HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
Gelijkenissen van Jezus - deel 16 - 'De Talenten'
De Bijbel is niet een boek wat je zomaar even van kaft tot kaft leest. Het kan lastig zijn om je weg door de Bijbel te vinden, als je niet weet wat zich wanneer heeft afgespeeld. Deze site kan je helpen om de Bijbel beter te leren kennen. Ontdek de bron van vrede, het Woord van God:
Een inleiding op deze serie van 29 leerzame lessen
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 |
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 |
22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 |
29 | A | B | S |
Het
spreken in gelijkenissen (parabels) was voor Jezus een volkomen
natuurlijke manier van spreken, en was kenmerkend van zijn stijl van
leren. Aan het begin van het Evangelie naar Markus – nadat
Jezus maar net begonnen was met zijn bediening – staat dat
Jezus “alleen in gelijkenissen tegen hen sprak”.
Het moet ons dus duidelijk zijn dat, wanneer we het denken van Jezus
zelf willen begrijpen, we geen beter studieobject kunnen vinden dan
zijn gelijkenissen. Wij mogen deze gelijkenissen grondig bestuderen met
een open verstand en hart – open om te leren en open om
vreugde toe te laten.
Bijbel
Hij hield hun een andere gelijkenis voor:
De gelijkenis van 'De Talenten'
Verhaal (Matteüs 25: 14
- 30)
"Het is als met iemand die op reis ging. Hij riep zijn dienaars bij
zich en vertrouwde hun zijn eigendommen toe. Aan de ene gaf hij
vijfduizend goudstukken, aan een andere tweeduizend en aan een derde
duizend; ieder kreeg wat hij aankon. Toen vertrok hij. Onmiddellijk
ging de dienaar die vijfduizend goudstukken had gekregen, er zaken mee
doen en hij verdiende er vijfduizend bij. Zo deed ook de tweede en hij
verdiende er tweeduizend bij. Maar de dienaar die duizend goudstukken
had gekregen, ging een gat graven en verstopte het geld van zijn heer
daarin.
Een
hele tijd later keerde de heer van die dienaars terug en hij riep hen
ter verantwoording. De dienaar die vijfduizend goudstukken had
gekregen, kwam naar hem toe en overhandigde hem er nog vijfduizend:
Heer, u hebt mij er vijfduizend gegeven, kijk, ik heb er nog
vijfduizend bijverdiend. Uitstekend, zei zijn heer. Je bent een goed en
trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over iets
groots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij. Toen kwam de
dienaar die er tweeduizend had gekregen: Heer, u hebt mij er
tweeduizend gegeven, kijk, ik heb er tweeduizend bijverdiend.
Uitstekend, zei zijn heer. Je bent een goed en trouw dienaar. Iets
kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over iets groots aanstellen.
Kom binnen en vier feest met mij. Toen kwam ook de man die er duizend
had gekregen: Heer, ik weet dat u streng bent; u maait waar u niet
gezaaid hebt, en u oogst waar u niet hebt uitgezet. Ik was bang en ben
daarom uw geld in de grond gaan verstoppen. Hier hebt u het weer terug.
Jij slechte, luie dienaar! Antwoordde zijn heer hem. Je wist dus dat ik
maai waar ik niet gezaaid heb, en oogst waar ik niet heb uitgezet.
Waarom heb je mijn geld dan niet op de bank gezet? Dan had ik het bij
mijn thuiskomst met rente kunnen opvragen. Neem hem die duizend
goudstukken af en geef ze aan hem die er al tienduizend heeft! Want
iedereen die iets heeft, krijgt nog meer en heeft overvloed. Maar wie
niets heeft, hem zal wat hij heeft nog worden afgenomen. En gooi die
nutteloze dienaar eruit, de duisternis in! Daar zal hij huilen en
knarsetanden!"
De gelijkenis
van de zilverstukken ( Lucas 19: 11 - 27)
Jezus vertelde de mensen die naar hem luisterden, nog een gelijkenis.
Want hij was nu dicht bij Jeruzalem en ze dachten dat het koninkrijk
van God wel gauw werkelijkheid zou worden. Dit zei hij: "Een edelman
vertrok naar een ver land om tot koning gekroond te worden en daarna
weer naar huis terug te keren. Hij riep tien van zijn dienaars en gaf
hun ieder een zilverstuk ter waarde van een pond. Doe er zaken mee
zolang ik weg ben, zei hij. Maar de mensen van zijn land haatten hem en
stuurden een afvaardiging achter hem aan met de boodschap: Wij willen
niet dat deze man koning over ons wordt. Toen de edelman tot koning was
gekroond, keerde hij terug. Meteen liet hij de dienaars aan wie hij het
geld gegeven had, bij zich roepen: hij wilde weten wat voor zaken elk
van hen gedaan had. De eerste kwam en zei: Majesteit, met u zilverstuk
heb ik er tien bijverdiend. Uitstekend gedaan, je bent een goed
dienaar, antwoordde de koning. Omdat je een kleine som goed hebt
beheerd, krijg je het bestuur over tien steden.
Majesteit
zei de tweede, met uw zilverstuk heb ik er vijf bijverdiend. Jij krijgt
het bestuur over vijf steden, antwoordde de koning hem. De derde zei,:
Majesteit, hier is uw zilverstuk; ik heb het veilig weggestopt in een
doek. Want ik was bang voor u, omdat u een streng man bent. U neemt wat
u niet hebt uitgezet, u maait wat u niet hebt gezaaid. De koning
antwoordde hem: Jij bent een slecht dienaar, je veroordeelt jezelf met
je eigen woorden. Je wist, dat ik een streng man ben, dat ik neem wat
ik niet heb uitgezet, dat ik maai wat ik niet heb gezaaid? Waarom heb
je mijn geld dan niet naar de bank gebracht? Dan had ik bij mijn
terugkomst het er met rente af kunnen halen! En hij beval zijn mannen:
Neem hem zijn zilverstuk af, en geef het de man die er tien heeft.
Majesteit, zeiden ze, die heeft er toch al tien! De koning zei: Ik zeg
jullie: aan wie heeft, zal gegeven worden en wie niet heeft, hem zal
worden afgenomen zelfs wat hij heeft! Maar zij die mij niet als koning
wilden, mijn vijanden, breng ze hier en dood ze voor mijn ogen."
Iedereen is belangrijk voor God. Iedereen kan iets en het maakt niet
uit wat je kunt, als je maar je best doet. Hierover gaat het volgende
verhaal dat Jezus ons vertelt.
Er was een rijke man. Hij woonde in een mooi en groot huis. Hij had
drie mensen die voor hem werkten. Op een dag liet hij ze alledrie bij
zich roepen en vertelde hen dat hij voor een langere tijd op reis ging.
Hij wist niet hoelang hij weg zou blijven.
Ik geef jullie allemaal een deel van mijn geld. Ik vraag jullie om er
iets goeds mee te doen, in de tijd dat ik weg ben.
De eerste dienaar kreeg vijf zakken vol met talenten. Zo noemden de
mensen de geldstukken vroeger. De tweede dienaar kreeg twee zakken en
de laatste dienaar kreeg er een. Je mag zelf weten wat je er mee doet,
maar gebruik het goed, zei de man nog een keer en toen vertrok hij.
De
eerste dienaar liep een tijdje rond met het geld en bedacht wat hij er
mee zou kunnen doen. Uiteindelijk wist hij het. Hij kocht er graan voor
en dat zaaide hij op het land. Zijn oogst was zo groot en hij kon het
graan zo goed verkopen dat hij een flinke winst maakte.
De tweede dienaar had ook een plan bedacht. Hij had een aantal schapen
gekocht en hij zorgde heel goed voor deze schapen. Hij kreeg veel
lammetjes. Hij maakte kaas en melk. Ook de wol van de schapen verkocht
hij. Ook hij verdiende veel geld.
Maar de derde dienaar deed helemaal NIETS! Hij was boos en ontevreden.
Waarom had hij minder gekregen? Waarom zou ik eigenlijk gaan werken, de
baas is er toch niet. Ik stop het wel weg, dan kan er niets mee
gebeuren. De baas kan dan ook niet boos worden als ik een verkeerde
beslissing neem en minder geld terug kan geven.
Na een lange tijd kwam de man weer thuis. Al gauw zag hij de eerste
dienaar die bezig was op het land. De dienaar vertelde aan de man dat
hij hem nu tien zakken vol met talenten kon geven. De rijke man was
hier heel blij mee en zei tegen de dienaar: "Je bent een goede en een
trouwe dienaar. Daarom mag je op mijn feest komen. Kom en ga mee!"
Al snel kwam hij ook de tweede dienaar tegen. Hij had twee zakken
gekregen en kon er nu vier terug geven. De man was erg tevreden en ook
deze dienaar mocht van hem op het feest komen.
De derde dienaar moest hij bij zich roepen. Deze kwam binnen met 1 zak
vol geld. Kijk baas, hier heeft u uw geld terug. Ik heb het in de grond
gestopt. Zo kon ik er niets van verliezen. De man werd nu boos: "Jij
bent een slechte dienaar! Ik zal jouw geld geven aan een veel betere
dienaar. Jou gooi ik eruit. Jij mag niet op mijn feest komen!"
Uitleg van
Matteüs 25: 14 – 30, Lucas 19: 11 – 27
Deze gelijkenis kan men vinden in Matteüs en in Lucas. De kern
waar het om gaat is in beide gelijkenissen het zelfde. Het verschil zit
hem in de gebruikte woorden. Dit valt te verklaren vanuit het feit dat
ze het verhaal allebei op een ander moment hebben gehoord. Jezus heeft
het verhaal vaker vertelt, andere meerdere groepen, maar met wat andere
woorden, maar een identieke kern.
Het kan ook zijn dat ze het verhaal zo hebben geïnterpreteerd
of het verhaal hebben aangehoord en het bij het opschrijven zo hebben
herinnerd.
De kern van het verhaal ligt erin dat er geen lid is in de gemeente die
je niet nodig bent. Iedereen is waardevol voor God en iedereen kan iets
bijzonders. Het gaat erom dat je trouw bent aan God, dat je je inzet,
dat je je best doet. Iedereen is daar ook eigen in, het gat om wat je
zelf doet. Het heeft niets te maken met hoe slim je bent, hoe goed je
iets kunt, maar dat je je inzet voor God naar je eigen vermogen, dat
telt!
De talenten waar Matteüs over spreekt zijn een kapitaal waard.
Dit in tegenstelling tot hetgeen waar Lucas over spreekt. Dit is maar
1/5 waard van de talenten waarover Matteüs spreekt.
De heer die op reis gaat heeft meer dan drie slaven, maar deze drie
slaven dienen als voorbeeld. Ze krijgen 5, 2 of 1 talenten, zakken met
geld. Omdat talenten veel waard zijn spreekt daaruit dat de heer veel
vertrouwen heeft in zijn slaven.
De eerste slaaf heeft een winst gemaakt van 100%. Hij heeft nog vijf zakken erbij verdiend. Dat is ook het enige wat hij zegt. Hij vertelt niets over de tegenslagen, de overwinningen, het harde werken. De heer reageert met een bravo en nodigt hem uit op het feest. Eveneens hetzelfde gebeurd bij de tweede slaaf die ook een 100% winst heeft gemaakt.
De
heer gaf een ieder naar zijn kunnen, maar het mooie van deze gelijkenis
is dat ook de tweede slaaf een 100% winst heeft gemaakt. Hiermee laat
hij ook zien dat iemand die zich middelmatig acht een evengoed
resultaat kan bereiken, als men zich maar trouw aan zijn werk wijdt.
God kan iedereen gebruiken in zijn rijk. Een grotere gave brengt ook
meer verantwoordelijkheid mee.
De derde slaaf is iemand zonder vertrouwen en geloof in de Heilige
Schrift. Deze slaaf vindt dat hij de opdracht goed genoeg volbrengt met
het verstoppen van het geld. Hij durft helemaal niet met het geld te
handelen. De slaaf begint zich ook te verdedigen, want zo zegt hij
tegen zijn meester dat hij maait, waar hij niet gezaaid heeft. De slaaf
zegt hiermee eigenlijk u laat u slaven werken en profiteert er zelf
van. Ik pas daar voor. Ik niet werken voor een anders voordeel. Ik stop
het in de grond en daarmee uit. Deze slaaf stelt de wettische mensen
voor die denken dat ze het al goed genoeg doen wanneer ze alleen al
geen kwaad doen. Ze bemoeien zich nergens mee en zijn erg bang.
Deze slaaf had het geld niet naar de bank gebracht en dat maakt de
slaaf ook lui. Want hij zegt zelf dat zijn meester streng is, dus dan
zou je verwachten dat hij dubbel zo hard zou werken. Dat hij lui is
spreekt uit het feit dat hij het niet naar de bank bracht, want een
bank werkte in die tijd anders. Je moest er vaak heen om te controleren
of het goed ging met je geld en of het er nog was en steeds blijven
aandringen. Dat kostte dus inspanning, die de luie slaaf niet eens nam.
Hij
blijft zichzelf schoon praten. Hij blijft uitvluchten zoeken voor zijn
gedrag en dan zegt de meester dat wat hij heeft hem zal worden
afgenomen. Deze uitspraak lijkt heel hard, maar het heeft een
boodschap. Je moet er zelf wat voor doen om meer te krijgen. Want je
moet niet blijven stilstaan, wat niets doen betekent. Je moet juist
doorgaan, je blijven ontwikkelen, vooruit willen gaan, want anders
wordt wat je nog hebt je nog afgenomen.
Over talenten en dienstbaarheid nagedacht
Wat
is nu eigenlijk dienstbaarheid?
In
de bijbel is er één persoon die het perfecte
voorbeeld geeft aangaande dienstbaar zijn.
Die persoon heet uiteraard Jezus.
In het tweede hoofdstuk van de Fillipenzenbrief wordt hier het volgende
over gezegd:
Fillipenzen 2:5-8
Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die,
in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof
heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een
dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En
in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is
gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.
Waar staat dat Jezus de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen,
kan dit eigenlijk ook vertaald worden met het woord
“Slaaf”.
Denk hier eens over na. Jezus is voor ons als slaaf gekomen.
In die tijd was een dienstknecht al niet veel. Je was volkomen
onderworpen aan je meester of heer, waarvoor je werkte. Maar, je werd
er nog voor betaald, wat aangeeft dat je nog een keuze hebt om wel of
niet te doen wat die heer van je vraagt.
Een slaaf, was volledig eigendom van zijn/haar eigenaar. Deze had dus
niets in te brengen tegen zijn/haar meester. Ze hadden
géén rechten. Ze dienden slechts hun meester.
Wie was de heer en meester van de slaaf Jezus?
Dat zijn wij! Hij diende de mensheid in de zelf gekozen rol van slaaf.
Nu hebben wij natuurlijk geen zeggenschap over Jezus, maar het gaat
hier om het begrip dienen.
Hoe
moeten wij dan dienen?
Dezelfde Fillipenzen brief zegt hierover het volgende in hoofdstuk Fill 2:1-4 Indien er dan enig beroep (op u gedaan mag worden) in Christus, indien er enige bemoediging is der liefde, indien er enige gemeenschap is des geestes, indien er enige ontferming en barmhartigheid is, maakt (dan) mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel, één in streven, zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, maar ieder (lette) ook op dat van anderen.
Hoe
is dit bij ons? Zijn wij volkomen eensgezind? Zijn wij zonder
zelfzucht? Achten wij de ander uitnemender dan onszelf? Meestal niet.
Waar het hier bij ons meestal om draait is het woord
“Status”. Wij willen vaak aanzien, en dus de taken
en bedieningen vervullen waarmee we dat kunnen krijgen.
Als
wij elkaar met respect zouden behandelen alsof de ander een hogere
status zou hebben in het koninkrijk van God, dan pas kunnen we hen goed
dienen.
Daarmee stel je jezelf namelijk onder die persoon, waadoor je de juiste
houding aanneemt.
Een echte dienaar zorgt namelijk eerst voor anderen, en dan pas voor
zichzelf. De kern ervan is je leven voor een ander te leven. Dat is het
soort leven dat Jezus leidde, en daartoe zijn ook wij geroepen.
Hoe doen we dat dan?
Heel simpel. Doe wat nodig is voor een ander. Huil met ze. Knuffel ze.
Lach met ze. Geef ze te eten. Maai hun gras. Help ze met klusjes in
huis. Etc. etc.
Dienen betekent doen wat er maar nodig is om anderen te helpen hun
problemen de baas te worden, en te groeien in kracht en geloof.
Het is net als met kinderen. Niemand is er gek op om luiers te
verschonen. Maar toch doet iedereen het een tijd, omdat je weet dat er
een moment komt dat het niet meer nodig is.
Je doet het uit liefde voor die baby, en uit de wetenschap dat die baby
hulpbehoevend is.
Wij moeten onze naaste liefhebben, en als ze dus hulp nodig hebben,
moeten wij hen die verlenen. Dit geldt uiteraard niet alleen voor
gemeenteleden, maar ook of juist voor niet-gemeenteleden.
Alleen, net zoals bij de vereisten voor de benoeming van een ouderling,
voorganger etc. geldt ook hier dat je éérst je
eigen gezin op orde moet hebben. Nu zijn wij als gemeente
óók een gezin. En dus moeten we er tenminste voor
zorgen dat de dienende houding binnen de gemeente goed
functioneert!
Wanneer
dit goed functioneert, dan wordt dit voor alle gemeenteleden vanzelf
een levensstijl, wat ongemerkt ook doorwerkt naar zaken buiten de
gemeente.
Op die manier wordt het dienstbaar zijn, ongedwongen, zonder een
houding van “kijk eens hoe goed ik wel niet voor je
ben”, zonder iedereen te vertellen dat je iemand helpt.
Helpen doe je zonder bijbedoelingen. Verwacht er niets voor terug. Geen
geld, geen bedankjes, geen eer, geen status. Doe het omdat het nodig
is, en omdat Jezus het ook zo zou doen.
Nu zal niet iedereen de talenten hebben om degenen die hulp nodig
hebben, om de juiste manier te helpen. Daarom hebben we ook allemaal
andere talenten, gaven gekregen.
Door die verschillende talenten, kunnen we ook alle dingen die gebeuren
moeten verdelen onder elkaar, zodat niet alles door dezelfde mensen
gedaan hoeft te worden.
Dus als er hulp nodig is die jezelf niet kan bieden, vraag dan
zélf op een discrete manier aan een ander om te helpen hulp
te bieden.
De gelijkenis van de talenten in Mattheus 25 toont aan dat de Meester
er niet van houdt wanneer iemand zijn talenten niet gebruikt. De eerste
twee knechten beloont hij op dezelfde manier, ongeacht het verschil in
resultaat. Hij waardeert vooral hun trouw.
De derde knecht was bang voor de meester, en deed daarom niets. De
meester nam daarom af wat hij had.
Hetzelfde
gebeurt nu nog steeds. Sommige mensen gebruiken hun talenten niet,
omdat ze bang zijn te falen, of omdat ze bang zijn voor wat de mensen
er van zullen zeggen.
Wees niet zo! Op die manier zul je je talent verspelen. Jezus heeft ons
allemaal iets gegeven, om elkaar mee te kunnen dienen, zodat we elkaar
dus nodig hebben.
De één krijgt weliswaar meer talenten dan de
ander, maar dat betekent niet dat de één of de
ander méér of minder verantwoording heeft hetgeen
dat hij/zij heeft, goed te gebruiken. Wees dus een goed rentmeester
over wat je hebt.
Ook hierbij is het zaak geen wereldse gedachten te koesteren bij het
gebruik van je talenten. Verwacht geen bijzondere beloning voor het
gebruik van je talenten. Immers de eerste twee knechten in de
gelijkenis kregen dezelfde beloning, ondanks het verschil in resultaat!
Het
belonen in het koninkrijk van God is anders dan in de wereld. God
beloont trouw, volharding en inzet, maar alleen als het met de juiste
houding gebeurt. Zet je in om anderen te helpen, en om het koninkrijk
van God te verhogen. Niet om roem, eer en status te verkrijgen.
Weet van wie je je talenten hebt ontvangen, en wie je helpt. Zelf
kunnen wij immers niets. Het is God die dóór ons
heen werkt, en Hem komt dus de lof en eer toe van de werken.
God op zijn beurt beloont ons om onze trouw, niet om ons werk.
Kortom alles komt dus neer op de HOUDING waarmee je dient. De juiste
houding is de houding die Jezus had bij het dienen. De houding die je
hebt in deze kan je aflezen aan de manier waarop je omgaat met zaken
als emoties zoals boosheid, angst, ambitie en zelfzucht. De vrucht van
de Geest – liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid,
vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing
(Galaten 5:22)- vormt het karakter dat overeenkomt met het karakter van
Jezus.
Worden
als Jezus kan je nooit zonder de hulp van Jezus. God helpt ons daarbij,
en daarom zijn wij hiervoor van Hem afhankelijk. Daarom heten
bovenstaande zaken ook de vruchten van de Geest. Het is immers Zijn
karakter dat in ons doorwerkt, wanneer wij aan Hem zijn toegewijd.
Heel vaak zijn wij als christen te veel gericht op de gaven, en niet op
het karakter van de mens. De gaven/talenten die wij hebben worden of
versterkt, of verzwakt door ons karakter.
Kijk maar naar het verschil in resultaten van de knechten in de
gelijkenis van de talenten.
Het karakter van de mens is een proces dat steeds in ontwikkeling blijft. Daarom kunnen de gaven van de geest ook nooit boven de vruchten van de geest gesteld worden, omdat de mate van vrucht van de geest het succes van de gaven van de geest(talenten) bepaald.
Een belangrijk kenmerk van een vrucht is dat deze groeit. Ze bereiken hun rijpheid door een proces van ontwikkeling. Dit proces kan je niet of nauwelijks versnellen, en heeft dan ook gewoon de tijd nodig. Echter, met de juiste behandeling en houding ZAL het groeien.
Dus ook iemand die maar weinig talent heeft, zal de vrucht ervan zijn groeien, als je het maar gebruikt! Ook iemand met veel talent, kan dus niet meteen zeggen dat hij of zij volledige christelijke rijpheid heeft bereikt. Immers ook zijn of haar vrucht zal moeten groeien!
En
aan de de vrucht herkent men de “rijpheid” ofwel de
christelijke volwassenheid.
Vergeet bij dit alles niet dat degenen met veel talent dit alleen maar
heeft gekregen om de ander te dienen. Hij of zij verdient daarmee niet
meer of minder aanzien of zo.
Om weer terug te komen bij de
baby met de vieze luier. Het is zo dat ook deze baby zal opgroeien, en
op zijn beurt weer luiers zal verschonen van zijn/haar baby. Hij/zij
groeit dus op naar volwassenheid om degenen die hulp behoeven weer te
kunnen dienen.
Wat zijn dan kenmerken
van een volwassen christen?
Een volwassen christen
is een dienaar. Hij doet niets uit zelfzucht. Hij begrijpt dat het
kenmerk van een dienaar is dat hij onderworpen is aan Gods wil. Hij
doet dingen niet vóór God, nee, hij doet ze onder
God. En hij verwacht niets terug voor zijn dienen. Als mensen hem
teleurstellen ( en dat zullen ze zeker doen), zal de dienaar van God
opstaan, zich naar God keren, Hem prijzen voor Zijn genade en vragen
wat zijn volgende opdracht is.
Een volwassen christen
rekent voor Gods aangezicht af met zijn zonden. Zoals Paulus zei:
‘Daarom doe ik mijn best om voor God en de mensen altijd een
zuiver geweten te houden’ (Hand. 24:16). Berouw vereist
nederigheid tegenover God en ten opzichte van broeders en zusters, die
we verkeerd behandeld hebben. Hij moet ook weten hoe hij vergeving van
God kan ontvangen. Het gevolg is een rein geweten, een juist zelfbeeld
en nederigheid. Daarom onderscheidt een volwassen christen zich door
rechtvaardigheid en door gedrag dat zelfs de schijn van onrecht
vermijdt.
Een volwassen christen
is open en eerlijk in zijn omgang met broeders en zusters. Hij is in
staat openhartig met anderen te zijn, te delen wat God doet in zijn
leven en niet bang om te falen of zwakheid toe te geven.
Een volwassen christen
brengt zijn persoonlijke moeilijkheden bij God. In plaats van weg te
rennen van pijnlijke situaties of persoonlijke nederlagen en zwakheden,
ziet hij ze eerlijk onder ogen, brengt hij ze bij de Heer en vraagt om
Zijn hulp. Als je de moeilijkheden eerlijk tegemoettreedt, zullen ze
vaak veranderen in overwinning. In elk geval zal God ze gebruiken om
het karakter van de christen verder te ontwikkelen.
Een volwassen christen
is royaal. Hij is royaal met zijn tijd en geld omdat hij rentmeester is
en weet dat niets zijn eigendom is maar dat hij verantwoording schuldig
is aan God voor de bezittingen die hem zijn toevertrouwd. Hij is dus
vrij om zijn rijkdommen te delen en niet bezorgd voor zijn persoonlijke
levensbehoeften omdat hij weet dat God zal voorzien.
Een volwassen christen
onderwijst anderen hoe ze een godsvruchtig leven kunnen leiden. Dit
betekent niet dat hij een voorganger of zondagsschoolleider is, maar
dat de manier waarop hij leeft en zijn vertrouwdheid met de waarheid
van de Schrift anderen overtuigd van het Evangelie. Hij is altijd
bereid om met anderen over Jezus Christus te praten, in het bijzonder
met de verlorenen.
Een volwassen christen
kan op een goede manier zijn verantwoordelijkheden aan. Als vader zorgt
hij goed voor zijn gezin. Op zijn werk is hij betrouwbaar, eerlijk, en
hardwerkend. In de kerk is zijn woord als een rots, een woord waar
iedereen vertrouwen in heeft.
Een volwassen christen
weet te gehoorzamen. Dit lijkt zo gemakkelijk, zo duidelijk, maar het
wordt maar zelden onder christenen gezien tegenwoordig. Velen die God
willen gehoorzamen, kunnen geen aanwijzingen aanvaarden van broeders en
zusters die God boven hen geplaatst heeft. De volwassen christen wordt
niet bedreigd door van God gegeven autoriteit, want hij is onderworpen
aan Christus, en veilig onder Hem.
Een volwassen christen
heeft een goede relatie met zijn broeders en zusters. Hij weet hoe hij
hen kan bemoedigen en corrigeren, hij weet hoe hij moet herstellen wat
verkeerd gegaan is en hoe hij relaties moet opbouwen die blijvend zijn.
Hij wordt gekenmerkt door trouw aan broeders en zusters en is altijd op
zoek naar het beste voor hen. Zijn tong heeft hij onder controle. Hij
zorgt ervoor laster en roddel te vermijden. Het handhaven van de
eenheid in het lichaam van Christus is één van
zijn hoogste prioriteiten.
Een volwassen christen
heeft zijn persoonlijk geestelijk leven goed op orde. Hij heeft een
geregeld gebedsleven, kent de Schrift, is vrij in het aanbidden van
God. Samengevat: hij heeft een open, dagelijkse relatie met de Vader,
aan wie hij ieder gebied van zijn leven onderwerpt.
gelijkenis van
'Het huis op de rots'
Lees ook eens het document: Wat is een gelijkenis eigenlijk?
Handig Hulpmiddel: Een overzicht van de Gelijkenissen
Overzicht van gelijkenissen in deze serie - maak maar een keus
- Huis op de steenrots (Mattheüs 7: 24 - 27; Lukas 6: 47 - 49)
- De vierdelige akker (Mattheüs 13: 3 - 9 en 13 - 20; Markus 4: 3 - 9 en 13 - 20; Lukas 8: 5 - 8 en 11 - 15)
- Het onkruid tussen de tarwe (Mattheüs 13: 24 - 30 en 36 - 43)
- Het mosterdzaad (Mattheüs 13: 31 - 32; Markus 4: 30 -32; Lukas 13: 18 - 19)
- De zuurdesem (Mattheüs 13: 33, Lukas 13: 20 -21)
- De schat in de akker (Mattheüs 13: 44)
- De kostbare parel (Mattheüs 13: 45 - 46)
- Het visnet (Mattheüs 13: 47 - 50)
- Het verloren schaap (Mattheüs 18: 12 - 14); Lukas 15 : 4 - 7)
- De onbarmhartige dienstknecht (Mattheüs 18: 23 - 35)
- De arbeiders in de wijngaard (Mattheüs 20: 1 - 16)
- De twee zonen (Mattheüs 21: 28 - 31)
- De boze wijngaardeniers (Mattheüs 21: 33 - 41; Markus 12: 1 - 9 en 12; Lukas 20: 9 - 16 en 19)
- De koninklijke bruiloft (Mattheüs 22: 2 - 14; Lukas 14:16 - 24)
- De tien maagden (Mattheüs 25: 1 - 13)
- De talenten (Mattheüs 25: 14 - 30; Lukas 19: 11 - 27)
- De zaadzaaier (Markus 4: 26 - 29)
- De twee schuldenaars (Lukas 7: 41 - 43)
- De barmhartige Samaritaan (Lukas 10: 30 - 37)
- De onbeschaamde vriend (Lukas 11: 5-8 )
- De rijke dwaas (Lukas 12: 16 - 21)
- De onvruchtbare vijgenboom (Lukas 13: 6 - 9)
- De torenbouw (Lukas 14: 28 - 33)
- De verloren penning (Lukas 15: 8 - 10)
- De verloren zoon (Lukas 15: 11 - 32)
- De onrechtvaardige huishouder (Lukas 16: 1-8 )
- De rijke man en de arme Lazarus (Lukas 16: 19 - 31)
- De heer en zijn knecht (Lukas 17: 7 - 10)
- De Farizeeër en de tollenaar (Lukas 18: 9 - 14)
LEES OOK EENS OVER : DE ZEVEN GELIJKENISSEN IN HET EVANGELIE VAN MATTHEÜS
LEES OOK EENS : DE GELIJKENISSEN VAN DE HEILAND VERKLAARD EN TOEGEPAST IN LEERREDENEN door C. H. Spurgeon
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)