HOME | STUDIEBIJBEL | BIJBELSTUDIES | BIJBELATLAS | BIJBELSEGESCHIEDENIS | NIEUWS
DE HEILIGE SCHRIFT - DE BIJBEL
TITUS
De vindplaats van materiaal voor Bijbelstudie, geloofstudie, catechese, school, kring, persoonlijk geloof, studie thuis, kerk, club, nieuws, godsdienstonderwijs, zingeving en vooral heel veel mogelijkheden om je Bijbelkennis te vergroten. Blijf niet afhankelijk van anderen maar lees zelf de Bijbel. Investeer in geestelijke rijkdom.
De Studiebijbel is uitermate geschikt om de Bijbel te leren verstaan.
Je kunt een keus maken uit onderstaande tabel voor verdere studie
---- In de linkerkolom kies je een bijbelboek met uitleg
---- Er onder in de linkerkolom commentaren bij een bijbelboek
In de rechterkolom zie je het kommentaar
Terug naar de Inleiding van deze serie
BIJBELBOEKEN met UITLEG 1e lijst in deze kolom + DE COMMENTAREN 2e lijst in deze kolom |
COMMENTAAR op BIJBELBOEK | ||
Oude TestamentGenesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium Jozua Richteren Ruth 1 Samuël 2 Samuël 1 Koningen 2 Koningen 1 Kronieken 2 Kronieken Ezra Nehemia Esther Job Psalmen Spreuken Prediker Hooglied Jesaja Jeremia Klaagliederen Ezechiël Daniël Hosea Joël Amos Obadja Jona Micha Nahum Habakuk Zefanja Haggaï Zacharia Maleachi |
TITUS
Titus was een zoon van Griekse, heidense ouders en dus onbesneden. Maar hij was bekeerd tot het ware geloof in Jezus Christus en een trouwe metgezel van Paulus op diens reizen. Maar zelfs Titus, die bij mij was, werd, ofschoon hij een Griek was, toch niet gedwongen zich te laten besnijden. - Gal. 2:3 - Titus werd door Paulus gezonden naar Corinthe, naar Dalmatië1) en naar het eiland Kreta2) om de kerk daar te verzorgen met getrouwe leraren. In deze brief legt Paulus aan Titus uit aan welke voorwaarden de voorgangers van de kerken moeten voldoen, aangaande hun levenswandel en welke gaven zij moeten hebben. Er zijn op Kreta veel slechte mensen. Paulus zegt Titus die lieden streng te af te straffen en de mond te snoeren. Dan maant hij Titus, de mensen te leren hoe ze zich moeten gedragen. Paulus roept Titus op zelf het goede voorbeeld te geven. Titus ( - Gortyna (Kreta), c. 96) is een van de medewerkers van de apostel Paulus. In de brief aan Titus noemt Paulus hem 'mijn waarachtig kind in ons gemeenschappelijk geloof' (Titus 1:4 NBV). In de brief aan Titus kun je lezen dat Paulus Titus op Kreta heeft achtergelaten. Daar moet hij een aantal zaken regelen in de christelijke gemeente. Direct na het begin van de brief hoor je wat Titus op Kreta moet doen. Vanaf hoofdstuk 2:1 volgen praktische aanwijzingen voor de gemeente: Titus krijgt te horen wat hij de verschillende groepen (vrouwen, mannen, slaven) in de gemeente moet leren. In hoofdstuk 3:1-11 gaat het om de juiste leer en de houding die de christenen moeten hebben in een niet-christelijke maatschappij. De brief wordt afgesloten met praktische zaken en een groet. Titus was een niet-joodse (griekse) christen, afkomstig uit Antiochië. Volgens de katholieke traditie werd hij later bisschop van Kreta, waar hij op hoge leeftijd overleed. Volgens sommigen is Titus door de apostel Paulus zelf geschreven aan het einde van zijn leven. Dat zou dan zo rond het jaar 60 zijn. Anderen zeggen dat de manier van schrijven en de inhoud zo afwijken van andere Paulusbrieven dat ze niet van Paulus zelf kunnen zijn, maar door iemand die zijn naam heeft gebruikt (bijvoorbeeld een leerling van Paulus). Dit gebeurde in die tijd wel vaker en was niet bedoeld als bedrog, maar als aanmoediging voor de lezers om de brief serieus te nemen. Zij gaan ervan uit dat de brieven later geschreven zijn, aan het eind van de eerste of het begin van de tweede eeuw.
Titus 1 Titus moet bekwame opzieners aanstellen met het oog op de situatie waarin de jonge gemeenten op Kreta verkeerden. Zij hadden niet gemakkelijk. Er was goede geestelijke leiding nodig van mensen die thuis waren in Gods Woord en de Here oprecht dienden. Ze moesten allerlei verkeerde invloeden op de gemeenten weren. Paulus is daar erg bezorgd over. Er zijn mensen die van geen gezag willen weten. Ze vinden dat je niemand iets mag opdringen. Anderen moet je niet vertellen wat je geloven moet en hoe je je leven zal inrichten. Herken je daarin iets van onze tijd? Titus 2 - 3 Het 2e hoofdstuk van de brief aan Titus begint met het spreken over de gezonde leer. Gaat het hier over de belijdenis, het zuivere dogma? Nee, het blijkt dat Paulus hier doelt op het christelijk leven. Die gezonde leer moet uitkomen in de levenspraktijk van ouderen, zowel vrouwen als mannen. En ook de jongeren worden terechtgewezen. Leer en leven horen bij elkaar. Zuiver spreken over God moet samengaan met dankbaar leven voor God. Ben jij ook 'volijverig in goede werken' (2: 14b)? Paulus sluit zijn brief af met de bekende bede: 'de genade zij met u allen'. Wat is die genade? Nagedacht over de oudsten Oudste en opziener zijn twee namen voor dezelfde persoon "dat gij ... als oudsten zoudt aanstellen ... want een opziener moet zijn" (Titus 1:5-7) Een oudste is ook opziener en een opziener is ook oudste. (Titus 1:5-7; Hand. 20:17,28) Oudste is de vertaling van het Griekse woord presbyter. Opziener is de vertaling van het Griekse woord episkopos, waar ons woord bisschop vandaan komt. Oudste slaat meer op de persoon en opziener op de taak. Een oudste mag geen pasbekeerde zijn (1 Tim. 3:6). Hij moet volwassen in geloof zijn en zoiets kost tijd, vandaar "oudste". Opziener, omdat het de taak van de oudsten is om toezicht te houden op de gang van zaken in de gemeente. De taak van de oudsten Opzicht uitoefenen 1 Tim. 3:2; Titus 1:7; Hand. 20:28; Filp. 1:1. In de naam "opziener" wordt de taak van de oudsten aangegeven. Ze moeten toezicht houden op de gang van zaken in de gemeente. Bij het bouwen van een school of een ander gebouw zijn verschillende personen betrokken. De opdrachtgever, en de architect, die het gebouw ontwerpt. Er is de aannemer/uitvoerder en zijn personeel die het eigenlijke werk doen. En daarnaast is er ook de bouwkundig opzichter die er op toeziet dat de aannemer het werk goed, zoals het in het plan van de architect is beschreven, uitvoert. Als het mis gaat, grijpt hij in. De oudsten moeten er op toezien dat alles naar Gods wil, naar Gods richtlijnen zoals die in de bijbel zijn gegeven, plaats heeft en waarnodig moeten ze ingrijpen, bijsturen. Besturen, leidinggeven "het huis Gods beheren" (Titus 1:7; 1 Tim. 3:4,5) Ze zijn de managers, de beheerders, van de gemeente. De oudsten zijn de herders van de kudde . De herders geven de richting aan, die de kudde moet gaan. In het oosten gaat de herder voor de kudde uit. Zij geven leiding door de kudde voor te gaan op de goede weg. (Dat is de letterlijke betekenis van voorganger, iemand die voorop, vooruit, gaat.) Hoeden "hoedt de kudde Gods die bij u is" (1 Petrus 5:2) Als herders moeten de oudsten de kudde hoeden. In het woord hoeden zit de gedachte van bescherming. Het is de taak van de herders om de kudde te beschermen tegen roofdieren die het gemunt hebben op de schapen. De gemeente van God wordt bedreigd door valse leraren. Paulus vergelijkt hen met grimmige wolven die het op de kudde gemunt hebben (Hand. 20:28-30). God ziet valse leraren als roofdieren die proberen de kinderen Gods te verscheuren. Het is de taak van de oudsten (de herders) om de kudde Gods (om de gemeente) te beschermen tegen valse leraars (tegen grimmige wolven). De oproep is "waakt" (Hand. 20:31, zie het verband met de verzen 28-30) Waakzaamheid is extra nodig, omdat valse leraren zich vaak vermommen als echte leraren. Het zijn valse leraren, dat wil zeggen het zijn namaak of pseudo leraren. Ze doen zich voor als echte christenen en als echte leraren, maar ze zijn het niet. Dat doen ze omdat ze proberen binnen te sluipen , ze proberen ongemerkt op kousenvoeten binnen te komen. De bijbel spreekt over wolven vermond in schaapskleren (Matth. 7:15). Er is onderscheidingsvermogen en kennis van de bijbel nodig om ze te herkennen en te ontmaskeren. Valse leraren komen vaak niet met iets volkomen nieuws. Ze verdraaien het woord van God, ze verdraaien de gezonde bijbelse leer (Galaten 1:7). Ze nemen een bijbeltekst en geven daar een verkeerde draai aan. (Zie voor een verdere bespreking van dit onderwerp bijlage E) Valse leraren moeten buiten de gemeente worden gehouden. - bevelen geen andere leer te brengen (1 Tim. 1:3) - de mondsnoeren (Titus 1:11) - houdt ook deze op een afstand (2 Tim. 3:5) Weiden De oudsten moeten de kudde weiden (Hand. 20:28). Ze moeten zorgen voor voldoende en goed geestelijk voedsel. Het geestelijk voedsel van de christen is het woord van God. Als christenen leven we bij alle woord dat uit de mond Gods uitgaat (Matth. 4:4). Het woord van God wekt geloof, het onderricht, reinigt, rust toe, troost, geeft inzicht en leiding, maakt vrij. Daarom moet in de gemeente het onderwijs en de prediking van de bijbel centraal staan. Bidden met de zieken Jakobus 5:14,15. "laat hij de oudsten roepen" Er zijn altijd meerdere oudsten in een plaatselijke gemeente "Nadat zij voor hen in elke gemeente oudsten hadden aangewezen" (Hand. 14:23) Zie ook: Filp. 1:1; Hand. 15:22; 20:17; Jakobus 5:14; Titus 1:5. God heeft een meerhoofdig leiderschap aangesteld in de plaatselijke gemeente. Een korte bespreking van alle vereisten Onberispelijk zijn Titus 1:6,7. Engels "above reproach". Boven verwijten. Niet te berispen. Mannen waar niets negatiefs over te zeggen valt. Onbesproken 1 Tim. 3:2. De mensen om hem heen hebben niets negatiefs over hem te zeggen tegen elkaar. Hij is nooit vanwege negatieve redenen onderwerp van gesprek . Gunstig bekend staan bij de buitenstaanden 1 Tim. 3:7. Een goede reputatie hebben bij de niet-christenen. Iemand waarvoor men respect heeft. Een oprechte christen kan ook belasterd worden simpelweg omdat hij christen is, maar daar gaat het hier niet om. Opdat hij niet in opspraak kome. Hoge bomen vangen veel wind. Als er iets mis is en je komt op de voorgrond te staan dan beginnen de mensen (ook de christenen!?) te praten. Eén vrouw hebben, de man van één vrouw zijn Titus 1:6. 1 Tim. 3:2. Letterlijk staat er "één-vrouwig" Een oudste mag maar één vrouw hebben. In onze cultuur lijkt dit een merkwaardige bepaling, maar zo was het niet in de eerste eeuw na Christus in het Romeinse Rijk, toen dit werd geschreven. In die cultuur kwam polygamie (één man getrouwd met meerdere vrouwen) voor. Dit heeft zeker niets te maken met al of niet gescheiden en hertrouwd zijn. Al kan dat op zich een reden zijn dat iemand niet meer "onberispelijk" is (Titus 1:6,7) is . Gelovige kinderen hebben Titus 1:6. Als er kinderen zijn moeten ze in Christus geloven. Kinderen hebben die niet in opspraak zijn wegens bandeloosheid of van geen tucht willen weten Titus 1:6. Geen onhandelbare kinderen die er op los leven. Die zich niets van gezag aantrekken en hun eigen gang gaan. Met alle waardigheid zijn kinderen onder de tucht houden 1 Tim. 3:4. Kinderen onder controle houden, dat ze hun ouders gehoorzamen en respecteren Gedisciplineerd. Hij moet dat bereiken en doen op een waardige wijze. Een goed bestuurder van zijn eigen huis zijn 1 Tim. 3:4,5 Het eigen gezin goed besturen. Dat houdt onder meer het onder de tucht houden van de kinderen in. Niet aanmatigend zijn Titus 1:7 In het Engels staat "not self willed" en "selfpleasing" Laatdukend, eigendunkelijk. Er zit iets in van eigenwijsheid, te zelfverzekerd, neerbuigend, etc. Jezelf ten onrechte iets aanmeten. Niet driftig, niet opvliegend maar vriendelijk Titus 1:7. 1 Tim. 3:3. Opvliegend d.w.z. snel kwaad. Snel op de tenen getrapt. Drift, een explosie van onbeheerste boosheid. Niet strijdlustig 1 Tim. 3:3. Strijdlustig d.w.z. lust hebben tot strijd. Plezier hebben in botsingen. Die opzoeken. Niet aan de wijn verslaafd Titus 1:7. 1 Tim. 3:3. Geen verslavingen in welke vorm dan ook. Niet op oneerlijke winst uit, niet geldzuchtig Titus 1:7. Niet op oneerlijk materieel gewin uit. Niet berekenend. Eerlijk in geldzaken, geen dubieuze methoden gebruiken op dit terrein. Op het randje of net erover. Gastvrij Titus 1:8. 1 Tim. 3:2. Waar je welkom bent en waar je je welkom voelt. Met liefde voor wat goed is Titus 1:8. Daar enthousiast over zijn. Over alles wat goed is. Wat voldoet aan Gods norm. Bezadigd Titus 1:8. 1 Tim. 3:2. Dit staat tegen over impulsief. Eerst nadenken voor je wat zegt en doet. Rechtvaardig Titus 1:8. Iedere christen is gerechtvaardigd door het geloof. Het gaat er hier om dat je ook rechtvaardig, dat wil zeggen recht, juist, eerlijk leeft. De zonde afgelegd en de nieuwe mens aangedaan. Levend naar Gods geboden. Vroom Titus 1:8. Zijn plichten jegens God nakomend. Godsdienstig in de goede zin van het woord, bezig met God te dienen, God te zoeken in gebed en het woord. Ingetogen Titus 1:8. Dit heeft met matigheid en zelfbeheersing te maken. Zich houdende aan het betrouwbare woord naar de leer Titus 1:9. Kennis hebben van de bijbel, van de leer van de bijbel over allerlei zaken, en daar aan vasthouden. Zodat hij in staat is te vermanen op grond van de gezonde leer en tegensprekers te weerleggen Titus 1:9. In staat te vermanen en te weerleggen vanuit de bijbel. Vermanen als het gedrag niet juist is. Weerleggen als de leer over iets niet klopt. Nuchter zijn. 1 Tim. 3:2. Realist, niet snel meegesleept door emoties. Beschaafd zijn 1 Tim. 3:2. Beleefd, weten hoe zich te gedragen volgens de normen voor goed gedrag. Bekwaam om te onderwijzen 1 Tim. 3:2. Zie ook punt (21) hierboven. In staat om dingen uit te leggen vanuit de bijbel. Geen pasbekeerde 1 Tim. 3:6. Dit vanwege het gevaar van hoogmoed. Als je een leidinggevende positie krijgt als oudste dan kan dat het eigen ego strelen. Als je aan dit soort gedachten voet geeft, dan word je manipuleerbaar voor de satan. Er speelt zich rondom de leiders van de gemeente een geestelijke strijd af. Er is in dit vers sprake van een strik, een valstrik van de duivel. Oudsten en geestesgaven De oudsten zijn aangesteld als de herders van de gemeente, zij moeten de kudde weiden en hoeden . Er is daarnaast ook de geestesgave van herder . Deze geestesgave valt niet (geheel) samen met de taak van de oudsten. Bij de geestesgave van herderschap gaat het om bekwaamheid tot zielzorg. Het begeleiden van individuele christenen in hun geestelijke groei. En ook om het crisispastoraat. Geestelijke hulpverlening bij crisissituaties. Een oudste heeft net als alle andere christenen ook één of meerdere geestesgaven gekregen. Die had hij al voor zijn aanstelling als oudste. Hij moet in ieder geval in staat zijn om te leren (1 Tim. 3:2; Titus 1:9). Nuttige geestesgaven voor een oudste zijn onder meer de gaven van herder (zielzorg), wijsheid, kennis, onderscheid, leraar, besturen, troosten, vermanen. De aanstelling van de oudsten Hoe verloopt de procedure tot het aanstellen van oudsten? Bij de aanstelling van oudsten zijn zowel de Heilige Geest betrokken als mensen. De Heilige Geest stelt aan "waarover u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft" (Hand. 20:28). Mensen stellen aan Titus stelde aan. "en dat gij (Titus) .... als oudsten zoudt aanstellen" (Titus 1:5) Paulus en zijn metgezellen stelden aan. "En nadat zij voor hen in elke gemeente oudsten hadden aangewezen" (Hand. 14:23) Het is duidelijk dat Paulus en zijn zendingsteam in de gemeenten die door hun prediking waren ontstaan na enige tijd oudsten aanstelden. Dat deden zij onder leiding van Gods Geest (Rom. 8:14) zodat het in feite niet Paulus en zijn team, maar de Heilige Geest was die de oudsten aanstelde. God leidt ons door de instructie in de bijbel, door de innerlijke leiding van zijn Geest en door zijn besturing van de omstandigheden . We hebben de instructie van de bijbel. We lezen dat er oudsten moeten zijn, we hebben in de bijbel de vereisten waaraan oudsten moeten voldoen. Er is verder ook Gods besturing van de omstandigheden. Zijn er broeders aanwezig die voldoen aan de vereisten? Functioneren ze al min of meer spontaan als leider? Zijn ze bereid om de taak op zich te nemen? Dit wordt aangevuld met de leiding van Gods Geest. Geeft God vrede als er om wijsheid wordt gebeden, als aan de Heer wordt voorgelegd of bepaalde broeders aangesteld moeten worden? We zien dat het aanstellen van oudsten de verantwoordelijkheid was van Paulus en zijn zendingsteam (de pionierzendelingen). Op verschillende plaatsen had God hen open deuren voor het evangelie gegeven en als gevolg van de prediking waren er gemeenten ontstaan. Er werden niet direct oudsten aangesteld. Na enige tijd namen Paulus en zijn team van pionierzendelingen het initiatief tot het aanstellen van oudsten. Er werd enige tijd gewacht omdat een oudste geen pasbekeerde mag zijn (1 Tim. 3:6) en omdat zo kon worden gewacht op het spontaan naar voren komen van geestelijke leiders binnen de pas ontstane gemeenten. Als de broeders, die zo naar voren kwamen, ook voldeden aan de voorwaarden voor het oudste-zijn, dan was dat een duidelijke aanwijzing dat ze tot de door God bedoelde oudsten behoorden. Als God dan, ongetwijfeld na ernstig gebed, allereerst in de harten van Paulus en de andere pionierzendelingen en waarschijnlijk ook in de rest van de gemeente, bevestigde (door een innerlijke overtuiging, door vrede) dat het goed was om die personen aan te stellen, dan werd tot aanstelling overgaan. Dus leiding door het woord (de voorschriften werden gebruikt om te kijken of iemand geschikt was) en door de omstandigheden (werd iemand spontaan als geestelijke leider erkend en functioneerde hij zo in feite al min of meer, stond hij goed bekend bij de broeders) dan werd, als de Geest het in de harten bevestigde overgegaan tot aanstelling. De kandidaat-oudsten konden moeilijk zichzelf opwerpen als de oudsten. Daarom deden de pionierzendelingen, die het vertrouwen van de gemeenten genoten, dit. Als er éénmaal oudsten aangesteld waren kon de nodige aanvulling van de oudsten daarna plaats vinden op initiatief en onder leiding van de reeds aanwezige gezamenlijke oudsten. Er zijn verschillende manieren om dit concreet in te vullen . Daar is enige vrijheid in zolang men zich laat leiden door God. Zolang men zich laat leiden door de instructie van God (de vereisten voor oudsten, niet te vroeg oudsten aanstellen, geen oudsten aanstellen die niet aan de voorwaarden voldoen), door de omstandigheden (welke broeders staan goed bekend en functioneren al als geestelijk leiders), en door de innerlijke leiding van Gods Geest, geeft God vrede op een bepaalde aanstelling. De eigenlijke aanstelling bestaat uit een publieke aanwijzing van de kandidaat-oudsten als oudsten. Waarna ze in gebed aan de Heer opgedragen werden onder bidden en vasten (Hand. 14:23). Waarschijnlijk ging dit gepaard met handoplegging door de aanwezige pionierzendelingen (later onder handoplegging van de al aanwezige oudsten) al wordt dit niet uitdrukkelijk vermeld. Als er geen oudsten aangesteld zijn ontbreekt er iets Titus 1:5. In de pioniersfase van de gemeente is er de band met de pionierzendeling(en), die een vooral spontaan gezag uitoefenen. Spontaan geestelijk gezag is vooral een zaak van vertrouwen en respect Zo wordt in deze fase toch het gezag van God uitgeoefend. Zonder oudsten is een gemeente niet af. Net zoals een gezin gezagdragers nodig heeft, zo heeft een gemeente dat ook. Anders is er het grote gevaar van anarchie. "een ieder doet wat goed is in zijn ogen" (Richteren 21:25). Er is opzicht nodig dat zowel formeel (officieel aangesteld, krachtens de positie) als informeel (spontaan vanwege iemands karakter en bekwaamheden) gezag heeft. Niet zomaar een klacht tegen een oudste aannemen Hoge bomen vangen veel wind. Daarom moeten de oudsten beschermd worden. Met een aanklacht moet ook duidelijk en overtuigend bewijs worden gepresenteerd. "alleen als er twee of drie getuigen zijn" (1 Tim. 5:19) De gezindheid waarmee het werk van oudste moet worden gedaan 1 Perus 5:2,3. "niet als heerschappij voerend" Het voorbeeld van Paulus, zie b.v. zijn toespraak tot de oudsten van Efeze die hij in Milete gehouden heeft. (Hand. 20:17-31). Hoogachten vanwege hun werk 1 Thess. 5:12,13 Het oudstezijn is een zware taak. Naast de verantwoordelijkheden in het eigen gezin komt er als het ware een gezin, Gods gezin (de gemeente), bij. Het kost veel vrije tijd en energie. Net als in een gezin zijn de kinderen niet altijd tevreden over en dankbaar jegens de ouders, zo ook niet in de gemeente. Zie de ervaring van Paulus met zijn geestelijke kinderen . We moeten de oudsten respecteren voor hun inzet en geen volmaaktheid van hen eisen. Een voortreffelijk taak 1 Tim. 3:1 Zo spreekt God er over. "er naar staan" Een beloning van Godswege "onverwelkelijke krans" (1 Petrus 5:4) "welgedaan gij goede en getrouwe dienstknecht" (Matth. 25:21) |
READ THE BOOK - THE BIBLE CHANGE YOUR LIFE
INFO: DE WEG - DE WAARHEID - HET LEVEN - FILM
Remember all victims of violence worldwide
DE WEG | DE WAARHEID | HET LEVEN | FILM | AUDIO
HOLYHOME.NL USE NO COOKIES - REPORT DEAD LINKS
Waard om te weten :
Een hartelijk welkom op de siteDeze pagina printen
Sitemap
Wie zoekt zal vinden
FAQ - HELP
Kerk
Zondag
Advent
Kerstfeest
Driekoningen
Vastentijd
Goede Vrijdag
Aswoensdag
Palmzondag
Palmpasen
De stille week
Witte donderdag
Stille zaterdag
Paaswake
Pasen - Paasfeest
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Biddag
Dankdag
Avondmaal
Doop
Belijdenis
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
Sint Maarten
Sint Nicolaas
Halloween
Hervormingsdag
Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Koningsdag / Koninginnedag
Gebedsweek
Huwelijk
Begrafenis
Vakantie
Recreatie
Feest- en Gedenkdagen
Symbolen van herkenning
Leerzame antwoorden op levens- en geloofsvragen
Hebreeën 4:12 zegt: "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden". Lees eens: Het zwijgen van God
God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Lees eens: God's Liefde
Schat onder handbereik
Bemoediging en troost
Bible-people - stories of famous men and women in the Bible
Bible-archaeology - archaeological evidence and the Bible
Bible-art - paintings and artworks of Bible events
Bible-top ten - ways to hell, films, heroes, villains, murders....
Bible-architecture - houses, palaces, fortresses
Women in the Bible - great women of the Bible
The Life of Jesus Christ - story, paintings, maps
Read more for Study Apocrypha, Historic Works
GELOOF EN LEVEN een
KLEINE HULP VOOR ONDERWEG
Wie zoekt zal vinden
Boeiende Series :
BijbelvertalingenBijbel en Kunst
Bijbels Prentenboek
Biblische Bildern
Encyclopedie
E-books en Pdf
Prachtige Bijbelse Schoolplaten
De Heilige Schrift
Het levende Woord van God
Aan de voeten van Jezus
Onder de Terebint
In de Wijngaard
De Bergrede
Gelijkenissen van Jezus
Oude Schoolplaten
De Zaligsprekingen van Jezus
Goede Vruchten
Geestesgaven
Tijd met Jezus
Film over Jezus
Barmhartigheid
Catechese lessen
Het Onze Vader
De Tien Geboden
Hoop en Verwachting
Bijzondere gebeurtenissen
De Bijbel is boeiend
Bijbelverhalen in beeld
Presentaties en Powerpoints
Bijbelse Onderwerpen
Vrede van God voor jou
Oude bijbel tegels
Informatie over alle kerken in Nederland: Kerkzoeker
Bible Study: The Bible alone!
L'étude biblique: Rien que la Bible!
Bibelstudium: Allein die Bibel!
Materiaal voor het Digibord
Werkbladen Bijbelverhalen Bijbellessen
OT Hebreeuws-Engels
NT Grieks-Engels
Naslagwerken
Belijdenissen
Een rijke bron
Missale Romanum + Afbeeldingen
Stripboek over Jezus
Christelijke Symbolen
Plaatjes Afbeeldingen Clipart
Evangelie op Postzegels
Harmonium Huisorgel
Godsdiensten en Religies
Herinnering aan Kerken
Christian Country Music
Muzikale ontspanning
Software voor Bijbelstudie
Hartverwarmende Klanken
Read and Hear the Holy Bible
Luisterbijbel
Bijbel voor Slechtzienden Begrippenlijst -1- -2-
Meer weten over de Psalmen, gezangen, liturgieën, belijdenisgeschriften: Catechismus, Dordtse Leerregels en veel andere informatie? . Kijk op: Online-bijbel.nl(What's good, use it)