HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Goede
vrucht - Vruchten en Gaven van de HEILIGE GEEST - TROUW
De vindplaats van materiaal voor Bijbelstudie, geloofstudie, catechese, school, kring, persoonlijk geloof, studie thuis, kerk, club, nieuws, godsdienstonderwijs, zingeving en vooral heel veel mogelijkheden om je Bijbelkennis te vergroten. Blijf niet afhankelijk van anderen maar lees zelf de Bijbel. Investeer in geestelijke rijkdom.
VRUCHTEN VAN DE HEILIGE GEEST : TROUW
In deze studie-serie willen we de rijkdom
ontdekken die we ontvangen als wij ons openstellen voor het werk van
God's Heilige Geest. Dit gaat alle aardse schatten te boven. De serie
bestaat uit 20 studies die je een heel eind op weg kunnen helpen.
Ontdek het door je eens te verdiepen in wat de Bijbel daarover te
zeggen heeft. Neem er de tijd voor. Het zal je verbazen hoezeer je
leven erdoor verrijkt zal worden. en niat alleen het leven van jezelf,
maar ook het leven van de mensen om je hee. Niet alleen jouw
eigenwaarde stijgt maar óók je kijk op de ander.
Het zal je eigen levensstijl ten goede komen. En dat alles tot eer van
Hem die jou die Geest wil schenken.
Bedenk wél dat misschien niet alle gaven en vruchten bij
jezelf te herkennen zijn. Dát heeft niets met gebrek aan
geloof te maken maar met de mate waarin God ze verdeeld over de mensen.
Dát maakt de verscheidenheid alleem maar mooier en zorgt er
ook voor dat wij als mensen op elkaar zijn aangewezen. Zo vormen we als
mensen een aanvulling op elkaar!
TROUW
Als er enig woord is dat de essentie van het
karakter van de mens in deze eindtijd beschrijft, is het wel
"trouweloosheid". De mens is in het algemeen ontrouw aan elke standaard
die als werkelijk goddelijk kan worden beschouwd. In 2
Timotheüs 3 beschrijft de apostel Paulus het karakter van de
mens in deze eindtijd:
2 Timotheüs 3:1-5 Weet wel, dat er in de laatste dagen zware
tijden zullen komen: 2 want de mensen zullen zelfzuchtig zijn,
geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders
ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, 3 liefdeloos, trouweloos,
lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, 4
verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan
voor God, 5 die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan
verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand.
Paulus somt negentien karakteristieken op, met "zelfzuchtig" en "met
meer liefde voor genot dan voor God" als twee 'boekensteunen'
waartussen de andere staan. Hoe kan iemand trouw zijn aan God als hij
zichzelf meer liefheeft dan God? Hoe kan iemand trouw zijn aan God als
zijn eigen bevrediging zwaarder telt dan het behagen van God? Hoe kan
iemand trouw zijn als hij een koppige, arrogante lasteraar is en een
verrader, ongehoorzaam aan zijn ouders, hebzuchtig, liefdeloos en
zonder zelfbeheersing?
Als met iemand de doop wordt doorgenomen, wijzen de dienaren hem bijna
altijd op Lucas 14:26, waar Jezus op duidelijk wijze zegt:
Lucas 14:26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat [minder liefheeft]
zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja
zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.
Trouw draait om wat wij belangrijk vinden samengaand met een zich
vrijwillig daartoe verplichten. De mens heeft een sterke neiging trouw
te zijn aan dat wat hij echt belangrijk vindt, of het nu de naam van de
familie is, de echtgenoot, vriendschap, werkgever, school, atletiek
team of andere dingen zoals bijvoorbeeld een bepaald automerk.
Deze neiging was in het geding toen de discipelen na Jezus' dood en
opstanding besloten Petrus te volgen en weer te gaan vissen. In
Johannes 21:15-17 vraagt Jezus Petrus drie maal nadrukkelijk of hij Hem
"meer liefheeft dan dezen", refererende naar ofwel zijn mede-discipelen
ofwel zijn benodigdheden voor het vissen. De conclusie is
onontkoombaar: Jezus wilde dat Petrus Hem belangrijker achtte dan al
het andere op aarde. Gelet op Petrus' belangrijke verantwoordelijkheid
kon hij niet trouw zijn aan Jezus zonder de meest verknochte toewijding
aan Hem als het allerbelangrijkste in zijn leven.
De bedoeling is ons duidelijk. We moeten Christus boven alles
liefhebben, of we hebben Hem maar een beetje lief als we het al doen.
Als we niet bereid zijn alle aardse bezittingen op te geven, alle
aardse vrienden los te laten en Hem boven alles te gehoorzamen
— inclusief boven onze eigen vleselijke verlangens
— Hem trouw te zijn, is onze band met Hem maar heel fragiel.
Is zo'n veronderstelling overdreven? Vereist het huwelijk niet een
zelfde trouw van elke partner? Het is geen wonder dat er bij gebrek
daaraan zoveel overspel en echtscheiding is.
Vasthouden aan Gods weg is moeilijk temidden van de aantrekkelijke
dingen die de wereld biedt en onze tijd en aandacht vragen. Deze wereld
is aantrekkelijk voor de menselijke natuur en vraagt ons onze energie
te steken in het voldoen aan eigen genoegens. Jezus waarschuwt allen
die hun kruis opnemen, dat de weg moeilijk en eng is en een grote mate
aan visie en discipline vereist om trouw te zijn aan Zijn doel.
Sommigen hebben de weg volledig afgelegd. Zij die God en Zijn weg het
belangrijkst vonden in hun leven, wachten op ons die de weg nu gaan.
Zullen wij trouw zijn evenals zij?
Wat betekent
het?
"Trouw" komt in het Nieuwe Testament van de King James Version (KJV)
niet voor. In de Statenvertaling maar één keer en
wel in Titus 2:10. Echter het begrip komt zeker in het Grieks voor. In
de opsomming van de vrucht van de Geest in Galaten 5:22 geeft iedere
moderne vertaling het woord dat de Statenvertaling vertaalt met
"geloof" weer als "trouw". In zijn commentaar op Galaten schrijft
William Barclay:
Dit woord (pistis) is in het normale Grieks gebruikelijk voor
betrouwbaarheid. Het is de karakteristiek van de man waar je op aan
kunt. (p. 51)
Spiros Zodhiates stelt dat het betekent: "goede bedoeling", "trouw",
"oprechtheid"; "trouw of oprecht zijn" en "elke goede trouw" (Complete
Word Study Dictionary of the New Testament, p. 1162). Het Hebreeuwse
woord dat met "trouw" wordt weergegeven is emunah, waarvan Strong zegt
dat het letterlijk betekent "volharding" en figuurlijk "zekerheid" en
in moreel opzicht "trouw".
Het Nederlandse gebruik van "trouw" leert ons veel praktische dingen.
Er kan een groot aantal synoniemen aan gekoppeld worden, die begrip
geven van speciale toepassingen. Websters New World Dictionary
definieert trouw als "loyaliteit handhaven; voortdurend; loyaal, door
een sterk plichtsgevoel gekenmerkt worden of dit tonen; gewetensvol;
nauwkeurig; betrouwbaar; precies."
Dit
woordenboek vergelijkt "trouw" daarna met zijn synoniemen:
Trouw impliceert een vaste toewijding aan iets of iemand, waaraan men
is verbonden zoals door een eed of verplichting; loyaal impliceert
onafgebroken trouw aan iemand, een zaak, een instelling, enzovoort, die
men (naar eigen opvatting) moreel verplicht is te ondersteunen of te
verdedigen; voortdurend suggereert afwezigheid van grilligheid in
toewijding of loyaliteit; hecht impliceert zo'n sterke vereenzelviging
met iemands principes of doeleinden dat men op geen enkele wijze
daarvan kan worden afgebracht; resoluut benadrukt onwankelbare
vastbeslotenheid, vaak in het blijven vasthouden aan persoonlijke
doelstellingen.
Andere synoniemen zijn: verbonden, standvastig, toegewijd, betrouwbaar,
nauwkeurig, waarachtig, gewetensvol, plichtsgetrouw, zorgvuldig,
angstvallig en grondig.
Trouweloos betekent: niet geloofwaardig zijn, oneerlijk, niet loyaal,
onbetrouwbaar. De synoniemen daarvan zijn o.a. twijfelachtig,
verraderlijk en gewetenloos.
Ontrouw in de
eindtijd
De apostel Paulus schrijft dat "slechte mensen en bedriegers zullen van
kwaad tot erger komen; zij verleiden en worden verleid" (2
Timotheüs 3:13). De mens vandaag is niet anders dan in de tijd
dat Mozes de Pentateuch schreef of Paulus zijn brieven, maar de
gelegenheid tot zondigen, de stimulans daartoe en daardoor de
frequentie van zondigen en de intensiteit ervan zijn nog nooit zo groot
geweest sinds vlak voor de zondvloed. Met andere woorden de acceptatie
van zondigen wordt steeds groter en de menselijke natuur doet er zijn
voordeel mee. We zijn geboren in een maatschappij — en hebben
daar onbewust aan bijgedragen — waarin het steeds moeilijker
wordt om trouw te blijven.
We leven in een wereld waarin de zelfgerichtheid wordt bevorderd op een
manier als in de menselijke geschiedenis niet eerder is voorgekomen.
Verleidelijke advertenties versterken de neiging tot het voldoen aan
eigen verlangens: Waarom wachten, waarom jezelf iets ontzeggen, waarom
je enige zelfopoffering te getroosten, waarom niet meegaan met alle
anderen? We horen voortdurend: "Geniet van het leven, want je hebt er
recht op."
Deze wereld doet altijd een beroep op morele en ethische standaards die
lager zijn dan die van de grote God en Zijn manier van leven. In films
"verkoopt" Hollywood met opzwepende muziek overspel en echtbreuk als
aanvaardbaar zolang het stel in kwestie aantrekkelijk is en in enige
mate onder druk staat — dus een "betere" relatie "verdient".
Oorlog, moord, liegen, stelen, begeren, het overtreden van de sabbat en
afgoderij zijn Handelingen die bijna iedereen ter wereld als verkeerd
beschouwt, toch worden ze door de meesten in onze cultuur tot op zekere
hoogte onbewust begaan en gepropageerd. Ze rechtvaardigen hun zonde
omdat iedereen het doet, en ze zien geen goede reden waarom ze niet
gewoon mee zouden doen. Als ze tegen de stroom inzwemmen, denken ze dat
anderen van hen zullen profiteren.
Nog niet zo lang geleden was iemands woord een verbintenis, een
handdruk bezegelde grote zakelijke overeenkomsten. Verhalen over de
eerlijkheid van Abraham Lincoln, zelfs tot op het niveau van een
stuiver, zijn een legendarisch deel van de Amerikaanse nationale
geschiedenis. Geschiedkundigen zeggen dat trouw zo'n kenmerk was van de
Romeinse Republiek dat er in de eerste zevenhonderd jaar niet
één echtscheiding plaatsvond! Maar in de laatste
50 jaar heeft deze natie [de Verenigde Staten] een rampzalige toename
gezien in het aantal echtscheidingen, waardoor gezinnen uiteenvallen en
zelfs de stabiliteit van de maatschappij in gevaar komt.
Ontrouw speelt hier een grote rol in. De mens is zonder natuurlijke
liefde en een verrader van zijn huwelijksverbond. Kindermishandeling
komt steeds vaker voor. Atleten schijnen hun contracten bijna zonder
nadenken te verbreken. Producenten liegen over de kwaliteit van hun
producten en werknemers proberen het leveren van een kwalitatief goede
arbeidsprestatie te ontlopen.
Ontrouw stijgt tot aan een nooit eerder vertoond niveau omdat
zelfgerichtheid, de vader van onverantwoordelijkheid, tot het uiterste
wordt aangeprezen. Het is de geest van deze tijd, maar we doen er goed
aan deze te weerstaan vanwege wat God ons in Zijn Openbaring heeft
aangeboden. Godgerichtheid in ons leven is het antwoord op ontrouw en
onverantwoordelijkheid. Maar Godgerichtheid is niet goedkoop en
weinigen zijn er die de prijs (hun leven) willen betalen!
Een overzicht
van Gods trouw
Zoals met elke vrucht van de Geest is God Zelf het model dat we moeten
bestuderen als voorbeeld van trouw om ons te bemoedigen Hem te
vertrouwen en na te bootsen. Gods trouw is een bekende term voor hen
die religieus denken, maar de diepte ervan en de omvang zijn
waarschijnlijk niet zo bekend. Gods trouw was een favoriet onderwerp
van Paulus. Hij schrijft erover in zijn eerste brief (1
Thessalonicenzen) en ook in wat vermoedelijk zijn laatste was (2
Timotheüs). Paulus heeft het ervaren in vele, vele gevaren en
inspanningen; hij kwam aan het eind van zijn leven tot de slotsom dat
God hem nooit in de steek had gelaten.
Andere schrijvers van het Nieuwe Testament schrijven evenveel over dit
onderwerp. Petrus schrijft:
1 Petrus 4:19 Laten derhalve ook zij, die naar de wil van God lijden,
hun zielen aan de getrouwe Schepper overgeven, steeds het goede doende.
"Overgeven" is het woord dat de Grieken gebruiken om een geldbedrag toe
te vertrouwen aan een vertrouwde vriend zoals wij dat doen bij een
bank. Christus gaf Zijn gehele leven tot aan de dood toe over aan God;
wij moeten zijn voetstappen volgen (1 Petrus 2:21). Paulus drukt zich
op gelijksoortige wijze uit in 2 Timotheüs 1
2 Timotheüs 1:12 Om die reden draag ik ook dit lijden en ik
schaam mij daarvoor niet, want ik weet, op wie ik mijn vertrouwen heb
gevestigd, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is, hetgeen Hij
mij toevertrouwd heeft, te bewaren tot die dag.
Paulus voegt
er in 2 Timotheüs 2 nog aan toe:
2 Timotheüs 2:13 indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw,
want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.
Als we over elkaar spreken als zijnde trouw, bedoelen we dat we ons
woord houden, dat we geloofwaardig blijven voor onze medemens en dat we
de verplichtingen van onze positie nakomen. Daarom zijn we betrouwbaar.
In dezelfde zin denken en spreken we over Gods trouw.
Gewoonlijk is het eerste dat in ons denken opkomt als God trouw wordt
genoemd, dat Hij Zijn beloften houdt. Dit is uiteraard inbegrepen in
het concept van Gods trouw, maar het is interessant dat het maar twee
keer voorkomt in het Nieuwe Testament. In Hebreeёn 10 spoort Paulus aan:
Hebreeën 10:23 Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen
onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.
Later schrijft hij dat Sara "Hem, die het beloofd had, betrouwbaar
achtte (Hebreeёn 11:11).
Paulus gedachte in 2 Timotheüs 2:13 gaat zelfs veel verder.
Dit vers zegt ons dat we Hem tot de dood toe kunnen vertrouwen, omdat
"Hij Zichzelf niet kan verloochenen". Gods natuur en karakter houden
een plechtige verplichting in dat Hij Zijn eigen wet is, dat Hij is
gebonden door wat Hij is en dat Hij zelfs niet in de geringste mate in
strijd kan zijn met wat Hij op consequente wijze is. Geen wonder dat
Jacobus uitroept:
Jacobus 1:17 Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is,
daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen
verandering is of zweem van ommekeer.
Als God moet
Hij trouw zijn aan het karakter van goedheid en wijsheid dat Zijn naam
tot uiting brengt.
In ons daarentegen is er
een oorlog gaande. Tegenstrijdige impulsen en gedachten overspoelen ons
denken.
Galaten 5:17a Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en
dat van de Geest tegen het vlees.
We verliezen die strijd vaak, omdat de goddelijke natuur ons denken
niet geheel doortrekt. We reageren de ene keer zus, de andere keer zo
en we schieten zelfs in eigen oog vaak tekort.
Niemand is altijd zichzelf, maar God wel! Met God is het zoals de
apostel Johannes zegt:
1 Johannes 1:5b ... God is licht en in Hem is in het geheel geen
duisternis.
Er is niets in God dat Zijn trouw kan verhinderen om Zijn Woord of Zijn
Handelingen uit het verleden verder uit te voeren. Onze roeping in
Christus is een van die Handelingen uit het verleden. Dat betekent dat
wat God in ons is begonnen, ook door Hem zal worden voltooid, tot aan
het einde behoud wordt verkregen (Filippenzen 1:6). Als we sterven, zal
Hij ons hebben voorbereid op een taak in het Koninkrijk van Zijn gezin.
Gods trouw en
heiliging
1 Thessalonicenzen 5 bevat een gebed van Paulus waarin hij een
stoutmoedig verzoek doet ten behoeve van die gemeente. Het bevat veel
bemoediging voor ons:
1 Thessalonicenzen 5:23-24 En Hij, de God des vredes, heilige u geheel
en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze
Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te
blijven. 24 Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.
Paulus bidt om hun volledige heiliging en bewaring in die heiliging tot
hun dood, of totdat God Zijn handelen voor de kerk bij de wederkomst
van Christus beëindigt.
Heiliging is dat deel van behoud dat betrekking heeft op onze
voortdurende groei in genade en kennis van Jezus Christus —
of om het op een andere manier te zeggen, tot de mate van volheid van
Christus — of op nog een andere manier, naar Gods beeld. God
is trouw in het uitvoeren van Zijn deel in het opbouwen van christelijk
karakter. Gods trouw garandeert de voortgaande vervolmaking van het
leven van een christen. God is niet zoals de mens die aan een project
begint, zijn interesse verliest, in moeilijkheden komt, het te moeilijk
vindt om door te gaan, of ongeduldig wordt en ermee ophoudt. Hij begint
niet ergens aan om er dan genoeg van te krijgen en aan iets anders te
beginnen. Hij begint niet om het bij gebrek aan middelen om het af te
maken maar op te geven. De mens doet dit, maar God stopt nooit voordat
Hij gereed is. Hij is niet gereed voordat Hij tevreden is over het
resultaat.
Jezus vermeldt de spot van mensen als die zien dat iemand begint te
bouwen, maar er niet in slaagt het te voltooien (Lucas 14:29-30). Maar
de Schriften zeggen van God werkend door een mens:
Zacharia 4:9 De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn
handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de HERE der
heerscharen mij tot u gezonden heeft.
Er zijn geen halfvoltooide mislukkingen in Gods werkplaats. Alles wat
wij moeten doen is alleen maar doorgaan om ons aan Hem over te geven.
Als we dat doen, zal het reinigen, vormen en vervolmaken van de
heiligen waaraan de geduldige en volhardende Meesterartist en -vakman
is begonnen, ook worden voltooid.
Gods trouw en
beproevingen
Met dit begrip van Gods trouw kunnen we dit principe toepassen op
andere gebieden van het christelijke leven die van praktisch en
dagelijks belang zijn. We kunnen hierdoor verzekerd zijn dat Hij op een
geduldige, genadige, gulle en toch volhardende manier met ons zal
handelen.
Al in het begin van de bijbel komt een sprekend voorbeeld voor van Gods
trouw die hielp om hen die beproevingen ondergingen te vervolmaken:
Genesis 8:1 Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het
vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde
strijken, zodat de wateren daalden.
Het is goed om er ook aan te denken dat Gods trouw evenzeer betrekking
heeft op het dierlijk leven als op het menselijk leven. Hij houdt alles
in stand door het Woord van Zijn kracht (Hebreeёn 1:3). Hij schept niet
alleen maar om daarna uit beeld te verdwijnen om de schepping aan
zichzelf over te laten. Zijn verplichting jegens al het leven en de
zorg ervoor en het in stand houden ervan gaat onverminderd door.
Alhoewel de woorden van dit vers weinig zijn en eenvoudig, ligt er een
wereld van betekenis in voor hen die zich verloren voelen in de diepten
van een almaar voortgaande beproeving. God heeft ons niet uit het oog
verloren. Noach, zijn gezin en de dieren zaten in feite maandenlang
gevangen in de ark die alleen ronddobberde op een eindeloze zee. Er was
niets dat de horizon brak. Noach zou gemakkelijk hebben kunnen denken
dat God hem had vergeten. Alhoewel hij zich in herinnering kon brengen
dat God hem bescherming had beloofd, kon hij denken: Waar is God nu, nu
de grauwe dagen en donkere nachten langzaam voorbij gingen, en waar hij
ook maar keek, hij alleen maar lege watervlakten zag en een lucht die
geen hoop scheen te bieden?
Hebben wij ons ooit in een situatie bevonden waarin we ogenschijnlijk
waren losgeslagen van onze ankers, voortgestuwd in een zee van
problemen waarin — voorzover we het konden zien —
God niet langer aanwezig was? Zijn we ooit aan een ogenschijnlijk groot
avontuur begonnen om alleen maar terecht te komen in een stortvloed van
zorgen, eenzaamheid, vertwijfeling en teleurstelling, die uit schenen
te lopen op wanhoop? Misschien voelden we ons net zoals Asaf in Psalm
77:
Psalm 77:5, 9 Gij houdt mijn ogen open, ik ben onrustig en kan niet
spreken. ... 9 Neemt zijn goedertierenheid voor immer een einde, houdt
de belofte op van geslacht tot geslacht?
God verloor Noach echter niet uit het oog en Hij zal ons niet uit het
oog verliezen! De geschiedenis van de zondvloed eindigt niet in
hopeloosheid. De zondvloed kwam ten einde. Bergtoppen verschenen en de
ark kwam aan land. Nu hun fysieke leven zeker was, hervatten Noach en
zijn gezin hun leven op een aarde die weer tot leven was gebracht en
gereinigd van de zonden.
Het kan zijn dat we nooit een beproeving van deze grootte zullen
meemaken, maar Gods trouw belooft een andere grote zekerheid. Die
garandeert dat al onze beproevingen in overeenstemming zullen zijn met
onze kracht. God belooft door Paulus in 1 Corinthiёrs 10:
1 Corinthiërs 10:13 Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking
te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven
vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de
uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.
David schrijft
in Psalm 103:
Psalm 103:13-14 Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen,
ontfermt Zich de HERE over wie Hem vrezen. 14 Want Hij weet, wat
maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.
God zal ons nooit iets opleggen dat boven onze macht om te overwinnen
uitgaat. Hij weet hoeveel druk we kunnen doorstaan. Geven leraren
universitaire taken aan basisscholieren en verwachten ze ook nog dat
die goed worden uitgevoerd? De mens let er op een vrachtwagen, een
paard, een muilezel, of een os niet te zwaar te beladen. Zal God ook
maar iets minder barmhartig en trouw zijn jegens ons, Zijn kinderen,
die Hij naar Zijn beeld schept? Hij is heel goed op de hoogte van Zijn
verplichting aan het werk van Zijn eigen handen om in al onze behoeften
te voorzien en de lasten te vormen die nodig zijn om ons voor te
bereiden op Zijn Koninkrijk.
Gods trouw en
vergeving
Eerder zagen we dat één van Gods Handelingen uit
het verleden was om ons in Christus te roepen. Paulus bevestigt in 1
Corinthiёrs 1 deze handeling als een handeling van Gods trouw:
1 Corinthiërs 1:9 God is getrouw, door wie gij zijt geroepen
tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
Onze roeping zou slechts een zinloze uitnodiging zijn als God niet
trouw was om ons onze zonden te vergeven. Zonder vergeving en reiniging
hebben we geen toegang tot Hem, en dus kan er ook geen relatie met Hem
tot stand en tot bloei komen. Paulus schrijft in Romeinen 5:
Romeinen 5:1-2 Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede
met God door onze Here Jezus Christus, 2 door wie wij ook de toegang
hebben verkregen (in het geloof) tot deze genade, waarin wij staan, en
roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.
We kunnen met reden zeggen dat deze uitdrukking van Gods trouw de kern
is waar alles om draait in Zijn gehele doel met de mens. God roept en
daarna leidt Hij ons door Zijn goedheid tot bekering (Romeinen 2:4). 1
Johannes 1 voegt daar aan toe:
1 Johannes 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en
rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle
ongerechtigheid.
Daar Christus is gekomen en gestorven opdat wij vergeving mochten
ontvangen en gereinigd worden, is Gods trouw een deel van Zijn genade.
Hij zou niet trouw zijn aan Zijn beloften, Zijn Handelingen uit het
verleden in Christus' werk, of Zijn roeping die in onze oren heeft
geklonken, tenzij — als we gehoorzamen en onze zonden
belijden — Hij ons zou toestaan binnen te treden in de
volledige genade van zijn vergeving. Met andere woorden onze vergeving
en reiniging, het ontvangen van gunst van Hem, is een product van Zijn
trouw.
Gods trouw op deze gebieden heeft verreikende, praktische consequenties
voor ons. Dat God trouw is betekent dat Zijn karakter onveranderlijk
is. De onveranderlijke structuur van het universum bestaat in zowel
rechtvaardigheid als vergeving. God handelt nooit in tegenspraak met
Zichzelf, en in alle ervaringen mogen we op Hem vertrouwen dat Hij
onveranderlijk rechtvaardig en vergevensgezind is jegens ons. Omdat Hij
trouw is, kan Hij het centrale en meest belangrijke onderwerp zijn van
ons geloof. Kunnen wij een god vertrouwen als we er nooit zeker van
kunnen zijn wat hij zal doen?
Wat is onze
verantwoordelijkheid?
Er is nog een bijbelse term die een direct verband heeft met Gods
trouw: verlossing. David zegt in Psalm 31 het volgende:
Psalm 31:6 In uw hand beveel ik mijn geest; Gij verlost mij, HERE,
getrouwe God.
Krijgen wij verlossing
aangeboden zonder kosten of verplichtingen van onze kant? Is er niets
dat wij moeten doen om te bewijzen dat we verlost zijn? God Zelf
beantwoordt deze vraag vele malen: In Deuteronomium 26 staat slechts
één van de antwoorden:
Deuteronomium 26:16-19 Heden beveelt u de Here,
uw God, deze inzettingen en verordeningen na te komen; onderhoud ze dan
naarstig met geheel uw hart en geheel uw ziel. 17 Gij hebt heden van de
HERE het woord aanvaard, dat Hij u tot een God zal zijn, en dat gij in
zijn wegen wandelen moet, zijn inzettingen, geboden en verordeningen
onderhouden en naar zijn stem luisteren. 18 En de HERE heeft heden van
u het woord aanvaard, dat gij zijn eigen volk zult zijn, zoals Hij u
gezegd heeft, en dat gij al zijn geboden zult onderhouden —
19 dan zal Hij u verheffen tot een lof, een naam en een sieraad, boven
alle volken die Hij geschapen heeft en dan zult gij een volk zijn,
geheiligd aan de HERE, uw God, zoals Hij gezegd heeft.
Israël was verlost uit Egypte, sloot een verbond met God en
was op de hoogte gesteld van zijn verantwoordelijkheden. God maakt het
erg duidelijk dat de relatie tussen Hem en de mens tweezijdig is. Op
ons rust de plicht van een volledige toewijding en bereidheid tot
gehoorzamen. Wij zijn geroepen tot trouw aan Hem en aan elkaar; dit
dient in ons leven zichtbaar te zijn door het houden van Zijn geboden.
God van Zijn kant geeft ons toegang tot Hem, waardoor Hij ons grote
zegeningen geeft door Zijn Geest; op deze wijze stelt Hij ons in staat
trouw te zijn.
Israël mislukte jammerlijk en was op allerlei manieren
schuldig aan ontrouw. Zo groot was hun ontrouw dat God de relatie
beëindigde (scheiding!). Waarschijnlijk wordt Israëls
ontrouw nergens zo duidelijk onder woorden gebracht als in Hos. 2:
Hosea 2:1-4 Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn
vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar
gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, 2 anders zal Ik
haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren
werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land,
en haar doen sterven van dorst; 3 en over haar kinderen zal Ik Mij niet
ontfermen, omdat zij uit ontucht geboren zijn. 4 Want hun moeder heeft
ontucht bedreven; zij, die van hen zwanger geweest is heeft schandelijk
gehandeld. Want zij zeide: Ik wil achter mijn minnaars aan gaan, die
mij mijn brood en water, mijn wol en vlas, mijn olie en drank geven.
God roept de
kerk op te slagen, daar waar Israël faalde.
Toch is momenteel de kerk van God ernstig verdeeld en zo erg
versplinterd dat je bijna kunt zeggen dat ze verbrijzeld is. Dit komt
zeer zeker voort uit de ontrouwe houding en het ontrouwe gedrag die
zich in de laatste vijfentwintig jaar van het bestaan van de kerk
voordeden. Leviticus 26:33 toont duidelijk dat het uit elkaar vallen
voortkomt uit ontrouw die zich uit in het overtreden van de geboden, en
het uit de mond uitspuwen (een andere metafoor voor versplintering) is
het bewijs van een houding die niet getrouw en stabiel is. We zijn niet
trouw gebleven aan de verantwoordelijkheden die met ons verbond
samenhingen!
Jezus zegt heel duidelijk in Mattheüs 25:1-13 dat in de tijd
die onmiddellijk aan Zijn komst in alle macht en heerlijkheid van God
voorafgaat, Zijn kerk in slaap zal zijn gevallen en op ontrouwe manier
toestaat dat de olie dreigt op te raken. Is dat de houding van de
trouwe dienstknechten van de geheimenissen van God? We zijn daar
allemaal schuldig aan, omdat zoals de gelijkenis aantoont alle tien
maagden in slaap vielen. Maar evenals alle tien in slaap vielen, is het
ook mogelijk dat alle tien zich bekeren.
Welke houding
of welke kwaliteiten in ons moeten beantwoorden aan de trouw van God?
Paulus schrijft in Hebreeёn 10:
Hebreeёn 10:23 Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen
onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.
Vasthouden is de eerste aanduiding van trouw, maar ons begrip neemt toe
als we weten dat het woord dat met "trouw" is vertaald, in Galaten 5:22
ook als betekenis heeft "betrouwbaar", of "waarachtig", duidend op een
volledig overtuigd zijn van de waarheid dat God loyaal is en dat je op
Hem kunt bouwen. Geloof in God beantwoordt aan Gods trouw. Zoals met
twee stemvorken van dezelfde toonhoogte, als de
één wordt aangeslagen gaat de ander mee
resoneren. Gods trouw moet in ons geloof oproepen, zodat we kunnen
antwoorden met een zich onderwerpende gehoorzaamheid. Als Hij het waard
is vertrouwd te worden, moeten we Hem vertrouwen.
Daar God trouw is, is het onze verantwoordelijkheid Hem na te bootsen
in getrouwheid door ons leven te wijden aan goeddoen. In 2 Corinthiёrs
1 laat Paulus in een voorbeeld uit zijn eigen leven zien wat dit
betekent:
2 Corinthiërs 1:17-19 Heb ik dan door mij dit voor te nemen in
lichtvaardigheid gehandeld? Of, indien ik plannen maak, doe ik dit dan
naar het vlees, zodat het bij mij tegelijk is: ja ja, en neen neen? 18
Bij de trouw van God: ons spreken tot u is niet: ja en neen! 19 Immers,
de Zoon van God, Christus Jezus, die in uw midden verkondigd is door
ons, door mij, door Silvanus en door Timoteüs, was niet: ja en
neen, maar in Hem was het: Ja.
Spreekt God
zonder te handelen?
Zelfs Bileam begreep dat als Gods woord uitgaat, het bereikt waartoe
Hij het uitzond. Er is wat dit betreft geen onduidelijkheid. Gods
beloften staan vast. Hij bedriegt nooit en er is geen tegenstrijdigheid
of veranderlijkheid in Hem. Hij is altijd waar. Jezus noemde Zichzelf
"de waarheid" (Johannes 14:6) en in Openbaring 3:14 is Zijn titel "de
getrouwe en waarachtige getuige".
Op overeenkomstige manier zegt Paulus dat de verkondiging van hem,
Silvanus en Timotheüs, hun prediking over God, ook getrouw
was, geen bedriegerij, niet overdreven en niet gekleurd. Zij wijzigden
de waarheid niet, ook gaven ze op geen enkele manier een eigen
interpretatie. Jezus zegt dat Hij in de wereld kwam om een getuigenis
uit te dragen aangaande de waarheid (Johannes 18:37). Paulus voelde
zich onder een goddelijke verplichting hetzelfde te doen en in alle
opzichten een volkomen waarachtig karakter in stand te houden.
Misschien is onze grootste plicht op aarde wel om de trouw van onze
Verlosser na te bootsen. Het past iemand niet, die beweert op de trouwe
God te vertrouwen, zelf in woord of daad onbetrouwbaar te zijn.
Dit is een heel grote opgave voor ons om na te streven, maar we moeten
het proberen, ook al weten we dat we daardoor niet gered zullen worden.
Misschien omdat we weten dat we niet worden gered op basis van onze
werken, is er een subtiele neiging om niet zo zorgvuldig te zijn als
zou moeten. Paulus wijst ons ook in dit opzicht de weg:
Filippenzen 3:12-14 Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of
reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen
mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben. 13
Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, 14 maar
één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij
ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij
ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van
boven is, in Christus Jezus.
Jezus zegt in Zijn profetie over
de kerk in de eindtijd:
Mattheüs 24:45-47 Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf,
die de heer over zijn dienstvolk gesteld heeft om hun op tijd hun
voedsel te geven? 46 Zalig die slaaf, die zijn heer bij zijn komst
zó bezig zal vinden. 47 Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem over
al zijn bezit zal stellen.
De context in beschouwing nemend zegt deze instructie ons dat de trouwe
christen gereed zal zijn voor de wederkomst van Christus. Hij zal
altijd waakzaam zijn met het oog op de tijden waarin hij leeft, en hij
zal zijn leven daarnaar richten en zich daarbij iedere inspanning
getroosten om trouw te worden bevonden. Vers 47 belooft dat God de
getrouwe dienstknecht voor die inspanningen zal belonen.
Omdat God trouw is, wordt ons de kracht beloofd ook trouw te zijn.
Hebreeёn 4 verzekert ons:
Hebreeën 4:16 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot
de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade
vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.
Vergeving, toegang tot Zijn troon, de beloften van Zijn Geest en dat
geen beproeving zwaarder zal zijn dan we aankunnen —
gecombineerd met Zijn uitspraak dat Hij in ons zowel het willen als het
doen uitwerkt — verzekeren ons ervan dat deze vrucht van de
Geest in ons kan worden voortgebracht als we ons opstellen als trouwe
dienstknechten.
Trouw is;
heilig worden in al uw wandel, al uw doen en laten
Dit is een bevel van God: "Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft,
heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat
immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig" (1 Petrus 1:15,16).
Wat betekent
het om heilig te zijn en hoe is dit mogelijk?
Het woord 'heilig' kan betekenen: (1) afgezonderd ten dienste van God,
gewijd; (2) geestelijk zuiver, godvruchtig; (3) volledig goed, zuiver
en rechtvaardig en daardoor afdwingende absolute aanbidding en verering.
God is de norm voor heiligheid. Alleen Hij is volledig goed, zuiver en
rechtvaardig. Alleen Hij is aanbidding waardig.
Wanneer 'heilig' in de Schrift betrekking op mensen heeft, betekent het
dat zij aan God zijn toegewijd, en dat zij in zekere zin in de
eigenschappen van God delen, dat zij geestelijk zuiver en godvruchtig
zijn.
Welk een uitdaging, dat God ons roept om heilig te zijn! God heeft ons
naar Zijn eigen beeld geschapen. Wij behoren op Hem te lijken.
Afvallige kerken maken dikwijls een onderscheid tussen wat zij
'geestelijken' en 'leken' noemen, een onderscheid die men in de Schrift
niet vindt. De geestelijken (de kerkelijke leiders) worden geacht
heilig te zijn, maar van de leken (het gewone volk) wordt niet veel
verwacht.
Volgens het woord van God behoren alle christenen heilig te zijn. "Laat
u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk
huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van
geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus" (1
Petrus 2:5). "Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk
priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de
grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen
heeft tot zijn wonderbaar licht" (1 Petrus 2:9). Christenen zijn een
heilig priesterschap, een heilige natie.
Maar er is een probleem. Iets onrein kan niet heilig zijn. Aangezien
wij allen gezondigd hebben, hoe kunnen wij heilig zijn?
Dit is uitsluitend met Gods hulp mogelijk. Wij kunnen heilig zijn
uitsluitend indien God ons reinigt en ons heilig maakt. Dit wordt
heiliging genoemd.
God wil ons heiligen, Hij is de enige die dit kan doen. Maar wij moeten
ook meewerken. Wij moeten onze heiliging ervaren, wat inhoud dat wij
het kwade vermijden en het goede doen, met Gods hulp uiteraard.
"Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij,
dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven,
niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van
God niet weten, en dat men zijn broeder niet slecht behandele of
bedriege in deze zaak, want de Here is een wreker van dit alles, zoals
wij u ook vroeger gezegd en nadrukkelijk betuigd hebben. Want God heeft
ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging" (1 Tessalonicenzen
4:3 t/m7).
Alleen door het bloed van Christus kunnen wij geheiligd worden: "Want
als (reeds) het bloed van bokken en stieren en de besprenging met de as
der vaars hen, die verontreinigd zijn, heiligt, zodat zij naar het
vlees gereinigd worden, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die
door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God
gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende
God te dienen?" (Hebreeën 9:13,14). "Krachtens die wil zijn
wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus
Christus" (Hebreeën 10:10).
Het bloed van
Christus reinigt ons geweten. Onze zonden worden uitgedelgd. Wij worden
geheiligd. Als gereinigden mogen wij de levende God dienen.
Christus heiligt Zijn gemeente opdat zij voor Hem een kuis bruid kan
zijn: "Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft
liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen,
haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente
voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets
dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet" (Efeziërs 5:25
t/m 27).
Dit gebeurt wanneer onze zonden bij de doop worden weggewassen
(Handelingen 22:16). Paulus schreef aan de Korintiërs: "Of
weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet
beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars,
overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen,
dronkaards, lasteraars of oplichters zullen het Koninkrijk Gods niet
beërven. En sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u
laten afwassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd
door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God"
(1 Korintiërs 6:9 t/m 11).
Dit betekent ook dat nadat wij gereinigd worden, wij met dergelijke
praktijken niet mogen doorgaan, maar dat wij ons leven aan God in
heiligheid moeten toewijden. "Maar gij geheel anders: gij hebt Christus
leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen,
gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel
betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn
misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw
denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen
is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid" (Efeziërs 4:20
t/m 24).
Wij worden
door de waarheid geheiligd door het woord van God.
Jezus heeft voor Zijn volgelingen gebeden: "Heilig hen in uw waarheid;
uw woord is de waarheid" (Johannes 17:17). Paulus heeft aan de oudsten
uit Efeze gezegd: "En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner
genade, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erfdeel te geven
onder alle geheiligden" (Handelingen 20:32).
Door de kennis van Christus geeft God ons alles wat wij nodig hebben:
"Genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van
Jezus onze Here. Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat
tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die
ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij
met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel
zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat
door de begeerte in de wereld heerst" (2 Petrus 1:2 t/m 4).
"Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen
van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid
volmaken in de vreze Gods" (2 Korintiërs 7:1).
"En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest,
ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken
in allen dele onberispelijk bewaard te blijven. Die u roept, is
getrouw; Hij zal het ook doen" (1 Tessalonicenzen 5:23,24).
Nagedacht
over: Vriendschap
Vriendschap……. wat is dat? Deze vraag is niet zo
moeilijk te beantwoorden. In Gods algemene genade heeft de Heere
vriendschap gegeven. Mensen waar je je hart eens kan luchten. Een
leeftijdsgenoot waar je alles mee kunt bespreken.
Hoe rijk kan vriendschap zijn. Hoe belangrijk kan het zijn om
in onze tijd van individualisme vrienden te hebben.
In Gods Woord wordt er ook gesproken over vriendschap. Denk maar aan de
geschiedenis van David en Jonathan. Twee vrienden die zeer nauw aan
elkaar verbonden waren. Hun vriendschap werd gekenmerkt door onder
andere trouw, eerlijkheid, vertrouwen en andere waardevolle zaken.
Ook op andere plaatsen in de Bijbel worden
bepaalde eisen aan de vriendschap gesteld. Hoe belangrijk is het om
onze vriendschapsverhoudingen te toetsen aan Gods Woord.
Misschien ken je het spreekwoord: "Zeg mij wie je vrienden zijn en ik
zal zeggen wie jij bent". Het geeft weer dat er tussen twee mensen die
vriendschap gesloten hebben punten van overeenkomst bestaan. Die
overeenkomst kan bestaan in het bezitten van bepaalde
karaktereigenschappen, in het hebben van dezelfde interesses, in het
uiten van een bepaalde levensstijl. Kortom: vriendschap ontstaat door
een bepaald "contact".
Dat contact kan ook ontstaan als de ander juist die dingen bezit die
jij mist. Wanneer je zelf nogal driftig bent (om maar een
voor¬beeld te noemen) kan een goede vriend(in) met een rustig
karakter daar een corrigerende invloed op uitoefenen. Of, wanneer je
zelf niet zo'n oog hebt voor de schoonheid in de natuur, Gods
schepping, kan een ander je daarvan bewust maken. Dit zijn enkele
positieve motieven waardoor we ons kunnen laten leiden bij het kiezen
van vrienden.
Maar het kan ook zijn dat we vanuit een negatief ingesteld standpunt
onze vrienden kiezen. Het is bijvoorbeeld wel gemakke¬lijk als
je vriend erg gul is, daar kun je nog eens van profiteren! Of: bij je
ouders thuis mag er niet zoveel, dan is het toch fijn dat je bij je
vriend terecht kunt waar ze het allemaal niet zo nauw nemen.
In een vraaggesprek met enkele jongeren kwam de vraag aan de orde,
welke “eisen” zij zouden stellen aan hun vrienden.
De antwoorden komen in grote lijnen hierop neer:
• Vertrouwen hebben in elkaar. Dat vertrouwen ook niet
beschamen door bepaalde zaken door te ver¬tellen aan anderen.
• Contact door middel van een goed
gesprek. Met vrienden moet je over allerlei zaken openlijk kunnen
spreken.
• Eerlijkheid tegenover elkaar: je
vriend(in) alles kunnen zeggen, ook negatieve of vervelende dingen.
• Begrip voor elkaar, ook wanneer de
ander in moeilijkheden zit.
• Aanvaarding van iemands
per¬soonlijkheid en karakter, ook met zijn negatieve kanten.
• Behulpzaam zijn, zorg dragen voor
elkaar, ook in tijden van ver¬driet en moeilijkheden.
• Zelfverloochening, vaak meer geven
dan nemen.
• Eensgezindheid met betrekking tot de
kerk en de godsdienst.
Het laatste
antwoord wordt door niet zoveel jongeren gegeven
Het komt pas wat duidelijker naar voren bij de beantwoording van de
vraag of er verschil bestaat tussen "vriendschap" en "echte
vriendschap". Verschillende jongeren geven hierbij te kennen dat
vriendschap oppervlak¬kiger is dan echte vriendschap. Echte
vriendschap gaat dieper: je kunt met elkaar praten en elkaar
vertrouwen, ook met betrekking tot de geestelijke dingen.
Er zijn er enkelen die zeiden dat echte vriendschap voortkomt uit de
liefde tot God. Pas als je de Heere liefheb kun je je vriend(in) op de
goede manier liefhebben. Misschien vind je dat dit toch wel
héél hoog gegrepen is. Dat zou betekenen dat als
je onbekeerd bent, je geen echte vriendschap kunt sluiten. Toch gaat
het er (ook) in deze zaken niet om wat wij ervan vinden. Gods eis van
liefde geldt zelfs voor onze vijanden. We zullen moeten vragen: Wat wil
de Heere?
In Zijn algemene goedheid zorgt de Heere er voor dat er
vriendschappelijke contacten kunnen bestaan. Hoe belangrijk is het dat
juist in de vriend¬schap over zaken met betrekking tot de
eeuwigheid kan worden gesproken en dat vrienden elkaar verbonden voelen
door de band van het geloof in de Heere Jezus Chris¬tus. Deze
eis mag en moet aan vriendschap worden gesteld. Dan is er sprake van
échte vriendschap. We zullen biddend moeten zoeken naar
échte vriendschap. En deze diepe en rijke vriendschap wil de
Heere ook nu nog geven.
Dat heeft Hij ook in het Oude Testament al gedaan. Een goed
voor¬beeld daarvan, zoals ik al eerder aangaf, vinden we in de
vriendschap tussen David en Jonathan.
Deze geschiedenis willen we als uitgangspunten nemen om na te gaan hoe
de Bijbel over vriendschap spreekt. Dan zal blijken dat de "eisen" die
de ondervraagde jongeren stelden aan hun vriendschap (vertrouwen,
eerlijkheid, begrip, enz.) terugkomen in deze vriendschap. Maar ook dat
deze vruchten pas écht zijn als er sprake is van liefde van
en tot God. Als je deze liefde bezit kun je ook je vriend(in)
liefhebben op de juiste manier, ook al zal deze vriend• schap
nooit volmaakt zijn.
Het is goed om je te realiseren dat het bij de bespreking van het
bijbel¬gedeelte over David en Jonathan het accent, in het kader
van deze schets ligt op de kenmerken van de vriendschap tussen hen, en
niet zozeer op de geschiedenis zelf.
Toch moet aangegeven worden in welke omstandigheden deze kenmerken naar
voren kwamen.
Misschien denk je aan het eind van de bespreking van dit
bijbelgedeelte: toch mis ik nog dit of dat kenmerk in de vriendschap
van David en Jona¬than. Er bestaan dan twee mogelijkheden: of
deze vrucht kwam in deze geschiedenissen niet zo duidelijk naar voren
maar is er wel geweest; of deze vrucht heeft inderdaad ontbroken. Ook
aan de vriendschap tussen David en Jonathan kleefden zonden. Ook David
en Jonathan hadden maar" een klein beginsel" van de ware vriendschap in
hun hart. Maar om dat "beginsel" gaat het!
1 Sam. 18: 1-4
De vriendschap tussen David en Jonathan begint nadat David Goliath, met
Gods hulp, heeft verslagen. David brengt bij Saul verslag uit van zijn
gevecht met Goliath. Bij dit gesprek is Jonathan aanwezig.
Davids woorden en zijn hele persoon¬lijkheid maken diepe indruk
op hem: verering en liefde worden in zijn hart gewekt voor deze
jongeman, die in Gods kracht tot zulke grote dingen in staat was. David
heeft voor Saul in alle eenvoud getuigd van zijn geloof. Dat heeft in
Jonathan iets losge¬maakt: het besef dat hij, mèt
David verbonden is aan dezelfde God. Als Jonathan zich dit realiseert,
wordt zijn ziel aan die van David verbonden (of, zoals er letterlijk
staat: geketend); zijn hele wezen gaat naar David uit. Dit gevoel
overmeestert Jonathan zó, dat hij op hetzelfde moment David
even liefheeft als zichzelf of zijn eigen leven.
De vriendschap van David en Jonathan wordt bevestigd met het sluiten
van een verbond. Zij beloven elkaar trouw voor het aangezicht van de
Heere. Jonathan is bij deze ver¬bondssluiting de handelende
persoon. Ten teken van zijn liefde geeft hij zijn eigen kleren aan
David. In het Oosten was dit een bewijs van ach¬ting en
vriendschap. Een vorst kon geen groter teken van zijn gunst geven, dan
door zijn eigen kleed aan zijn gunsteling te geven. Behalve zijn mantel
geeft Jonathan David ook zijn wapenrusting: zijn zwaard, zijn boog en
zijn gordel.
Jonathan neemt
het voor David op 1 Sam. 19: 1-7
Sauls haat tegen David wordt steeds groter. Hij komt nu openlijk met
zijn haatgevoelens voor de dag dat hij David uit de weg wil ruimen (1
Sam. 18: 25). Hij bespreekt met Jonathan en zijn knechten hoe hij David
wil doden.
Als Jonathan van het voornemen van manier zijn vader hoort, gaat hij
direct naar David. Hij waarschuwt David voor de boze plannen van zijn
vader en zegt hem dat hij niet aan het hof moet verschijnen voordat
Jonathan met Saul gesproken heeft. Jonathan hoopt blijkbaar Saul tot
andere gedachten te brengen. In het gesprek dat Jonathan met Saul
voert, probeert Jonathan de koning te over¬tuigen van de
onredelijkheid van zijn plan: David heeft geen fout of mis¬daad
begaan; integendeel, hij heeft Saul juist geholpen. God heeft hem, door
middel van David, de overwin¬ning op de Filistijnen gegeven.
Door Saul op deze manier terecht te wijzen, loopt Jonathan zelf het
gevaar de gunst van zijn vader te verliezen. Saul had hem met vaderlijk
en koninklijk gezag voor de voeten kunnen gooien hoe hij het durfde om
zijn vader tegen te spreken. Maar ondanks een eventuele verwijdering
van zijn vader, blijft Jonathan zijn vriend trouwen neemt hij het voor
hem op.
En de Heere zegent deze houding van Jonathan.
Saul laat zijn plan varen en zweert zelfs een eed dat David niet gedood
zal worden. Jonathans doel is bereikt en hij brengt David op de hoogte
van het gebeurde. Zo kan David weer "gewoon" aan het hof komen.
Vernieuwing
van het verbond en het afscheid tussen David en Jonathan 1 Sam. 20
De eed die Saul gezworen heeft (1 Sam. 19 : 6) is hij al snel vergeten
en David moet voor hem vluchten om niet gedood te worden. Hij houdt
zich enige tijd schuil, maar komt tot het besluit om nog eenmaal naar
Gibea te gaan. Dan kan hij misschien van Jonathan te weten komen of
Saul al van gedachten veranderd is. Hij vertrouwt erop dat Jonathan hem
goede informatie zal verstrekken en alles doen om hem te helpen,
ondanks dat Jonathan daar¬mee de gunst van zijn vader zou
kunnen verliezen.
Als de vrienden elkaar ontmoeten, spreekt David de klacht uit waarom
Saul hem wil doden. Wat heeft hij voor verkeerds gedaan? Jonathan geeft
hem een geruststellend antwoord. Hij ontkent dat Saul David wil doden.
Als dit het geval was, had zijn vader er allang met hem over
ge¬sproken want hij is de vertrouweling van zijn vader.
Jonathan zegt dit niet om David een rad voor de ogen te draaien, maar
hij is van zijn woorden overtuigd. Toch is David er niet gerust op. Hij
vermoedt dat Saul zijn bedoelingen voor Jonathan ver¬borgen
houdt, omdat deze hem al eerder van zijn plannen afgebracht
heeft…… In dit vermoeden ligt zo'n zekerheid dat
hij zijn woorden bekrachtigd met een eed.
David ontwikkelt nu een plan. De volgende dag zal er een feest aan het
hof zijn. Uiteraard wordt ook David aan de feestmaaltijd verwacht.
David wil deze officiële maaltijd met opzet verzuimen om te
kijken hoe Saul zal reageren als hij David mist. David vraagt aan
Jonathan om hem te verontschuldigen met het voorwend¬sel dat
hij vrij gevraagd heeft om het jaarlijkse offerfeest in Bethlehem bij
te wonen. David zal zich dan buiten de stad schuil houden. Als Saul dit
excuus van Davids afwezigheid accepteert dan zijn zijn gedachten met
betrekking tot David gewijzigd en kan David weer aan het hof komen. Als
Saul kwaad wordt, dan is het een uitgemaakte zaak dat hij nog steeds
het voornemen heeft om David te doden.
Bij het verzoek van David aan Jonathan om hem in deze zaak te helpen,
beroept David zich op het vriend¬schapsverbond dat tussen hen
geslo¬ten is (1 Sam. 18: 3). Dan spreekt ook Jonathan het
vertrouwen in David uit door diens onschuld te bevestigen: "Laat deze
gedachte verre van u zijn dat ik u zou doden" en dus ook "dat gij des
doods schul¬dig zijt".
Wanneer het plan gemaakt is om te weten te komen wat Sauls plannen zijn
met David gaan de twee vrienden het veld in. Misschien is het de
laatste keer dat ze elkaar spreken. In het veld gekomen, belooft
Jonathan dat hij David in alle eerlijkheid zal berichten hoe de reactie
van zijn vader is geweest. Hij zal de zaken niet anders voorstellen dan
ze zijn.
Jonathan weet dat David koning zal worden. Hij heeft dat feit aanvaard.
Daarbij heeft hij zichzelf totaal moe¬ten verloochenen. Niet
hij, maar David zal op de troon van zijn vader zitten.
De oorzaak dat hij dit kan aan¬vaarden, ligt in de liefde die
hij heeft tot God en tot David.
David moet zich gedurende drie dagen verbergen. Op de derde dag moet
hij terugkomen bij de steen "Ezel", een bekende plaats in die dagen.
Jonathan zal dan drie pijlen afschieten.
Als hij tot zijn jongen zegt verder te lopen om de pijlen te zoeken,
bete¬kent dit gevaar. Als hij zegt: "De pijlen zijn aan deze
zijde" is alles veilig.
David zoekt een schuilplaats terwijl Jonathan deelneemt aan het
feest¬maal. De eerste dag wijt Saul Davids afwezigheid aan
levietische onreinheid (vgl. Deut. 23 : 10 en 11).
De tweede dag kan de onreinheid niet meer als
excuus gelden en vraagt Saul aan Jonathan waarom "de zoon van
Isaï" niet aanwezig is.
Jonathan verontschuldigt David zoals ze hebben afgesproken. Als Saul
Jonathans antwoord hoort, wordt hij woedend. Hij scheldt Jonathan uit.
Als deze het voor David opneemt, probeert Saul hem zelfs te doden.
Jonathan verlaat, hevig verontwaar¬digd, de maaltijd en gaat de
volgende morgen naar de afgesproken plaats om David te ontmoeten.
Aan de jongen die hem vergezelt, geeft hij bevel
de pijlen te zoeken. Jonathan schiet echter maar
één pijl weg, want elk oponthoud kan voor David
gevaarlijk zijn. Terwijl de jongen wegloopt, roept Jonathan de
afgesproken woorden zodat David weet wat hij moet doen: hij moet zo
snel mogelijk vluchten. Wanneer de jongen terugkomt met de pijl stuurt
Jonathan hem naar de stad zodat hij de gelegenheid krijgt om afscheid
te nemen van David.
Dat afscheid valt hen zwaar. Ze kus¬sen elkaar en wenen totdat
het David te veel wordt. Hij, de aanstaande koning van Israël,
moet het leven van een vogelvrijverklaarde gaan leiden. Bovendien zal
hij naar alle waarschijn¬lijkheid zijn vriend Jonathan nooit
meer zien. Toch, hoe moeilijk het ook zal worden, zijn vertrouwen is op
de Heere en Die zal niet beschaamd laten staan. Dat vertrouwen heeft
ook Jonathan: al zullen ze elkaar niet meer zien, de Heere blijft en
zal er altijd zijn. Hun verbond, en dat zal zich ook uitstrekken tot
hun kinde¬ren, ligt vast in Hem.
Jonathans
bezoek aan David tijdens diens vlucht voor Saul 1 Sam. 23: 16-18
Jonathan blijft zijn vriend trouw, ook al ziet hij David niet meer.
Toch besluit hij om David nog eenmaal op te zoeken. Hij wil David een
hart onder de riem steken want David heeft het moeilijk met de weg die
hij te volgen heeft: zou hij nog wel ooit koning worden?
Daarom komt Jonathan naar hem toe. Hij wijst
David niet op menselijke kunnen, maar hij wijst op God! De Heere is de
Getrouwe! Hij spreekt de vaste overtuiging uit dat Saul David niet zal
vinden, maar ook de stellige verwachting dat David koning zal zijn
zodat hij onder David zal staan. Hij voegt eraan toe, dat ook Saul
hiervan overtuigd is. David hoeft zich dus niet bezorgd te maken.
Met aanroeping van de Naam des Heeren bevestigen zij het verbond (1
Sam. 20 : 17,42) door nieuwe belof¬ten van wederzijdse trouw.
Zo moet Jonathan veel verdragen voor zijn vriendschap met David. Hij
moet zijn toekomst als koning achter zich laten. Door Gods genade mag
hij dat doen, zelfs als zijn vader hem scheldt met harde woorden (1
Sam. 20: 30), hem probeert te doden (1 Sam. 20 : 33) en hem beschuldigd
van verraad (1 Sam. 22 : 8).
Davids
treurzang bij de dood van Saul en Jonathan 2 Sam. 1: 17-27
Bij het bericht van de dood van Saul en Jonathan toont David hoe lief
hij hen had. Hij maakt een klaagzang. Allereerst tekent hij hen als
moedige, onvermoeide strijders: helden. Zij zijn onoverwinnelijk
geweest. Beiden zijn ook geliefd geweest bij de mensen. Van Saul ging
aanvankelijk een grote bekoring uit (1 Sam. 10 : 24 en 15 : 35).
Jonathan deed voor zijn vader niet onder, dat weet David uit eigen
ervaring. Zelfs als Saul David wil doden, blijft Jonathan zijn vader
trouw als zijn raadsman en zijn rech¬terhand in de strijd.
De laatste verzen van zijn klaagzang wijdt David aan Jonathan alleen.
Hef¬tig bewogen betuigt hij zijn diepe ver¬driet en
zijn innige liefde.
Jonathan was hem lief als een broer. Daarbij was Jonathans liefde voor
hem wonderlijk, raadselachtig. Deze liefde was immers niet alleen
zuiver, oprecht en standvastig, maar het eigenaardige van die liefde
lag hierin, dat zij voor Jonathan de hoogste zelfverloochening
meebracht. Jona¬than, de kroonprins, heeft zijn
mededinger-naar-de-troon niet in de weg gestaan, maar liefgehad en
geholpen. Daarin overtrof Jonathans liefde de liefde der vrouwen. In
het algemeen kan gezegd worden dat in het huwelijk de evenveel
ontvangt, als dat zij geeft. Maar Jonathan heeft alleen maar gegeven.
En dat kon alleen omdat hij God boven alles lief¬had. Zijn
liefde had een hogere Oorsprong!
Echte
vriendschap
Kun je bevriend zijn met iemand die niet in God
gelooft? Op deze vraag werd door 2 mensen gezegd:
Nee, want in de Bijbel staat: wie een vriend der wereld wil zijn, wordt
een vijand van God gesteld. Dat wil niet zeggen dat je niet met een
andersdenkende jongen of meisje praten mag. Maar dat is dus geen
vriendschap in de echte zin van het woord.
Ja, ik heb zelf een vriend die doet ook nergens aan. Hij eet veel bij
ons en als we gaan bijbellezen zit hij stil te luisteren en tijdens het
omgaan vraagt hij wel eens wat, waar ik dan zo goed mogelijk een
antwoord op probeer te geven en in zulke dingen is hij dan ook erg
serieus.
Vriendschap en
eenzaamheid
De man in Bethesda was 38 jaar lang ziek. Toen de Heere Jezus aan hem
vroeg: “Wilt gij gezond worden?” moest hij
antwoorden: “Heere, ik heb geen
mens……” (Joh. 5:7).
In Ps. 25: 16 klaagt David: “Wend U tot mij en wees mij
genadig, want ik ben eenzaam en ellendig”.
Temidden van andere mensen kan iemand eenzaam zijn. Wat een last kan
dit voor iemand zijn. Denk maar aan het gevaar van individualisering.
Hoe kunnen juist in tijden van eenzaamheid de gedachten zich
vermenigvuldigen. Laten we bedenken, ook al voel je je zelf niet
eenzaam, dat er zoveel mensen zijn die deze last moeten dragen.
Deze studie-serie bestaat uit de volgende
onderdelen:
De vrucht van de Heilige Geest | De Gaven van de Heilige Geest |
---|---|
Inleiding Hoop Liefde Vreugde Vrede Geduld Goedertierenheid Goedheid Trouw Zachtmoedigheid |
Inleiding Tongentaal Vertolking van Tongen Profetie Woord van Kennis Woord van Wijsheid Onderscheiden van Geesten Geloof Genezing Wonderwerken |
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM - AUDIO
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)