderen. Jullie weten al over wie het gaat. Maria de moeder van de Heere Jezus.
De Griekse naam Maria komt van de Hebreeuwse naam Mirjam. Deze namen lezen we veel in de Bijbel. Denk maar aan Mirjam de zus van Mozes, Maria Magdelena, Maria van Betthanie, Maria van Klopas, Maria van Rome en nog meer.
Over de moeder van de Heere Jezus weten we niet veel zeker. Waarschijnlijk heette haar vader Helis. Dit kunnen we afleiden, omdat er 2 geslachtsregisters van de Heere Jezus in de Bijbel staan. Een gaat er van Adam naar Jezus en een gaat er van Jezus naar Adam. Vermoedelijk is de ene geslachtsregister van Jozef en de andere van Maria.
Maria was in elk geval geen enigst kind. Een zus van Maria was Salome. Salome is de moeder van Johannes en Jakobus, 2 mannen die later discipelen van Jezus worden.
Maria komt uit de stam van David, net als haar man Jozef. Ze stonden niet hoog op de maatschappelijke ladder. Jozef was maar een timmerman, een allerdaags beroep.
Ze woonden ook in een veracht dorpje. Al wordt Nazareth een stad genoemd, het is een dorp dat weinig betekend. Nathanael, een discipel van Jezus zegt als hij onder de vijgenboom zit: kan uit Nazareth iets goeds komen?
Het is dus niet logisch dat Jezus nu net bij die mensen geboren zal worden. Maria is dan ook erg verbaasd als ze de engel Gabriel op bezoek krijgt. Hij komt vertellen dat ze een kind zal krijgen. Dat is al wonder apart, omdat ze nog een maagd was, maar het wordt nog een groter wonder, want ze moet het kindje JEZUS noemen. Het zal de Zoon van God zijn. Gelukkig is Maria niet zo ongelovig als Sara en Zacherias. Ze vraagt hoe het zal gebeuren. Ze krijgt als antwoord: dit zal door de kracht van de Heilige Geest gebeuren. Na dit antwoord mag ze zeggen: “Uw dienstmaagd heeft gehoord, mij geschiede naar Uw Woord”.
Het wordt nog duidelijker als ook Elizabeth haar zegent onder de vrouwen. En dan mag Maria haar God loven en zingt ze de bekende woorden uit de lofzang van Maria.
Het leven van Maria is er niet makkelijker op geworden sinds ze de moeder van Gods Zoon is geworden.
Het begint al als de Heere Jezus nog maar 8 dagen oud is en moeten worden besneden. Jezus kwam ook als mens op aarde en moest dus gewoon besneden worden.
Een man, Simeon, zegent de ouders en Jezus zelf. Daarna spreekt hij tot Maria onder andere: en ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan”. Hij duidt hier op de band die Maria met Jezus heeft. Het is haar natuurlijke kind en ze zal Hem straks zien lijden en sterven.
De volgende geschiedenis over Maria is pas 12 jaar later. Jullie kennen allemaal de geschiedenis. Het gaat over Jezus in de tempel. Daar lezen we voor het eerst dat Maria vergeet wie Haar Zoon is, namelijk de Zoon van God. Ze spreekt Hem op zijn gedrag aan omdat zij bang was, terwijl de wil van Zijn Vader deed. Daarom wijst Hij ook op Maria’s fout en zegt:”Wist gij niet dat Ik de dingen moest doen Mijns Vaders”.
Vervolgens zien we haar weer op de bruiloft te Kana. Ook hier moet ze weer leren dat haar Kind de Zoon van God is. Hij beslist wanneer er wat gebeurt. Dat moeten we niet vergeten. Wij denken soms dat we wel weten wat er moet gebeuren. We weten het wel beter dan hoe God het nu doet. Maar we moeten blijven bedenken aan het antwoord dat Maria toen kreeg:”Mijn ure is nog niet gekomen”. God weet wel wanneer iets het beste voor ons is.
Ondanks deze terechtwijzingen blijkt Maria niet volmaakt wat Roomsen denken. Als Jezus op een dag staat te prediken en nog niet heeft te vergeten, komt Maria. Ze weet dat hij nog niet heeft gegeten. Ze wilt hem dit vertellen, maar ze komt niet door de menigte. Dan zeggen andere mensen dat zijn moeder er is en Hem wilt spreken. Weer krijgt ze een berisping.
Hij zegt: wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders. Die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is Mijn broeders, zusters en moeder.
Jezus onderscheidt Maria niet van alle andere mensen. Zij is net zo goed een persoon ontvangen en geboren in schuld. Dit moet Hij haar vaak laten weten.
Dit wil niet zeggen dat Jezus niet van Maria hield. Toen Hij aan het kruis hing om te sterven, stond Maria er bij. Ze zag hoe haar Zoon daar aan het kruis hing met zijn handen er aan genageld. Het moet haar pijn hebben gedaan. Pijn zoals alle moeders zouden hebben. Dat wist Jezus ook en daarom zegt Hij ook tegen Maria: vrouw, zie Uw zoon’, en tegen Johannes, zijn discipel: zie Uw moeder’. Jezus zorgt zelfs tijdens zijn laatste minuten op aarde voor zijn moeder die ook een Kind van God was. Hieruit blijkt zijn liefde voor Maria.
De laatste keer dat we in de Bijbel lezen over Maria is in Handelingen. Samen met de discipelen en de andere vrouwen verwacht zij met haar zonen de komst van de Heilige Geest. Het valt op dat Lukas eerst de discipelen, daarna de vrouwen en als laatst Maria. Dat betekent dat Maria zich onder de leiding van de discipelen heeft gevoegd. Er is geen sprake van een ereplaats voor de moeder des Heere.
We weten niet hoe Maria aan haar eind is gekomen. Dat kunnen we nergens lezen en is het dus ook niet belangrijk.
Wij geloven dat Maria ook als een zondig mens is geboren. Ondanks het feit dat ze moeder van de Heere Jezus is, blijft ze een gewoon mens. Dit is niet overal zo. De Rooms-katholieken geloven iets anders.
Dat Maria is uitverkoren door God omdat ze de moeder van Jezus wordt, geloven de roomsen en de christenen allebei. Daarna komt het verschil. De roomsen geloven dat Maria al heilig en volmaakt is geboren. Bij haar geboorte zou ze de erfzonde niet hebben mee gekregen van haar ouders. Tijdens haar leven zou ze ook geen persoonlijke zonde kennen. De roomsen geloven dus dat Maria niet dezelfde plaats in neemt als alle andere mensen op deze aarde. Zij is heilig verklaard door de paus. Ze gaan zelfs zo ver om te ze zeggen dat Maria een voorbemiddelaar is. Dat wil zeggen dat Maria een tussenpersoon is tussen de Heere Jezus en de mensen. Ze zou dus mee werken aan de genade van de mensen op de aarde.
Dit komt duidelijk naar voren in de praktijk van hun geloof.
In de kerken van de rooms katholieken hebben ze bijvoorbeeld beelden van Maria. Deze beelden staan er ter verering van Maria. Ook bidden de roomsen tot Maria, bijvoorbeeld als een persoon is overleden. Tijdens de mis die ze dan opdragen, bidden ze aan Maria of zij er voor wil zorgen dat het allemaal goed komt met de overledene. Ze geloven dat er iets is tussen de hemel en de hel en de mensen die daar zijn kunnen nog geholpen worden door Maria.
Ook in de Bijbel wordt Maria zalig gesproken door een vrouw uit de schare. Ze prijst Maria omdat zij Jezus ter wereld heeft mogen brengen, opvoeden en verzorgen. De Heere Jezus wil niet dat zijn moeder op een menselijke wijze gehuldigd wordt. Hij ontkent niet wat de vrouw zegt, maar wijst aan op grond waarvan iemand zalig geprezen mag worden. “Zalig zijn zij die het Woord Gods horen en bewaren”. Daarom mogen we dus Maria niet zalig spreken. Het gaat er niet om dat zij de moeder van God is, maar dat ze, net als ieder ander, Gods Woord moet horen en bewaren.
Alleen daardoor kunnen we zalig worden.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)