HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Verkondiging - Preken - 12
De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God:
PREEK - Het werk van de Heilige Geest in de eerste gemeente
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
Inleiding
Heel wat predikanten en kerkenraden zijn, vaak met behulp van een
liturgiecommissie, bezig met de inrichting van de eredienst, die in de
zondagse kerkdienst in praktijk gebracht moeten worden. Vanuit het
deputaatschappen eredienst is het de ervaring dat het blijkbaar moeite
kost om het aanwezige studiemateriaal en kerkelijke besluiten om te
zetten in concreet beleid. Daarom hier een praktische handreiking om
een plan voor de liturgie op te zetten aan de hand van het
zogenaamde kerkelijk jaar. Er zijn aan 'het kerkelijk jaar'
ook allerlei theologische beschouwingen opgehangen. Daar kan ik weinig
mee. Maar een kerkorde roept ons iop de kerkelijke feestdagen te
onderhouden. Deze feestdagen vormen de markeringspunten voor een
structurering van de liturgie over een heel jaar.
Het werk van de Heilige Geest in de eerste gemeente
De
manier, waarop de apostelen omgingen met de werkingen van de Heilige
Geest is tot op zekere hoogte normatief voor de manier, waarop wij
vandaag met deze werkingen zouden moeten omgaan. Tot op zekere hoogte;
omdat ook de apostelen feilbare mensen waren, kinderen van hun eigen
tijd, onvolkomen in zelfovergave. Normatief; omdat zij als ooggetuigen
van het leven en werken van de Here Jezus het enige volmaakte voorbeeld
van gehoorzaamheid aan de leiding van de Heilige Geest hebben gezien.
Naast wat in de Evangeliën over Jezus' leven en werken staat
opgeschreven, hadden zij een schat van persoonlijke ervaringen met Hem.
Persoonlijke
ervaring met Jezus
Wat te denken van alle gevoelens en emoties die de apostelen in Zijn
nabijheid mede-ondergingen, zoals stress, blijdschap, vrede,
bewogenheid, goddelijke verontwaardiging. Al deze dingen zijn in
woorden nauwelijks te vangen. De evangeliën geven ons daarvan
dan ook een incompleet beeld.
Zo besluit het evangelie naar Johannes tot twee maal toe (Joh.20:30;
21:25) Er zijn echter nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft;
indien deze één voor één
beschreven werden, dan zou naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die
geschreven werden, niet kunnen bevatten.
Maar de apostelen leefden vanuit deze ervaringen. Zij ontvingen de
leiding van de Heilige Geest, maar bovendien werden zij
geïnspireerd door het voorbeeld van Jezus.
Hoewel de apostelen bij het leven van Jezus reeds in zijn naam wonderen
hadden gedaan, komt met de hemelvaart van Jezus aan deze manier van
functioneren een eind. Deze wonderen waren verricht dankzij een
voorlopige volmacht van Jezus. Maar hun toekomstige bediening moest
berusten in een persoonlijke vervulling met de Heilige Geest. De Here
Jezus was heel duidelijk in Zijn bevel om Jeruzalem niet te verlaten,
totdat de discipelen zelf vervuld waren met de Heilige Geest
(Hand.1:4vv.)
De uitstorting van de
Heilige Geest
De werkelijke uitstorting van de Heilige Geest vond plaats op de
Pinksterdag. In tegenstelling tot wat velen beweren, gebeurde dit
waarschijnlijk op het tempelplein. Het derde uur (Hand.2:15) van de dag
was immers de tijd van het morgenoffer en het morgengebed. De in
Jeruzalem aanwezige discipelen zullen op dat tijdstip zeker in een van
de zuilengangen van het tempelplein aanwezig geweest zijn om hun
gebeden te verrichten (deze zuilengangen en bijgebouwen werden ook huis
genoemd). Dat verklaart ook de aanwezigheid van zovele toeschouwers uit
binnen- en buitenland (maar liefst 3000 mensen kwamen tot geloof) en de
mogelijkheid om in het openbaar een toespraak te houden. Het gebeuren
wordt als volgt beschreven. Hand.2:2 En eenklaps kwam er uit de hemel
een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis,
waar zij gezeten waren; een er vertoonden zich aan hen tongen als van
vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij
werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen
te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Voor
de nauwkeurigheid vermelden we nog even, dat het ging om een geluid als
van een geweldige windvlaag en tongen als van vuur. Er was dus geen
wind, alleen een geluid.
Het opleggen
van handen
Vanaf dit moment worden de apostelen geroepen om met handoplegging voor
anderen te bidden voor de vervulling met de Heilige Geest. Normaliter
worden bij de doop in water (tot de naam van Jezus) de handen opgelegd
voor de vervulling met de Heilige Geest. Hand.19:6 En toen Paulus hun
de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen en zij spraken in
tongen en profeteerden. Dat wil niet zeggen, dat de Heilige Geest, net
als in het OT ook spontaan over mensen kwam, zoals in het geval van
Cornelius en zijn vrienden en verwanten. Hand.10:44 En terwijl Petrus
nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. Bij
de Samaritanen was de handoplegging door de apostelen onmisbaar,
voordat zij vervuld werden met de Heilige Geest (Hand.8:15,16).
De reden, waarom zij niet eerder onder de doopbediening van Filippus
met de Heilige Geest waren vervuld, had vermoedelijk te maken met hun
occulte achtergrond. Zij waren immers allen volgelingen geweest van
Simon de Tovenaar. Helaas vertelt Lucas ons hier niets over een
bediening van vrijzetting van occulte zonden, door de apostelen,
voordat zij met de Samaritanen baden. In andere situaties zijn het
trouwens gewone geestvervulde gelovigen, (geen apostelen) die onder
handoplegging baden voor de vervulling met de Heilige Geest. Zo bidt
Ananias, onder handoplegging voor Saulus (Paulus) in Hand.9:17 en hij
legde hemde handen op en zei: Saul, broeder, de Here heeft mij
gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg waarlangs gij gekomen
zijt, opdat gij weer zoudt zie en met de Heilige Geest vervuld worden.
Het spreken in
tongen
Tongentaal verstaanbaar
Het Griekse woord glóssa betekent zowel tong
(orgaan) als taal en spraak. In Hand.2 gaat het om een uiting, waarbij
de Heilige Geest het stemgeluid van de apostelen zo vormt en bestuurt,
dat zij, zonder het zelf te weten, in andere (bestaande) talen spreken.
De aanwezige joden uit de diaspora horen de apostelen dan ook spreken
in de talen van de landen, waar zij vandaan komen. Deze specifieke vorm
van tongentaal komt nog altijd voor, maar zij is vrij zelden. Zij heeft
dan meestal de bedoeling een aanwezige buitenlander diep in zijn hart
aan te spreken, doordat hij in zijn eigen taal (Hand.2:11) van de grote
daden van God hoort spreken.
Tongentaal als
gebedstaal
De belangrijkste functie van het spreken in tongen zal komen te liggen
in de lofprijzing en in het persoonlijk gebed. Daarnaast zal ook de
tongentaal, gevolgd door een vertolking, een vaste plaats in de
gemeente krijgen. Voor het eerste blijkt dat in Hand.10:45,46 En al de
gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren meegekomen, stonden
verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was
uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken.
Hier is geen sprake meer van herkenning van bestaande talen, maar het
gaat om lofprijzing. Het spreken in tongen is de meest algemene
uitingsvorm van de Heilige Geest. Ook in Hand.19:6 wordt zij naast de
gave van profetie genoemd als een eerste teken, dat de gelovigen ook
daadwerkelijk met de Heilige Geest zijn vervuld. Hand.19:6 En toen
Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij
spraken in tongen en profeteerden.
Het spreken in tongen was een zo algemeen fenomeen onder de
geestvervulde gelovigen, dat er in het NT niet steeds over gesproken
wordt. Pas wanneer in de stad Korinte sommige gelovigen het spreken in
tongen als een doel op zichzelf gaan beschouwen en proberen de aandacht
op zichzelf te richten, door in de gemeente langdurig en hardop in
tongen te spreken, geeft Paulus een aantal richtlijnen voor het gebruik
van het spreken in tongen.
Spreken in
tongen zeer kostbaar
Voorop staat, dat de gave van het spreken in tongen een zeer kostbare
is. Paulus waardeert haar bijzonder en gebruikt haar veelvuldig. 1
Cor.14:18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek, maar
in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken om
ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong. 1
Cor.14:15 Ik zal bidden met mijn geest (bedoeld is bidden in
tongentaal), maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met
mijn geest (bedoeld is het zingen in tongen), maar ook lofzingen met
mijn verstand. In de samenkomst van de gemeente moet het accent liggen
op het bidden en zingen met het verstand. Bij andere gelegenheden, bv.
thuis in het persoonlijk gebedsleven, kan het accent liggen op een
bidden en zingen in de Geest, waarbij de klanken door de Heilige Geest
worden gevormd en geïnspireerd.
1 Cor.14:5 Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever
nog, dat gij profeteerdet.
Aanbevelingswaardige
gave
Het is duidelijk, dat Paulus het gebruik van deze gave ten zeerste
aanbeveelt. Maar in de samenkomst van de gemeente is het spreken in
tongen van ondergeschikt belang, zeker vergeleken met andere gaven. Zo
geeft Paulus het advies om in de gemeente-samenkomst zachtjes voor
zichzelf in tongen te bidden, wanneer men niet de gave heeft om (hardop
uitgesproken) tongentaal uit te leggen. 1 Cor.14:27 Indien er in tongen
spreken laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt,
en laat één (of: telkens
één) uitleg geven. Is er (of: is hij ) echter
geen uitlegger, dan moet men (of: hij) zwijgen in de gemeente, maar tot
zichzelf en tot God spreken. De bedoeling is, dat wanneer iemand de
gave van de vertolking (of het geloof voor vertolking) niet heeft, hij
of zij beter zachtjes (in zichzelf) in tongen kan bidden tot opbouw van
zijn eigen geestelijk leven.
Tongentaal met uitleg
Tongentaal met uitleg is vergelijkbaar met profetie.
1Cor.14:5b Wie profeteert is meer, dan wie in tongen spreekt, tenzij
hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting (geestelijke opbouw)
ontvangt. Maar de meest normale functie van de tongentaal is in het
persoonlijke gebedsleven. 1 Cor.14:2 Want wie in een tong spreekt,
spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door
de Geest spreekt hij geheimenissen. Door gave van het spreken in tongen
communiceert de Heilige Geest met God. Deze communicatie gaat langs ons
eigen verstand heen. Wij begrijpen ook meestal niet wat de Geest zegt.
Toch vangt onze menselijke geest wel iets van de gevoelswaarde van de
tongentaal op.
Voorbeeld
Het lijkt ons aannemelijk, dat ook de volgende tekst op het spreken in
tongen slaat. Rom 8:26 En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp;
want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest
zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij die de
harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar
de wil van God voor heiligen pleit. Hier wordt dus gezegd, dat de
Heilige Geest, die in de harten van de gelovigen woont, vanuit het hart
van de gelovige bidt tot de Vader ten behoeve van de gelovige, in wie
Hij woont. Juist het bidden in tongen is de gave, die de Heilige Geest
voor een dergelijk bidden gebruikt. De onuitsprekelijke verzuchtingen
zullen we moeten opvatten als in onze eigen menselijke taal niet te
uiten verzuchtingen. Paulus zegt dan ook over het spreken in tongen in
1 Cor.14:2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar
tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij
geheimenissen. Hier blijkt duidelijk, dat de Heilige Geest spreekt tot
de Vader door middel van de tongentaal.
Zie
verder voor deze werking van de Heilige Geest: GAVEN en
VRUCHTEN
Profetie en
openbaring
Pas in 1 Cor.12 wordt enig onderscheid aangebracht tussen de
verschillende manieren, waarop God door de Heilige Geest spreekt. Zo
wordt er een onderscheid gemaakt tussen profetie, het woord van kennis
en het woord van wijsheid. Toch is deze indeling niet volledig. Ook het
ontvangen van gezichten, het dromen van dromen en het uitleggen daarvan
zijn bekende manieren, waarop Gods Geest aan mensen openbaring
doorgeeft. Wat dat betreft, heeft de Geest een rijk scala van
mogelijkheden tot zijn beschikking. Één ding is
echter duidelijk: zoals in het OT de vervulling met de Heilige Geest
gevolgd werd door profetisch spreken, zo gebeurt dat ook in het NT. Dit
verband is voor Petrus zo vanzelfsprekend, dat hij in Hand.2:17 de
profeet Joël aanhaalt, zelfs voordat er nog enige profetie of
openbaring is uitgesproken (met uitzondering van de verstaanbare
tongentalen).
Ik zal
uitstorten van mijn Geest...
En het zal zijn in het laatste der dagen, zegt God, dat Ik zal
uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters
zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden
zullen dromen dromen. De openbaring in de vroege gemeente begint bij
het nieuwe inzicht in de betekenis van Jezus kruisdood. Zeker heeft
Jezus deze dingen na Zijn opstanding gezegd, maar de complete
uitwerking daarvan, zoals we die in de predikingen van Petrus
aantreffen, is op zijn minst een `opnieuw in herinnering brengen', door
de Heilige Geest, van de woorden van Jezus. Pas na de vervulling met de
Heilige Geest begrepen zij de rijkweidte van de verzoening en de
verlossing door het bloed van Jezus. In het verlengde daarvan spreekt
Paulus in Ef.3:4vv. over de openbaring van het geheimenis van Christus,
dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de
kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geoepnbaard is aan de
heiligen, Zijn apostelen en profeten: dit geheimenis, de de heidenen
medeërfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte
in Christus Jezus door het evangelie.
Twee of drie
moeten profeteren
De profetie was in de vroege kerk een heel gebruikelijke gave. Wanneer
in de gemeente van Korinte het gebruik van tongentaal in de samenkomst
ten koste gaat van de profetie, stelt Paulus, dat tongentaal (met
uitleg) ten hoogste 2 of 3 keer in de samenkomst behoort voor te komen,
maar profetie ten minste 2 of drie maal (meer mag natuurlijk ook). De
NBG vertaling van1 Cor.14:29 laat hier te wensen over: Wat de profeten
betreft, twee of drie mogen het woord voeren. Onterecht is hier het de
Griekse gebiedende wijs (moeten) in mogen vertaald. Verder hebben de
vertalers, in hun onbekendheid met de gave van profetie, eerder gedacht
aan een soort van prediking, waarbij iemand gedurende langere tijd het
woord voert. De juiste weergave luidt: Wat de profeten betreft, twee of
drie moeten spreken en de overigen (overige profeten) moeten beoordelen.
Profetische
uitingen waren normaal
In de samenkomsten van de gemeente waren profetische uitingen dus
normaal. Hand.9:6 vermeldt in dit verband, dat de twaalf mannen die
door Paulus in Efeze werden gedoopt na Paulus' handoplegging werden
vervuld met de Heilige Geest: en zij spraken in tongen en
profeteeerden. Verder blijkt de veelvuldigheid van profetie bv. uit
Hand.20:22,23 waar Paulus spreekt over zijn reis naar Jeruzalem: En zie
nu reis ik, gebonden door de Geest naar Jeruzalem, niet wetende, wat
mij daar overkomen zal, behalve, dat de Heilige Geest mij van stad tot
stad betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan.
In alle gemeenten, die door Paulus werden bezocht, klonken dus
profetiën over de verdrukkingen, die Paulus bij zijn komst in
Jeruzalem zou ondergaan.
Verder
kunnen we ons afvragen, hoevaak er door de verschillende profeten werd
geprofeteerd. Het boek Handelingen vermeldt bv. slechts twee
profetieën van de profeet Agabus (Hand.11:28; 21:10). Dat wil
niet zeggen, dat hij slechts zelden profeteerde.
Van Judas en Silas wordt in Hand.15:32 het volgende gezegd: Judas en
Silas, die zelf ook profeten waren, bemoedigden en versterkten de
broeders met vele woorden. Het gaat hier kennelijk om vele persoonlijk
bedoelde profetische woorden, waarmee tal van gelovigen in
Anthiochië werden bemoedigd. Bij allerlei gebeurtenissen
(voorbede, doop, vervulling met de Heilige Geest, uitzending voor een
bediening, inzegening voor een ambt) werd onderhandoplegging gebeden.
Daarbij klonken dikwijls profetische woorden, zoals in het geval van
Timoteüs (1 Tim.4:14): Verontachtzaam de gave in u niet, die u
krachtens een profetenwoord geschonken is onder handoplegging van de
gezamelijke oudsten. Bij welke gelegenheid dit gebeurde weten we niet,
maar het zal wel het moment zijn geweest, dat Paulus de jonge
Timoteüs meenam voor zijn tweede zendingsreis (Hand.16:1-3).
Openbaring in
de bediening
Van de bedieningen van de verschillende apostelen, is die van Paulus
het best bedocumenteerd. Zowel Lukas als ook Paulus zelf maken
duidelijk, dat goddelijke openbaring een sleutelrol speelde in het
onderwijs, de prediking en de reisplannen van de apostel. De roeping en
de eerste uitzending van Paulus werden door openbaringen en
profetiën begeleid. Dit begon al bij de openbaring die Ananias
over het leven van Paulus ontving (Hand.9:15): Maar de Here zeide tot
hem: Deze is Mij een uitverkoren werktuig om Mijn naam te brengen voor
heidenen en koningen en de kinderen Israël; want Ik zal hem
tonen, hoeveel hij lijden moet terwille van Mijn naam. In Hand.26:16
vertelt Paulus zelf, hoe de Here reeds op de weg naar Damaskus tot hem
sprak over zijn toekomstige bediening: Maar richt u op en sta op u
voeten, want hiertoe ben Ik u verschenen om u aan te wijzen als dienaar
en getuige daarvan, dat gij Mij gezien hebt en dat Ik aan u verschijnen
zal, u verkiezende uit dit volk en de heidenen, waarheen Ik u zend, om
hun ogen te openen ter bekering uit de macht der duisernis tot het
licht en uit de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van
zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het
geloof in Mij.
Paulus op de
vlucht
Nadat Paulus, als pasbekeerde, een tijdlang in Damaskus het Evangelie
gepredikt heeft onder de daar wonende Joden, moet hij vanwege een
dreigende arrestatie vluchten. Hij verblijft een tijdlang in
Arabië, keert weer naar Damaskus terug en gaat uiteindelijk
naar Jeruzalem. Paulus spreekt dan over een periode van drie jaar,
waarbij het ons niet duidelijk is, of dit drie jaar is na zijn
bekering, of drie jaar na zijn terugkeer in Damaskus. belangrijk is,
dat hij in Jeruzalem in de tempel een openbaring ontvangt van de Here
Jezus (Hand.22:17): En het overkwam mij toen ik in Jeruzalem was
teruggekeerd en in de tempel aanbad, dat ik in zinsverrukking geraakte,
en dat ik Hem zag, die tot mij zeide: Haast u en vertrek spoedig uit
Jeruzalem, want zij zullen van u geen getuigenis over mij
aannemen.....En Hij zeide tot mij: Ga heen, want Ik zal u uitzenden,
ver weg naar de heidenen.
Paulus vertrekt dan naar
Tarsus, zijn geboortestad, in Cilicië. Hij verblijft daar
verscheidene jaren en verkondigt het Evangelie aan de joden van
Cilicië (Gal.1:21). Hij heeft dus inderdaad gevolg gegeven aan
de opdracht van de Here in de tempel van Jeruzalem, zij het, dat de
vervulling in bredere zin - het reizen naar de heidenen en het getuigen
voor koningen - nog in vervulling moeten gaan. Details over deze
periode van Paulus' arbeid ontbreken, omdat Lucas het verhaal over
Paulus' leven pas weer opneemt in Antiochië.
Barnabas, een Leviet
Hand.11:19,20 vertelt
ons, hoe in de stad Antiochië voor het eerste een gemengde
gemeente ontstaat, bestaande uit joden en Grieken (d.w.z. Grieks
sprekende mensen van niet-joodse afkomst). Dit schept een geheel nieuwe
situatie, want deze Grieken zijn niet opgevoed met de joodse wetten en
tradities. Barnabas, een Leviet (en daarmee een deskundige op het
gebied van de wet), wordt door de apostelen afgevaardigd om zich op de
hoogte te stellen en de pasbekeerden te onderwijzen. Wanneer Barnabas
echter in Antiochië is aangekomen en de situatie heeft
overzien, komt hij tot de conclusie, dat niemand beter geschikt is om
deze Grieken te onderwijzen, dan Paulus. Misschien wist hij ook wel van
de openbaringen, die Paulus met betrekking tot de heidenen had
ontvangen. Hier pakt Lukas het verhaal van Paulus' leven weer op.
Barnabas weet Paulus te vinden in Tarsus en neemt hem mee naar
Antiochië, de hoofdstad van Syrië. Daar onderwijzen
zij een vol jaar de gemeente, die bestaat uit joden en heidenen. Voor
beiden een uitstekende leerschool om met de typische problematiek van
een dergelijke gemeente te leren omgaan.
Zendingswerk onder de heidenvolken
Na de vele
profetiën en openbaringen, waardoor Paulus op zijn roeping
werd voorbereid, komt dan in Hand.13:1,2 de openbaring, die duidelijk
maakt, dat het nu de tijd is om het zendingswerk onder de heidenvolken
op te starten: Nu waren er te Antiochië in de gemeente aldaar
profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius
van Cyrene, Manaën de zogbroeder van Herodes, de viervorst, en
Saulus (Paulus). En terwijl zij vastten bij de de dienst des Heren,
zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het
werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden
hun de handen op en lieten hen gaan. We zien dus, dat Paulus bediening
door openbaring werd begeleid, zowel wat betreft de aard van de
bediening als wat de timing betreft. Wanneer we even de veelsoortige
wonderen en werkingen van de Heilige Geest tijdens de zendingsreizen
buiten beschouwing laten en ons beperken tot de openbaringen, waardoor
Paulus leiding ontving, dan zien wij, dat alle reizen door dergelijke
openbaringen werden begeleid. Zo vertelt Paulus zelf in Gal.2:2 over
zijn reis naar Jeruzalem om met de apostelen te vergaderen: en Ik ging
op grond van een openbaring. En ik legde hun het Evangelie voor, dat ik
onder de heidenen verkondig.
Een Macedonische man
Hand.16:6-10 vertelt
over de Goddelijke leiding aan het begin van de tweede zendingsreis: En
zij gingen dan door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de
Geest verhinderd het woord in Asia te spreken; en bij Mysië
gekomen, poogden zij naar Bitynië te reizen, maar de Geest van
Jezus, liet het hun niet toe; en toen zij Mysië voorbij waren,
kwamen zij te Troas. En Paulus kreeg in de nacht een gezicht; er stond
een Macedonisch man, die hem toeriep: Steek over naar
Macedonië en help ons. Paulus en Silas besluiten dan naar
Macedonië te reizen. Ook in de periode daarna zien we, dat
Paulus niet zelf zijn reisplannen maakte, maar dat hij zich duidelijk
liet leiden. Zo schrijft hij in 2 Cor.1:17 indien ik reisplannen maak,
doe ik dit dan naar het vlees, zodat het bij mij tegelijk is: Ja, ja en
nee, nee? Tijdens een later verblijf in Corinte schrijft hij aan de
gemeente van Rome, dat hij hen graag wil bezoeken (Rom.1:10) biddende
of mij eindelijk door de wil van God eens een weg gebaand moge worden
om tot u te komen. Korte tijd later heeft hij inderdaad de zekerheid,
dat hij Rome zal mogen bezoeken, nadat de opbrengst van een collecte in
Jeruzalem heeft afgedragen. (Hand.19:21b) als ik daar geweest ben moet
ik ook Rome zien. Maar eerst moet hij de opbrengst van de collecte uit
Griekenland naar Jeruzalem brengen. Op zijn reis daarheen wordt hij
echter in iedere stad door profetische woorden gewaarschuwt voor de
consequenties van een bezoek aan Jeruzalem. Zo zegt hij in Hand.20:22
En zie, nu reis ik, gebonden door de Geest, naar Jeruzalem, niet
wetende, wat mij daar overkomen zal, behalve, dat de Heilige Geest mij
van stad tot stad betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te
wachten staan. Het gaat hier om profetiën, die in iedere stad
tijdens Paulus doorreis door gelovigen worden uitgesproken. Paulus
wordt dus door de Here voorbereid op wat hem in Jeruzalem zal
overkomen. Tot vlak voor de aankomst in Jeruzalem worden deze woorden
herhaald. De bekende profeet Agabus kondigt als laatste Paulus'
gevangenschap nog eens duidelijk aan in Hand.21:11 Toen deze bij ons
gekomen was, nam hij de gordel van Paulus, en zich handen en
voetenbindende, zeide hij: Dit zegt de Heilige Geest: De man van wie
deze gordel is, zullen de joden te Jeruzalem zo binden en uitleveren in
de handen der heidenen.
Voortdurend openbaring
Uit het verslag van
Lucas blijkt dus duidelijk, dat het leven van de apostel Paulus vanaf
het begin van zijn bediening voortdurend door openbaring werd begeleid.
Zelfs Paulus' arrestatie in Jeruzalem kwam niet onverwacht. Door deze
leiding van de Heilige Geest wist Paulus zich voortdurend in het
centrum van Gods wil. Alleen door gehoorzaamheid aan deze leiding kon
God zulke grote wonderen door hem doen en zo'n machtig
evangelisatiewerk door hem verrichten. Zelfs in de situatie van
onvrijheid, toen Paulus als gevangene richting Rome werd
getransporteerd, werd hij bemoedigd door openbaring van God. Zo lezen
wij in Hand.27:22 dat hij temidden van een zware storm vanuit deze
openbaring zelfs zijn wanhopige medereizigers weet te bemoedigen: Maar
ook nu wek ik u op moed te houden, want het leven van niemand uwer zal
verloren gaan, alleen maar het schip. Want deze nacht heeft een engel
van de God, wie ik toebehoor en die ik vereer, bij mij gestaan, en hij
heeft gezegd: Wees niet bevreesd, Paulus, want gij moet voor de keizer
staan; en zie allen, die met u varen, heeft God u geschonken. Wat geldt
voor de apostel Paulus, een voortdurende leiding door de Heilige Geest,
geldt ook voor de andere apostelen, van wie het leven minder
bedocumenteerd is.
Vrijmoedigheid in het getuigenis
Tot de meest opvallende
aspecten van de uitstorting van de Heilige Geest behoren naast het
spreken in tongen ook de diepe innerlijke verandering, die de Geest
teweeg bracht in de harten van de apostelen. Vrees kenmerkte hun leven
in de dagen rond Pasen. Vrijmoedigheid en een onbevreesd getuigenis
kenmerkte hun optreden met Pinksteren en daarna. Deze vrijmoedigheid
merken we al in Petrus' eerste toespraak op de Pinksterdag. Daarin
draait hij niet om de waarheid heen. Hand.2:23 deze, naar de bepaalde
raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van
gewetenloze mensen aan het kruis genageld en gedood. God evenwel heeft
Hem opgewekt. In de volgende predikingen is Petrus nog duidelijker.
Hand.3:14 Doch gij hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en
begeerd, dat u een man, die een moordenaar was, geschonken zou worden;
en de Leidsman ten leven hebt gij gedood, maar God heeft hem opgewekt
uit de doden, waarvan wij getuigen zijn.
Over arrestatie en verhoor
Wanneer de apostelen op
last van de overpriesters worden gearresteerd (eerst alleen Petrus en
Johannes, daarna al de apostelen) en door de joodse raad worden
verhoord, krijgen de (verdedigings)toespraken van Petrus werkelijk het
karakter van een rechterlijke aanklacht. Hand.4:10 dan moet aan u
alleen bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus, de
Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God heeft
opgewekt uit de doden, dat door die naam deze hier gezon voor u staat.
Dit is de steen, door u, de bouwlieden, versmaad, die nochthans tot
hoeksteen is geworden. En de behoudenis is in niemand anders, want er
is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor
wij moeten behouden worden. De tweede toespraak in Hand.5:30 is nog
scherper: De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, die gij hebt
gehangen aan een hout en omgebracht; Hem heeft God doorzijn rechterhand
verhoogd, tot Leidsman en Heiland om Israël bekering en
vergeving van zonden te schenken. En wij zijn getuigen van deze dingen
en ook de Heilige Geest die God hun gegeven heeft die Hem gehoorzaam
zijn. Wij moeten wél bedenken, dat deze zelfde vergadering
van oudsten enige weken tevoren Jezus ter dood veroordeeld had. Pas dan
zien wij het bovennatuurlijke van Petrus' vrijmoedigheid. Korte tijd
later, zou Stefanus als eerste christen, door deze raad worden
gevonnist en daarna worden gestenigd.
Deze
vrijmoedigheid is niet alleen terug te voeren op de wonderen die door
de apostelen geschiedden.
Natuurlijk waren die
een geweldige bevestiging. Hand.4:29 En nu Here, let op hun dreigingen
en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid uw woord te spreken,
doordat Gij uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen
geschieden door de naam van uw heilige knecht Jezus. En terwijl zij
baden, werd de plaats waar zij vergaderd waren bewogen; en zij werden
allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met
vrijmoedigheid. Zowel de uiterlijke wonderen als de innerlijke
verzekerdheid spelen een evenwichtige rol.
Wonderen van genezing
De apostelen van de
eerste gemeente zijn bij ons in het voordeel, omdat zij het volmaakte
voorbeeld van Jezus hadden gezien. Over hem zegt Matteüs:
(Matt.4:23,24) En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun
sysnagogen en verkondigde het Evangelie van het koninkrijk en genas
alle ziekte en kwaal onder het volk. En het gerucht over Hem drong door
tot in geheel Syrië; en men bracht tot Hem allen, die ernstig
ongesteld waren, gekweld door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen en
maanzieken en verlamden, en Hij genas hen. (Matt.8:16) Toen het nu
avond werd, bracht men vele bezetenen tot Hem, en Hij dreef de geesten
uit met Zijn woord en die ernstig ongesteld waren, genas Hij allen.
(Matt.14:36) En allen die Hem aanraakten werden behouden (genezen).
Vervolgens waren de discipelen door Jezus uitgezonden. (Matt.10:1) En
Hij riep zijn twaalf discipelen tot zich en gaf hun macht over onreine
geesten om die uit te drijven en om alle ziekte en kwaal te genezen.
Dit alles was gebeurd door de kracht die Jezus hen tijdelijk als Zijn
afgezanten had toevertrouwd.
Genezingen
Met Pinksteren
ontvingen de apostelen opnieuw kracht door de vervulling met de Heilige
Geest. Het was voor hen toen geen grote stap om opnieuw wonderen van
genezing te verwachten. Deze wonderen gebeurden. Soms op het
uitdrukkelijk geloof van de apostelen, zoals de genezing van de
verlamde bij de Schone Poort. Hand.3:6 Maar Petrus zeide: Zilver en
goud bezit ik niet, maar wat ik heb geef ik u; in de naam van Jezus
Christus, de Nazoreeër: Wandel! En hij greep hem bij de
rechterhand en richtte hem op, en terstond werden zijn voeten en enkels
stevig, en hij sprong op en stond en liep heen een weer. Het is
duidelijk, dat Petrus hier het initiatief tot de genezing neemt.
Hetzelfde geldt voor de verlamde Eneas (Hand.9:34) En Petrus zeide tot
hem: Eneas, Jezus Christus geneest u; sta op en maak zelf u bed op.
Maar in andere situaties geschieden de genezingen vrijwel spontaan in
de nabijheid van de geestvervulde apostelen, zoals in Hand.5:15 zo
zelfs, dat men de zieken op straat droeg en op bedden en matrassen
legde, opdat, wanneer Petrus voorbijkwam, ook maar zijn schaduw op
iemand van hen zou vallen... en zij werden allen genezen. Hier gaat het
initiatief uit van de mensen, die geloof hebben in de wonderbare
werking van de Heilige Geest welke van de apostel uitgaat. In dezelfde
lijn liggen de genezingen, die plaatsvinden wanneer mensen de zweet- of
gordeldoeken van Paulus bij zieken brengen (Hand.19:11,12).
Zalving met olie
Volgens Mark.6:13
genazen de discipelen tijdens Jezus' aardse bediening wel zieken door
hen met olie te zalven: En zij dreven vele boze geesten uit en zalfden
vele zieken met olie en genazen hen. Dit gebruik wordt in het boek
Handelingen nergens beschreven, maar het werd kennelijk wel in
Jeruzalem toegepast. Jacobus, de broer van Jezus, beveelt deze zalving
aan, wanneer er iemand in de gemeente ziek is (Jac.5:14) Is er bij u
iemand ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen,
opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de
naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken en de
Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem
vergiffenis geschonken worden. Jacobus erkent dus wel het probleem, dat
zonden een genezing in de weg kunnen staan, maar verder is hij ervan
overtuigd, dat de Heilige Geest (gesymboliseerd door de olie-zalving)
wonderen van genezing bewerkt. De stelligheid van zijn uitspraak maakt
bovendien duidelijk, dat het wonder van genezing altijd zal geschieden
en niet af en toe als genadig incident.
Het opwekken van doden
In het verlengde van
het genezen van zieken, maar van een heel andere dimensie, ligt het
opwekken van doden. Jezus had bij de uitzending van de discipelen hier
al over gesproken: Matt.10:8: Geneest zieken,wekt doden op, reinigt
melaatsen, drijft boze geesten uit. Maar in de evangeliën
lezen we nog niets over het daadwerkelijk opwekken van doden door de
discipelen. Wel betrekt Jezus hen bij de opwekking van het dochtertje
van Jaïrus (Luc.8:51) en zijn zij aanwezig bij de opwekking
van Lazarus (Joh.11) en de jongeling van Naïn (Luc.7:11). In
de bediening van de apostelen worden ook doden opgewekt. In
Hand.9:36-41 lezen we de geschiedenis van Dorkas, die door het
machtswoord van Petrus uit de dood terugkeert: Tabitha, sta op! In
Hand.20:9vv. Lezen wij over de opwekking van Eutychus.
Bevrijding van gebondenen en
bezetenen
Over het bevrijden van
gebondenen en bezetenen lezen we vooral in de evangeliën
wanneer zij schrijven over bediening van Jezus en de uitzending van de
discipelen. Kenmerkend voor de bediening van Jezus is, dat de demonen
Hem al op afstand herkennen, uit angst beginnen te schreeuwen of zich
manifesteren en Hem als de Zoon van God bekendmaken. De discipelen zijn
enthousiast over de wijze, waarop de demonen zich aan hen onderwerpen,
wanneer zij in de naam van Jezus bevrijding uitspreken. Luc:10:17 Here
ook de boze geesten onderwerpen zich aan ons in Uw naam. In de latere
bediening van de apostelen komen nog steeds bevrijdingen voor, alhoewel
er minder over geschreven wordt. Bekend is de geschiedenis van het
meisje met de waarzeggende geest in Hand.16:16, dat Paulus en Silas
naroept met de woorden: Deze mensen zijn dienstknechten van de
allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis boodschappen. Ook zij
wordt door het machtswoord van Paulus in de naam van Jezus bevrijd.
Conclusie
In het optreden van de
apostelen en de praktijken van de eerste gemeente zien wij, hoe de
bediening van Jezus wordt voortgezet middels zijn lichaam, de gemeente,
die bestaat uit Geestvervulde gelovigen. De vervulling met de Heilige
Geest is in het NT (na Johannes de doper) verbonden met het geloof in
de Here Jezus en de doop in water (tot de naam van Jezus). De
vervulling met de Heilige Geest wordt door de apostelen beschouwd, als
de verzegeling van het leven van de gelovige en als het onderpand voor
het verheerlijkte eeuwige leven (Ef.1:13,14). Bekend uit het verleden
zijn de verschillende vormen van profetie en openbaring en de
genezingen van zieken en dodenopwekkingen. Nieuw, althans wat de
beschrijving betreft, zijn de uitingen van tongentaal, waarbij de
Heilige Geest het spraakorgaan van de mens inspireert en de
bevrijdingen van boze geesten, die vóór de komst
van Jezus kennelijk niet voorkwamen (althans niet beschreven zijn).
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)