HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
De
Bergrede van Jezus - ZALIG DIE HONGEREN EN DORSTEN NAAR DE GERECHTIGHEID
De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God:
De inleiding van deze serie
Zalig
de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen,
Zalig zij die treuren,
want zij zullen vertroost worden,
Zalig de zachtmoedigen,
want zij zullen de aarde beërven,
Zalig zij die hongeren en
dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen,
want hun zal barmhartigheid geschieden,
Zalig de reinen van hart,
want zij zullen god zien.
Zalig de vredesstichters,
want zij zullen kinderen Gods genoemd worden,
Zalig de vervolgden om
der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen
Zalig zijt gij, wanneer
men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt, om
mijnentwil.
Mattheüs 5 vers
1-12
De Bergrede is te vinden in de hoofdstukken 5, 6 en 7 van Mattheus en in Lukas 6.
De Historische achtergrond.
Matthëus vertelt hoe Jezus rondtrok door heel Galilea en in de synagogen leerde.
Hij verkondigde het goede nieuws van het Koninkrijk der hemelen en genas zieken onder het volk.
Al
snel stroomden van alle kanten de mensen toe om de wonderen te zien.
Lukas 6:12-19 vertelt overigens dat Jezus deze nacht tussen de aankomst
bij de berg en de grote rede, wakend heeft doorgebracht. Het is de
enige keer dat wij lezen over een hele nacht vol gebed. Jezus begon
niet te spreken voordat hij urenlang voor het volk geknield had liggen
smeken bij de Vader.
Om te begrijpen wat Jezus de menigte leerde, is het goed om te kijken
naar de omstandigheden waarin Jezus sprak.
Politieke, godsdienstige omstandigheden werden nogal eens gebruikt om
Zijn boodschap duidelijk te maken.
Een prachtige richtlijn voor het leven
Honger naar geluk in de wereld
Zalig wie honger en dorst heeft. Op het eerste gezicht denk je
misschien: dat gaat niet over mij. Mensen in Afrika, in de Derde
Wereld, die hebben honger en dorst. Ik zie ze op het journaal. Holle
ogen, vel over been, wanhoop. Ja, dat is honger en dorst. Maar laten we
niet te snel zeggen: deze zaligspreking gaat niet over mij. Niet alleen
in de Derde Wereld hebben mensen honger. De hele aarde heeft honger en
dorst. Honger en dorst naar geluk. Dat is de grote drijfveer achter
elke daad, elke ambitie en elke droom van mensen: ik wil een beetje
geluk. Voor de een bestaat geluk uit een dak boven z'n hoofd, voor de
ander is het een homp brood, voor weer een ander is het een leuk gezin
en één keer per jaar een fijne vakantie, weer een
ander is pas gelukkig met een bankrekening in Zwitserland en een BMW
voor de deur.
Maar het grote drama van deze aarde, van ons mensen is, dat we nooit
dat geluk lijken te vinden. We hebben er veel voor over - hard werken,
veel geld, inzet, bloed, zweet en tranen - maar wanneer zeggen we: ja
nu hebben we het, we zijn gelukkig. Telkens als we denken geluk bereikt
te hebben, vragen we 'is dit het nou'. Wie honger en dorst heeft naar
geluk, raakt dus nooit verzadigd. Je oog wordt steeds groter en je maag
steeds wijder. Er is altijd weer wat nieuws te bedenken waarvan je
zegt: dat heb ik nog nodig om gelukkig te zijn. We blijven iets missen
en we zijn niet snel tevreden. En geluk is zo kwetsbaar: je denkt het
te hebben gevonden, maar dan gebeurt er iets, en het geluk is weg.
En Jezus spreekt zalig. Gefeliciteerd! Wie raken verzadigd? Wie raken
vol? Niet wie hongeren en dorsten naar geluk. Nee, zalig wie hongeren
en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Het
grote drama van ons mensen is, dat wij verkeerd zoeken. 'Waarom tellen
jullie je geld neer voor wat geen brood is en spendeer je je vermogen
aan wat niet verzadigen kan', vraagt Jesaja. Zoeken naar geluk brengt
geen geluk. Wie zoekt naar gerechtigheid, zal verzadigd worden. En al
het andere wordt je bovendien geschonken.
Hongerig zijn
Het is in deze dagen helemaal niet ongewoon om te horen dat een
ambitieus iemand "hongerig" is om belangrijke dingen te
bewerkstelligen. Schrijvers passen dit woord toe op atleten die zich op
professioneel niveau willen profileren, op acteurs die het niveau van
een ster willen bereiken, en op zakenmensen die eropuit zijn om
president van een belangrijke onderneming te worden. Deze mensen zetten
zich ertoe aan om harder te werken dan hun mededingers. Ze dwingen zich
ertoe elk facet van hun vakgebied te bestuderen en ze werken daar
langer en harder aan dan anderen. Hun ambitie kent geen grenzen. Ze
schijnen elke invalshoek te benutten om de aandacht van hun superieuren
te trekken. Ze grijpen iedere gelegenheid aan om zichzelf te "verkopen"
aan hen die nuttig kunnen zijn om hen promotie te doen maken.
Sommige maar niet al deze nuances zijn aanwezig in Jezus' gebruik van
de woorden "honger" en "dorst" in Mattheüs 5:6. Hij beschrijft
iemand die vanuit het diepst van zijn wezen een vurige behoefte heeft
om aan een verlangen te voldoen. William Barclay geeft in zijn Daily
Study Bible commentaar op Mattheüs een kleurige beschrijving:
Woorden bestaan niet op zichzelf; ze bestaan tegen de achtergrond van
ervaring en denken; en de betekenis van elk woord hangt af van de
achtergrond van de persoon die het gebruikt. Dat is in het bijzonder
waar voor deze zaligspreking. Deze zou op hen die hem voor de eerste
keer hoorden, een heel andere indruk maken dan de indruk die hij op ons
maakt.
Wie kent in de westerse
wereld nog honger of dorst?
Het feit is, dat heel weinigen van ons in onze moderne
levensomstandigheden weten wat het is om echt hongerig of echt dorstig
te zijn. In vroeger tijden was dat geheel anders. Het loon van een
arbeider kwam overeen met drie stuivers per dag en zelfs al passen we
het in alle mogelijke opzichten aan voor wat betreft de koopkracht van
geld, dan kon nog niemand rijk worden van dat loon. Een arbeider in
Palestina at eens per week vlees, en in Palestina waren de arbeider en
de dagloner nooit ver verwijderd van de grens van echte honger en
feitelijk verhongeren.
In het geval van dorst was dat allemaal nog sterker. Het was voor de
overgrote meerderheid van mensen niet mogelijk een kraan open te
draaien om schoon, koud water hun huizen te laten binnenstromen. Iemand
zou op reis kunnen zijn en halverwege die reis zou de hete wind die een
zandstorm aankondigde, kunnen gaan waaien. Er restte hem niets anders
te doen dan zijn hoofd in zijn boernoes te wikkelen, zijn rug naar de
wind te keren en te wachten, terwijl het striemende zand zijn neusgaten
en keel binnendrong totdat hij dreigde te stikken en totdat hij een
geweldige dorst kreeg. In de omstandigheden van het moderne westerse
leven is daar helemaal geen parallel mee te vinden. (deel 1, p. 99)
We zien dan dat Jezus "honger" of "dorst" niet gebruikte zoals wij de
leegheid of droogte zouden beschrijven die wij tussen maaltijden
voelen, maar een honger of dorst die schijnbaar nooit verzadigd zou
kunnen worden. Met fysieke trek vergeleken zou dit een honger en dorst
zijn waarbij we zelfs na een volledige maaltijd met volop te drinken
ons nog steeds zouden voelen alsof we nog veel meer zouden kunnen eten
en drinken! Nogmaals zoals Barclay het beschrijft:
Het is de honger van iemand die verhongert en de dorst van iemand die
zal sterven tenzij hij te drinken krijgt. (p.99-100)
Niets kan beter het soort verlangen uitdrukken dat we zouden moeten
hebben naar het verkrijgen van gerechtigheid. De schrijvers van de
bijbel gebruiken vaak het beeld van honger en in het bijzonder dorst om
een vurig verlangen uit te beelden, vooral naar de dingen van God:
Psalm 42:2-3 Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht, zo smacht
mijn ziel naar U, o God. 3 Mijn ziel dorst naar God, naar de levende
God; wanneer zal ik komen en voor Gods aangezicht verschijnen?
Psalm 63:2 O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U,
mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water.
Zelfs een beperking van honger en dorst tot onze normale, dagelijkse
behoeften aan voedsel geeft het beeld van een voortdurende cyclus van
het nuttigen van een noodzakelijke behoefte aan geestelijk leven en
kracht.
Het beёindigen van een
serie schakelingen
In de inleiding op deze serie vermeldde ik dat de zaligsprekingen in
twee algemene groepen schijnen te zijn gekoppeld, waarbij de eerste
vier rechtstreeks zijn gericht op iemands relatie met God. Elke schakel
leidt tot de volgende waarbij de voorgaande wordt ingesloten. Als we
arm van geest zijn, zullen we nederig ons volledige bankroet voor God
erkennen. Op die manier worden we geleid en in staat gesteld te treuren
over de oorzaak van ons bankroet, onze zonden, evenals de altijd
aanwezige corruptie van de menselijke natuur en de heerschappij van
zonde en dood in deze wereld. Daar we — als we tegen de
standaard van Gods heiligheid worden gemeten — zondaars zijn,
en niets hebben te bieden dat ons de voorkeur boven anderen geeft,
moeten we deze twee deugden toestaan ons gedrag zowel jegens God als de
medemens te bepalen. We laten dan armoede van geest, treuren en
zachtmoedigheid deel uitmaken van de motivatie om de tekortkomingen in
ons karakter goed te maken, die God zo genadig tentoonstelt door aan
ons te openbaren wat we werkelijk zijn. Als we ooit naar Zijn beeld
zullen worden gevormd, moet hongeren en dorsten naar gerechtigheid
volgen op het belijden van de zonden die God openbaart.
Hongeren en dorsten naar gerechtigheid is diepgaand betrokken bij het
zetten van belangrijke stappen tot behoud. Deze stappen worden in Gods
woord met diverse woorden aangeduid, inclusief rechtvaardiging,
heiliging, groeien, overwinnen, volmaakt worden, voortgaan naar
volmaaktheid, het bereiken van de maat van de wasdom der volheid van
Christus, heiliging zoeken en naar Gods beeld geschapen worden. God
stelt ons in staat dit verlangen te hebben en er gebruik van te maken,
maar we moeten ervoor kiezen onszelf op te offeren in het tot stand
brengen van Zijn wil voor ons. Gods wil voor ons nu is dat we ons
voorbereiden om met Hem te leven zoals Hij in Zijn Koninkrijk leeft.
Wat is
gerechtigheid?
Op het eerste gehoor kan de vraag "Wat is gerechtigheid?" als een domme
vraag overkomen, omdat we weten dat het "rechtschapenheid" betekent, of
eenvoudiger "recht doen". Door het aanhalen van Psalm 119:172b: "want
al uw geboden zijn gerechtigheid", voelen we ons toegerust met een
directe bijbelse definitie van dit belangrijke bijbelse begrip. Geen
van deze interpretaties is onjuist, maar het bijbelse gebruik van
"gerechtigheid" is aan de ene kant specifiek en aan de andere kant
algemeen — zo algemeen dat het op sommige plaatsen behandeld
wordt als een synoniem van behoud [heil]:
Jesaja 45:8 Druppelt, hemelen, van boven en laten de wolken
gerechtigheid doen neerstromen; de aarde opene zich, opdat het heil
[behoud] ontluike en zij daarbij gerechtigheid doe uitspruiten; Ik, de
HERE, heb dit geschapen.
Dit is een voorbeeld van een typisch Hebreeuwse grammaticale techniek
waarin de twee begrippen als synoniemen worden gebruikt om elkaar te
versterken en uit te leggen. De schrijver maakt op deze manier zijn
bedoeling duidelijker. Let op deze andere voorbeelden uit Jesaja:
Jesaja 46:12-13 Hoort naar Mij, gij trotsen van hart, die ver van
gerechtigheid zijt. 13 Ik breng mijn gerechtigheid nabij, zij is niet
ver, en mijn heil zal niet vertoeven; Ik geef in Sion heil, aan
Israël mijn luister.
Jesaja 51:5a (Statenvertaling) Mijn gerechtigheid is nabij, Mijn heil
trekt uit, en Mijn armen zullen de volken richten.
Jesaja 56:1b Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want mijn heil
staat gereed om te komen en mijn gerechtigheid om zich te openbaren.
Jesaja 61:10a Ik verblijd mij zeer in de HERE, mijn ziel juicht in mijn
God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de
mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, ...
Al gebruikt de bijbel "gerechtigheid" zo algemeen, de vergelijking met
"behoud" [heil] helpt ons niet veel om het beter te begrijpen, omdat
"behoud" één van de meest veelomvattende woorden
uit de bijbel is. Daar niemand van ons behoud volledig heeft ervaren,
kijken we door een donker glas om het te proberen te begrijpen.
Gerechtigheid wordt op
soortgelijke wijze gebruikt in de heel bekende tekst uit
Mattheüs 6:33, waar Jezus gebiedt:
Mattheüs 6:33 Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn
gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.
Hier heeft het de betekenis van het zoeken naar al Gods geestelijke
zegeningen, gunst, beeld en beloningen. We zien in dit vers niet alleen
een algemene nieuwtestamentische toepassing van het begrip, maar ook
— wat nog belangrijker is — de prioriteit ervan
voor het leven. Dit sluit perfect aan bij de metafoor van honger en
dorst. Het is niet voldoende om op ambitieuze manier ernaar te smachten
iets voor elkaar te krijgen. Volgens Jezus staan Gods Koninkrijk en
Zijn gerechtigheid aan de top van alles in het leven. Zo belangrijk is
het zoeken naar Gods gerechtigheid.
Het is duidelijk dat de wereld gerechtigheid niet aan de top van zijn
prioriteitenlijstje heeft staan. Ik hoop dat dat bij ons wel het geval
is, en wat wij hebben, hebben wij volledig ongevraagd gekregen als een
handeling van Gods genade. Jezus zegt dat het onze verantwoordelijkheid
is om te zoeken naar datgene wat God ons ter beschikking heeft gesteld.
Waar moeten we nu precies naar hongeren en dorsten? Als God iemand een
verantwoordelijkheid oplegt, dan voorziet Hij door Zijn genade ook in
de middelen waarmee hij daaraan kan voldoen. Gebruiken wij de middelen
die Hij heeft gegeven?
Honger en dorst naar
gerechtigheid
Zalig wie hongeren en dorsten naar deze gerechtigheid, zegt Jezus. Dat
zijn natuurlijk sterke woorden. Niet zin hebben in, denken aan, ooit
iets hopen te merken van, nee, hongeren en dorsten! Wie van ons weet
nou wat honger en dorst is! Vaak hebben we zin in iets lekkers en
rammelt onze maag. In de stad lopen we dan naar de Febo of het
V&D-restaurant. Thuis plunderen we de koelkast. Soms loopt het
water in de mond als we denken aan iets lekkers, maar is dat honger? Op
een hete zomerdag snak je naar een koud pilsje, maar is dat dorst?
Honger en dorst, dat is dat je een groot gebrek voelt, een wanhopig
verlangen. Je weet, voelt en merkt: ik heb schreeuwend behoefte aan
eten en drinken. En zonder dat ga ik dood!
Dat
is het gevoel waar David het over heeft in Psalm 63: ik dorst naar u,
ik smacht naar u in een dor en dorstig land. Een wanhopig verlangen,
dat je helemaal beheerst. Verder is alles onbelangrijk en zinloos. Dat
is wat Jezus ook bedoelt. Honger en dorst naar gerechtigheid. Je
hunkert naar heelheid met God. Waar jij nou schreeuwend behoefte aan
hebt is: gerechtigheid ondervinden bij God, vrijuit mogen gaan als Hij
oordeelt, echtheid en heelheid ervaren in jouw leven. Al het andere
blijft leeg en hol zonder die heelheid, die gerechtigheid. Je wilt niet
meer zonder, je kunt niet meer zonder.
Drie vormen van
gerechtigheid
Sommigen hebben beweerd dat de gerechtigheid waar Jezus in
Mattheüs 5:6 naar verwijst, datgene is wat we allemaal door
Christus krijgen bij onze bekering. De bijbel laat echter drie soorten
van gerechtigheid zien en elk van hen is belangrijk op zijn eigen
terrein. Alle drie zijn inbegrepen in de manier waarop Jezus deze
woorden gebruikte, omdat alle drie belangrijk zijn voor een christelijk
leven en een christelijke ontwikkeling. Alle drie moeten gezocht worden
binnen de relatie van iedere christen met God en met zijn naaste. Twee
van hen zijn uitzonderlijk belangrijk en de derde iets minder, en dat
alleen maar doordat God de autoriteit van de christen in relatie met de
wereld heeft beperkt.
De eerste is de gerechtigheid van het geloof die komt als God een
zondaar door genade rechtvaardigt op basis van de verlossing die in
Christus Jezus is. Deze ontstaat als Christus' gehoorzaamheid aan hem
wordt toegeschreven, waardoor hij voor God een juridische gerechtigheid
verkrijgt. David schrijft in Psalm 14:1: "Niemand is er, die goed
doet." Paulus verandert de bewoording in Romeinen 3:10 in: "Niemand is
rechtvaardig, ook niet één."
God uit deze sterke aanklachten tegen een wereld waarin de meeste
mensen zichzelf ongetwijfeld als "goed" beschouwen. Maar het is een
goedheid die waargenomen wordt in het licht van hun eigen standaards
— in een denken dat niet open staat voor Gods gerechtigheid,
gevuld met de trots van de zelfgerechtigheid, misleid en verblind door
de god van deze wereld (Openbaring 12:9; 2 Corinthiërs 4:3-4).
Zo'n denken kan, evenals de onbekeerde Paulus, een medeplichtige zijn
in het doden en vervolgen van Gods ware kinderen en ondertussen denken
dat ze op waarachtige wijze God een dienst bewijzen (Johannes 16:2).
Zij zijn als de mensen die in Titus 1:16 worden beschreven:
Titus 1:16 Zij belijden wel, dat zij God kennen, maar met hun werken
verloochenen zij Hem, daar zij verfoeilijk en ongehoorzaam zijn en niet
deugen voor enig goed werk.
Volgens God hebben we allemaal ergens in dit plaatje vertoefd. Als
zondaren overtraden we vaak Gods wet in woord, gedachte en daad, en in
veel gevallen waren we daar onwetend van vanwege de misleiding en de
verblindheid die Satan heeft bewerkstelligd. Maar God verwijderde in
Zijn roeping de sluier die over ons denken lag en openbaarde Zichzelf,
Zijn doel en Zijn standaards. We overtuigden onszelf van ons geestelijk
bankroet. Terwijl we vroeger van onszelf dachten dat we misschien wel
bij wat "kleine" zonden betrokken konden zijn — maar
afgemeten tegen onze naaste en de slechte mensen in de maatschappij was
het in principe goed met ons — beginnen we onszelf nu in een
heel ander licht te zien. We hebben voor God geen been om op te staan.
Romeinen 2:4 maakt het duidelijk dat we alleen door Gods genade geleid
worden onszelf in een bepaalde mate te zien zoals Hij ons ziet:
Romeinen 2:4 Of veracht gij de rijkdom van zijn goedertierenheid,
verdraagzaamheid en lankmoedigheid, en beseft gij niet, dat de
goedertierenheid Gods u tot boetvaardigheid leidt?
God stelt ons in staat onze goedheid, onze gerechtigheid —
die Hij in Jesaja 64:6 als "een bezoedeld kleed" beschrijft —
tegen Hem af te meten in plaats van tegen onze naaste. We beseffen dat
het zeker is dat we zullen sterven omwille van onze zonden, maar dat
Hij op genadige wijze ons in Christus van een volmaakte gerechtigheid
heeft voorzien. Dit aanbod is echter niet gratis, omdat we ons leven
geheel aan Zijn heerschappij moeten overgeven. Net zoals het Jezus Zijn
leven kostte om in deze bevrijding te voorzien, zo kost deze ook ons
leven, als levende offeranden (Romeinen 12:1), om ons voordeel met Gods
aanbod te kunnen doen. Toch is het verbazingwekkend hoe hongerig en
dorstig we worden naar Gods aanbod van rechtvaardiging die leidt tot
behoud.
We kunnen daar echter niet stoppen. Honger en dorst hebben ons zover
gebracht, maar het is slechts een begin. Als het een echte, goddelijke
honger en dorst is, blijven ze bestaan, zelfs al zijn we
gerechtvaardigd, omdat de gerechtvaardigde persoon beseft dat God pas
aan een goed werk in ons begonnen is (Filippenzen 1:6). Een hongerig
persoon zal zich Romeinen 5:1-2 herinneren:
Romeinen 5:1-2 Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede
met God door onze Here Jezus Christus, 2 door wie wij ook de toegang
hebben verkregen [in het geloof] tot deze genade, waarin wij staan, en
roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.
Rechtvaardiging brengt verzoening tot stand en daarom vrede met God en
toegang tot Hem. Maar het brengt ook een hongeren en dorsten met zich
mee naar de heerlijkheid van God! Wat een ontzagwekkend iets om te
overwegen dat als ons eenmaal gerechtigheid toegerekend is, dat dan het
doel van het proces waaraan we bij Gods roeping begonnen, is Gods beeld
in ons te scheppen, doordat Hij Zijn Geest in ons heeft uitgestort. Dat
kunnen wij bereiken!
Het is een diepgaand, maar toch echt doel, dat iedereen die deze visie
wordt toegedaan, met heel zijn wezen moet verlangen! Is ons ooit iets
aangeboden dat groter was? Kan enig ander doel in het leven ermee
wedijveren? We moeten "zo'n grote zaligheid niet veronachtzamen"
(Hebreeën 2:3, Statenvertaling)! We moeten dit grote
potentieel niet uit ons bevattingsvermogen laten wegglippen! Geen
wonder dat Jezus zulke sterke bewoordingen gebruikte om het vurige
verlangen naar Gods gerechtigheid die Hem behaagt, te beschrijven. En
als Hij dat in ons waarneemt, zal Hij het ook vervullen.
In de eerste plaats
Je bent er diep van doordrongen, dat je die gerechtigheid keihard nodig
hebt. Want wil je ooit geluk in je leven, wil je ooit blijdschap
kennen, wil je ooit die ervaring van echtheid hebben, dan moet er eerst
die gerechtigheid zijn. Zonder herstel van de band met God blijven
geluk, welzijn, blijdschap altijd onbereikbaar.
In de tweede plaats
Je weet, voelt en beseft, dat jij op eigen kracht nooit die heelheid,
die gerechtigheid zult bereiken. Daar ligt voor ons een grote valkuil.
Wij denken: voel je iets knagen, loop dan naar de koelkast, naar de
kerk, bid vroom, doe een goed werk, en weg is de honger. Wij hebben een
grenzeloos vertrouwen in het eigen ik, in eigen kunnen. Wie zo denkt,
heeft nog geen honger en dorst naar gerechtigheid. Hoogstens lekkere
trek. Wie echt honger en dorst heeft, is altijd afhankelijk van een
ander. Die moet aan het infuus gelegd worden. In dit geval: die is
afhankelijk van de grote Ander en moet aan zijn infuus worden gelegd!
In de derde plaats
Je voelt, dat jij die gerechtigheid, die heelheid mist. Jij schiet erin
te kort en dat voel je heel persoonlijk. Honger en dorst kun je niet
voor iemand anders voelen. Het knaagt aan jou, dat er zoveel onechtheid
en onwaarachtigheid is op aarde. En je voelt, dat jij persoonlijk
daarin tekort schiet. Jezus spreekt niet zalig de mensen die
hoofdschuddend ach en wee roepen - wat een troep is het op aarde, het
wordt tijd voor wat gerechtigheid - maar er niks bij voelen en al
helemaal niet de troep in hun eigen leven voelen. Verlangen naar
heelheid betekent, dat je een gebrek aan heelheid voelt in je eigen
leven: ik mis gerechtigheid, ik mis heelheid met God! Ik schiet erin
tekort! O God, wees mij zondaar genadig!
Het streven naar de
tweede vorm van gerechtigheid
De tweede vorm van gerechtigheid waarnaar we moeten hongeren en dorsten
is de vorm van gerechtigheid waarmee we het grootste deel van ons leven
na onze bekering te maken hebben. Let erop hoe Jezus deze zaligspreking
onder woorden brengt. Hij zegt niet: "Zalig die gehongerd hebben ...",
maar juist: "Zalig die hongeren ..." Dit hongeren en dorsten is een
toestand die bij voortduring bestaat en die manier moet ook gelden voor
de tweede vorm van gerechtigheid, die elders wordt aangeduid met het
najagen van heiligheid, het voortgaan naar volmaaktheid, of groeien in
de genade en kennis van Jezus Christus. Vaak noemt de bijbel het
heiliging. Geen van deze termen duidt specifiek op gerechtigheid, maar
ze liggen allemaal binnen de ruimere betekenis ervan. Deze
gerechtigheid wordt in ons geschapen, wordt ons gegeven door Gods
Heilige Geest na onze rechtvaardiging tijdens het ervaren van onze
relatie met God. Het is het zoeken naar goddelijk karakter om te worden
voorbereid om in Zijn Koninkrijk te leven.
God kan Zijn heilig en rechtvaardig karakter niet scheppen door een
simpel besluit. Het vereist de vrijwillige en bereidwillige medewerking
van de geroepenen; door het uitoefenen van hun vrije wil onderwerpen ze
zich aan Hem terwijl ze het leven ervaren. Onderwerping is moeilijk en
daarom is het christen-zijn geen zondagswandeling. Jezus waarschuwt
vaak dat het zo'n mate van toewijding aan Hem zal vergen dat alles
daaraan ondergeschikt gemaakt moet worden. We moeten ons kruis dragen
en de kosten berekenen (Lucas 14:26-28). Hij waarschuwt ook:
Mattheüs 7:14a Want eng is de poort, en smal de weg, ...
en:
Mattheüs 24:13 Maar wie volhardt tot het einde, die zal
behouden worden.
De tocht van de Israëlieten uit de oudheid door de woestijn is
een type van de pelgrimstocht van de christen op weg naar het
Koninkrijk van God. Hun wildernis laat een aantal valkuilen zien die
het geloof en het enthousiasme van een christen om tot het einde door
te gaan, kunnen vernietigen.
In deze zaligspreking presenteert God ons een ernstige uitdaging. Omdat
het voortdurend nodig is, stelt het een veeleisende voorwaarde vast.
Hoe sterk verlangen we naar goedheid, de gerechtigheid van God?
Verlangen we er zo sterk naar als iemand die aan het verhongeren is
naar voedsel verlangt, of een uitgedroogd iemand naar water verlangt?
Hebben we zo'n gebrek aan visie dat we net als de Israëlieten
in de woestijn, behalve Jozua en Kaleb, ons geloof zullen opgeven?
Volgens Hebreeën 4:1 hoorden ze wel het goede nieuws, maar
geloofden ze er onvoldoende in. Daarom stierven ze in de woestijn, hun
pelgrimstocht kwam ten einde voordat ze hun doel bereikten. In plaats
van zich aan God te onderwerpen, verzetten ze zich tot aan hun dood
tegen Hem. Blijkbaar hongerden ze er niet naar.
De meesten van ons hebben een verlangen naar Gods Koninkrijk en Zijn
gerechtigheid, maar onze visie erop is tot onze schade vaak vaag in
plaats van scherp. Als de tijd komt dat we keuzes moeten maken, zijn we
er niet op voorbereid de vereiste inspanning te leveren of ons de
opoffering te getroosten die de gerechtigheid van God verlangt. Zulk
soort situaties laten zien dat we niet sterker naar gerechtigheid
verlangen dan naar iets anders.
Waarom doen we zulke dingen, zelfs als we naar gerechtigheid verlangen?
Het is gemakkelijk te zeggen dat het probleem in de menselijke natuur
ligt, en dat is niet verkeerd, alleen heel algemeen. Jezus geeft in
Mattheüs 15:18-20 een antwoord dat deze richting uit gaat:
Mattheüs 15:18-20 Maar wat de mond uitgaat, komt uit het hart,
en dat maakt de mens onrein. 19 Want uit het hart komen boze
overleggingen, moord, echtbreuk, hoererij, diefstal, leugenachtige
getuigenissen, godslasteringen. 20 Dat zijn de dingen, die een mens
onrein maken, maar het eten met ongewassen handen maakt een mens niet
onrein.
Het hart symboliseert ons diepste innerlijk, de bron van onze woorden
en handelingen. In deze tijd noemen we het het denken. Als God ons de
ogen opent voor enkele van Zijn waarheden, als we tenslotte het
uitzonderlijk belang gaan beseffen van gerechtigheid, is er een gloed
van de eerste liefde en gaan we ernaar hongeren deze in ons leven toe
te passen. Maar wat reeds in ons hart aanwezig is vecht bijna wanhopig
om niet door die nieuwe natuur te worden vervangen, waarbij het hoopt
dat het ons enthousiasme voor de waarheid kan afmatten. Paulus
illustreert deze weerstand in Galaten 5:17:
Galaten 5:17 Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en
dat van de Geest tegen het vlees (want deze staan tegenover elkander)
zodat gij niet doet wat gij maar wenst.
Waarom doen we niet de dingen die we verlangen te doen? Het antwoord
ligt in de buitengewone macht van ingesleten gewoonten. Die zijn
uiterst moeilijk te doorbreken, omdat ze hun gang hebben kunnen gaan
zolang we onbewust doen waartoe ze ons aanzetten. Paulus spreekt
hierover in Romeinen 7:23 met een andere metafoor:
Romeinen 7:23 Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd
voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt
van de wet der zonde, die in mijn leden is.
De bijna constante volharding van deze gewoonten kan ons depressief
maken. Als het erop lijkt dat we geen vooruitgang boeken, kan het leven
bepaald ontmoedigend worden. Maar we moeten niet aan ontmoediging
toegeven. We hebben alles te winnen en niets te verliezen, behalve dan
wat toch al geen waarde heeft voor het Koninkrijk van God. Ontmoediging
die frustratie in de hand werkt, maakt Satans werk alleen maar
gemakkelijker voor hem.
Er zijn dingen die we kunnen doen om de initiёle honger die God ons
geeft te versterken. Als we fysiek hongerig of dorstig zouden zijn,
zouden we het laatste restje kracht dat we hadden gebruiken om voedsel
en water te zoeken, of we zouden tijdens die inspanningen sterven. We
moeten bereid zijn te doen wat er maar nodig is om vooruitgang te
boeken in ons zoeken naar Gods gerechtigheid.
Als pubers waren we ons niet bewust dat we groeiden, totdat iemand die
ons enige tijd niet had gezien, dit onder onze aandacht bracht. Zelfs
al waren we ons er niet van bewust dat we groeiden, toch leverden we
inspanningen om te groeien door de dingen die groei veroorzaken, te
eten en te drinken. Op dezelfde manier kan geestelijke groei ook zo
langzaam lijken dat we denken dat er geen groei plaatsvindt. Maar dat
moet ons niet tegenhouden! We moeten doorgaan de geestelijke
inspanningen te leveren, evenals we dat fysiek deden, dan zal er groei
plaatsvinden. Ga door met bidden voor anderen, met God te danken voor
Zijn goedheid en barmhartigheid, Hem te vragen om wijsheid, liefde en
geloof. Ga door met het bestuderen van Gods woord; vul uw denken met:
Filippenzen 4:8 Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat
rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is,
al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Paulus schrijft in 2
Timotheüs 3:1:
2 Timotheüs 3:1 Weet wel, dat er in de laatste dagen zware
tijden zullen komen.
Voor ons bestaat een groot deel van die zware tijden uit de veelheid
van zichtbare, emotionele en hoorbare afleidingen die een denken dat
door de televisie, films en radio wordt gevoed, bezighouden. Door deze
media nodigen we de wereld en veel van zijn aantrekkingskracht
rechtstreeks in onze woningen uit. We zijn zover gekomen dat we de
inbreuk van de televisie op ons leven verdragen. Middels internet zijn
sommigen van ons verslaafd aan informatie geworden, en anderen kunnen
nauwelijks ergens heen zonder een spelende radio bij zich te hebben. We
moeten onszelf eerlijk onderzoeken of we God laten zien dat datgene
waarmee de wereld ons denken door deze media bombardeert, werkelijk is
waar we naar hongeren en dorsten. Hoe bereiden die dingen ons voor op
het Koninkrijk van God?
God is de Bron van wat ons geestelijk doet groeien, dus moeten we
ernaar streven de relatie met Hem trillend van leven te houden door een
voortdurende communicatie en een streven tot gehoorzamen. We moeten ons
denken vullen met Zijn karakter en Zijn schitterend doel, en dit laten
opwegen tegen het weten wat deze wereld werkelijk is en in wat voor
afschuwelijke situatie zij die geen kennis hebben van Hem of Zijn doel,
verkeren. Deze dingen zullen erbij helpen om onze honger te versterken,
in stand te houden en ons er bewust van te doen blijven.
We moeten God vragen ons denken te vullen met inzicht in de heerlijke
manier waarop Hij Zijn leven leidt — vrij van angst en pijn,
onbezorgd over moord of letsel, altijd scheppend en betrokken bij
schitterende projecten die iets goeds voor anderen teweegbrengen,
diepgaand tevreden in het bewerken van het goede. Verlangen wij er niet
naar ons leven ook altijd op zo'n manier te leiden?
Sociale gerechtigheid
Wegens het karakter van de christenheid in deze tijd heeft het derde
soort bijbelse gerechtigheid niet veel aanrakingspunten met ons leven.
Tezelfdertijd moeten we onszelf niet toestaan het als iets
onbelangrijks te beschouwen. Bijbelse gerechtigheid is meer dan een
privézaak, een persoonlijke zaak, iets dat alleen maar van
doen heeft met onze rechtstreekse, persoonlijke relatie met God. Dit
soort gerechtigheid kan sociale gerechtigheid worden genoemd. Het is
hongeren en dorsten naar gerechtigheid zowel voor de maatschappij als
voor onszelf. De volgende zaken kunnen erbij betrokken zijn:
burgerlijke rechten, recht binnen het rechtssysteem, eerlijkheid in de
zakenwereld en betrouwbaarheid binnen gezin en familie. Dit kwam veel
duidelijker aan de orde in het Oude Testament, toen het verbondsvolk,
Israël, als een afzonderlijke gemeenschap, als een koninkrijk
van deze wereld bestond. Deze gerechtigheid neemt minstens het volgende
ter harte:
Mattheüs 5:16 Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat
zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is,
verheerlijken.
Vandaag de dag "zijn wij burgers van een rijk in de hemelen"
(Filippenzen 3:20). Petrus beschrijft ons als "bijwoners en
vreemdelingen", waarbij hij laat zien dat christenen als buitenlanders
zijn in een land dat niet van hen is, ze trekken er als het ware
doorheen, op weg naar een andere bestemming (1 Petrus 2:11). Paulus
noemt ons "gezanten van Christus" (2 Corinthiërs 5:20). Daarom
ligt in veel aspecten van het uitoefenen van het burgerschap dat
normaal verlangd wordt in een land waar men woont, onze prioriteit bij
het Koninkrijk van God.
Jezus is een duidelijk voorbeeld van wat we moeten proberen te doen.
Ondanks al Zijn wonderlijke macht, probeerde Hij nooit de maatschappij
van buitenaf te veranderen. Al was Hij veel wijzer dan het gevestigde
bestuur, Hij probeerde het op geen enkele manier omver te werpen of een
menigte achter Zich te krijgen die het weg zou stemmen. Hij nam geen
deel aan de politiek, ook zat Hij niet in raden of commissies om mede
te oordelen over zaken waarmee zulk soort lichamen zich normaal
bezighouden. De apostel Paulus volgde Zijn voorbeeld. Er is niets
vastgelegd dat de apostelen zich met zulke dingen bezighielden, zelfs
al hadden ze ongetwijfeld een grote afkeer van de ergerlijke
onrechtvaardigheden die werden begaan, en stonden ze sympathiek
tegenover de slachtoffers. Het kan zijn dat ze inderdaad allemaal,
evenals Jezus, slachtoffer zijn geweest van het menselijk bestuur. Zij
verlangden ongetwijfeld, net als wij, met een groot verlangen naar de
tijd die komen zou, waarin zij de dingen konden veranderen in
overeenstemming met Gods weg.
Wij zouden dit verlangen om dingen te veranderen ook moeten hebben, en
daarom bidden we praktisch iedere dag "Uw Koninkrijk kome." Maar dit
zou ons er niet van moeten weerhouden om goed te doen als we daar de
gelegenheid toe hebben. Jezus handelde om de maatschappij van binnenuit
te veranderen door het leggen van het fundament daartoe middels de
verkondiging van het evangelie van het Koninkrijk van God en door te
sterven voor de zonden der mensheid. Hij benutte Zijn taak als Gods
apostel door in het land rond te trekken en goed te doen door te
genezen, raad te geven en te onderwijzen. Meer deed Hij niet omdat het
Gods tijd daarvoor nog niet was. Al hebben we niet de functie van Gods
apostel, toch hebben we op soortgelijke wijze Zijn autoriteit om goede
werken te doen binnen het kader van ons deel uitmaken van Zijn lichaam.
Paulus schrijft dus in
Galaten 6:9-10:
Galaten 6:9-10 Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer
het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen. 10
Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor
allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten.
Het is opmerkenswaardig dat
Paulus hier enige aansporing geeft om bereidwilliger deel te nemen aan
het zoeken naar deze gerechtigheid. We moeten niet toegeven aan
vermoeidheid, maar beseffen dat we een beloning zullen oogsten. Dat is
Gods belofte. Als wij, net als een boer, een oogst willen hebben,
zullen we ook moeten zaaien.
Cotton Mather, een
Puriteinse predikant, zei eens: "De gelegenheid om goed te doen legt de
verplichting op het te doen." Hij impliceert daarmee dat we bevoordeeld
zijn als zich een gelegenheid voordoet om op deze manier te dienen. We
moeten het niet alleen doen als het uitkomt, of als het aan onze roep
zal bijdragen, maar we moeten het doen als we de gelegenheid hebben,
ongeacht hoe vaak het gebeurt of hoeveel zelfverloochening het mag
kosten. Spreuken 3:27-28 geeft aan dat de bijbel met deze stelregel
instemt:
Spreuken 3:27-28
Onthoud het goed niet aan wie het toekomt, terwijl het in uw macht is
het te doen. 28 Zeg niet tot uw naaste: Ga heen en kom terug, morgen
zal ik geven — terwijl gij het hebt.
We moeten dankbaar zijn
voor het voorrecht om onze Zaligmaker op deze manier te
vertegenwoordigen. Als we dat niet zijn, zouden we onszelf de vraag
moeten stellen: "Hoe hongerig ben ik eigenlijk om deze zoektocht naar
gerechtigheid uit te voeren?"
Voorzien
Evenals alle andere
zaligsprekingen bevat ook deze een belofte. Bedenk dat dit een door God
geschapen honger is, die begint op het moment dat Hij ons tot Zijn
gezin roept. Als God een honger en een dorst in ons schept, is het zo
dat Hij er ook in zal voorzien. Als God een behoefte in ons schept om
Hem te kennen, Zijn wil te begrijpen en te zijn zoals Hij is, is dat
voor het specifieke doel om ons tot Hem te trekken om al deze dingen
als deel van onszelf te omarmen.
Evenals bij hongeren en
dorsten is er eerst een initiёle voorziening en daarna wordt er
voortdurend in voorzien. Hij voorziet ons van alles wat Hij is en wat
wij nodig hebben om onze pelgrimstocht naar Zijn Koninkrijk veilig en
zeker te volbrengen. Hij voorziet ons van begrip, zodat wij Zijn
vooruitzicht op de zaken van dit leven kunnen hebben en een heldere
visie op ons toekomstig leven in Zijn Koninkrijk. Hij voorziet ons van
wijsheid, zodat wij het begrip dat Hij ons ter beschikking stelt,
kunnen toepassen. Hij voorziet ons van een vrede die —
temidden van een krankzinnige wereld — alle verstand te boven
gaat. Hij vervult ons met dankbaarheid en kennis van Hem, zodat we Hem
kunnen prijzen. Hij vervult ons met geloof, hoop en liefde, zodat we
kunnen worden als Hij (1 Johannes 3:2).
Hij doet dit allemaal
en veel meer zodat wij eens en voor al met zonde kunnen afrekenen.
Daarna geldt, zoals Openbaring 7:16-17 zegt:
Openbaring 7:16-17 Zij
zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op
hen vallen, noch enige hitte, 17 want het Lam, dat in het midden van de
troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en
God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
Zij
zullen verzadigd worden
Misschien missen we dat
wel eens in de kerk. Honger naar heelheid met God, het verlangen om
genade te vinden in Zijn ogen, om recht te komen staan tegenover Hem!
Hoe kan het dat geluk zovaak zo ver weg is? Hoe kan het, dat het in de
kerk zo doods, zo kil is? Hoe kan het dat we echtheid missen? Is het
misschien omdat we niet meer weten wat honger naar gerechtigheid is,
omdat we geen passie hebben om heel te zijn met God?
Wie van ons verlangt
daarnaar? Wie van ons laat zich daardoor leiden? We doen van alles in
de kerk, we doen trouw ons werk, we zetten ons in, we maken ons druk om
verschillen in de leer, om veranderingen in de liturgie. Dat deed de
gemeente te Efeze ook. Maar, zegt Jezus in zijn brief in Openbaring 2:
dit heb Ik tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verzaakt. Jullie
hebben geen honger en geen dorst meer, geen passie, jullie hunkeren
niet meer, jullie hebben niet meer dat verterende verlangen naar
heelheid met God, naar gerechtigheid. Misschien dat daarom geluk ver
weg lijkt. Misschien dat we daarom blijdschap missen in de kerk,
gevoel, beleving, echtheid. Omdat we niet meer weten, waar we vandaan
komen. Omdat we geen honger en dorst meer hebben naar gerechtigheid,
heelheid met God.
Geluk, blijdschap,
echtheid, zoveel dat je zegt 'ik ben verzadigd': het wordt alleen
beloofd aan wie hongeren en dorsten. En daarom: zalig, gefeliciteerd
wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Gek eigenlijk, dat je
gelukkig te prijzen bent als je gebrek voelt. Maar dan kan God wat met
je doen, zegt Jezus, en daarom gefeliciteerd! Je zult verzadigd worden.
Je zult dat punt bereiken, waarop je zegt 'ik ben helemaal vol, er kan
niets meer bij, ik heb genoeg'. Dat is verzadiging. Verzadiging is
niet, dat je je stoel achteruit schuift en zegt 'ja, lekker, zoiets had
ik wel verwacht'. Nee, verzadiging is dat overweldigende gevoel: ik had
het nooit durven denken en dromen, het overtreft mijn stoutste
verwachtingen, helemaal vol, helemaal af, helemaal heel.
Lees meer over
de diepere bedoelingen van de
Bergrede en over de
Zaligsprekingen
De
bergrede
Zalig
de Armen van geest
Zalig
de Treurenden
Zalig
die Hongeren en dorsten naar gerechtigheid
Zalig
de barmhartigen
Zalig
de reinen van hart
Zalig
de vredestichters
Zalig
de vervolgden
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM - AUDIO
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)