HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Afbeelding
Missale Romanum - 149
overzicht
De
houtsnedes zijn gepubliceerd in 1593
onder de titel Adnotationes et Meditationes in Evangelia ("Notes and
Meditations on the Gospels")
153
Afbeeldingen 1593 edition, in chronologische volgorde van Jezus' leven
klik op de afbeelding voor aanvullende
informatie
DE UITSTORTING VAN DE
HEILIGE GEEST
PINKSTEREN
BIJBELTEKST Handelingen 2
Uit het evangelie volgens
Handelingen:
1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. 6 Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. 7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? 8 Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? 9 Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, 11 Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ 12 Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ 13 Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’
Toespraak van Petrus
14 Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. 15 Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. 16 Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël:
17 “Aan het einde der tijden, zegt God,
zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten.
Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren,
jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten.
18 Ja, over al mijn dienaren en dienaressen
zal ik in die tijd mijn geest uitgieten,
zodat ze zullen profeteren.
19 Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven
en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook.
20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed
voordat de grote, stralende dag van de Heer komt.
21 Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”
22 Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht. 23 Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden. 24 God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden. 25 David zegt immers over hem:
“Steeds houd ik de Heer voor ogen,
hij is aan mijn zijde, ik wankel niet.
26 Daarom verheugt zich mijn hart
en jubelt mijn tong van blijdschap.
Ja, mijn lichaam zal behouden blijven,
27 want u zult mij niet overleveren aan het dodenrijk
en het lichaam van uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.
28 U hebt mij de weg naar het leven getoond,
uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.”
29 Broeders en zusters, u zult mij wel toestaan dat ik over de aartsvader David zeg dat hij gestorven en begraven is; zijn graf bevindt zich immers nog steeds hier. 30 Maar omdat hij een profeet was en wist dat God hem onder ede beloofd had dat een van zijn nakomelingen zijn troon zou bestijgen, 31 heeft hij de opstanding van de messias (2:31) de messias – Zie de noot bij Matteüs 2:4.voorzien en gezegd dat deze niet aan het dodenrijk zou worden overgeleverd en dat zijn lichaam niet tot ontbinding zou overgaan. 32 Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. 33 Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort. 34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, 35 tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 36 Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.’
37 Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’ 38 Petrus antwoordde: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, 39 want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’ 40 Ook op nog andere wijze legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht!’
41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. 42 Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.
1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. 6 Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. 7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? 8 Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? 9 Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, 11 Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ 12 Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ 13 Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’
Toespraak van Petrus
14 Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. 15 Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. 16 Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël:
17 “Aan het einde der tijden, zegt God,
zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten.
Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren,
jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten.
18 Ja, over al mijn dienaren en dienaressen
zal ik in die tijd mijn geest uitgieten,
zodat ze zullen profeteren.
19 Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven
en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook.
20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed
voordat de grote, stralende dag van de Heer komt.
21 Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”
22 Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht. 23 Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden. 24 God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden. 25 David zegt immers over hem:
“Steeds houd ik de Heer voor ogen,
hij is aan mijn zijde, ik wankel niet.
26 Daarom verheugt zich mijn hart
en jubelt mijn tong van blijdschap.
Ja, mijn lichaam zal behouden blijven,
27 want u zult mij niet overleveren aan het dodenrijk
en het lichaam van uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.
28 U hebt mij de weg naar het leven getoond,
uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.”
29 Broeders en zusters, u zult mij wel toestaan dat ik over de aartsvader David zeg dat hij gestorven en begraven is; zijn graf bevindt zich immers nog steeds hier. 30 Maar omdat hij een profeet was en wist dat God hem onder ede beloofd had dat een van zijn nakomelingen zijn troon zou bestijgen, 31 heeft hij de opstanding van de messias (2:31) de messias – Zie de noot bij Matteüs 2:4.voorzien en gezegd dat deze niet aan het dodenrijk zou worden overgeleverd en dat zijn lichaam niet tot ontbinding zou overgaan. 32 Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. 33 Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort. 34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, 35 tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 36 Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.’
37 Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’ 38 Petrus antwoordde: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, 39 want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’ 40 Ook op nog andere wijze legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht!’
41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. 42 Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.
VRAAG WAAR VELEN MEE HEBBEN
GEWORSTELD én NOG WORSTELEN
Efeziërs 4:25-32
25 Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkander. 26 Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; 27 en geeft de duivel geen voet. 28 Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. 29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. 30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. 31 Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid. 32 Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
Altijd weer komt de vraag naar de zonde tegen de Heilige Geest op. Steeds weer kom je de vraag tegen: Heb ik niet tegen de Heilige Geest gezondigd? Was wat ik gedaan heb niet te erg om nog vergeving te krijgen? Juist als je met deze vragen te maken krijgt is het belangrijk om in beeld te krijgen wat zonde tegen de Heilige Geest is. Als je tegen die vragen aanloopt, betekent dit ook bijna altijd dat meer mensen in de gemeente daarmee worstelen.
Onvergeeflijke zonde
Het bijzondere van de zonde tegen de Heilige Geest is dat daarvoor geen vergeving mogelijk is. Ook in het Oude Testament wordt over zonde gesproken waarvoor geen vergeving mogelijk is. Zie o.a: Numeri 15:22-31. Ik wil me in deze artikelen concentreren op wat er in het Nieuwe Testament over de onvergeeflijke zonde gezegd wordt.
In het Nieuwe Testament lezen we daarover voor de eerste keer in Mattheus 12:31,32. Wat zijn daar dan de omstandigheden? De Here Jezus heeft een man die door de duivel bezet was en daardoor stom en blind was weer gezond gemaakt. Hij is door Jezus werk nu geestelijk en lichamelijk gezond.
De Farizeeën zien de reactie van de mensen die dit meegemaakt hebben. Deze mensen zijn geneigd om te geloven dat Jezus de beloofde Verlosser is. Maar de Farizeeën haten de Here Jezus. Zelfs zo dat zij het werk van de Here Jezus het werk van de duivel noemen. Ze doen nu alles om mensen bij het geloof in de Here Jezus weg te houden. Als de Farizeeën het werk van de Here Jezus het werk van de duivel noemen. Van de grote baas van alle demonen zegt de Here Jezus o.a. het volgende: “Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Daarom zeg Ik u: Elke zonde en elke godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Geest lastert kan niet worden vergeven. En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie kwaadspreekt van de Heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de komende.” Matt 12:30-32
De Here Jezus maakt duidelijk dat de zonde tegen de Heilige Geest onvergeeflijk is. We lezen dit ook in Marc 3:28,29; Luc 12:10.
Om nu te zien of de Geest in het Nieuwe Testament ons nog meer over deze zonde vertelt, is belangrijk om er op te letten dat de Here Jezus dit de enige zonde noemt waarvoor geen vergeving mogelijk is. We lezen in het Nieuwe Testament ook op andere plaatsen van een zonde waarvan geen bekering mogelijk is. Waarvoor geen vergeving mogelijk is.
Johannes schrijft in zijn eerste brief over een zonde tot de dood. Een zonde die er voor zorgt dat verlossing van de dood niet meer mogelijk is. We lezen dit in 1 Joh 5:16: “Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.”
In Hebreeën 6:4-6 lezen we over een zonde waarvan mensen zich niet kunnen bekeren. We lezen daar: “Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de Heilige Geest, wie het weldadige woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd. Omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt.”
Ook in Hebreeën 10 wordt over een zonde geschreven waarvoor geen vergeving is. Waarvoor geen offer of betaling mogelijk is. We lezen dat in de verzen 26-29:
“Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonde meer mogelijk, en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden. Voor wie de wet van Mozes naast zic neerlegt is er geen pardon; wanneer er tenminste twee getuigen een verklaring tegen hem afleggen, moet hij sterven. Hoeveel zwaarder zal dan de straf niet zijn, denkt u, voor wie de Zoon van God vertrapt, het bloed van het verbond ontheiligt – terwijl hij erdoor geheiligd is – en de Geest van de genade veracht?”
Het is duidelijk dat er volgens Gods eigen woord een onvergeeflijke zonde is. Wij noemen dit meestal de zonde tegen de Heilige Geest. We voelen het praten over die zonde vaak als een bedreiging want als je die zonde gedaan hebt is je toekomst voor altijd donker. Dit laat ook zien dat we hier met een belangrijk onderwerp voor ons geloofsleven te maken hebben. Daarom is er ook in de geschiedenis van de kerk al vaak aandacht geweest voor de vraag wat deze zonde nu eigenlijk is. We willen daarom nu enige aandacht aan de geschiedenis geven.
Iets uit de geschiedenis
De vraag naar wat de zonde tegen de Heilige Geest is, was er altijd weer in de kerk. In de eerste eeuwen na Christus waren er meerderen die dachten dat alleen mensen die in de tijd dat de Here Jezus op aarde leefden de zonde tegen de Heilige Geest konden doen. Zonde tegen de Heilige Geest zou dan geweest zijn dat mensen Jezus wonderen zagen doen en in hun hart erkende dat dat van de Heilige Geest kwam. Maar uit haat tegen de Here Jezus zouden ze dan tegen anderen zeggen dat het een werk van de duivel was.
Toch kan het niet zo zijn dat dit zonde tegen de Heilige Geest is. Waarom niet? Omdat we ook na het werk van de Here Jezus op aarde over deze onvergeeflijke zonde lezen. Kijk maar in het artikel van de vorige keer waarin ook de teksten uit o.a. 1 Joh 5 en Hebreeën 10 genoemd worden.
De bekende theoloog Augustinus die in de 4e en 5e eeuw na Christus leefde, was van mening dat de zonde tegen de Heilige Geest was dat iemand zich zijn leven lang niet bekeerde. Ook dit kan niet zo zijn omdat we in de in het vorige artikel in bepaalde teksten gezien hebben dat het om een zonde gaat die iemand op een bepaald moment gedaan heeft en waarvoor dan geen vergeving meer mogelijk is. De Here Jezus zegt in Mattheus 12:32 dat wie deze zonde begaat ook niet vergeven wordt in deze wereld. We hebben ook in 1 Joh 5 gelezen dat je niet voor iemand hoeft te bidden die deze zonde gedaan heeft. Dat betekent dat zo iemand dan nog op deze aarde leeft en er voor hem geen vergeving meer is. In Hebreeën 6 hebben we gelezen dat er voor iemand die deze zonde gedaan heeft geen bekering meer mogelijk is. Dat betekent dus dat er geen bekering meer mogelijk is terwijl hij nog op aarde leeft.
Zonde tegen de Heilige Geest - zonde tegen het zevende gebod?
Het gebeurt nogal eens dat mensen de zonde tegen de Heilige Geest met bepaalde seksuele zonden verbinden. Dan zijn er broeders en zusters die vol angst terugdenken aan een tijd dat ze in overspel leefden. Dan zijn er die vol angst terugdenken aan dingen die ze in hun jeugd gedaan hebben. Dan zijn er die het angstzweet uitbreekt omdat er een tijd in hun leven was dat ze aan zelfbevrediging gedaan hebben. Broeders en zusters die daartegen strijden en daarin toch van tijd tot tijd weer terugvallen. De angst is er soms ook omdat er homoseksuele contacten waren en zal God dat wel vergeven? Bij sommige is de angst dan heel groot en lopen ze met de vraag rond of ze de zonde tegen de Heilige Geest gedaan hebben. Ze denken dat er voor hen dus geen vergeving meer is.
Het kan soms zo lijken als je 1 Korinthe 6 leest. We lezen daar in verband met overspel o.a: “Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.” Vs 18-20
Het is belangrijk om nu goed te lezen. Ons lichaam is niet de Heilige Geest zelf maar een tempel van de Geest. Seksuele zonden zijn staan dus niet gelijk aan zonde tegen de Heilige Geest. Ook in de rest van de Bijbel zie je heel duidelijk dat je seksuele zonden niet gelijk kan stellen aan de zonde waarvoor geen vergeving mogelijk is. Denk maar eens aan David die overspel met Bathseba bedreef. Hij ontving daarvoor wel degelijk vergeving.
We kunnen zelfs niet zeggen dat de zonde tegen een van de 10 geboden zonde tegen de Heilige Geest is. De 10 geboden vormen namelijk een eenheid. De Heilige Geest zegt dat heel duidelijk in Jacobus 2:10,11: “Wie de hele wet onderhoudt maar op een punt struikelt, blijft ten aanzien van alle geboden in gebreke. Want Hij die gezegd heeft: Pleeg geen overspel, heeft ook gezegd: Pleeg geen moord. Als u geen overspel pleegt maar wel een moord, overtreedt u toch de wet.”
Seksuele zonden kun je dus niet zomaar aan zonde tegen de Heilige Geest gelijkstellen.
Zonde tegen de Heilige Geest – zonde tegen het derde gebod?
De Here Jezus heeft het in Matt 12:32 over het “kwaadspreken van de Heilige Geest”. Als je dan op dat woord kwaadspreken ( in de NGB vertaling: lasteren) let, begin je te denken aan het derde gebod: “Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie Zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.”
Het is ook echt zo dat de HERE het misbruiken van Zijn Naam hoog opneemt. Een duidelijk voorbeeld daarvan lezen we in Leviticus 24:10,11: “Toen deze man op zekere dag slaags raakte met een Israeliet en een vloek uitsprak waarin hij Gods naam lasterde, werd hij aan Mozes voorgeleid.” Dat lasteren, dat kwaadspreken van de HERE gebeurde toen openlijk. Mozes vraagt dan wat de straf hierop moet zijn. Het antwoord van de HERE lezen we dan in vers 16: “Wie de naam van de HEER lastert moet ter dood gebracht worden, die moet door de voltallige gemeenschap worden gestenigd. Of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet, wie Mijn naam lastert moet ter dood gebracht worden.”
Het is duidelijk dat er een verband is tussen het derde gebod en het kwaadspreken van de Heilige Geest bestaat. Toch kunnen we niet zeggen dat het lasteren van God hetzelfde is als het kwaadspreken van de Geest zoals de Here Jezus daarover in Mattheus 12:32 spreekt. Elke Godslastering is nog geen zonde tegen de Heilige Geest.
We lezen in Leviticus 24:16 ook niet dat er voor het lasteren van God geen vergeving mogelijk is. Ook op andere zonden stond in de tijd van het Oude Testament de doodstraf zonder dat dit betekende dat er geen vergeving mogelijk was. Dat we elk kwaadspreken van God niet met het kwaadspreken van de Geest kunnen gelijkstellen, wordt ook duidelijk in Mattheus 12. De Here Jezus maakt daar juist duidelijk dat wie iets ten nadele van de Zoon zegt vergeving kan ontvangen.
De zonde tegen de Heilige Geest is een speciale zonde. Een zonde die door bepaalde mensen in een bepaalde tijd gedaan kan worden. We hebben tot nu toe gezien wat de zonde tegen de Heilige Geest niet is. Wat is zonde tegen de Heilige Geest nu wel?. Om dichter bij het antwoord te komen willen we dit keer antwoord geven op de vraag wanneer iemand deze zonde kan doen.
Wanneer kan je tegen de Heilige Geest zondigen?
Om op deze vraag antwoord te kunnen geven moeten we weer terug naar Mattheus 12:22-32. De Here Jezus drijft dan demonen uit bij een man die blind en stom is. Hij maakt deze man weer helemaal gezond. Dan zeggen de Farizeeën tegen de mensen dat Jezus dit kan doen omdat hij de baas van de demonen is. Hij zou Beelzebul, de duivel in eigen persoon zijn.
Als de Here Jezus daarop reageert, maakt Hij het onderscheid tussen de lastering van de Geest en de lastering van de Zoon. De lastering van de Zoon, van de Mensenzoon, kan nog vergeven worden. Dat is bij de lastering van de Heilige Geest niet mogelijk.
De Here Jezus maakt dat onderscheid om de Farizeeën te waarschuwen. Ze zijn bezig om het werk dat de Zoon doet voor duivelswerk uit te maken. Daarvoor is nog vergeving mogelijk. Maar dat blijft niet zo. Er komt een tijd dat dit tot zonde, tot lastering van de heilige Geest wordt. In de tijd dat de Here Jezus op aarde was, was het nog onmogelijk om zonde tegen de Heilige Geest te doen. De rede daarvoor was dat de Heilige Geest er nog niet was.
Als ik dit neerschrijf, besef ik dat dit bij meerdere lezers vragen oproept. Het is niet zo dat de Heilige Geest toen nog niet bestond. Het is ook niet zo dat de Heilige Geest toen nog niet in mensen werkte. De Heilige Geest is God en er was en er zal geen moment zijn dat de Heilige Geest niet bestaat en niet werkt. Hij was en is en zal altijd de eeuwige God zijn. Toch was de Heilige Geest tijdens het leven van de Here Jezus op aarde op een bepaalde manier nog niet aanwezig. We lezen dat in Johannes 7:39: “Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.”
De Here Jezus zegt meerdere keren dat de Heilige Geest nog moet komen. Voorbeelden daarvan vind je o.a.: Joh 14:16,26; 16:7. De Here Jezus maakt daar duidelijk dat de Heilige Geest op een speciale manier zal komen. Daarvoor is nodig dat Jezus Christus van de aarde zal weggaan. Hij moet naar de hemel gaan en dan kan de Heilige Geest uitgestort worden. Heel duidelijk komt dit in Johannes 16:7 naar voren waar de Here Jezus over de Heilige Geest als de Pleitbezorger spreekt. Hij zegt dan het volgende: “Werkelijk, het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem jullie zenden.”
De heilige Geest zal komen wanneer de Here Jezus als de Verlosser al Zijn werk dat Hij op aarde moet doen, gedaan heeft. Wanneer Hij alles dat in het Oude Testament over Hem gezegd is, gedaan heeft. Dan schijnt het volle licht van de verlossing door hem. Dan heeft Hij alle bewijzen geleverd dat Hij de beloofde Verlosser is en Zijn verlossingswerk gedaan heeft. De tijd van de Heilige Geest breekt aan als de Here Jezus vanuit de hemel de Heilige Geest uitgiet. Vanaf de Pinksterdag kunnen mensen de Heilige Geest lasteren. Dat dit daarvoor niet mogelijk was, wordt duidelijk als de Here Jezus aan het kruis hangt.
Aan het kruis bidt de Here Jezus zelfs voor zijn grootste vijanden. Zelfs voor hen die Hem zo gehaat hebben dat ze ervoor gezorgd hebben dat Jezus gekruisigd wordt. De Here Jezus bidt op het kruis: “Vader vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.” (Luc 23:34)
Petrus roept de Joden na de uitstorting van de Heilige Geest op om zich te bekeren. Hij roept ook hen daartoe op die de Here Jezus veroordeeld hebben. Je kunt dat o.a. in Hand 3:17-19 lezen: “Volksgenoten, ik weet dat u uit onwetendheid hebt gehandeld, evenals uw leiders. Zo heeft God echter in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten had aangekondigd: dat Zijn messias zou lijden en sterven. Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden.” Handelingen 3:17-19
Als de Heilige Geest op de Pinksterdag door Christus uitgestort wordt, is alles gebeurd wat moest gebeuren. Vanaf dat moment is het mogelijk om de zonde tegen de Heilige Geest te doen.
Wie kan zonde tegen de Heilige Geest doen?
Het is niet voor ieder mens mogelijk om tegen de Heilige Geest te zondigen. Mensen die het evangelie niet kennen of maar heel weinig van de Here Jezus weten, kunnen de zonde tegen de Heilige Geest niet doen. Alleen mensen die het evangelie goed kennen, kunnen tot deze zonde komen. Mensen die het hele verlossingswerk van Christus kennen. Dat zijn mensen die onderwijs vanuit Gods Woord gekregen hebben. Die in het leslokaal van de Heilige Geest gezeten hebben. Mensen die ook echt begrepen hebben waarom het in het evangelie gaat.
Als deze mensen willens en wetens Christus beginnen te bespotten. Als zij het evangelie belachelijk beginnen te maken zijn ze op weg om de zonde tegen de Heilige Geest te doen. Wie met zijn kennis van Christus na de uitstorting van de Heilige Geest Hem willens en wetens bespot en Zijn werk voor duivels werk uitmaakt, zondigt tegen de Heilige Geest. Wie heel goed weet wie de Here Jezus is en Hem dan opzettelijk te schande maakt, is bezig om de Here Jezus weer te kruisigen. Dan kruizigt iemand de Zoon van God nadat de HERE in Zijn liefde het hele werk van Christus aan jou heeft laten zien. Dan kun je niet meer zeggen dat iemand het niet geweten heeft. Zie voor deze dingen Hebr 6:4-6.
We lezen in Mattheus 12 nog het onderscheid tussen het spreken “ten nadele van de Mensenzoon en het kwaadspreken van de Heilige Geest”. Dat onderscheid verdwijnt in die zin dat wie het evangelie echt kent en Christus opzettelijk belachelijk maakt daarmee kwaad van de Heilige Geest spreekt. De Heilige Geest laat ons na de Pinksterdag juist door het Woord het hele werk van Jezus Christus zien. Als de Geest dat prachtige werk van Christus heeft laten zien en je praat daarna van het werk van Christus alsof dat werk van de duivel is, of dat hij een duivel is ben je bezig om tegen de Heilige Geest te zondigen.
Wie kan tegen de Heilige Geest zondigen? De mens:
1. die heel goed weet wie Christus is en wat Hij gedaan heeft.
2. die met opzet dan de Here Christus belachelijk maakt.
Onbekeerlijkheid als straf op deze zonde
De Heilige Geest heeft in Hebr 6 geschreven dat mensen die deze zonde gedaan hebben niet meer tot gekering gebracht kunnen worden. Het is onmogelijk om deze mensen weer tot het geloof in Christus te brengen.
Het is niet zo dat onbekeerlijkheid op zichzelf zonde tegen de Heilige Geest is. Onbekeerlijkheid kan wel het gevolg van de zonde tegen de Heilige Geest zijn. Wie deze zonde doet groeit al meer en al verder bij Christus weg. Wie deze zonde doet wordt al meer een vijand van God. Wie in het volle licht van Christus gestaan heeften dat licht dan opzettelijk duisternis noemt, zal niet meer in dat verlossende licht komen te staan. Dan kom je nog een keer in het volle licht van Gods heerlijkheid te staan. Dan zal Gods licht juist die onvergeeflijke zonde in het leven van een mens aan het licht brengen en Gods oordeel over hem brengen.
De HERE waarschuwt
De HERE spreekt in de Bijbel over die onvergeeflijke zonde juist om ons daartegen te waarschuwen. Het doel van de waarschuwing is om ons bij de zonde weg te houden. Je ziet hier de liefde en zorg van God voor ons leven.
Als wij in de kerk van Christus leven is dat een groot voorrecht. Dat voorrecht maakt onze verantwoordelijkheid tegenover de HERE groter. Hoe meer je weet hoe minder kun je onwetendheid als excuus gebruiken. Juist daarom is het belangrijk om steeds weer gericht te zijn op de eerbiedige omgang met de HERE. Op het eerbiedig praten over God en over Christus.
Als wij iemand op een weg zien gaan die de weg open maakt voor zonde tegen de Heilige Geest is het belangrijk dat we die ander dan in liefde daarvan terugroepen. Het moet in ons leven vanuit de liefde van God zo zijn dat woorden die Christus belachelijk maken ons door merg en been gaan. Dat als de HERE belachelijk gemaakt wordt dat ons heel veel pijn doet. Zeker ook als het werk van God voor slecht en duivels wordt uitgemaakt. Dat laat je schrikken en huiveren. Als jij jouw leven dicht bij de HERE zoekt zal de Heilige Geest ervoor zorgen dat jij de Geest niet lastert. Dan houdt de Geest zelf ons daarbij weg.
Bemoedig elkaar!
Wat doe je als je met iemand aan de praat raakt en de ander laat blijken dat hij heel bang is dat hij tegen de Heilige Geest gezondigd heeft? Wat doe je als je daar zelf heel erg bang voor bent omdat er een zonde in je leven is die nog zo vaak de kop op steekt? Of als de angst in je boven komt als je aan een ernstige zonde in je leven uit het verleden denkt?
Dan is het heel belangrijk om er aan te denken dat iemand die zonde tegen de Heilige Geest gedaan heeft niet naar de HERE wil terugkeren. Wie tegen de Heilige Geest gezondigd heeft, krijgt zijn straf al in dit leven. Die straf is dat hij zijn leven lang niet tot Christus wil terugkeren.
Hoe moeten we er mee omgaan als iemand steeds weer op een heel grote zonde in zijn verleden wijst. Hij heeft daarvan heel veel verdriet, heeft daarover echt berouw. Was die zonde niet te groot om nog vergeving te krijgen? Was dat toch geen zonde tegen de Heilige Geest? Dan moeten we deze broeder of zuster of misschien wel onszelf bemoedigen. Dan moet je zeggen dat dit geen zonde tegen de Heilige Geest was want dan zou je daarmee niet meer zoveel worstelen.
Datzelfde geldt van een zonde die steeds weer de kop in je leven opsteekt en waartegen je echt vecht in je leven. Dan kan het zomaar in je opkomen: Ik ben nu al zo vaak hierin gevallen en heb al zo vaak vergeving gevraagd. Voor mij kan er eigenlijk geen vergeving meer zijn. Toch mag je dan weten dat iemand die echt verdriet over zijn zonde heeft en daartegen steeds weer wil vechten geen zonde tegen de Heilige Geest gedaan heeft.
Dat mogen we elkaar en onszelf steeds weer voorhouden. De HERE wil Zijn kinderen niet tot wanhoop en radeloosheid brengen. Wie met zijn zonden worstelt, mag die zonden en de strijd daartegen juist bij de HERE brengen. Hij wil je zonden dan om Christus werk vergeven. Hij wil jou Zijn Geest geven om in die strijd vol te houden. Wie zo leeft mag juist in zijn leven, ook in zijn worsteling zien dat de Heilige Geest in je werkt.
Efeziërs 4:25-32
25 Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkander. 26 Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; 27 en geeft de duivel geen voet. 28 Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. 29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. 30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. 31 Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid. 32 Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
Altijd weer komt de vraag naar de zonde tegen de Heilige Geest op. Steeds weer kom je de vraag tegen: Heb ik niet tegen de Heilige Geest gezondigd? Was wat ik gedaan heb niet te erg om nog vergeving te krijgen? Juist als je met deze vragen te maken krijgt is het belangrijk om in beeld te krijgen wat zonde tegen de Heilige Geest is. Als je tegen die vragen aanloopt, betekent dit ook bijna altijd dat meer mensen in de gemeente daarmee worstelen.
Onvergeeflijke zonde
Het bijzondere van de zonde tegen de Heilige Geest is dat daarvoor geen vergeving mogelijk is. Ook in het Oude Testament wordt over zonde gesproken waarvoor geen vergeving mogelijk is. Zie o.a: Numeri 15:22-31. Ik wil me in deze artikelen concentreren op wat er in het Nieuwe Testament over de onvergeeflijke zonde gezegd wordt.
In het Nieuwe Testament lezen we daarover voor de eerste keer in Mattheus 12:31,32. Wat zijn daar dan de omstandigheden? De Here Jezus heeft een man die door de duivel bezet was en daardoor stom en blind was weer gezond gemaakt. Hij is door Jezus werk nu geestelijk en lichamelijk gezond.
De Farizeeën zien de reactie van de mensen die dit meegemaakt hebben. Deze mensen zijn geneigd om te geloven dat Jezus de beloofde Verlosser is. Maar de Farizeeën haten de Here Jezus. Zelfs zo dat zij het werk van de Here Jezus het werk van de duivel noemen. Ze doen nu alles om mensen bij het geloof in de Here Jezus weg te houden. Als de Farizeeën het werk van de Here Jezus het werk van de duivel noemen. Van de grote baas van alle demonen zegt de Here Jezus o.a. het volgende: “Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Daarom zeg Ik u: Elke zonde en elke godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Geest lastert kan niet worden vergeven. En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie kwaadspreekt van de Heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de komende.” Matt 12:30-32
De Here Jezus maakt duidelijk dat de zonde tegen de Heilige Geest onvergeeflijk is. We lezen dit ook in Marc 3:28,29; Luc 12:10.
Om nu te zien of de Geest in het Nieuwe Testament ons nog meer over deze zonde vertelt, is belangrijk om er op te letten dat de Here Jezus dit de enige zonde noemt waarvoor geen vergeving mogelijk is. We lezen in het Nieuwe Testament ook op andere plaatsen van een zonde waarvan geen bekering mogelijk is. Waarvoor geen vergeving mogelijk is.
Johannes schrijft in zijn eerste brief over een zonde tot de dood. Een zonde die er voor zorgt dat verlossing van de dood niet meer mogelijk is. We lezen dit in 1 Joh 5:16: “Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.”
In Hebreeën 6:4-6 lezen we over een zonde waarvan mensen zich niet kunnen bekeren. We lezen daar: “Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de Heilige Geest, wie het weldadige woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd. Omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt.”
Ook in Hebreeën 10 wordt over een zonde geschreven waarvoor geen vergeving is. Waarvoor geen offer of betaling mogelijk is. We lezen dat in de verzen 26-29:
“Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonde meer mogelijk, en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden. Voor wie de wet van Mozes naast zic neerlegt is er geen pardon; wanneer er tenminste twee getuigen een verklaring tegen hem afleggen, moet hij sterven. Hoeveel zwaarder zal dan de straf niet zijn, denkt u, voor wie de Zoon van God vertrapt, het bloed van het verbond ontheiligt – terwijl hij erdoor geheiligd is – en de Geest van de genade veracht?”
Het is duidelijk dat er volgens Gods eigen woord een onvergeeflijke zonde is. Wij noemen dit meestal de zonde tegen de Heilige Geest. We voelen het praten over die zonde vaak als een bedreiging want als je die zonde gedaan hebt is je toekomst voor altijd donker. Dit laat ook zien dat we hier met een belangrijk onderwerp voor ons geloofsleven te maken hebben. Daarom is er ook in de geschiedenis van de kerk al vaak aandacht geweest voor de vraag wat deze zonde nu eigenlijk is. We willen daarom nu enige aandacht aan de geschiedenis geven.
Iets uit de geschiedenis
De vraag naar wat de zonde tegen de Heilige Geest is, was er altijd weer in de kerk. In de eerste eeuwen na Christus waren er meerderen die dachten dat alleen mensen die in de tijd dat de Here Jezus op aarde leefden de zonde tegen de Heilige Geest konden doen. Zonde tegen de Heilige Geest zou dan geweest zijn dat mensen Jezus wonderen zagen doen en in hun hart erkende dat dat van de Heilige Geest kwam. Maar uit haat tegen de Here Jezus zouden ze dan tegen anderen zeggen dat het een werk van de duivel was.
Toch kan het niet zo zijn dat dit zonde tegen de Heilige Geest is. Waarom niet? Omdat we ook na het werk van de Here Jezus op aarde over deze onvergeeflijke zonde lezen. Kijk maar in het artikel van de vorige keer waarin ook de teksten uit o.a. 1 Joh 5 en Hebreeën 10 genoemd worden.
De bekende theoloog Augustinus die in de 4e en 5e eeuw na Christus leefde, was van mening dat de zonde tegen de Heilige Geest was dat iemand zich zijn leven lang niet bekeerde. Ook dit kan niet zo zijn omdat we in de in het vorige artikel in bepaalde teksten gezien hebben dat het om een zonde gaat die iemand op een bepaald moment gedaan heeft en waarvoor dan geen vergeving meer mogelijk is. De Here Jezus zegt in Mattheus 12:32 dat wie deze zonde begaat ook niet vergeven wordt in deze wereld. We hebben ook in 1 Joh 5 gelezen dat je niet voor iemand hoeft te bidden die deze zonde gedaan heeft. Dat betekent dat zo iemand dan nog op deze aarde leeft en er voor hem geen vergeving meer is. In Hebreeën 6 hebben we gelezen dat er voor iemand die deze zonde gedaan heeft geen bekering meer mogelijk is. Dat betekent dus dat er geen bekering meer mogelijk is terwijl hij nog op aarde leeft.
Zonde tegen de Heilige Geest - zonde tegen het zevende gebod?
Het gebeurt nogal eens dat mensen de zonde tegen de Heilige Geest met bepaalde seksuele zonden verbinden. Dan zijn er broeders en zusters die vol angst terugdenken aan een tijd dat ze in overspel leefden. Dan zijn er die vol angst terugdenken aan dingen die ze in hun jeugd gedaan hebben. Dan zijn er die het angstzweet uitbreekt omdat er een tijd in hun leven was dat ze aan zelfbevrediging gedaan hebben. Broeders en zusters die daartegen strijden en daarin toch van tijd tot tijd weer terugvallen. De angst is er soms ook omdat er homoseksuele contacten waren en zal God dat wel vergeven? Bij sommige is de angst dan heel groot en lopen ze met de vraag rond of ze de zonde tegen de Heilige Geest gedaan hebben. Ze denken dat er voor hen dus geen vergeving meer is.
Het kan soms zo lijken als je 1 Korinthe 6 leest. We lezen daar in verband met overspel o.a: “Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.” Vs 18-20
Het is belangrijk om nu goed te lezen. Ons lichaam is niet de Heilige Geest zelf maar een tempel van de Geest. Seksuele zonden zijn staan dus niet gelijk aan zonde tegen de Heilige Geest. Ook in de rest van de Bijbel zie je heel duidelijk dat je seksuele zonden niet gelijk kan stellen aan de zonde waarvoor geen vergeving mogelijk is. Denk maar eens aan David die overspel met Bathseba bedreef. Hij ontving daarvoor wel degelijk vergeving.
We kunnen zelfs niet zeggen dat de zonde tegen een van de 10 geboden zonde tegen de Heilige Geest is. De 10 geboden vormen namelijk een eenheid. De Heilige Geest zegt dat heel duidelijk in Jacobus 2:10,11: “Wie de hele wet onderhoudt maar op een punt struikelt, blijft ten aanzien van alle geboden in gebreke. Want Hij die gezegd heeft: Pleeg geen overspel, heeft ook gezegd: Pleeg geen moord. Als u geen overspel pleegt maar wel een moord, overtreedt u toch de wet.”
Seksuele zonden kun je dus niet zomaar aan zonde tegen de Heilige Geest gelijkstellen.
Zonde tegen de Heilige Geest – zonde tegen het derde gebod?
De Here Jezus heeft het in Matt 12:32 over het “kwaadspreken van de Heilige Geest”. Als je dan op dat woord kwaadspreken ( in de NGB vertaling: lasteren) let, begin je te denken aan het derde gebod: “Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie Zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.”
Het is ook echt zo dat de HERE het misbruiken van Zijn Naam hoog opneemt. Een duidelijk voorbeeld daarvan lezen we in Leviticus 24:10,11: “Toen deze man op zekere dag slaags raakte met een Israeliet en een vloek uitsprak waarin hij Gods naam lasterde, werd hij aan Mozes voorgeleid.” Dat lasteren, dat kwaadspreken van de HERE gebeurde toen openlijk. Mozes vraagt dan wat de straf hierop moet zijn. Het antwoord van de HERE lezen we dan in vers 16: “Wie de naam van de HEER lastert moet ter dood gebracht worden, die moet door de voltallige gemeenschap worden gestenigd. Of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet, wie Mijn naam lastert moet ter dood gebracht worden.”
Het is duidelijk dat er een verband is tussen het derde gebod en het kwaadspreken van de Heilige Geest bestaat. Toch kunnen we niet zeggen dat het lasteren van God hetzelfde is als het kwaadspreken van de Geest zoals de Here Jezus daarover in Mattheus 12:32 spreekt. Elke Godslastering is nog geen zonde tegen de Heilige Geest.
We lezen in Leviticus 24:16 ook niet dat er voor het lasteren van God geen vergeving mogelijk is. Ook op andere zonden stond in de tijd van het Oude Testament de doodstraf zonder dat dit betekende dat er geen vergeving mogelijk was. Dat we elk kwaadspreken van God niet met het kwaadspreken van de Geest kunnen gelijkstellen, wordt ook duidelijk in Mattheus 12. De Here Jezus maakt daar juist duidelijk dat wie iets ten nadele van de Zoon zegt vergeving kan ontvangen.
De zonde tegen de Heilige Geest is een speciale zonde. Een zonde die door bepaalde mensen in een bepaalde tijd gedaan kan worden. We hebben tot nu toe gezien wat de zonde tegen de Heilige Geest niet is. Wat is zonde tegen de Heilige Geest nu wel?. Om dichter bij het antwoord te komen willen we dit keer antwoord geven op de vraag wanneer iemand deze zonde kan doen.
Wanneer kan je tegen de Heilige Geest zondigen?
Om op deze vraag antwoord te kunnen geven moeten we weer terug naar Mattheus 12:22-32. De Here Jezus drijft dan demonen uit bij een man die blind en stom is. Hij maakt deze man weer helemaal gezond. Dan zeggen de Farizeeën tegen de mensen dat Jezus dit kan doen omdat hij de baas van de demonen is. Hij zou Beelzebul, de duivel in eigen persoon zijn.
Als de Here Jezus daarop reageert, maakt Hij het onderscheid tussen de lastering van de Geest en de lastering van de Zoon. De lastering van de Zoon, van de Mensenzoon, kan nog vergeven worden. Dat is bij de lastering van de Heilige Geest niet mogelijk.
De Here Jezus maakt dat onderscheid om de Farizeeën te waarschuwen. Ze zijn bezig om het werk dat de Zoon doet voor duivelswerk uit te maken. Daarvoor is nog vergeving mogelijk. Maar dat blijft niet zo. Er komt een tijd dat dit tot zonde, tot lastering van de heilige Geest wordt. In de tijd dat de Here Jezus op aarde was, was het nog onmogelijk om zonde tegen de Heilige Geest te doen. De rede daarvoor was dat de Heilige Geest er nog niet was.
Als ik dit neerschrijf, besef ik dat dit bij meerdere lezers vragen oproept. Het is niet zo dat de Heilige Geest toen nog niet bestond. Het is ook niet zo dat de Heilige Geest toen nog niet in mensen werkte. De Heilige Geest is God en er was en er zal geen moment zijn dat de Heilige Geest niet bestaat en niet werkt. Hij was en is en zal altijd de eeuwige God zijn. Toch was de Heilige Geest tijdens het leven van de Here Jezus op aarde op een bepaalde manier nog niet aanwezig. We lezen dat in Johannes 7:39: “Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.”
De Here Jezus zegt meerdere keren dat de Heilige Geest nog moet komen. Voorbeelden daarvan vind je o.a.: Joh 14:16,26; 16:7. De Here Jezus maakt daar duidelijk dat de Heilige Geest op een speciale manier zal komen. Daarvoor is nodig dat Jezus Christus van de aarde zal weggaan. Hij moet naar de hemel gaan en dan kan de Heilige Geest uitgestort worden. Heel duidelijk komt dit in Johannes 16:7 naar voren waar de Here Jezus over de Heilige Geest als de Pleitbezorger spreekt. Hij zegt dan het volgende: “Werkelijk, het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem jullie zenden.”
De heilige Geest zal komen wanneer de Here Jezus als de Verlosser al Zijn werk dat Hij op aarde moet doen, gedaan heeft. Wanneer Hij alles dat in het Oude Testament over Hem gezegd is, gedaan heeft. Dan schijnt het volle licht van de verlossing door hem. Dan heeft Hij alle bewijzen geleverd dat Hij de beloofde Verlosser is en Zijn verlossingswerk gedaan heeft. De tijd van de Heilige Geest breekt aan als de Here Jezus vanuit de hemel de Heilige Geest uitgiet. Vanaf de Pinksterdag kunnen mensen de Heilige Geest lasteren. Dat dit daarvoor niet mogelijk was, wordt duidelijk als de Here Jezus aan het kruis hangt.
Aan het kruis bidt de Here Jezus zelfs voor zijn grootste vijanden. Zelfs voor hen die Hem zo gehaat hebben dat ze ervoor gezorgd hebben dat Jezus gekruisigd wordt. De Here Jezus bidt op het kruis: “Vader vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.” (Luc 23:34)
Petrus roept de Joden na de uitstorting van de Heilige Geest op om zich te bekeren. Hij roept ook hen daartoe op die de Here Jezus veroordeeld hebben. Je kunt dat o.a. in Hand 3:17-19 lezen: “Volksgenoten, ik weet dat u uit onwetendheid hebt gehandeld, evenals uw leiders. Zo heeft God echter in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten had aangekondigd: dat Zijn messias zou lijden en sterven. Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden.” Handelingen 3:17-19
Als de Heilige Geest op de Pinksterdag door Christus uitgestort wordt, is alles gebeurd wat moest gebeuren. Vanaf dat moment is het mogelijk om de zonde tegen de Heilige Geest te doen.
Wie kan zonde tegen de Heilige Geest doen?
Het is niet voor ieder mens mogelijk om tegen de Heilige Geest te zondigen. Mensen die het evangelie niet kennen of maar heel weinig van de Here Jezus weten, kunnen de zonde tegen de Heilige Geest niet doen. Alleen mensen die het evangelie goed kennen, kunnen tot deze zonde komen. Mensen die het hele verlossingswerk van Christus kennen. Dat zijn mensen die onderwijs vanuit Gods Woord gekregen hebben. Die in het leslokaal van de Heilige Geest gezeten hebben. Mensen die ook echt begrepen hebben waarom het in het evangelie gaat.
Als deze mensen willens en wetens Christus beginnen te bespotten. Als zij het evangelie belachelijk beginnen te maken zijn ze op weg om de zonde tegen de Heilige Geest te doen. Wie met zijn kennis van Christus na de uitstorting van de Heilige Geest Hem willens en wetens bespot en Zijn werk voor duivels werk uitmaakt, zondigt tegen de Heilige Geest. Wie heel goed weet wie de Here Jezus is en Hem dan opzettelijk te schande maakt, is bezig om de Here Jezus weer te kruisigen. Dan kruizigt iemand de Zoon van God nadat de HERE in Zijn liefde het hele werk van Christus aan jou heeft laten zien. Dan kun je niet meer zeggen dat iemand het niet geweten heeft. Zie voor deze dingen Hebr 6:4-6.
We lezen in Mattheus 12 nog het onderscheid tussen het spreken “ten nadele van de Mensenzoon en het kwaadspreken van de Heilige Geest”. Dat onderscheid verdwijnt in die zin dat wie het evangelie echt kent en Christus opzettelijk belachelijk maakt daarmee kwaad van de Heilige Geest spreekt. De Heilige Geest laat ons na de Pinksterdag juist door het Woord het hele werk van Jezus Christus zien. Als de Geest dat prachtige werk van Christus heeft laten zien en je praat daarna van het werk van Christus alsof dat werk van de duivel is, of dat hij een duivel is ben je bezig om tegen de Heilige Geest te zondigen.
Wie kan tegen de Heilige Geest zondigen? De mens:
1. die heel goed weet wie Christus is en wat Hij gedaan heeft.
2. die met opzet dan de Here Christus belachelijk maakt.
Onbekeerlijkheid als straf op deze zonde
De Heilige Geest heeft in Hebr 6 geschreven dat mensen die deze zonde gedaan hebben niet meer tot gekering gebracht kunnen worden. Het is onmogelijk om deze mensen weer tot het geloof in Christus te brengen.
Het is niet zo dat onbekeerlijkheid op zichzelf zonde tegen de Heilige Geest is. Onbekeerlijkheid kan wel het gevolg van de zonde tegen de Heilige Geest zijn. Wie deze zonde doet groeit al meer en al verder bij Christus weg. Wie deze zonde doet wordt al meer een vijand van God. Wie in het volle licht van Christus gestaan heeften dat licht dan opzettelijk duisternis noemt, zal niet meer in dat verlossende licht komen te staan. Dan kom je nog een keer in het volle licht van Gods heerlijkheid te staan. Dan zal Gods licht juist die onvergeeflijke zonde in het leven van een mens aan het licht brengen en Gods oordeel over hem brengen.
De HERE waarschuwt
De HERE spreekt in de Bijbel over die onvergeeflijke zonde juist om ons daartegen te waarschuwen. Het doel van de waarschuwing is om ons bij de zonde weg te houden. Je ziet hier de liefde en zorg van God voor ons leven.
Als wij in de kerk van Christus leven is dat een groot voorrecht. Dat voorrecht maakt onze verantwoordelijkheid tegenover de HERE groter. Hoe meer je weet hoe minder kun je onwetendheid als excuus gebruiken. Juist daarom is het belangrijk om steeds weer gericht te zijn op de eerbiedige omgang met de HERE. Op het eerbiedig praten over God en over Christus.
Als wij iemand op een weg zien gaan die de weg open maakt voor zonde tegen de Heilige Geest is het belangrijk dat we die ander dan in liefde daarvan terugroepen. Het moet in ons leven vanuit de liefde van God zo zijn dat woorden die Christus belachelijk maken ons door merg en been gaan. Dat als de HERE belachelijk gemaakt wordt dat ons heel veel pijn doet. Zeker ook als het werk van God voor slecht en duivels wordt uitgemaakt. Dat laat je schrikken en huiveren. Als jij jouw leven dicht bij de HERE zoekt zal de Heilige Geest ervoor zorgen dat jij de Geest niet lastert. Dan houdt de Geest zelf ons daarbij weg.
Bemoedig elkaar!
Wat doe je als je met iemand aan de praat raakt en de ander laat blijken dat hij heel bang is dat hij tegen de Heilige Geest gezondigd heeft? Wat doe je als je daar zelf heel erg bang voor bent omdat er een zonde in je leven is die nog zo vaak de kop op steekt? Of als de angst in je boven komt als je aan een ernstige zonde in je leven uit het verleden denkt?
Dan is het heel belangrijk om er aan te denken dat iemand die zonde tegen de Heilige Geest gedaan heeft niet naar de HERE wil terugkeren. Wie tegen de Heilige Geest gezondigd heeft, krijgt zijn straf al in dit leven. Die straf is dat hij zijn leven lang niet tot Christus wil terugkeren.
Hoe moeten we er mee omgaan als iemand steeds weer op een heel grote zonde in zijn verleden wijst. Hij heeft daarvan heel veel verdriet, heeft daarover echt berouw. Was die zonde niet te groot om nog vergeving te krijgen? Was dat toch geen zonde tegen de Heilige Geest? Dan moeten we deze broeder of zuster of misschien wel onszelf bemoedigen. Dan moet je zeggen dat dit geen zonde tegen de Heilige Geest was want dan zou je daarmee niet meer zoveel worstelen.
Datzelfde geldt van een zonde die steeds weer de kop in je leven opsteekt en waartegen je echt vecht in je leven. Dan kan het zomaar in je opkomen: Ik ben nu al zo vaak hierin gevallen en heb al zo vaak vergeving gevraagd. Voor mij kan er eigenlijk geen vergeving meer zijn. Toch mag je dan weten dat iemand die echt verdriet over zijn zonde heeft en daartegen steeds weer wil vechten geen zonde tegen de Heilige Geest gedaan heeft.
Dat mogen we elkaar en onszelf steeds weer voorhouden. De HERE wil Zijn kinderen niet tot wanhoop en radeloosheid brengen. Wie met zijn zonden worstelt, mag die zonden en de strijd daartegen juist bij de HERE brengen. Hij wil je zonden dan om Christus werk vergeven. Hij wil jou Zijn Geest geven om in die strijd vol te houden. Wie zo leeft mag juist in zijn leven, ook in zijn worsteling zien dat de Heilige Geest in je werkt.
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)