HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS

                                                    
                   

Goede vrucht - Vruchten en Gaven van de HEILIGE GEEST - TROUW

Lees de Bijbel     De vindplaats van materiaal voor Bijbelstudie, geloofstudie, catechese, school, kring, persoonlijk geloof, studie thuis, kerk, club, nieuws, godsdienstonderwijs, zingeving en vooral heel veel mogelijkheden om je Bijbelkennis te vergroten. Blijf niet afhankelijk van anderen maar lees zelf de Bijbel. Investeer in geestelijke rijkdom.

VRUCHTEN VAN DE HEILIGE GEEST : TROUW

In deze studie-serie willen we de rijkdom ontdekken die we ontvangen als wij ons openstellen voor het werk van God's Heilige Geest. Dit gaat alle aardse schatten te boven. De serie bestaat uit 20 studies die je een heel eind op weg kunnen helpen.

Ontdek het door je eens te verdiepen in wat de Bijbel daarover te zeggen heeft. Neem er de tijd voor. Het zal je verbazen hoezeer je leven erdoor verrijkt zal worden. en niat alleen het leven van jezelf, maar ook het leven van de mensen om je hee. Niet alleen jouw eigenwaarde stijgt maar óók je kijk op de ander. Het zal je eigen levensstijl ten goede komen. En dat alles tot eer van Hem die jou die Geest wil schenken.
Bedenk wél dat misschien niet alle gaven en vruchten bij jezelf te herkennen zijn. Dát heeft niets met gebrek aan geloof te maken maar met de mate waarin God ze verdeeld over de mensen. Dát maakt de verscheidenheid alleem maar mooier en zorgt er ook voor dat wij als mensen op elkaar zijn aangewezen. Zo vormen we als mensen een aanvulling op elkaar!

TROUW

Als er enig woord is dat de essentie van het karakter van de mens in deze eindtijd beschrijft, is het wel "trouweloosheid". De mens is in het algemeen ontrouw aan elke standaard die als werkelijk goddelijk kan worden beschouwd. In 2 Timotheüs 3 beschrijft de apostel Paulus het karakter van de mens in deze eindtijd:

2 Timotheüs 3:1-5 Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: 2 want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 3 liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, 4 verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand.

Paulus somt negentien karakteristieken op, met "zelfzuchtig" en "met meer liefde voor genot dan voor God" als twee 'boekensteunen' waartussen de andere staan. Hoe kan iemand trouw zijn aan God als hij zichzelf meer liefheeft dan God? Hoe kan iemand trouw zijn aan God als zijn eigen bevrediging zwaarder telt dan het behagen van God? Hoe kan iemand trouw zijn als hij een koppige, arrogante lasteraar is en een verrader, ongehoorzaam aan zijn ouders, hebzuchtig, liefdeloos en zonder zelfbeheersing?

Als met iemand de doop wordt doorgenomen, wijzen de dienaren hem bijna altijd op Lucas 14:26, waar Jezus op duidelijk wijze zegt:

Lucas 14:26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat [minder liefheeft] zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.

Trouw draait om wat wij belangrijk vinden samengaand met een zich vrijwillig daartoe verplichten. De mens heeft een sterke neiging trouw te zijn aan dat wat hij echt belangrijk vindt, of het nu de naam van de familie is, de echtgenoot, vriendschap, werkgever, school, atletiek team of andere dingen zoals bijvoorbeeld een bepaald automerk.

Deze neiging was in het geding toen de discipelen na Jezus' dood en opstanding besloten Petrus te volgen en weer te gaan vissen. In Johannes 21:15-17 vraagt Jezus Petrus drie maal nadrukkelijk of hij Hem "meer liefheeft dan dezen", refererende naar ofwel zijn mede-discipelen ofwel zijn benodigdheden voor het vissen. De conclusie is onontkoombaar: Jezus wilde dat Petrus Hem belangrijker achtte dan al het andere op aarde. Gelet op Petrus' belangrijke verantwoordelijkheid kon hij niet trouw zijn aan Jezus zonder de meest verknochte toewijding aan Hem als het allerbelangrijkste in zijn leven.

De bedoeling is ons duidelijk. We moeten Christus boven alles liefhebben, of we hebben Hem maar een beetje lief als we het al doen. Als we niet bereid zijn alle aardse bezittingen op te geven, alle aardse vrienden los te laten en Hem boven alles te gehoorzamen — inclusief boven onze eigen vleselijke verlangens — Hem trouw te zijn, is onze band met Hem maar heel fragiel. Is zo'n veronderstelling overdreven? Vereist het huwelijk niet een zelfde trouw van elke partner? Het is geen wonder dat er bij gebrek daaraan zoveel overspel en echtscheiding is.

Vasthouden aan Gods weg is moeilijk temidden van de aantrekkelijke dingen die de wereld biedt en onze tijd en aandacht vragen. Deze wereld is aantrekkelijk voor de menselijke natuur en vraagt ons onze energie te steken in het voldoen aan eigen genoegens. Jezus waarschuwt allen die hun kruis opnemen, dat de weg moeilijk en eng is en een grote mate aan visie en discipline vereist om trouw te zijn aan Zijn doel. Sommigen hebben de weg volledig afgelegd. Zij die God en Zijn weg het belangrijkst vonden in hun leven, wachten op ons die de weg nu gaan. Zullen wij trouw zijn evenals zij?

Wat betekent het?

"Trouw" komt in het Nieuwe Testament van de King James Version (KJV) niet voor. In de Statenvertaling maar één keer en wel in Titus 2:10. Echter het begrip komt zeker in het Grieks voor. In de opsomming van de vrucht van de Geest in Galaten 5:22 geeft iedere moderne vertaling het woord dat de Statenvertaling vertaalt met "geloof" weer als "trouw". In zijn commentaar op Galaten schrijft William Barclay:

Dit woord (pistis) is in het normale Grieks gebruikelijk voor betrouwbaarheid. Het is de karakteristiek van de man waar je op aan kunt. (p. 51)

Spiros Zodhiates stelt dat het betekent: "goede bedoeling", "trouw", "oprechtheid"; "trouw of oprecht zijn" en "elke goede trouw" (Complete Word Study Dictionary of the New Testament, p. 1162). Het Hebreeuwse woord dat met "trouw" wordt weergegeven is emunah, waarvan Strong zegt dat het letterlijk betekent "volharding" en figuurlijk "zekerheid" en in moreel opzicht "trouw".

Het Nederlandse gebruik van "trouw" leert ons veel praktische dingen. Er kan een groot aantal synoniemen aan gekoppeld worden, die begrip geven van speciale toepassingen. Websters New World Dictionary definieert trouw als "loyaliteit handhaven; voortdurend; loyaal, door een sterk plichtsgevoel gekenmerkt worden of dit tonen; gewetensvol; nauwkeurig; betrouwbaar; precies."

Dit woordenboek vergelijkt "trouw" daarna met zijn synoniemen:

Trouw impliceert een vaste toewijding aan iets of iemand, waaraan men is verbonden zoals door een eed of verplichting; loyaal impliceert onafgebroken trouw aan iemand, een zaak, een instelling, enzovoort, die men (naar eigen opvatting) moreel verplicht is te ondersteunen of te verdedigen; voortdurend suggereert afwezigheid van grilligheid in toewijding of loyaliteit; hecht impliceert zo'n sterke vereenzelviging met iemands principes of doeleinden dat men op geen enkele wijze daarvan kan worden afgebracht; resoluut benadrukt onwankelbare vastbeslotenheid, vaak in het blijven vasthouden aan persoonlijke doelstellingen.

Andere synoniemen zijn: verbonden, standvastig, toegewijd, betrouwbaar, nauwkeurig, waarachtig, gewetensvol, plichtsgetrouw, zorgvuldig, angstvallig en grondig.

Trouweloos betekent: niet geloofwaardig zijn, oneerlijk, niet loyaal, onbetrouwbaar. De synoniemen daarvan zijn o.a. twijfelachtig, verraderlijk en gewetenloos.

Ontrouw in de eindtijd

De apostel Paulus schrijft dat "slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger komen; zij verleiden en worden verleid" (2 Timotheüs 3:13). De mens vandaag is niet anders dan in de tijd dat Mozes de Pentateuch schreef of Paulus zijn brieven, maar de gelegenheid tot zondigen, de stimulans daartoe en daardoor de frequentie van zondigen en de intensiteit ervan zijn nog nooit zo groot geweest sinds vlak voor de zondvloed. Met andere woorden de acceptatie van zondigen wordt steeds groter en de menselijke natuur doet er zijn voordeel mee. We zijn geboren in een maatschappij — en hebben daar onbewust aan bijgedragen — waarin het steeds moeilijker wordt om trouw te blijven.

We leven in een wereld waarin de zelfgerichtheid wordt bevorderd op een manier als in de menselijke geschiedenis niet eerder is voorgekomen. Verleidelijke advertenties versterken de neiging tot het voldoen aan eigen verlangens: Waarom wachten, waarom jezelf iets ontzeggen, waarom je enige zelfopoffering te getroosten, waarom niet meegaan met alle anderen? We horen voortdurend: "Geniet van het leven, want je hebt er recht op."

Deze wereld doet altijd een beroep op morele en ethische standaards die lager zijn dan die van de grote God en Zijn manier van leven. In films "verkoopt" Hollywood met opzwepende muziek overspel en echtbreuk als aanvaardbaar zolang het stel in kwestie aantrekkelijk is en in enige mate onder druk staat — dus een "betere" relatie "verdient".

Oorlog, moord, liegen, stelen, begeren, het overtreden van de sabbat en afgoderij zijn Handelingen die bijna iedereen ter wereld als verkeerd beschouwt, toch worden ze door de meesten in onze cultuur tot op zekere hoogte onbewust begaan en gepropageerd. Ze rechtvaardigen hun zonde omdat iedereen het doet, en ze zien geen goede reden waarom ze niet gewoon mee zouden doen. Als ze tegen de stroom inzwemmen, denken ze dat anderen van hen zullen profiteren.

Nog niet zo lang geleden was iemands woord een verbintenis, een handdruk bezegelde grote zakelijke overeenkomsten. Verhalen over de eerlijkheid van Abraham Lincoln, zelfs tot op het niveau van een stuiver, zijn een legendarisch deel van de Amerikaanse nationale geschiedenis. Geschiedkundigen zeggen dat trouw zo'n kenmerk was van de Romeinse Republiek dat er in de eerste zevenhonderd jaar niet één echtscheiding plaatsvond! Maar in de laatste 50 jaar heeft deze natie [de Verenigde Staten] een rampzalige toename gezien in het aantal echtscheidingen, waardoor gezinnen uiteenvallen en zelfs de stabiliteit van de maatschappij in gevaar komt.

Ontrouw speelt hier een grote rol in. De mens is zonder natuurlijke liefde en een verrader van zijn huwelijksverbond. Kindermishandeling komt steeds vaker voor. Atleten schijnen hun contracten bijna zonder nadenken te verbreken. Producenten liegen over de kwaliteit van hun producten en werknemers proberen het leveren van een kwalitatief goede arbeidsprestatie te ontlopen.

Ontrouw stijgt tot aan een nooit eerder vertoond niveau omdat zelfgerichtheid, de vader van onverantwoordelijkheid, tot het uiterste wordt aangeprezen. Het is de geest van deze tijd, maar we doen er goed aan deze te weerstaan vanwege wat God ons in Zijn Openbaring heeft aangeboden. Godgerichtheid in ons leven is het antwoord op ontrouw en onverantwoordelijkheid. Maar Godgerichtheid is niet goedkoop en weinigen zijn er die de prijs (hun leven) willen betalen!

Een overzicht van Gods trouw

Zoals met elke vrucht van de Geest is God Zelf het model dat we moeten bestuderen als voorbeeld van trouw om ons te bemoedigen Hem te vertrouwen en na te bootsen. Gods trouw is een bekende term voor hen die religieus denken, maar de diepte ervan en de omvang zijn waarschijnlijk niet zo bekend. Gods trouw was een favoriet onderwerp van Paulus. Hij schrijft erover in zijn eerste brief (1 Thessalonicenzen) en ook in wat vermoedelijk zijn laatste was (2 Timotheüs). Paulus heeft het ervaren in vele, vele gevaren en inspanningen; hij kwam aan het eind van zijn leven tot de slotsom dat God hem nooit in de steek had gelaten.

Andere schrijvers van het Nieuwe Testament schrijven evenveel over dit onderwerp. Petrus schrijft:

1 Petrus 4:19 Laten derhalve ook zij, die naar de wil van God lijden, hun zielen aan de getrouwe Schepper overgeven, steeds het goede doende.

"Overgeven" is het woord dat de Grieken gebruiken om een geldbedrag toe te vertrouwen aan een vertrouwde vriend zoals wij dat doen bij een bank. Christus gaf Zijn gehele leven tot aan de dood toe over aan God; wij moeten zijn voetstappen volgen (1 Petrus 2:21). Paulus drukt zich op gelijksoortige wijze uit in 2 Timotheüs 1

2 Timotheüs 1:12 Om die reden draag ik ook dit lijden en ik schaam mij daarvoor niet, want ik weet, op wie ik mijn vertrouwen heb gevestigd, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is, hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft, te bewaren tot die dag.

Paulus voegt er in 2 Timotheüs 2 nog aan toe:

2 Timotheüs 2:13 indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.

Als we over elkaar spreken als zijnde trouw, bedoelen we dat we ons woord houden, dat we geloofwaardig blijven voor onze medemens en dat we de verplichtingen van onze positie nakomen. Daarom zijn we betrouwbaar. In dezelfde zin denken en spreken we over Gods trouw.

Gewoonlijk is het eerste dat in ons denken opkomt als God trouw wordt genoemd, dat Hij Zijn beloften houdt. Dit is uiteraard inbegrepen in het concept van Gods trouw, maar het is interessant dat het maar twee keer voorkomt in het Nieuwe Testament. In Hebreeёn 10 spoort Paulus aan:

Hebreeën 10:23 Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.

Later schrijft hij dat Sara "Hem, die het beloofd had, betrouwbaar achtte (Hebreeёn 11:11).

Paulus gedachte in 2 Timotheüs 2:13 gaat zelfs veel verder. Dit vers zegt ons dat we Hem tot de dood toe kunnen vertrouwen, omdat "Hij Zichzelf niet kan verloochenen". Gods natuur en karakter houden een plechtige verplichting in dat Hij Zijn eigen wet is, dat Hij is gebonden door wat Hij is en dat Hij zelfs niet in de geringste mate in strijd kan zijn met wat Hij op consequente wijze is. Geen wonder dat Jacobus uitroept:

Jacobus 1:17 Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.

Als God moet Hij trouw zijn aan het karakter van goedheid en wijsheid dat Zijn naam tot uiting brengt.

In ons daarentegen is er een oorlog gaande. Tegenstrijdige impulsen en gedachten overspoelen ons denken.


Galaten 5:17a Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees.

We verliezen die strijd vaak, omdat de goddelijke natuur ons denken niet geheel doortrekt. We reageren de ene keer zus, de andere keer zo en we schieten zelfs in eigen oog vaak tekort.

Niemand is altijd zichzelf, maar God wel! Met God is het zoals de apostel Johannes zegt:

1 Johannes 1:5b ... God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.

Er is niets in God dat Zijn trouw kan verhinderen om Zijn Woord of Zijn Handelingen uit het verleden verder uit te voeren. Onze roeping in Christus is een van die Handelingen uit het verleden. Dat betekent dat wat God in ons is begonnen, ook door Hem zal worden voltooid, tot aan het einde behoud wordt verkregen (Filippenzen 1:6). Als we sterven, zal Hij ons hebben voorbereid op een taak in het Koninkrijk van Zijn gezin.

Gods trouw en heiliging

1 Thessalonicenzen 5 bevat een gebed van Paulus waarin hij een stoutmoedig verzoek doet ten behoeve van die gemeente. Het bevat veel bemoediging voor ons:

1 Thessalonicenzen 5:23-24 En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te blijven. 24 Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.

Paulus bidt om hun volledige heiliging en bewaring in die heiliging tot hun dood, of totdat God Zijn handelen voor de kerk bij de wederkomst van Christus beëindigt.

Heiliging is dat deel van behoud dat betrekking heeft op onze voortdurende groei in genade en kennis van Jezus Christus — of om het op een andere manier te zeggen, tot de mate van volheid van Christus — of op nog een andere manier, naar Gods beeld. God is trouw in het uitvoeren van Zijn deel in het opbouwen van christelijk karakter. Gods trouw garandeert de voortgaande vervolmaking van het leven van een christen. God is niet zoals de mens die aan een project begint, zijn interesse verliest, in moeilijkheden komt, het te moeilijk vindt om door te gaan, of ongeduldig wordt en ermee ophoudt. Hij begint niet ergens aan om er dan genoeg van te krijgen en aan iets anders te beginnen. Hij begint niet om het bij gebrek aan middelen om het af te maken maar op te geven. De mens doet dit, maar God stopt nooit voordat Hij gereed is. Hij is niet gereed voordat Hij tevreden is over het resultaat.

Jezus vermeldt de spot van mensen als die zien dat iemand begint te bouwen, maar er niet in slaagt het te voltooien (Lucas 14:29-30). Maar de Schriften zeggen van God werkend door een mens:

Zacharia 4:9 De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de HERE der heerscharen mij tot u gezonden heeft.

Er zijn geen halfvoltooide mislukkingen in Gods werkplaats. Alles wat wij moeten doen is alleen maar doorgaan om ons aan Hem over te geven. Als we dat doen, zal het reinigen, vormen en vervolmaken van de heiligen waaraan de geduldige en volhardende Meesterartist en -vakman is begonnen, ook worden voltooid.

Gods trouw en beproevingen

Met dit begrip van Gods trouw kunnen we dit principe toepassen op andere gebieden van het christelijke leven die van praktisch en dagelijks belang zijn. We kunnen hierdoor verzekerd zijn dat Hij op een geduldige, genadige, gulle en toch volhardende manier met ons zal handelen.

Al in het begin van de bijbel komt een sprekend voorbeeld voor van Gods trouw die hielp om hen die beproevingen ondergingen te vervolmaken:

Genesis 8:1 Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde strijken, zodat de wateren daalden.

Het is goed om er ook aan te denken dat Gods trouw evenzeer betrekking heeft op het dierlijk leven als op het menselijk leven. Hij houdt alles in stand door het Woord van Zijn kracht (Hebreeёn 1:3). Hij schept niet alleen maar om daarna uit beeld te verdwijnen om de schepping aan zichzelf over te laten. Zijn verplichting jegens al het leven en de zorg ervoor en het in stand houden ervan gaat onverminderd door.

Alhoewel de woorden van dit vers weinig zijn en eenvoudig, ligt er een wereld van betekenis in voor hen die zich verloren voelen in de diepten van een almaar voortgaande beproeving. God heeft ons niet uit het oog verloren. Noach, zijn gezin en de dieren zaten in feite maandenlang gevangen in de ark die alleen ronddobberde op een eindeloze zee. Er was niets dat de horizon brak. Noach zou gemakkelijk hebben kunnen denken dat God hem had vergeten. Alhoewel hij zich in herinnering kon brengen dat God hem bescherming had beloofd, kon hij denken: Waar is God nu, nu de grauwe dagen en donkere nachten langzaam voorbij gingen, en waar hij ook maar keek, hij alleen maar lege watervlakten zag en een lucht die geen hoop scheen te bieden?

Hebben wij ons ooit in een situatie bevonden waarin we ogenschijnlijk waren losgeslagen van onze ankers, voortgestuwd in een zee van problemen waarin — voorzover we het konden zien — God niet langer aanwezig was? Zijn we ooit aan een ogenschijnlijk groot avontuur begonnen om alleen maar terecht te komen in een stortvloed van zorgen, eenzaamheid, vertwijfeling en teleurstelling, die uit schenen te lopen op wanhoop? Misschien voelden we ons net zoals Asaf in Psalm 77:

Psalm 77:5, 9 Gij houdt mijn ogen open, ik ben onrustig en kan niet spreken. ... 9 Neemt zijn goedertierenheid voor immer een einde, houdt de belofte op van geslacht tot geslacht?

God verloor Noach echter niet uit het oog en Hij zal ons niet uit het oog verliezen! De geschiedenis van de zondvloed eindigt niet in hopeloosheid. De zondvloed kwam ten einde. Bergtoppen verschenen en de ark kwam aan land. Nu hun fysieke leven zeker was, hervatten Noach en zijn gezin hun leven op een aarde die weer tot leven was gebracht en gereinigd van de zonden.

Het kan zijn dat we nooit een beproeving van deze grootte zullen meemaken, maar Gods trouw belooft een andere grote zekerheid. Die garandeert dat al onze beproevingen in overeenstemming zullen zijn met onze kracht. God belooft door Paulus in 1 Corinthiёrs 10:

1 Corinthiërs 10:13 Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.

David schrijft in Psalm 103:

Psalm 103:13-14 Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de HERE over wie Hem vrezen. 14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.

God zal ons nooit iets opleggen dat boven onze macht om te overwinnen uitgaat. Hij weet hoeveel druk we kunnen doorstaan. Geven leraren universitaire taken aan basisscholieren en verwachten ze ook nog dat die goed worden uitgevoerd? De mens let er op een vrachtwagen, een paard, een muilezel, of een os niet te zwaar te beladen. Zal God ook maar iets minder barmhartig en trouw zijn jegens ons, Zijn kinderen, die Hij naar Zijn beeld schept? Hij is heel goed op de hoogte van Zijn verplichting aan het werk van Zijn eigen handen om in al onze behoeften te voorzien en de lasten te vormen die nodig zijn om ons voor te bereiden op Zijn Koninkrijk.

Gods trouw en vergeving

Eerder zagen we dat één van Gods Handelingen uit het verleden was om ons in Christus te roepen. Paulus bevestigt in 1 Corinthiёrs 1 deze handeling als een handeling van Gods trouw:

1 Corinthiërs 1:9 God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.

Onze roeping zou slechts een zinloze uitnodiging zijn als God niet trouw was om ons onze zonden te vergeven. Zonder vergeving en reiniging hebben we geen toegang tot Hem, en dus kan er ook geen relatie met Hem tot stand en tot bloei komen. Paulus schrijft in Romeinen 5:

Romeinen 5:1-2 Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, 2 door wie wij ook de toegang hebben verkregen (in het geloof) tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.

We kunnen met reden zeggen dat deze uitdrukking van Gods trouw de kern is waar alles om draait in Zijn gehele doel met de mens. God roept en daarna leidt Hij ons door Zijn goedheid tot bekering (Romeinen 2:4). 1 Johannes 1 voegt daar aan toe:

1 Johannes 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.

Daar Christus is gekomen en gestorven opdat wij vergeving mochten ontvangen en gereinigd worden, is Gods trouw een deel van Zijn genade. Hij zou niet trouw zijn aan Zijn beloften, Zijn Handelingen uit het verleden in Christus' werk, of Zijn roeping die in onze oren heeft geklonken, tenzij — als we gehoorzamen en onze zonden belijden — Hij ons zou toestaan binnen te treden in de volledige genade van zijn vergeving. Met andere woorden onze vergeving en reiniging, het ontvangen van gunst van Hem, is een product van Zijn trouw.

Gods trouw op deze gebieden heeft verreikende, praktische consequenties voor ons. Dat God trouw is betekent dat Zijn karakter onveranderlijk is. De onveranderlijke structuur van het universum bestaat in zowel rechtvaardigheid als vergeving. God handelt nooit in tegenspraak met Zichzelf, en in alle ervaringen mogen we op Hem vertrouwen dat Hij onveranderlijk rechtvaardig en vergevensgezind is jegens ons. Omdat Hij trouw is, kan Hij het centrale en meest belangrijke onderwerp zijn van ons geloof. Kunnen wij een god vertrouwen als we er nooit zeker van kunnen zijn wat hij zal doen?

Wat is onze verantwoordelijkheid?

Er is nog een bijbelse term die een direct verband heeft met Gods trouw: verlossing. David zegt in Psalm 31 het volgende:

Psalm 31:6 In uw hand beveel ik mijn geest; Gij verlost mij, HERE, getrouwe God.

Krijgen wij verlossing aangeboden zonder kosten of verplichtingen van onze kant? Is er niets dat wij moeten doen om te bewijzen dat we verlost zijn? God Zelf beantwoordt deze vraag vele malen: In Deuteronomium 26 staat slechts één van de antwoorden:

Deuteronomium 26:16-19 Heden beveelt u de Here, uw God, deze inzettingen en verordeningen na te komen; onderhoud ze dan naarstig met geheel uw hart en geheel uw ziel. 17 Gij hebt heden van de HERE het woord aanvaard, dat Hij u tot een God zal zijn, en dat gij in zijn wegen wandelen moet, zijn inzettingen, geboden en verordeningen onderhouden en naar zijn stem luisteren. 18 En de HERE heeft heden van u het woord aanvaard, dat gij zijn eigen volk zult zijn, zoals Hij u gezegd heeft, en dat gij al zijn geboden zult onderhouden — 19 dan zal Hij u verheffen tot een lof, een naam en een sieraad, boven alle volken die Hij geschapen heeft en dan zult gij een volk zijn, geheiligd aan de HERE, uw God, zoals Hij gezegd heeft.

Israël was verlost uit Egypte, sloot een verbond met God en was op de hoogte gesteld van zijn verantwoordelijkheden. God maakt het erg duidelijk dat de relatie tussen Hem en de mens tweezijdig is. Op ons rust de plicht van een volledige toewijding en bereidheid tot gehoorzamen. Wij zijn geroepen tot trouw aan Hem en aan elkaar; dit dient in ons leven zichtbaar te zijn door het houden van Zijn geboden. God van Zijn kant geeft ons toegang tot Hem, waardoor Hij ons grote zegeningen geeft door Zijn Geest; op deze wijze stelt Hij ons in staat trouw te zijn.

Israël mislukte jammerlijk en was op allerlei manieren schuldig aan ontrouw. Zo groot was hun ontrouw dat God de relatie beëindigde (scheiding!). Waarschijnlijk wordt Israëls ontrouw nergens zo duidelijk onder woorden gebracht als in Hos. 2:

Hosea 2:1-4 Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, 2 anders zal Ik haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land, en haar doen sterven van dorst; 3 en over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen, omdat zij uit ontucht geboren zijn. 4 Want hun moeder heeft ontucht bedreven; zij, die van hen zwanger geweest is heeft schandelijk gehandeld. Want zij zeide: Ik wil achter mijn minnaars aan gaan, die mij mijn brood en water, mijn wol en vlas, mijn olie en drank geven.

God roept de kerk op te slagen, daar waar Israël faalde.

Toch is momenteel de kerk van God ernstig verdeeld en zo erg versplinterd dat je bijna kunt zeggen dat ze verbrijzeld is. Dit komt zeer zeker voort uit de ontrouwe houding en het ontrouwe gedrag die zich in de laatste vijfentwintig jaar van het bestaan van de kerk voordeden. Leviticus 26:33 toont duidelijk dat het uit elkaar vallen voortkomt uit ontrouw die zich uit in het overtreden van de geboden, en het uit de mond uitspuwen (een andere metafoor voor versplintering) is het bewijs van een houding die niet getrouw en stabiel is. We zijn niet trouw gebleven aan de verantwoordelijkheden die met ons verbond samenhingen!

Jezus zegt heel duidelijk in Mattheüs 25:1-13 dat in de tijd die onmiddellijk aan Zijn komst in alle macht en heerlijkheid van God voorafgaat, Zijn kerk in slaap zal zijn gevallen en op ontrouwe manier toestaat dat de olie dreigt op te raken. Is dat de houding van de trouwe dienstknechten van de geheimenissen van God? We zijn daar allemaal schuldig aan, omdat zoals de gelijkenis aantoont alle tien maagden in slaap vielen. Maar evenals alle tien in slaap vielen, is het ook mogelijk dat alle tien zich bekeren.

Welke houding of welke kwaliteiten in ons moeten beantwoorden aan de trouw van God?

Paulus schrijft in Hebreeёn 10:

Hebreeёn 10:23 Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.

Vasthouden is de eerste aanduiding van trouw, maar ons begrip neemt toe als we weten dat het woord dat met "trouw" is vertaald, in Galaten 5:22 ook als betekenis heeft "betrouwbaar", of "waarachtig", duidend op een volledig overtuigd zijn van de waarheid dat God loyaal is en dat je op Hem kunt bouwen. Geloof in God beantwoordt aan Gods trouw. Zoals met twee stemvorken van dezelfde toonhoogte, als de één wordt aangeslagen gaat de ander mee resoneren. Gods trouw moet in ons geloof oproepen, zodat we kunnen antwoorden met een zich onderwerpende gehoorzaamheid. Als Hij het waard is vertrouwd te worden, moeten we Hem vertrouwen.

Daar God trouw is, is het onze verantwoordelijkheid Hem na te bootsen in getrouwheid door ons leven te wijden aan goeddoen. In 2 Corinthiёrs 1 laat Paulus in een voorbeeld uit zijn eigen leven zien wat dit betekent:

2 Corinthiërs 1:17-19 Heb ik dan door mij dit voor te nemen in lichtvaardigheid gehandeld? Of, indien ik plannen maak, doe ik dit dan naar het vlees, zodat het bij mij tegelijk is: ja ja, en neen neen? 18 Bij de trouw van God: ons spreken tot u is niet: ja en neen! 19 Immers, de Zoon van God, Christus Jezus, die in uw midden verkondigd is door ons, door mij, door Silvanus en door Timoteüs, was niet: ja en neen, maar in Hem was het: Ja.

Spreekt God zonder te handelen?

Zelfs Bileam begreep dat als Gods woord uitgaat, het bereikt waartoe Hij het uitzond. Er is wat dit betreft geen onduidelijkheid. Gods beloften staan vast. Hij bedriegt nooit en er is geen tegenstrijdigheid of veranderlijkheid in Hem. Hij is altijd waar. Jezus noemde Zichzelf "de waarheid" (Johannes 14:6) en in Openbaring 3:14 is Zijn titel "de getrouwe en waarachtige getuige".

Op overeenkomstige manier zegt Paulus dat de verkondiging van hem, Silvanus en Timotheüs, hun prediking over God, ook getrouw was, geen bedriegerij, niet overdreven en niet gekleurd. Zij wijzigden de waarheid niet, ook gaven ze op geen enkele manier een eigen interpretatie. Jezus zegt dat Hij in de wereld kwam om een getuigenis uit te dragen aangaande de waarheid (Johannes 18:37). Paulus voelde zich onder een goddelijke verplichting hetzelfde te doen en in alle opzichten een volkomen waarachtig karakter in stand te houden. Misschien is onze grootste plicht op aarde wel om de trouw van onze Verlosser na te bootsen. Het past iemand niet, die beweert op de trouwe God te vertrouwen, zelf in woord of daad onbetrouwbaar te zijn.

Dit is een heel grote opgave voor ons om na te streven, maar we moeten het proberen, ook al weten we dat we daardoor niet gered zullen worden. Misschien omdat we weten dat we niet worden gered op basis van onze werken, is er een subtiele neiging om niet zo zorgvuldig te zijn als zou moeten. Paulus wijst ons ook in dit opzicht de weg:

Filippenzen 3:12-14 Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben. 13 Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, 14 maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.

Jezus zegt in Zijn profetie over de kerk in de eindtijd:

Mattheüs 24:45-47 Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die de heer over zijn dienstvolk gesteld heeft om hun op tijd hun voedsel te geven? 46 Zalig die slaaf, die zijn heer bij zijn komst zó bezig zal vinden. 47 Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem over al zijn bezit zal stellen.

De context in beschouwing nemend zegt deze instructie ons dat de trouwe christen gereed zal zijn voor de wederkomst van Christus. Hij zal altijd waakzaam zijn met het oog op de tijden waarin hij leeft, en hij zal zijn leven daarnaar richten en zich daarbij iedere inspanning getroosten om trouw te worden bevonden. Vers 47 belooft dat God de getrouwe dienstknecht voor die inspanningen zal belonen.

Omdat God trouw is, wordt ons de kracht beloofd ook trouw te zijn. Hebreeёn 4 verzekert ons:

Hebreeën 4:16 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.

Vergeving, toegang tot Zijn troon, de beloften van Zijn Geest en dat geen beproeving zwaarder zal zijn dan we aankunnen — gecombineerd met Zijn uitspraak dat Hij in ons zowel het willen als het doen uitwerkt — verzekeren ons ervan dat deze vrucht van de Geest in ons kan worden voortgebracht als we ons opstellen als trouwe dienstknechten.

Trouw is; heilig worden in al uw wandel, al uw doen en laten

Dit is een bevel van God: "Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig" (1 Petrus 1:15,16).

Wat betekent het om heilig te zijn en hoe is dit mogelijk?

Het woord 'heilig' kan betekenen: (1) afgezonderd ten dienste van God, gewijd; (2) geestelijk zuiver, godvruchtig; (3) volledig goed, zuiver en rechtvaardig en daardoor afdwingende absolute aanbidding en verering.

God is de norm voor heiligheid. Alleen Hij is volledig goed, zuiver en rechtvaardig. Alleen Hij is aanbidding waardig.

Wanneer 'heilig' in de Schrift betrekking op mensen heeft, betekent het dat zij aan God zijn toegewijd, en dat zij in zekere zin in de eigenschappen van God delen, dat zij geestelijk zuiver en godvruchtig zijn.

Welk een uitdaging, dat God ons roept om heilig te zijn! God heeft ons naar Zijn eigen beeld geschapen. Wij behoren op Hem te lijken.

Afvallige kerken maken dikwijls een onderscheid tussen wat zij 'geestelijken' en 'leken' noemen, een onderscheid die men in de Schrift niet vindt. De geestelijken (de kerkelijke leiders) worden geacht heilig te zijn, maar van de leken (het gewone volk) wordt niet veel verwacht.

Volgens het woord van God behoren alle christenen heilig te zijn. "Laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus" (1 Petrus 2:5). "Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht" (1 Petrus 2:9). Christenen zijn een heilig priesterschap, een heilige natie.

Maar er is een probleem. Iets onrein kan niet heilig zijn. Aangezien wij allen gezondigd hebben, hoe kunnen wij heilig zijn?

Dit is uitsluitend met Gods hulp mogelijk. Wij kunnen heilig zijn uitsluitend indien God ons reinigt en ons heilig maakt. Dit wordt heiliging genoemd.

God wil ons heiligen, Hij is de enige die dit kan doen. Maar wij moeten ook meewerken. Wij moeten onze heiliging ervaren, wat inhoud dat wij het kwade vermijden en het goede doen, met Gods hulp uiteraard.

"Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten, en dat men zijn broeder niet slecht behandele of bedriege in deze zaak, want de Here is een wreker van dit alles, zoals wij u ook vroeger gezegd en nadrukkelijk betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging" (1 Tessalonicenzen 4:3 t/m7).

Alleen door het bloed van Christus kunnen wij geheiligd worden: "Want als (reeds) het bloed van bokken en stieren en de besprenging met de as der vaars hen, die verontreinigd zijn, heiligt, zodat zij naar het vlees gereinigd worden, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen?" (Hebreeën 9:13,14). "Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus" (Hebreeën 10:10).

Het bloed van Christus reinigt ons geweten. Onze zonden worden uitgedelgd. Wij worden geheiligd. Als gereinigden mogen wij de levende God dienen.

Christus heiligt Zijn gemeente opdat zij voor Hem een kuis bruid kan zijn: "Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet" (Efeziërs 5:25 t/m 27).

Dit gebeurt wanneer onze zonden bij de doop worden weggewassen (Handelingen 22:16). Paulus schreef aan de Korintiërs: "Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet beërven. En sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u laten afwassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God" (1 Korintiërs 6:9 t/m 11).

Dit betekent ook dat nadat wij gereinigd worden, wij met dergelijke praktijken niet mogen doorgaan, maar dat wij ons leven aan God in heiligheid moeten toewijden. "Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid" (Efeziërs 4:20 t/m 24).

Wij worden door de waarheid geheiligd door het woord van God.

Jezus heeft voor Zijn volgelingen gebeden: "Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid" (Johannes 17:17). Paulus heeft aan de oudsten uit Efeze gezegd: "En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner genade, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden" (Handelingen 20:32).

Door de kennis van Christus geeft God ons alles wat wij nodig hebben: "Genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus onze Here. Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst" (2 Petrus 1:2 t/m 4).

"Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods" (2 Korintiërs 7:1).

"En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te blijven. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen" (1 Tessalonicenzen 5:23,24).

Nagedacht over: Vriendschap

Vriendschap……. wat is dat? Deze vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden. In Gods algemene genade heeft de Heere vriendschap gegeven. Mensen waar je je hart eens kan luchten. Een leeftijdsgenoot waar je alles mee kunt bespreken.
 Hoe rijk kan vriendschap zijn. Hoe belangrijk kan het zijn om in onze tijd van individualisme vrienden te hebben.

In Gods Woord wordt er ook gesproken over vriendschap. Denk maar aan de geschiedenis van David en Jonathan. Twee vrienden die zeer nauw aan elkaar verbonden waren. Hun vriendschap werd gekenmerkt door onder andere trouw, eerlijkheid, vertrouwen en andere waardevolle zaken.

Ook op andere plaatsen in de Bijbel worden bepaalde eisen aan de vriendschap gesteld. Hoe belangrijk is het om onze vriendschapsverhoudingen te toetsen aan Gods Woord.

Misschien ken je het spreekwoord: "Zeg mij wie je vrienden zijn en ik zal zeggen wie jij bent". Het geeft weer dat er tussen twee mensen die vriendschap gesloten hebben punten van overeenkomst bestaan. Die overeenkomst kan bestaan in het bezitten van bepaalde karaktereigenschappen, in het hebben van dezelfde interesses, in het uiten van een bepaalde levensstijl. Kortom: vriendschap ontstaat door een bepaald "contact".

Dat contact kan ook ontstaan als de ander juist die dingen bezit die jij mist. Wanneer je zelf nogal driftig bent (om maar een voor¬beeld te noemen) kan een goede vriend(in) met een rustig karakter daar een corrigerende invloed op uitoefenen. Of, wanneer je zelf niet zo'n oog hebt voor de schoonheid in de natuur, Gods schepping, kan een ander je daarvan bewust maken. Dit zijn enkele positieve motieven waardoor we ons kunnen laten leiden bij het kiezen van vrienden.

Maar het kan ook zijn dat we vanuit een negatief ingesteld standpunt onze vrienden kiezen. Het is bijvoorbeeld wel gemakke¬lijk als je vriend erg gul is, daar kun je nog eens van profiteren! Of: bij je ouders thuis mag er niet zoveel, dan is het toch fijn dat je bij je vriend terecht kunt waar ze het allemaal niet zo nauw nemen.

In een vraaggesprek met enkele jongeren kwam de vraag aan de orde, welke “eisen” zij zouden stellen aan hun vrienden. De antwoorden komen in grote lijnen hierop neer:

• Vertrouwen hebben in elkaar. Dat vertrouwen ook niet beschamen door bepaalde zaken door te ver¬tellen aan anderen.

• Contact door middel van een goed gesprek. Met vrienden moet je over allerlei zaken openlijk kunnen spreken.

• Eerlijkheid tegenover elkaar: je vriend(in) alles kunnen zeggen, ook negatieve of vervelende dingen.

• Begrip voor elkaar, ook wanneer de ander in moeilijkheden zit.

• Aanvaarding van iemands per¬soonlijkheid en karakter, ook met zijn negatieve kanten.

• Behulpzaam zijn, zorg dragen voor elkaar, ook in tijden van ver¬driet en moeilijkheden.

• Zelfverloochening, vaak meer geven dan nemen.

• Eensgezindheid met betrekking tot de kerk en de godsdienst.

Het laatste antwoord wordt door niet zoveel jongeren gegeven

Het komt pas wat duidelijker naar voren bij de beantwoording van de vraag of er verschil bestaat tussen "vriendschap" en "echte vriendschap". Verschillende jongeren geven hierbij te kennen dat vriendschap oppervlak¬kiger is dan echte vriendschap. Echte vriendschap gaat dieper: je kunt met elkaar praten en elkaar vertrouwen, ook met betrekking tot de geestelijke dingen.

Er zijn er enkelen die zeiden dat echte vriendschap voortkomt uit de liefde tot God. Pas als je de Heere liefheb kun je je vriend(in) op de goede manier liefhebben. Misschien vind je dat dit toch wel héél hoog gegrepen is. Dat zou betekenen dat als je onbekeerd bent, je geen echte vriendschap kunt sluiten. Toch gaat het er (ook) in deze zaken niet om wat wij ervan vinden. Gods eis van liefde geldt zelfs voor onze vijanden. We zullen moeten vragen: Wat wil de Heere?

In Zijn algemene goedheid zorgt de Heere er voor dat er vriendschappelijke contacten kunnen bestaan. Hoe belangrijk is het dat juist in de vriend¬schap over zaken met betrekking tot de eeuwigheid kan worden gesproken en dat vrienden elkaar verbonden voelen door de band van het geloof in de Heere Jezus Chris¬tus. Deze eis mag en moet aan vriendschap worden gesteld. Dan is er sprake van échte vriendschap. We zullen biddend moeten zoeken naar échte vriendschap. En deze diepe en rijke vriendschap wil de Heere ook nu nog geven.
 
Dat heeft Hij ook in het Oude Testament al gedaan. Een goed voor¬beeld daarvan, zoals ik al eerder aangaf, vinden we in de vriendschap tussen David en Jonathan.

Deze geschiedenis willen we als uitgangspunten nemen om na te gaan hoe de Bijbel over vriendschap spreekt. Dan zal blijken dat de "eisen" die de ondervraagde jongeren stelden aan hun vriendschap (vertrouwen, eerlijkheid, begrip, enz.) terugkomen in deze vriendschap. Maar ook dat deze vruchten pas écht zijn als er sprake is van liefde van en tot God. Als je deze liefde bezit kun je ook je vriend(in) liefhebben op de juiste manier, ook al zal deze vriend• schap nooit volmaakt zijn.

Het is goed om je te realiseren dat het bij de bespreking van het bijbel¬gedeelte over David en Jonathan het accent, in het kader van deze schets ligt op de kenmerken van de vriendschap tussen hen, en niet zozeer op de geschiedenis zelf.
Toch moet aangegeven worden in welke omstandigheden deze kenmerken naar voren kwamen.

Misschien denk je aan het eind van de bespreking van dit bijbelgedeelte: toch mis ik nog dit of dat kenmerk in de vriendschap van David en Jona¬than. Er bestaan dan twee mogelijkheden: of deze vrucht kwam in deze geschiedenissen niet zo duidelijk naar voren maar is er wel geweest; of deze vrucht heeft inderdaad ontbroken. Ook aan de vriendschap tussen David en Jonathan kleefden zonden. Ook David en Jonathan hadden maar" een klein beginsel" van de ware vriendschap in hun hart. Maar om dat "beginsel" gaat het!

1 Sam. 18: 1-4

De vriendschap tussen David en Jonathan begint nadat David Goliath, met Gods hulp, heeft verslagen. David brengt bij Saul verslag uit van zijn gevecht met Goliath. Bij dit gesprek is Jonathan aanwezig.
Davids woorden en zijn hele persoon¬lijkheid maken diepe indruk op hem: verering en liefde worden in zijn hart gewekt voor deze jongeman, die in Gods kracht tot zulke grote dingen in staat was. David heeft voor Saul in alle eenvoud getuigd van zijn geloof. Dat heeft in Jonathan iets losge¬maakt: het besef dat hij, mèt David verbonden is aan dezelfde God. Als Jonathan zich dit realiseert, wordt zijn ziel aan die van David verbonden (of, zoals er letterlijk staat: geketend); zijn hele wezen gaat naar David uit. Dit gevoel overmeestert Jonathan zó, dat hij op hetzelfde moment David even liefheeft als zichzelf of zijn eigen leven.

De vriendschap van David en Jonathan wordt bevestigd met het sluiten van een verbond. Zij beloven elkaar trouw voor het aangezicht van de Heere. Jonathan is bij deze ver¬bondssluiting de handelende persoon. Ten teken van zijn liefde geeft hij zijn eigen kleren aan David. In het Oosten was dit een bewijs van ach¬ting en vriendschap. Een vorst kon geen groter teken van zijn gunst geven, dan door zijn eigen kleed aan zijn gunsteling te geven. Behalve zijn mantel geeft Jonathan David ook zijn wapenrusting: zijn zwaard, zijn boog en zijn gordel.

Jonathan neemt het voor David op 1 Sam. 19: 1-7

Sauls haat tegen David wordt steeds groter. Hij komt nu openlijk met zijn haatgevoelens voor de dag dat hij David uit de weg wil ruimen (1 Sam. 18: 25). Hij bespreekt met Jonathan en zijn knechten hoe hij David wil doden.

Als Jonathan van het voornemen van manier zijn vader hoort, gaat hij direct naar David. Hij waarschuwt David voor de boze plannen van zijn vader en zegt hem dat hij niet aan het hof moet verschijnen voordat Jonathan met Saul gesproken heeft. Jonathan hoopt blijkbaar Saul tot andere gedachten te brengen. In het gesprek dat Jonathan met Saul voert, probeert Jonathan de koning te over¬tuigen van de onredelijkheid van zijn plan: David heeft geen fout of mis¬daad begaan; integendeel, hij heeft Saul juist geholpen. God heeft hem, door middel van David, de overwin¬ning op de Filistijnen gegeven.
Door Saul op deze manier terecht te wijzen, loopt Jonathan zelf het gevaar de gunst van zijn vader te verliezen. Saul had hem met vaderlijk en koninklijk gezag voor de voeten kunnen gooien hoe hij het durfde om zijn vader tegen te spreken. Maar ondanks een eventuele verwijdering van zijn vader, blijft Jonathan zijn vriend trouwen neemt hij het voor hem op.

En de Heere zegent deze houding van Jonathan. Saul laat zijn plan varen en zweert zelfs een eed dat David niet gedood zal worden. Jonathans doel is bereikt en hij brengt David op de hoogte van het gebeurde. Zo kan David weer "gewoon" aan het hof komen.

Vernieuwing van het verbond en het afscheid tussen David en Jonathan 1 Sam. 20

De eed die Saul gezworen heeft (1 Sam. 19 : 6) is hij al snel vergeten en David moet voor hem vluchten om niet gedood te worden. Hij houdt zich enige tijd schuil, maar komt tot het besluit om nog eenmaal naar Gibea te gaan. Dan kan hij misschien van Jonathan te weten komen of Saul al van gedachten veranderd is. Hij vertrouwt erop dat Jonathan hem goede informatie zal verstrekken en alles doen om hem te helpen, ondanks dat Jonathan daar¬mee de gunst van zijn vader zou kunnen verliezen.

Als de vrienden elkaar ontmoeten, spreekt David de klacht uit waarom Saul hem wil doden. Wat heeft hij voor verkeerds gedaan? Jonathan geeft hem een geruststellend antwoord. Hij ontkent dat Saul David wil doden. Als dit het geval was, had zijn vader er allang met hem over ge¬sproken want hij is de vertrouweling van zijn vader. Jonathan zegt dit niet om David een rad voor de ogen te draaien, maar hij is van zijn woorden overtuigd. Toch is David er niet gerust op. Hij vermoedt dat Saul zijn bedoelingen voor Jonathan ver¬borgen houdt, omdat deze hem al eerder van zijn plannen afgebracht heeft…… In dit vermoeden ligt zo'n zekerheid dat hij zijn woorden bekrachtigd met een eed.

David ontwikkelt nu een plan. De volgende dag zal er een feest aan het hof zijn. Uiteraard wordt ook David aan de feestmaaltijd verwacht. David wil deze officiële maaltijd met opzet verzuimen om te kijken hoe Saul zal reageren als hij David mist. David vraagt aan Jonathan om hem te verontschuldigen met het voorwend¬sel dat hij vrij gevraagd heeft om het jaarlijkse offerfeest in Bethlehem bij te wonen. David zal zich dan buiten de stad schuil houden. Als Saul dit excuus van Davids afwezigheid accepteert dan zijn zijn gedachten met betrekking tot David gewijzigd en kan David weer aan het hof komen. Als Saul kwaad wordt, dan is het een uitgemaakte zaak dat hij nog steeds het voornemen heeft om David te doden.

Bij het verzoek van David aan Jonathan om hem in deze zaak te helpen, beroept David zich op het vriend¬schapsverbond dat tussen hen geslo¬ten is (1 Sam. 18: 3). Dan spreekt ook Jonathan het vertrouwen in David uit door diens onschuld te bevestigen: "Laat deze gedachte verre van u zijn dat ik u zou doden" en dus ook "dat gij des doods schul¬dig zijt".
Wanneer het plan gemaakt is om te weten te komen wat Sauls plannen zijn met David gaan de twee vrienden het veld in. Misschien is het de laatste keer dat ze elkaar spreken. In het veld gekomen, belooft Jonathan dat hij David in alle eerlijkheid zal berichten hoe de reactie van zijn vader is geweest. Hij zal de zaken niet anders voorstellen dan ze zijn.

Jonathan weet dat David koning zal worden. Hij heeft dat feit aanvaard. Daarbij heeft hij zichzelf totaal moe¬ten verloochenen. Niet hij, maar David zal op de troon van zijn vader zitten.
De oorzaak dat hij dit kan aan¬vaarden, ligt in de liefde die hij heeft tot God en tot David.

David moet zich gedurende drie dagen verbergen. Op de derde dag moet hij terugkomen bij de steen "Ezel", een bekende plaats in die dagen. Jonathan zal dan drie pijlen afschieten.
Als hij tot zijn jongen zegt verder te lopen om de pijlen te zoeken, bete¬kent dit gevaar. Als hij zegt: "De pijlen zijn aan deze zijde" is alles veilig.

David zoekt een schuilplaats terwijl Jonathan deelneemt aan het feest¬maal. De eerste dag wijt Saul Davids afwezigheid aan levietische onreinheid (vgl. Deut. 23 : 10 en 11).

De tweede dag kan de onreinheid niet meer als excuus gelden en vraagt Saul aan Jonathan waarom "de zoon van Isaï" niet aanwezig is.
Jonathan verontschuldigt David zoals ze hebben afgesproken. Als Saul Jonathans antwoord hoort, wordt hij woedend. Hij scheldt Jonathan uit. Als deze het voor David opneemt, probeert Saul hem zelfs te doden. Jonathan verlaat, hevig verontwaar¬digd, de maaltijd en gaat de volgende morgen naar de afgesproken plaats om David te ontmoeten.

Aan de jongen die hem vergezelt, geeft hij bevel de pijlen te zoeken. Jonathan schiet echter maar één pijl weg, want elk oponthoud kan voor David gevaarlijk zijn. Terwijl de jongen wegloopt, roept Jonathan de afgesproken woorden zodat David weet wat hij moet doen: hij moet zo snel mogelijk vluchten. Wanneer de jongen terugkomt met de pijl stuurt Jonathan hem naar de stad zodat hij de gelegenheid krijgt om afscheid te nemen van David.

Dat afscheid valt hen zwaar. Ze kus¬sen elkaar en wenen totdat het David te veel wordt. Hij, de aanstaande koning van Israël, moet het leven van een vogelvrijverklaarde gaan leiden. Bovendien zal hij naar alle waarschijn¬lijkheid zijn vriend Jonathan nooit meer zien. Toch, hoe moeilijk het ook zal worden, zijn vertrouwen is op de Heere en Die zal niet beschaamd laten staan. Dat vertrouwen heeft ook Jonathan: al zullen ze elkaar niet meer zien, de Heere blijft en zal er altijd zijn. Hun verbond, en dat zal zich ook uitstrekken tot hun kinde¬ren, ligt vast in Hem.

Jonathans bezoek aan David tijdens diens vlucht voor Saul 1 Sam. 23: 16-18

Jonathan blijft zijn vriend trouw, ook al ziet hij David niet meer. Toch besluit hij om David nog eenmaal op te zoeken. Hij wil David een hart onder de riem steken want David heeft het moeilijk met de weg die hij te volgen heeft: zou hij nog wel ooit koning worden?

Daarom komt Jonathan naar hem toe. Hij wijst David niet op menselijke kunnen, maar hij wijst op God! De Heere is de Getrouwe! Hij spreekt de vaste overtuiging uit dat Saul David niet zal vinden, maar ook de stellige verwachting dat David koning zal zijn zodat hij onder David zal staan. Hij voegt eraan toe, dat ook Saul hiervan overtuigd is. David hoeft zich dus niet bezorgd te maken.
Met aanroeping van de Naam des Heeren bevestigen zij het verbond (1 Sam. 20 : 17,42) door nieuwe belof¬ten van wederzijdse trouw.

Zo moet Jonathan veel verdragen voor zijn vriendschap met David. Hij moet zijn toekomst als koning achter zich laten. Door Gods genade mag hij dat doen, zelfs als zijn vader hem scheldt met harde woorden (1 Sam. 20: 30), hem probeert te doden (1 Sam. 20 : 33) en hem beschuldigd van verraad (1 Sam. 22 : 8).

Davids treurzang bij de dood van Saul en Jonathan 2 Sam. 1: 17-27

Bij het bericht van de dood van Saul en Jonathan toont David hoe lief hij hen had. Hij maakt een klaagzang. Allereerst tekent hij hen als moedige, onvermoeide strijders: helden. Zij zijn onoverwinnelijk geweest. Beiden zijn ook geliefd geweest bij de mensen. Van Saul ging aanvankelijk een grote bekoring uit (1 Sam. 10 : 24 en 15 : 35). Jonathan deed voor zijn vader niet onder, dat weet David uit eigen ervaring. Zelfs als Saul David wil doden, blijft Jonathan zijn vader trouw als zijn raadsman en zijn rech¬terhand in de strijd.

De laatste verzen van zijn klaagzang wijdt David aan Jonathan alleen. Hef¬tig bewogen betuigt hij zijn diepe ver¬driet en zijn innige liefde.
Jonathan was hem lief als een broer. Daarbij was Jonathans liefde voor hem wonderlijk, raadselachtig. Deze liefde was immers niet alleen zuiver, oprecht en standvastig, maar het eigenaardige van die liefde lag hierin, dat zij voor Jonathan de hoogste zelfverloochening meebracht. Jona¬than, de kroonprins, heeft zijn mededinger-naar-de-troon niet in de weg gestaan, maar liefgehad en geholpen. Daarin overtrof Jonathans liefde de liefde der vrouwen. In het algemeen kan gezegd worden dat in het huwelijk de evenveel ontvangt, als dat zij geeft. Maar Jonathan heeft alleen maar gegeven. En dat kon alleen omdat hij God boven alles lief¬had. Zijn liefde had een hogere Oorsprong!

Echte vriendschap

Kun je bevriend zijn met iemand die niet in God gelooft? Op deze vraag werd door 2 mensen gezegd:

Nee, want in de Bijbel staat: wie een vriend der wereld wil zijn, wordt een vijand van God gesteld. Dat wil niet zeggen dat je niet met een andersdenkende jongen of meisje praten mag. Maar dat is dus geen vriendschap in de echte zin van het woord.

Ja, ik heb zelf een vriend die doet ook nergens aan. Hij eet veel bij ons en als we gaan bijbellezen zit hij stil te luisteren en tijdens het omgaan vraagt hij wel eens wat, waar ik dan zo goed mogelijk een antwoord op probeer te geven en in zulke dingen is hij dan ook erg serieus.

Vriendschap en eenzaamheid

De man in Bethesda was 38 jaar lang ziek. Toen de Heere Jezus aan hem vroeg: “Wilt gij gezond worden?” moest hij antwoorden: “Heere, ik heb geen mens……” (Joh. 5:7).
In Ps. 25: 16 klaagt David: “Wend U tot mij en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig”.

Temidden van andere mensen kan iemand eenzaam zijn. Wat een last kan dit voor iemand zijn. Denk maar aan het gevaar van individualisering. Hoe kunnen juist in tijden van eenzaamheid de gedachten zich vermenigvuldigen. Laten we bedenken, ook al voel je je zelf niet eenzaam, dat er zoveel mensen zijn die deze last moeten dragen.



Deze studie-serie bestaat uit de volgende onderdelen:

De vrucht van de Heilige Geest De Gaven van de Heilige Geest

Inleiding

Hoop

Liefde

Vreugde

Vrede

Geduld

Goedertierenheid

Goedheid

Trouw

Zachtmoedigheid

Inleiding

Tongentaal

Vertolking van Tongen

Profetie

Woord van Kennis

Woord van Wijsheid

Onderscheiden van Geesten

Geloof

Genezing

Wonderwerken


 READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE

       

Heer, wees mijn Gids

                                

INFO: DE WEG - DE WAARHEID HET LEVEN FILM - AUDIO

Handige Bijbel

Remember all victims of violence worldwide      1  2   3   

GEBED  LEEFREGEL  BELIJDENIS  

DE WEG | DE WAARHEID HET LEVEN | FILM | AUDIO

CREATOR

HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS

Waard om te weten :

Een hartelijk welkom op de site
Deze pagina printen
Sitemap

Wie zoekt zal vinden

FAQ - HELP

Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
 
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen


Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden"Lees eens: Het zwijgen van God

God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Lees eens:  God's Liefde

Schat onder handbereik


Bemoediging en troost

Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible -
 great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps

Read more for Study  
Apocrypha, Historic Works
 GELOOF EN LEVEN een
          KLEINE HULP VOOR  ONDERWEG
 

Wie zoekt zal vinden           


www Holyhome.nl

Boeiende Series :

Bijbelvertalingen
Bijbel en Kunst

Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten

De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard

De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus

Goede Vruchten
Geestesgaven

Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid

Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen

De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen

Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels

Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
 
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!  

Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels

Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron

Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels

Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken

Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
 Luisterbijbel

Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst   -1-   -2-

Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk opOnline-bijbel.nl
         
  (
What's good, use it)